Publicaties van FV-Tielt tot november 2024
Alle publicaties te verkrijgen door storting op rek. BE75 9731 3326 0351 van FV regio Tielt. Voor verzending in België is de prijs per boek te verhogen met de verzendingskost van de betreffende Portklasse (1, 2, 3 of 4).Portklasse 1 = 6 EUR, Portklasse 2 = 8 EUR, Portklasse 3 = 10 EUR, Portklasse 4 = 16 EUR
De boeken zijn zonder portkosten af te halen elke eerste en derde zaterdag van de maand tussen 9 en 12 uur, in het Documentatiecentrum van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt, Beernegemstraat 3 8700 Tielt.
Met de sneltoets Ctrl+f kan op de pagina worden gezocht
- Gesneuvelde militairen in en uit het Tieltse 1940-1945. Fons DAS - 1995, 310 blz. met namenindex, 23 EUR + Portklasse 2
- Burgerlijke oorlogsslachtoffers in en uit het Tieltse 1940 - 1945. Fons DAS - 1995, 318 blz. met namenindex, 24 EUR + Portklasse 2
- Oud-leerlingen van de Latijnse school te Tielt 1686-1806. Luc NEYT - 1996, 155 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De Poortersboeken van Tielt - Deel 1: afschrift 1614 & 1632. Lucien AILLIET (transcriptie) - 1996, 101 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Kwartierstaat Michiel Van Daele. Fons DAS - 1997, 125 blz. met namenindex, 12 EUR + Portklasse 2
- De Poortersboeken van Tielt - Deel 2: afschrift 1700 & 1716. Lucien AILLIET (transcriptie) - 1997, 101 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Klapper op de doop- en geboorteakten van Tielt, jan 1796 – dec 1806. A. R. TANGHE - 1997, 118 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de huwelijksakten van Tielt, jan 1666 - dec 1683. A. R. TANGHE - 1997, 71 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- Genealogische bronnen voor het arrondissement Tielt. Fons DAS, e.a. - 1997, 136 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De Poortersboeken van Tielt- Deel 3: namenindex. Lucien AILLIET (transcriptie) - 1998, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Tieltse municipale officieren en gemeenteraadsleden tijdens de Franse periode (1795-1814). Johan BUYCK - 1998, 121 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De kadastrale legger van Tielt + 3 Popp-kaarten. Claude MOORS - 1998, 245 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De poorters van Tielt van voor 1550 tot 1614. A. Robert TANGHE - 1985, 234 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- Oorlogsverslagen 1914 – 1918. Fons DAS, e.a. – 1999, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de geboorteakten van Tielt, jan 1807 - dec 1822. R. VANNESTE – 1999, 121 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de geboorten, huwelijken en overlijdens van Tielt, 1 jan 1871 - 31 dec 1880. R. VANNESTE - 1999, 271 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards, deel I, Paul CALLENS 2000, 120 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Genealogische gegevens Schuiferskapelle: Parochieregisters dopen 1786 - 1797. Arnold SCHAUBROECK - 2000, 115 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Inventaris V.V.F.-Tielt op datum van 31 december 1999. Fons Das - 2000, 85 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Rouwbrieven, deel 1, Arnold SCHAUBROEK - 2000, 350 blz. 26 EUR + Portklasse 2
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Rouwbrieven, deel 2 en 3, Arnold SCHAUBROEK - 2000, 310 blz. 23 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen - Een persoonlijke blik van Pittem naar Amerika, Paul CALLENS - 2000, 385 blz. 28 EUR + Portklasse 2
- Weerbare mannen in de Roede van Tielt anno 1638, Jan CALLENS - 2000, 140 blz. 13 EUR + Portklasse 2
- Bidprentjes van de 19e eeuw. Deel 1, Arnold SCHAUBROEK - 2000, 242 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- De buitenpoorters van Kortrijk in de Roede van Tielt (1639-1720) en, de Roede van Deinze (1639-1795), Jan CALLENS - 2001, 487 blz. 34 EUR + Portklasse 2
- Bidprentjes van de 19e eeuw. Deel 2, Arnold SCHAUBROEK - 2001, 247 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- Tieltenaars overleden tijdens hun militaire dienst voor Frankrijk, 1798 - 1814, > Robert VANNESTE - 2001, 50 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- Bidprentjes van de 19e eeuw. Deel 3, > Arnold SCHAUBROEK - 2001, 225 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards, deel II, Paul CALLENS - 2001, 168 blz. 15 EUR + Portklasse 2
- In Memoriam, families uit Oekene en omliggende gemeenten, Bidprentjes periode 1900-1937, Arnold SCHAUBROEK - 2001, 285 blz. 22 EUR + Portklasse 2
- Familiegeschiedenis Van Zantvoorde, Robert VANNESTE - 2001, 88 blz. 10 EUR + Portklasse 2
- Onze families deel 1, Fons DAS e.a. 2002, 164 blz. 14 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards, deel III, Paul CALLENS - 2002, 180 blz. 15 EUR + Portklasse
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Bidprentjes Deel 1: 1900-1949, Arnold SCHAUBROEK - 2002, 277 blz. 21 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards deel IV, Paul CALLENS - 2002, 180 blz. 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards Deel V. Paul CALLENS - 2002, 180 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel VI. Paul CALLENS - 2003, 180 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards deel VII, Paul CALLENS - 2003, 180 blz 15 EUR + Portklasse 2
- De volkstelling van Oeselgem 1796, Luc GOEMINNE e.a. - 2002, 40 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- Cohier vander Stede van Tielt Binnen vande xxste penninck 1571, Luc NEYT - 2003, 80 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Stamboom van de familie De Caigny, Robert VANNESTE - 2003, 90 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle. Bidprentjes - Deel 2: 1950-1989. A. SCHAUBROECK - 2003, 230 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle. Bidprentjes - Deel 3: 1990-1999. A. SCHAUBROECK - 2003, 70 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle. Rouwbrieven: 1990-1999 - Deel 4. A.SCHAUBROECK - 2003, 190 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, Deel 1:0-1500. Etienne L.A. CAPPELLE - 2004 , 107 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, Deel 2: 1500-1789. Etienne L.A. CAPPELLE - 2004 , 159 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de geboorte-akten van Tielt van jan. 1666 tot dec. 1683. A. R.TANGHE - C.MOORS - 2004 - 122 blz., 12 EUR + Portklasse 1
- Familiekundige Weekkalender 2005
- Emigranten van Pittem en Egem naar Amerika. Pittem in onze bronnen., Huguette DE CLERCK - Paul CALLENS - 2004, 94 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- The Cultural Heritage through Flemish Immigration: A comparative Study of the Gazette van Detroit between May 28, 1981 - May 27, 1982 and January 9, 2003 - November 13, 2003, Aranka CALLENS - 2004, 197blz. 16 EUR + Portklasse 2
- Woordenlijst Latijn - Nederlands voor genealogen Zie bijgewerkte publicatie 224.
- Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, België, West-Europa & de hele wereld. Deel 3: 1789-2003, Etienne Cappelle 2004, 190 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Rouwbrieven Ruiselede: 1951 t/m 1999 - 3 delen + Indexen. A.SCHAUBROECK - 2005, 820 blz., 55 EUR + Portklasse 3
- Amerikaanse Zantingen - Deel II. Paul CALLENS - 2004 , 300 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel VIII. Paul CALLENS - 2004, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel IX. Paul CALLENS, Daniel KINDT, Mary SPRIET-DE CLOEDT - 2004, 155 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel X. Paul CALLENS - 2005, 190 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XI. Paul CALLENS - 2005, 189 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XII. Paul CALLENS - 2005, 202 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XIII. Paul CALLENS - 2005, 190 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XIV. Paul CALLENS - 2005, 189 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Zoon van Oorlog en Vrede, Marcel A. DEFEVER - 2005, 247 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" te Oostnieuwkerke., Deel I (A-E), Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 233 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle" te Oostnieuwkerke - Deel II: F-L. Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 223 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle" te Oostnieuwkerke - Deel III:M-P. Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 230 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle" te Oostnieuwkerke - Deel IV: P-Z. Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 215 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Cohier van Thielt Buuten vande jaere 1571., Luc NEYT - 2005, 109 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Index op de huwelijken in Tielt, 1671 - 1683, A. Robert Tanghe, Claude Moors - 2006, 43 blz 7 EUR + Portklasse 1
- De naam "Cappelle" in Westrozebeke van vóór 1681 tot 1980, Etienne L.A. CAPPELLE - 2006, 330 blz 24 EUR + Portklasse 2
- Kleur in didactische schoolplaten. Luc NEYT - 2006, 45 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- CD-ROM bij Keur in didactische schoolwandplaten
- De naam "Cappelle" (en varianten) in STADEN van vóór 1752 tot 1980 Deel I (A - G), Etienne Cappelle - 2006, 217 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" (en varianten) in Staden van vóór 1752 tot 1980 - Deel II: H-O. Etienne L.A. CAPPELLE - 2006, 232 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" (en varianten) in Staden van vóór 1752 tot 1980 - Deel III: P-Z. Etienne L.A. CAPPELLE - 2006, 219 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Bidprentjes van de 19e eeuw deel 4, Arnold Schaubroeck - 2006, 250 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Huwelijkscontracten Tielt 1795-1806, Luc Neyt - 2006, 40 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- Landboek van Aarsele: 1653 - 1661, André BRAET - 2007, 261 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Stamreeks “Reinout Verhamme”, Rosa Plettinck en Fons Das 2007 Tielt, 82 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- De naam “Cappelle” in Hooglede. Deel I: A-G. Etienne L.A. CAPPELLE, 2007, 231 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle” in Hooglede. Deel II: H-O. Etienne L.A. CAPPELLE, 2007, 267 blz., 21 EUR + Portklasse
- De naam “Cappelle” in Hooglede. Deel III: P-Z. Etienne L.A. CAPPELLE, 2007, 252 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850-1937,. Deel I : Paul CALLENS & Luc NEYT 2007, 1181 blz. 13 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel II: 1861-1865. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 198 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel III: 1866-1873. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 153 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel IV: 1874-1882. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 155 blz., 14 EUR + Portklasse
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel V. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 232 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- AAmerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel VI. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 165 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- A Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel VII. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 177 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel VIII: 1914-1930. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 161 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel IX. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 175 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1938-1940 en “De Thieltenaer” 1848-1950 - Deel X. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 157 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XI: 1851 - 1854. Paul CALLENS & Luc NEYT - 2007, 180 blz.,15 EUR + Portklasse 2
- Inhoud 10 jaar tijdschrift “Onze Voorouders” (1997-2007) Claude MOORS 2008, 128 blz. 12 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XII. Paul CALLENS & Luc NEYT - 2008, 164 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XIII. Paul CALLENS, 2008, 162 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XIV: D - H. Paul CALLENS, 2008, 159 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XV: I-N. Paul CALLENS, 2008, 159 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XVI: O-S. Paul CALLENS, 2008, 158 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XVII: T-Z. Paul CALLENS, 2008, 166 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Penningcohieren van Aarsele. : 20ste penning 1571 & 1572, 5de penning 1571. Luc NEYT 2008, 173 blz. 15 EUR + Portklasse 2
- Familiegeschiedenis “Vanneste”. Robert VANNESTE 2008, 99 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- American Gleanings "Weg uit West-Vlaanderen: emigratie uit de Westhoek”, ASO-Veurne 2008 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
-
Soldaten van "den Grooten Oorlog” Schuiferskapelle
1914-1948
Frank Van Eenooghe - 2008, 134 blz. 12 EUR + Portklasse 2 - Onze Families deel 2, Fons Das 2008, 165 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" in Gits Deel I , Etienne L.A. CAPPELLE - 2008, 284 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" in Gits Deel II, Etienne L.A. CAPPELLE - 2008, 272 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Foto- en gedenkboek St. Jozefscollege Tielt, 1848 - 1999, Luc NEYT - 2009, 337 blz., 25 EUR + Portklasse 2
- Voorouders en nageslacht van Amandus Cappelle x Coleta Dick, Etienne CAPPELLE, 2009, deel 1 232 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Voorouders en nageslacht Amandus Cappelle x Coleta Dick - Deel 2. Etienne CAPPELLE – 2009, 244 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- KWARTIERSTAAT Jules Cappelle x Libbie Dupont, Etienne CAPPELLE, 2009, 186 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- De Graven van Pittem, deel I Gemeentelijke Begraafplaats Pittem, Paul Callens, 2009, 198 blz. 16 EUR + Portklasse 2
- De graven van Pittem - Deel II, begraafplaats Sint-Anthonius Meulebeke. Paul CALLENS 2009, 40 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- De graven van Pittem - Deel III, begraafplaats Egem. Paul CALLENS, 2009, 100 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Stamreeks E.P. Julien Standaert C.ss.R.,, Luc Neyt 2009, 50 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- Religieuzen (°,+,^) in het werkgebied van VVF-Tielt - Deel 1, deel 1, Fons Das, 2010, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Wezerij Thielt-Binnen 1600-1700, Claude Moors, 2010, 207 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Overleden parochianen te Pittem 1930-2009, Willy DECONINCK & Paul CALLENS, 2010, 252 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Nonkel Walter: Valère Meersschaert gevallen in Wereldoorlog I, Deel 1, , Paul Callens en Ron V. Mershart, 2010, 300 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Nonkel Walter: Valère Meersschaert gevallen in Wereldoorlog I, Deel 2. Paul Callens en Ron V. Mershart Tielt, 2010, 265 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Kohier van Kanegem van de 20ste penning 1571 en van de 10de penning 1574", Claude Moors, Tielt , 2010, 96 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Kohier van Dentergem van de 20ste penning 1571 en van de 5de penning 1577. , Claude Moors 2010, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De naam Cappelle in Groot-Zonnebeke. Deel 1, Etienne L. A. CAPPELLE - 2010, 312 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- De naam Cappelle in Groot-Zonnebeke. Deel 2, Etienne L. A. CAPPELLE - 2010, 304 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen (°,+,^) in het werkgebied van VVF-Tielt, deel 2, , Fons Das 2011, 112 blz. 11 EUR + Portklasse 2
- Overleden parochianen van de parochie O.L.V. te Pittem 1899-1930. W. Deconinck & P. Callens - 2011, 262 blz., 20 EUR + Portklasse 2€
- De penningkohieren van Oeselgem en Vinkt (1571,1572,1574,1577), Claude Moors, 2011, 85 blz., 10 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel I: A-C. Paul CALLENS, 2011, 255 blz., 20 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel II: D-Der. Paul CALLENS 2011, 248 blz., 19 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel III: Des-G. Paul CALLENS,2011, 222 blz., 18 EUR + Portklasse 2 (8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel IV: H-M. Paul CALLENS, 2011, 302 blz., 23 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel V: N-S. Paul CALLENS, 2011, 259 blz., 20 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel VI: T-Vanh. Paul CALLENS, 2011, 215 blz., 17 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel VII: Vani-Z. Paul CALLENS,2011, 253 blz., 20 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel VIII: zoekboek. Paul CALLENS, 2011, 242 blz., 19 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Religieuzen (°,+,^) in het werkgebied van VVF-Tielt - Deel 3., Fons Das, 2011, 116 blz. 11 EUR + Portklasse 2
- Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren., Luc NEYT - 2011 , 228 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen: de dekens van het district en het decanaat Tielt. Deel IV, Fons DAS 2011, 195 blz. 16 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen: pastoors, onder-en medepastoors 1910 - 2010 Aarsele Deel V, Fons DAS, 2011, 229 blz.18 EUR + Portklasse 2
- De naam CAPPELLE in Moorslede-Dadizele” Deel I, Etienne Cappelle - 2011, 368 blz. 27 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle” in Moorslede-Dadizele. Deel II, Etienne Cappelle - 2011, 350 blz. 26 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen. Belgen in Amerika - Illustraties, Deel I, Paul Callens - 2012, Tielt, 202 blz, 17 EUR+ Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Illustraties - Deel II. Paul CALLENS - 2012, 178 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Illustraties - Deel III. Paul CALLENS - 2012, 117 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen in het werkgebied FV-Regio Tielt, deel 6, Fons Das, 2012, 108 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- Klapper op de dopen van Pittem van januari 1884 tot december 1907, Fons Das - Tielt, FV-Tielt, 2012, 143 blz. 13 EUR + Portklasse 2
- Handboek van Ludovicus Wauters pastoor te Tielt van 1743 tot 1786, Claude MOORS - FV-Tielt, 2013 , 265 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de dopen van Marialoop: van januari 1900 tot december 1913, Fons Das - FV-Tielt, 2013 , 45 blz.. 7 EUR + Portklasse 1
- Amerkaanse Zantingen Belgen in Amerika Bronnen. Dl. I, Paul CALLENS - FV-Tielt, 2013, 160 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel II. Paul CALLENS - 2013, 200 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel III. Paul CALLENS - 2013, 278 blz., 21 EUR + Portklasse
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel IV: D-L. Paul CALLENS - 2013, 184 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel V: M-Z. Paul CALLENS - 2013, 176 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel VI: zoekboek A tot L. Paul CALLENS - 2013, 206 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel VII: zoekboek M tot Z. Paul CALLENS - 2013, 178 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen in één van de gemeenten van het werkgebied van FV-Tielt. Dl. VII. Fons DAS FV-Tielt, 2013 , 121 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Graven van Koolskamp, Paul CALLENS FV-Tielt, 2013, 98 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Onze families. Deel 3, Johny LANCKRIET & Fons DAS FV-Tielt, 2013 , 208 blz. 17 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen van de O.L.Vr-parochie.-Tielt. Dl. 8, Fons DAS FV-Tielt, 2013, 258 blz. , 20 EUR + Portklasse 2
- Kwartierstaat van Etienne L. A. CAPPELLE., E. Cappelle 2013, 436 blz. 31 EUR + Portklasse 2
- De graven van Aarsele., Paul CALLENS 2013, 200 blz. 17 EUR + Portklasse 2
- De graven van Kanegem. , Paul CALLENS 2013, 112 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Schuiferskapelle. , Paul CALLENS - 2013, 86 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Doomkerke. , Paul CALLENS 2013, 90 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Kruiskerke. , Paul CALLENS 2013, 62 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van De Ginste, Paul CALLENS, 2013, 104 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- Religieuzen in één van de gemeenten van het werkgebied van Fam. Vlaanderen, regio Tielt. Dl. 9, Fons DAS 2013, 123 blz. 12 EUR + Portklasse 2
- Onze families Deel 4, Johny LANCKRIET & Fons DAS FV-Tielt, 2013 , 208 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- Klapper dopen, huwelijken & overlijdens van Marialoop, 1900-1913. Fons DAS,2014, 215 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Inventaris parochiearchief Sint-Bavo, Kanegem. Luc NEYT & Paul CALLENS, 2014, 47 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- Inventaris archief Sint-Jozefscollege Tielt. Luc NEYT & Paul CALLENS - 2014, 153 blz., 14 EUR + Portklasse 2.
- Religieuzen in het werkgebied van FV-Regio Tielt - Deel 10. Fons DAS, 2014, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De graven van Markegem. Paul CALLENS, 2014, 73 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- De graven van Zwevezele. Paul CALLENS, 2014, 303 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wingene St. Jan. Paul CALLENS, 2014, 93 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Wingene Wildenburg. Paul CALLENS, 2014, 115 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De graven van Marialoop. Paul CALLENS - 2014, 98 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Oeselgem. Paul CALLENS - 2014, 118 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Gottem. Paul CALLENS, 2014, 80 blz., 9 EUR + Portklasse 1.
- De graven van Vinkt. Paul CALLENS, 2014, 106 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Wontergem. Paul CALLENS, 2014, 86 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Poeke. Paul CALLENS, 2014, 90 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Lotenhulle. Paul CALLENS, 2014, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2.
- De graven van De Paanders Meulebeke. Paul CALLENS, 2014, 124 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wingene, Paul Callens 2014 398 p. 28 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ooigem. Paul CALLENS, 2014, 236 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De graven van Tielt - Deel II: Het nieuwe deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2014, 388 blz., 28 EUR + Portklasse 2
- Foto-en gedenkboek Apostolinen 1839-1954 en Regina Pacis 1954-1997, Luc NEYT, 2014, 450 blz. 32 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Baafs-Vijve. Paul CALLENS, 2014, 180 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- De naam CAPPELLE (en varianten) in de fusiegemeente Houthulst, Etienne CAPPELLE 2014, 330 blz. 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Tielt - Deel I: Het oude deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2015, 368 blz., 27 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ardooie - Deel II: nieuw deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2015, 301 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ardooie- Deel I: oud deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2015, 324 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Oostrozebeke. Paul CALLENS, 2015, 414 blz., 29 EUR + Portklasse 2
- De graven van Meulebeke - Deel I: West. Paul CALLENS, 2015, 250 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- De graven van Dentergem. Paul CALLENS, 2015, 222 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wakken. Paul CALLENS, 2015, 272 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- De graven van Meulebeke - Deel II: Oost. Paul CALLENS, 2015, 322 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wielsbeke. Paul CALLENS, 2015, 236 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ruiselede. Paul CALLENS, 2015, 286 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt,Deel I: Aarsele tot Kruiskerke, Paul Callens - 2015, 415 blz., 29 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. II: Lotenhulle tot Oostrozebeke, Paul CALLENS 2015, 421 blz., 30 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. III: Pittem tot Tielt, Paul CALLENS, 2015, 455 blz., 32 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. IV: Vinkt tot Zwevezele, Paul CALLENS 2015, 379 blz., 27 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. V : Zoekboek, Paul CALLENS 2015 389 blz. 28 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De naam CAPPELLE in de entiteit Izegem., Etienne CAPPELLE 2015 520 blz. 36 EUR + Portklasse 2
- De graven van Gits, Paul CALLENS 2016, 290 blz. 22 EUR + Portklasse 2
- De graven van Grammene, Paul CALLENS 2016, 76 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- De graven van Meigem, Paul CALLENS 2016, 80 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Penningcohieren Wakken, André BRAET 2016, 84 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Zeveren, >Paul CALLENS 2016, 88 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Poesele, Paul CALLENS 2016, 46 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hertsberge, Paul CALLENS 2016, 90 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hulste, Paul CALLENS 2016, 220 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters huwelijken Aarsele, Frans NEYRINCK 2016, 280 blz. 21 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Bronnen. , Paul CALLENS , 2016, deel VIII: 192 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Bronnen., Paul CALLENS, 2016, deel IX 230 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Bronnen. , Paul CALLENS , 2016, deel X: 195 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen, Paul CALLENS, 2016, deel IX: A-D, 238 blz., 19 EUR + Portklasse 2
-
Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen.
Paul CALLENS , 2016, deel X: E-Q, 207 blz., 17 EUR + Portklasse 2 - Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen, Paul CALLENS, 2016, deel XI: R-Z, 263 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen. , Paul CALLENS , 2016, deel XII: zoekboek, 371 blz., 27 EUR + Portklasse 2.
- Wakken-(E)migranten. Een onderzoek naar de migratiestromen van en naar het buitenland, Chris Folens, 2017, 418 blz. 30 EUR + Portklasse 2
- De penningcohieren van Vinderhoute 1571-1572 en 1574-1577, Luc Neyt, 2017 83 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Woordenlijst Latijn Nederlands voor genealogen 2de druk, Renaat Lobbestael , 2017, 169 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Het geslacht Vanschoebeke, baljuws, landbouwers en molenaars, Juul DESMET 2017, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- De graven van Beveren-Roeselare., Paul CALLENS, 2017, 387 blz., 28 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Maria-Aalter. Paul CALLENS, 2017, 143 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Knesselare, Paul CALLENS , 2017, 436 blz., 31 EUR + Portklasse 2
- De naam CAPPELLE in Langemark-Poelkapelle-Bikschote, Etienne Cappelle , 2017, 488 blz, 34 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Wettelijke Passeringen deel I: 1607-1644, Luc Neyt , 2018, 250 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Wettelijke passeringen, deel II: 1638-1659, Luc Neyt - 2018, 245blz., 19 EUR + Portklasse 2
- Kwartierstaat De Gryse-De Lodder, Luc Neyt - 2018, 136 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ursel, Paul CALLENS - 2018, 202 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ronsele, Paul CALLENS - 2018, 64 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Beke, Waarschoot, Paul CALLENS - 2018, 62 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hooglede, De Geite, Paul CALLENS - 2018, 92 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Maldegem Kleit kerk, Paul CALLENS - 2018, 114 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Graven van Maldegem Kleit Aalterbaan, Paul CALLENS - 2018, 126 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Oostwinkel, Paul CALLENS - 2018, 134 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Maldegem Donk, Paul CALLENS - 2018, 108 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Joris. Begraafplaats Brug, Sint-Jorisstraat, Paul CALLENS - 2018, 108 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Oedelem Oostveld, >Paul CALLENS - 2018, 106 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Emelgem, Paul CALLENS - 2018, 294 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- De graven van Beernem. Heilige Maria Moeder Godsparochie, Kerkhofdreef, Paul CALLENS - 2018, 196 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- De graven van Oedelem Hogenakker, Paul CALLENS - 2018, 172 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- De graven van Kachtem. Paul CALLENS - 2018, 244 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De graven van Olsene Oud, Kerkstraat, >Paul CALLENS - 2018, 137 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Olsene Nieuw, Hamstraat, >Paul CALLENS - 2018, 235 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, dopen 1609-1795. Deel I: A-D., Frans NEIRINCK 2018, 311 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, dopen 1609-1795. Deel II: E-U, >Frans NEIRINCK 2018, 262 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, dopen 1609-1795. Deel III: V-Z, Frans NEIRINCK 2018, 272 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Voedselcomiteit, Fons DAS (+ 2018), Paul CALLENS, Luc NEYT, 2018, 400 blz., 29 EUR + Portklasse 2
- Theophiel Buyse in de Eerste Wereldoorlog, Fons DAS (+2018), Paul CALLENS, Carlos HEYTENS en Luc NEYT 2018, 198 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen parochie Marialoop 1835-2000. Fons DAS (+ 2018), Paul CALLENS, Luc NEYT, 2018, 314 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, overlijdens 1627-1796, >Frans NEIRINCK 2018, 365 blz. 26 EUR + Portklasse 2
- De naam Cappelle in Rumbeke, Etienne CAPPELLE 2018, 508 blz., 35 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de dopen van Aarsele, 1900-1915, Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT - 2019, 114 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de huwelijken van Aarsele, 1900-1915, Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT 2019, 76 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- Klapper op de overlijdens van Aarsele, 1900-1915,Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT 2019, 208 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Gaerinckbouck (prijsboek) 1730, Luc NEYT - 2019, 256 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- De graven van de gemeentelijke begraafplaats Sleidinge, Paul Callens - 2019, deel l, 332 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sleidinge, Paul CALLENS 2019, deel II, 289 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- Belgen in Illinois en Iowa, Paul CALLENS 2019, deel I: A-L , 422 blz., 30 EUR + Portklasse 2
- Belgen in Illinois en Iowa, Paul CALLENS 2019, deel II: M-Z, 455 blz., 32 EUR + Portklasse 2
- Belgen in Moline en omstreken, Paul CALLENS 2019, tentoonstelling, 88 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Vinderhoute, Paul CALLENS 2019, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- Liber Manualis I (1627-1639) van Tieltse deken Jan De Mol, Claude MOORS 2020, 518 blz., 36 EUR + Portklasse 2
- Liber Manualis II (1639-1656) 354 blz., 26 EUR + Portklasse 2.
- Handboogmaatschappij Sint Sebastiaan Pitthem, Paul CALLENS 2020, 189 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Mariakerke(°x+ 1609-1796), Rita VAN HERREWEGE 2020, 382 blz., 27 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de mensen - Deel XIII, Paul CALLENS -2020, 318 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Landboek 1629-1688, Luc NEYT 2020, 155 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel I: Wie waren zij? Waar woonden zij? Statistieken, woonplaatsen, 2020, Paul CALLENS 460 blz. 32 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel II: Wie waren zij? Waar woonden zij? Naamlijst A tot D, 2020, 477 blz. 33 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel III: Wie waren zij? Waar woonden zij? Naamlijst E tot U, 2020, 368 blz. 27 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel IV: Wie waren zij? Waar woonden zij? Naamlijst V tot Z, 2020, 342 blz.25 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel V: Wie waren zij? Waar woonden zij? Zoekboek, 2020, 375 blz. 27 EUR + Portklasse 2
- Denombrementen heerlijkheid Vinderhoute: 1469-1481, 1548-1552 en 1615-1725, Luc NEYT, 2020, 264 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- DIGITAAL Wie woonde waar in Ruiselede 15e - 18e eeuw, SILVERSMET Theo, Rita VAN HERREWEGE, 2020, 356 blz. 15 EUR + Portklasse 1
- Aarsele, Status Animarum 1629-1640-1642-1650-1669, Frans NEIRINCK 2021, 104 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Édouard Simays (1826-1897) Succès et Misère d un immigré Belge, Denise LATRÉMOUILLE, 2021, 147 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- Markegemse emigranten Chris FOLENS, 2021, 251 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen : De Bronnen deel XI, Paul CALLENS, 2021, 338 blz., 25 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen : De Bronnen deel XII, Paul CALLENS, 2021, 370 blz., 27 EUR + Portklasse 2
- Jules Blondeel Op zoek naar goud in Canada en de Verenigde Staten, deel I, 2021, 206 blz. 17 EUR + Portklasse 2
- Jules Blondeel Op zoek naar goud in Canada en de Verenigde Staten, deel II, 2021, 254 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Buitenpoorters van Kortrijk in Aarsele, Frans NEIRINCK, 2021, 100 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Bachte Schipdonkstraat, Paul CALLENS, 2022, 102 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Martens-Leerne, Paul CALLENS, 2022, 50 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Bachte-Maria-Leerne, Paul CALLENS, 2022, 86 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Vosselare, Paul CALLENS, 2022, 56 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Landegem Stationsstraat, Paul CALLENS, 2022, 180 blz.,15 EUR + Portklasse 2
- De graven van Nevele, Paul CALLENS, 2022, 188 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- De graven van Merendree Lostraat, Paul CALLENS, 2022, 132 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Joris-ten-Distel, Paul CALLENS, 2022, 92 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hansbeke, Paul CALLENS, 2022, 157 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De graven van Lovendegem, Paul CALLENS - 2022 308 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Op zoek naar geluk tentoonstelling Melsele en Pittem, Paul CALLENS 2022 60 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De geschiedenis van de familie Callin tot Callens van 1300 tot 1650, Jan CALLENS 2022 deel I, 614 blz. 55 EUR + Portklasse 3
- De geschiedenis van de Familie Callens, Jan CALLENS 2022 - deel II 553 blz. 55 EUR + Portklasse 3
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de mensen - Deel XIV,Paul CALLENS 2022 482 blz., 33 EUR + Portklasse 2
- De graven van het gemeentelijk kerkhof Beernem, Paul CALLENS 2022 304 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Erfgoeddag maakt school, Kleur in didactische schoolwandplaten, Luc NEYT 2022 46 blz., 12 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk in Kanegem, Frans NEIRINCK, 2022, 79 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk in Poeke, Frans NEIRINCK, 2022, 43 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk in Ruiselede, Frans NEIRINCK, 2022, 85 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- Halletorentje tijdschrift Oud-leerlingen College Tielt, 1954-1978 Jean-Pierre MISTIAEN 2022, 45 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- Missiekoerier 1961-1990 en Nieuwsbrief 1992-2008 tijdschrift, Jean-Pierre MISTIAEN 2022, 89 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Namenlijst Lettergilde beste opstellen van de college studenten van Tielt Dirk HERMAN 2022, 274 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Huwelijken van Proven 1804-1834, Paul CALLENS, 2022, 426 blz., 30 EUR + Portklasse 2
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Dentergem 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 89 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Markegem 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 63 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Oeselgem 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 109 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Wakken 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 78 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- 300 jaar Familie Engels & aanverwante families in het Meetjesland 1645-1950, Luc NEYT - 2023, 283 blz. 36 EUR + Portklasse 2
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Oostrozebeke 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 63 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- Amerikaanse Zantingen De Mensen Deel XV, Paul CALLENS 2024 290 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- Landboek van Dentergem anno 1652, Elisabeth BLANCKE & Chris FOLENS 2024, 294 blz., 30 EUR + Portklasse 2
- De graven van Eeklo-Balgerhoeke. Paul Callens - 2024, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Laureins - Bentille. Paul CALLENS - 2024, 90 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Laureins - Sint-Jan-in-Eremo. Paul CALLENS - 2024, 50 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Laureins - Sint-Margriete. Paul CALLENS - 2024, 58 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Laureins - Waterland-Oudeman. Paul CALLENS - 2024, 80 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- De graven van Roeselare - Zilverberg. Paul CALLENS - 2024, 131 blz., 12 EUR + Portklasse 2
Arnold Schaubroeck, Genealogische bronnen van Schuiferskapelle. Parochieregisters: dopen 1786-1797
In deze publicatie geeft de bekendste genealoog van Schuiferskapelle een overzicht van alle doopakten van de parochie Schuiferskapelle in de periode 1786-1797. Van de in totaal 592 doopakten nam de auteur de volgende gegevens over in zijn publicatie: naam van de gedoopte, naam van de ouders, naam van de peter en de meter, eventuel de naam van de plaatsvervangers van de meter en de peter, geboortedatum en uur, doopdatum en de naam van de pastoor. De auteur nam tevens op wie van de aanwezige personen de doopakte ondertekende. Achteraan deze publicatie werd een alfabetische klapper op de namen van de dopelingen alsook een alfabetisch klapper op de namen van de moeders, peters en meters opgenomen.Fons Das, Inventaris V.V.F. Tielt, aangevuld met werken in verband met familiekunde in de bibliotheek van de Roede van Tielt
Redactiesecretaris Fons Das maakte een overzicht van vier archieffondsen van de bibliotheek van het VVF-Tielt om zo de toegankelijkheid van deze bibliotheek te vergroten. Deze bibliotheek is gelegen in Huyse Aleydis, Beernegemstraat 5 te Tielt en is toegankelijk elke eerste en derde zaterdagvoormiddag van 9.00 tot 12.00 De fondsen Robert Tanghe en Musea Vrienden Tielt bevatten genealogische informatie over tal van families. Alle informatie van één bepaalde familienaam werd geklasseerd in één omslag. Deze omslagen zijn doorlopend genummerd en worden toegankelijk gemaakt door een alfabetische lijst van de beschikbare familienamen.De gekopieerde parochieregisters en klappers op de burgerlijke stand van de gemeenten van het VVF-Tielt werkgebied, genealogische publicaties en tijdschriften vormen een derde fonds. Voor dit fonds werd geopteerd voor een klassement per gemeente. Op die manier krijgt de vorser een duidelijk overzicht van alle beschikbare gegevens van de gemeenten waarover hij of zij tijdens zijn of haar onderzoek informatie wenst te bekomen. Publicaties die het niveau van één gemeente overstijgen (bvb. Vlaamse Stam) of zich beperken tot één bepaalde familie (bvb. stambomen) werden in een alfabetisch klassement opgenomen.
Het vierde en laatste onderdeel van de inventaris is een overzicht van alle genealogische publicaties of heemkundige en historische werken met interessante genealogische informatie die deel uitmaken van de bibliotheek van de heemkundige kring de Roede van Tielt.
Arnold Schaubroeck, Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Rouwbrieven 1970-1989, deel 1
Deze uitgave bevat de rouwbrieven van alle overleden personen waarvan de rouwdienst tussen 1970 en 1989 plaats had:- in Schuiferskapelle en die begraven zijn op het kerkhof van die gemeente
- in Schuiferskapelle maar bijgezet werden in een andere gemeente
- in een andere gemeente en die bijgezet werden in Schuiferskapelle
Het boek bevat 220 rouwbrieven en een alfabetische klapper met alle namen die voorkomen op de rouwbrieven: de naam van de overledene in hoofdletters, de andere in gewone letter. De nummers verwijzen naar het nummer van de rouwbrief.
Arnold Schaubroeck, Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Rouwbrieven Deel 2 en 3
Deze uitgave bevat 200 rouwbrieven van personen die geboren zijn in Schuiferskapelle, maar in een andere gemeente overleden en begraven zijn. De alfabetische klapper is opgevat zoals in Deel 1.Paul Callens, Amerikaanse Zantingen - Een persoonlijke blik van Pittem naar Amerika
In deze publicatie geeft de auteur een uitgebreide bibliografie waaraan jaren gewerkt is en waarvan een deel van de gegevens komt uit soms plaatselijk bekende Amerikaanse tijdschriften. In deze bibliografie zijn volgende delen in elkaar verweven :- Belgen in Amerika
- Algemene werken in verband met de geschiedenis van Canada en de USA
- De vroegere gemeente Pittem
De best bekende werken over de Belgen in Amerika worden samen met details uit andere werken, tijdschriften en dagbladen samengebracht tot een geheel die kan dienstig zijn voor de verdere studie van dit onderwerp.
Een groot aantal Vlaamse familienamen zijn in het werk opgenomen zodat de gebruiker van dit boek zonder al te veel problemen zich er even kan van vergewissen als er reeds iets terloops verscheen over deze familienaam.
Er zijn in de lijst ook werken opgenomen die tot op heden niet uitgegeven zijn maar toch van nut kunnen zijn.
Het ligt in de bedoeling dat de auteur het onderwerp nog verder uitdiept naar de toekomst toe.
Arnold Schaubroeck, Bidprentjes van de 19e eeuw
Deze uitgave bevat de circa 800 bidprentjes van personen overleden in de 19e eeuw en dit gespreid over gans België. Deze bidprentjes maken deel uit van verzamelingen van privé personen en zijn aldus moeilijk te raadplegen. Het is de verdienste van de Schuiferskapelse genealoog Arnold Schaubroeck dat hij deze heeft opgespoord en via deze uitgave voor het grote publiek bekend maakt. Uiteraard blijft hij niet bij de pakken zitten want een volgend deel is reeds in voorbereiding. De uitgave omvat naast de circa 800 bidprentjes drie klappers:- een alfabetische klapper op de namen
- een alfabetische klapper op plaats van geboorte
- een alfabetische klapper op plaats van overlijden
Jan Callens, De buitenpoorters van Kortrijk in de Roede van Tielt (1639-1720) en de Roede van Deinze (1639-1795)
Deze publicatie van Jan Callens, bestuurslid VVF-Tielt, bevat de samengevatte, alfabetisch-chronologisch geklasseerde lijst van de buitenpoorters van Kortrijk in de Roede van Tielt (1639-1720) en de Roede van Deinze (1639-1795), zoals ze genoteerd werden in de originele notitieboeken van het jaarlijks poortersrecht.Plattelandsbewoners werden buitenpoorter van Kortrijk omdat dit hen voordelen bood van sociaal-economische, juridische en politieke aard. Zeker binnen de kasselrij Kortrijk was het buitenpoorterschap wijd verspreid. Na een korte inleiding over de buitenpoorterij van Kortrijk en de indeling en het gebruik van het boek, volgen er circa 18.000 gegevens (!!!) met veelvuldige inlichtingen omtrent afstamming en demografie van de verschillende buitenpoorters.
Aldus kan dit werk aanzien worden als een database met een goudmijn aan genealogische gegevens die het mogelijk maken om snel en accuraat het verband te leggen tussen soms tientallen naamgenoten in een tijdperk waar dit met de parochieregisters steeds moeilijker lukt
Arnold Schaubroeck, Bidprentjes van de 19eeeuw. Deel 2
De bekendste Schuiferskapelse genealoog, Arnold Schaubroeck, maakte kort na zijn eerste verzameling van 19de eeuwse bidprentjes een tweede deel. De opzet bleef hetzelfde: circa 800 gekopieerde bidprentjes van personen overleden in de 19de eeuw in gans België waarvan de originele bidprentjes zich in privé-verzamelingen bevinden en aldus normaal niet beschikbaar zijn voor het grote publiek. Ook dit tweede deel bevat drie klappers die het opzoekingswerk vergemakkelijken: een klapper op de naam, op de geboorteplaats en overlijdensplaats.Robert Vanneste, Tieltenaars overleden tijdens hun militaire dienst voor Frankrijk 1798-1814
Op aangeven van Dhr. Edgard Seynaeve (nationaal VVF-voorzitter) die een studie maakte over de Wakkense gesneuvelde soldaten in Franse legerdienst (1798-1814) ging Robert Vanneste, bestuurslid VVF-Tielt, over tot het opzoeken van alle Tieltenaars die in de periode van de Franse overheersing (1798-1814) stierven tijdens hun militaire dienstplicht voor Frankrijk. In totaal vond Robert informatie over 111 gesneuvelde Tieltenaren. De auteur verzamelde gegevens uit de overlijdensakten maar vulde deze aan met gegevens uit de verzameling “burgerlijke stand” van wijlen Robert Tanghe. Daarnaast nam hij ook de militieregisters uit deze periode die worden bewaard in het Tieltse stadsarchief door. De auteur slaagde er tevens in literatuur enkele interessante gegevens aangaande gesneuvelde Tieltse militairen terug te vinden. De studie eindigt met een alfabetische klapper op de circa 400 familienamen uit de lijst en een namenlijst op basis van de overlijdensdatum met vermelding van de plaats van overlijden, de eenheid waarvan de militair deel uitmaakte en de doodsoorzaak.Arnold Schaubroeck, Bidprentjes van de 19eeeuw. Deel 3
De bekendste Schuiferskapelse genealoog, Arnold Schaubroeck, maakte kort na zijn eerste verzameling van 19de eeuwse bidprentjes een tweede deel. De opzet bleef hetzelfde: circa 600 gekopieerde bidprentjes van personen overleden in de 19de eeuw in gans België waarvan de originele bidprentjes zich in privé-verzamelingen bevinden en aldus normaal niet beschikbaar zijn voor het grote publiek. Deze uitgave bevat eveneens circa 100 gekopieerde familiebidprentjes, 40 stamboombidprentjes en fragmenten van stambomen. Ook dit derde deel bevat drie klappers die het opzoekingswerk vergemakkelijken: een klapper op de naam, op de geboorteplaats en overlijdensplaats.Arnold Schaubroeck, In Memoriam, Families uit Oekene en omliggende gemeenten, bidprentjes periode 1900-1937
In dit boek werden 911 bidprentjes opgenomen vooral van personen geboren in Oekene. Het betreft vooral de periode 1900-1937. Sommige kopies vertonen een gebogen vorm, dit het gevolg van het feit dta alle bidprentjes in een boek gekleefd waren.Zoals gewoonlijk is ook deze uitgave voorzien van drie klappers die het opzoekingswerk vergemakkelijken: een klapper op de naam, op de geboorteplaats en overlijdensplaats.
Robert Vanneste, Familiegeschiedenis Van Zantvoorde
De beschrijving van de begrafenis van Jan V Van Zantvoorde die terug te vinden was in de klappers op de registers van de burgerlijke stand van Tielt is de aanleiding geweest om een dieper onderzoek te doen naar de familie van Jan V Van Zantvoorde. Dit onderzoek bracht mij spoedig bij een ganse reeks naamdragers, die allen familie van elkaar bleken te zijn en behoorden tot hogere burgerij van de stad. Het onontwarbare kluwen eiste een grondiger studie en een echte genealogische aanzet. Die aanzet van dit alles gebeurde nu dertig jaar terug, soms bleef het dossier enkele jaren rusten en dan doken er weer nieuwe gegevens op. Zo heeft de roede van Tielt een fragment van een grafsteen gevonden en aan de hand van mijn gegevens kon ik die persoon beter terugvinden. Een artikel in De Vlaamse Stam toonde het verband met de familie van Lieven Bauwens. Dhr. Paul Bekaert woont in een huis van Van Zantvoorde en schreef een artikel over zijn vroegere bewoners. Met de jaren groeide het dossier werkelijk aan tot een dikke bundel. De reden om deze familiegeschiedenis samen te stellen was: al die losse gegevens samen brengen tot een geheel. Toekomstige vorsers en genealogen zullen het nu heel wat gemakkelijker hebben om de bronnen verder te ontsluiten.In de 18e en 19e eeuw is de familie Van Zantvoorde aanverwant geworden aan zowat de kleine helft van de Tieltse burgerij en beheerste een groot deel van het administratieve en politieke leven van de stad. In dit werk komen dan ook belangrijke genealogieën van andere bekende Tieltse families voor, soms notas over hun loopbaan. Van bij het begin dat ik de familie leerde kennen hadden zij iets te maken met de textielindustrie. Zij bleven deze belangstelling behouden, vele generaties lang tot zij met de vernieuwingen en met de crisis in de textiel plots van het Tieltse toneel verdwenen, en een nieuwe nederzetting vonden te Gent. De familienaam is in onze streken nu zelfs zeldzaam geworden.
ons DAS (redactie), Onze families Deel 1: Callens, De Seyn, Lanckriet, Lema(n), Vanhollebeke, Tielt
Met dit boek wil de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt een lans breken om informatie over families uit eigen streek kenbaar te maken en ter beschikking te stellen van vele vorsers en geïnteresseerden. De idee om te starten met een reeks uitgaven over ONZE FAMILIES kwam tot stand dank zij de inbreng van een aantal langere artikels voor ons tijdschrift ONZE VOOROUDERS.De bedoeling van de auteurs is niet van een volledige familiegeschiedenis te brengen, maar ze willen hun opzoekingen voor de toekomst niet zien verloren gaan.
Onze dank en onze waardering gaat dan ook naar de vier auteurs: de heren Lucien Ailliet, Jan Callens, Johny Lanckriet en Jozef Van de Moortel en naar allen die hen hierbij, op welke wijze ook, behulpzaam zijn geweest. Een speciale en onverdeelde dank aan onze redactiesecretaris de heer Fons Das die op zeer korte tijd, en niet altijd zonder technische problemen, dit boek een mooi en leesbaar uitzicht gaf.
En tenslotte een oproep tot alle familievorsers om het resultaat van hun opzoekingen niet in de boekenkast te laten verkleuren, maar het ter beschikking te stellen van een breed publiek. Ze zijn altijd met hun scriptie welkom bij V.V.F.- Tielt, want we hopen dat het niet bij dit ene FAMILIEBOEK blijft.
Arnold Schaubroeck, Genealogische gegevens van Schuiferskapelle, Bidprentjes 1900-1949
In deze publicatie geeft de auteur voor de periode 1900-1949 jaarlijks een overzicht van de overledenen in de gemeente Schuiferskapelle. Na de jaarlijkse lijsten werden afbeeldingen opgenomen van alle teruggevonden bidprentjes. Omdat waarschijnlijk niet van alle overledenen een bidprentje is gemaakt of bewaard is gebleven ontbreken een aantal afbeeldingen van bidprentjes. De auteur zet zijn zoektocht echter verder. Deze publicatie eindigt met een alfabetische klapper op familienaam wat het opzoekingswerk in deze uitgave vereenvoudigt.Paul Callens, Death Memorial Cards, deel 1
In deze publicatie geeft Paul Callens (VVF-bestuurslid) een eerste overzicht van Noord-Amerikaanse “Death Memorial Cards” of bidprentjes van personen die in België zijn geboren maar overleden zijn in Noord-Amerika (Verenigde Staten en Canada) of personen die geboren zijn in Noord-Amerika maar in België overleden zijn.Deze bidprentjes zijn in het bezit van streekgenoten en werden door Paul Callens bij mekaar gesprokkeld. De memorial cards zijn opgesteld in het Nederlands en/of in het Engels en bevatten de volgende gegevens over: naam van de overledene, geboorte- en overlijdensplaats, geboorte- en overlijdensdatum, de namen van de ouders en kinderen, de eventuele foto, de begrafenisondernemer, de begraafplaats of de drukker. Deze gegevens nam de auteur over in zijn alfabetisch overzicht.Uiteraard is dit overzicht niet volledig. Paul Callens blijft zijn zoektocht naar deze Memorial Cards verder zetten. Personen die in het bezit van bidprentjes van Belgen of Amerikanen met Belgische voorouders en die overleden zijn in de Verenigde Staten of Canada kan de auteur steeds plezieren met een kopie.
Paul Callens, Death Memorial Cards Deel V
Dankzij de medewerking van mensen uit Amerika is het mogelijk geworden een vierde en een vijfde deel in deze reeks uit te brengen.In dit deel zijn vooral gegevens opgenomen uit de streek van de Quad Cities. Een streek waar vele landgenoten naar toe trokken begin 20ste eeuw en naast de regio van Detroit nog steeds een van de streken met de meeste Vlamingen. In de gegevens ziet men ook dat bepaalde personen warmere oorden opzochten als de pensioenleeftijd was aangebroken. Naast de mensen uit ons werkgebied komen veel mensen voor met roots in Oost-Vlaanderen waardoor we bij vele families namen van dorpen en steden uit Iowa en Illiois herkennen. Om er enkele te geven : Moline, East Moline, Rock Island, Davenport, Geneseo, Atkinson, Sterling, Milan, Coal Valley, Colona, Hillsdale, Bettendorf. Het is mogelijk door de hoeveelheid aan informatie reeds bepaalde families te volgen. Het feit dat de Vlamingen ginder een drukkerij hadden van "De Gazette van Moline" liet toe om op een eenvoudige wijze ook bidprentjes aan te maken. De Quad Cities is een streek waar men de Vlaamse gewoonte van deze bidprentjes overnam met als gevolg dat men tegenwoordig ook in andere streken en ook bij niet rooms katholieken deze gewoonte overnam.
Uit Death Memorial Cards deel V : In deel I van de reeks Death Memorial Cards verscheen reeds het bidprentje van Arnold Alphons De Poorter, zoon van Alberic De Poorter (° Poeke, 1860) en Elodie Van Hecke. Ondertussen kregen we ook een Amerikaanstalige versie waarop we zien dat de familienaam "De Porter" aangenomen is. De voornaam in deze variante is "Albert" geworden of per vergissing aangenomen. Op zijn Amerikaans is de familienaam van de echtgenote niet meer opgegeven. In de telefoongids van de Quad Cities 1984-85 (regio Davenport - Bettendorf, Iowa - Rock Island - Moline - East Moline - Silvis - Milan, Illinois) vinden we volgende schrijfwijzen terug : Depoorter, De Porter, Deporter
Paul Callens, Death Memorial Cards Deel VII
Dankzij de medewerking van mensen in Amerika is het mogelijk geworden met deze reeks verder te gaan. In het belang van de geschiedenis van de emigratie is het hoog tijd dat wij daar iets aan deden. Alle delen samen geven zo een 7.000 gegevensitems, vooral over onze landgenoten die naar Amerika trokken en hun nakomelingen. Deze twee nieuwe delen samen vormen het vervolg op de delen IV en V met vooral gegevens uit de streek van de Quad Cities. Een streek die vele landgenoten begin 20ste eeuw verkozen en naast de regio van Detroit en Zuid Ontario nog steeds een van de streken is met de meeste Vlamingen. Naast de mensen uit ons werkgebied komen veel mensen voor met roots in Oost-Vlaanderen waardoor vele families de namen van de dorpen en de steden uit Iowa en Illinois herkennen. Om er enkele te geven: Moline, East Moline, Rock Island, Davenport, Geneseo, Atkinson, Sterling, Milan, Coal Valley, Colona, Hillsdale, Bettendorf. Af en toe duikt een plaats op waarvan men dan denkt hoe zou die persoon daar terechtgekomen zijn. Het feit dat de Vlamingen ginder een drukkerij hadden van "De Gazette van Moline" liet toe om op een eenvoudige wijze ook bidprentjes aan te maken. De Quad Cities is een streek waar men de Vlaamse gewoonte van deze bidprentjes overnam met als gevolg dat men tegenwoordig ook in andere streken en ook bij niet roots katholieken deze gewoonte overnam. Recent worden op bepaalde bidprentjes soms ook al foto's afgedrukt van het huwelijk van de overledene of van de woonplaats (dit laatste vooral als het om imposante farms gaat).Verdere gegevens, bidprentjes of kopies ervan blijven welkom bij de auteur.
Luc Goeminne, Maurits Vandeputte en Marianne Stevens: De volkstelling van Oeselgem 1796
Deze publicatie is een aanvulling op de volkstelling van 1796 van de gemeenten: Grammene, Gottem, Wontergem, Zevergem en Vinkt.De telling van het jaar IV (1796) is zowel voor de familievorsers als voor de demografen interessanter dan deze van het jaar III. Niet alleen is ze voor meerdere gemeenten bewaard, ze onderscheidt zich van de vorige telling vooral doordat ze de namen bevat van alle inwoners vanaf 12 jaar, met vermelding van hun leeftijd, beroep, de woonplaats en het eventuele tijdstip van inwijking. Het belang van deze nominatieve telling voor genealogen spreekt voor zich. Demografen zijn met behulp van deze telling in staat een vrij goed beeld te krijgen van de samenstelling van de bevolking aan het einde van de 18de eeuw. De verwerking van deze telling gebeurde als volgt. Van de inwoners boven de 12 jaar wordt achtereenvolgens opgegeven: naam, leeftijd, beroep, het jaar sinds wanneer zij in de gemeente vertoeven en het aantal kinderen jonger dan 12 jaar in het gezin. Achteraan vindt u een index op de familienamen en een lijst van de meest voorkomende familienamen. Deze uitgave sluit met de verklaring van onduidelijke familienamen.
Luc Neyt, Cohier vander Stede van Tielt Binnen vande xxste penninck 1571
Op 21 maart 1569 riep Alva de Staten-Generaal voor één dag bijeen en stelde een tweetal belastingen voor. Een eenmalige en uitzonderlijke bede van 1% op alle roerende en onroerende goederen. Een tweede, bestendige contributie, in de vorm van de 10de penning (10 %) op de verkoopprijs van roerende goederen en de 20ste penning (5 %) op de verkoopprijs van onroerende goederen. Beide penningen vielen ten laste van de verkoper. Voor Tielt bevinden zich in het stadsarchief van Gent in de reeks xxste penning twee lijsten: Tielt-Binnen en Tielt-Buiten, beide lijsten dateren van 1571. We hebben gekozen om eerst de transcriptie te maken van het penningkohier van Tielt-Binnen. De transcriptie omvat twee delen: het kohier betreffende de gronden en het kohier van de huizen, eerste de huurders en vervolgens de eigenaars. Naast de transcriptie omvat dit werk: een alfabetisch overzicht per straat van de pachters, eigenaars en eigenaars-gebruikers, een index van de persoonsnamen en een index van de toponiemen en plaatsnamen. Deze uitgave is een onmisbaar document voor de familiekundige die zijn voorouders zoekt tot in de 16de eeuw. Ze vormt immers een aanvulling op het werk van Robert Tanghe:De poorters van Tielt van voor 1550 tot 1614en de Stadsrekeningen van Tielt door Frans Holvoet.Robert Vanneste, Familiekundige weekkalender 2005
Voor het eerst in Vlaanderen geeft VVF-afdeling Tielt in 2005 een familiekundige weekkalender uit.In de door ons uitgewerkte kalender geven wij een aantal afbeeldingen, soms uit een ver verleden, soms zelfs uit het nabije verleden. Er is een opdeling gemaakt volgens de gebeurtenissen die bij een familiekundige normaal aan bod komen. We starten bij de geboorte en via doopsel, school, communie,verenigingsleven, huwelijk, ontspanning, beroep, oorlog, overlijden komen we bij de begrafenis. Er is in de kalender eveneens aandacht besteed aan de educatieve werking van onze vereniging en stellen ook ons driemaandelijks tijdschrift “Onze Voorouders” er in voor. Bij het opmaken hebben wij ook een poging gedaan om een aantal gemeenten van ons werkgebied op een of andere manier aan bod te laten komen. Soms via indirecte verwijzing. Naast een aantal bekende personen die aan bod komen hebben wij niet nagelaten ook de gewone man zijn plaats te geven. De kalender is niet enkel gemaakt om naar de plaatjes te kijken maar ook handig uitgewerkt zodat de gebruiker notie kan nemen van wat er op komst is.Huguette De Clerck en Paul Callens, Emigranten van Pittem en Egem naar Amerika
Naar aanleiding van de tentoonstelling “Pittem-Egem in Amerika” hebben wij eraan gehouden deze uitgave te laten verschijnen met het resultaat van de stand van het onderzoek over de emigranten van Pittem en Egem die naar Amerika trokken.Deze uitgave is een deel van de informatie die momenteel samengebracht is over onze dorpsgenoten die naar Amerika trokken en er al dan niet een definitieve woonplaats vonden. De rest van de informatie zal deel uitmaken van een groter geheel na verdere opzoekingen en verwerking.
De onderzoekers stellen met genoegen vast dat belangstelling voor het onderwerp sinds een paar jaar sterk in de lift zit. Ze zien het ook als hun taak wat zij kunnen samenbrengen dit ook effectief te doen. Laat ons hopen dat andere dit voorbeeld zullen volgen. Beter nu noteren wat men hoort dan later te moeten vaststellen dat men het beter had opgeschreven zoals men het hoorde.
In het eerste deel geeft Mevrouw Huguette De Clerck een deel vrij van haar uitgebreide database rond de Belgische emigratie naar de nieuwe wereld. Gezien het werk niet volledig af is, zal de gebruiker de nodige voorzichtigheid aan de dag moeten leggen bij de raadpleging van de gegevens. Soms spreken bepaalde gegevens elkaar tegen gezien de gegevens uit verschillende bronnen komen. Onderzoek in de eigen familie kan uitsluitsel geven over de geldigheid van de informatie en mogelijks ook achterhalen vanwaar de tegenspraak gekomen is. Bij het onderzoek naar mensen in Amerika is het duidelijk gebleken dat namen en data soms aangepast werden met of zonder bijbedoeling. Op andere plaatsen kwamen in de geraadpleegde bronnen fouten voor die niet altijd duidelijk te verbeteren waren en beter overgenomen werden in de gevonden vorm.
In een tweede deel geeft Paul Callens een voorbeeld van de nog steeds in bijwerking zijnde database rond de Belgische emigratie naar de nieuwe wereld. Een deel van de informatie is reeds uitgegeven in het werk “Amerikaanse Zantingen Een persoonlijke blik van Pittem naar Amerika”. Ondertussen zijn heel wat aanvullingen hierin verweven. Het voorbeeld heeft vooral als doel aan te tonen dat men niet alle onderzoek rond Pittem en Amerika van nul moet starten. Laat ons hopen dat dit werk een start kan zijn van een groter geheel. Deze uitgave en de tentoonstelling zullen pas gelukt zijn als wij kunnen vaststellen dat de plaatselijke mensen van Pittem en Egem hun eigen familiepapieren goed bewaren voor de volgende generatie.
Aranka Callens, The Cultural Heritage through Flemish Immigration: A Comparative Study of The Gazette van Detroit
In oktober 2003 kregen we van Aranka Callens (Oudenaarde), de vraag om wat informatie over de Gazette van Detroit. Als eindwerk voor de Hogeschool Gent, Departement Vertaalkunde, had zij de keuze gemaakt om iets te schrijven rond dit Vlaamse monument in Amerika. Kort ervoor was Aranka reeds in contact geweest met Margaret Roets in Roseville maar deze had haar doorverwezen naar VVF-Tielt. Deze laatste heeft in de laatste jaren reeds het een en ander kunnen verwezenlijken rond het thema Emigratie naar Amerika. Verder verwezen we haar door naar andere mensen die reeds verdiensten hadden over dit onderwerp. Aan de ene kant was er Ludwig Vandenbussche uit Leke, de verdeler voor de Gazette in Vlaanderen, en aan de andere kant Robert Houthaeve die vroeger reeds een studie gemaakt had over deze krant. Aranka had ook het geluk om Karel Denys, CICM (scheutist) persoonlijk te ontmoeten bij zijn zuster Lieve in Roeselare. Karel was er net in verlof en als medewerker aan de Gazette sinds jaren kon hij als eersterangsbron fungeren. Gezien Aranka eveneens een aantal lezers probeerde te bereiken om hun mening te weten te komen over de Gazette konden we af en toe daar nog wat van hulp zij.Wij hopen dat deze uitgave een hulp kan zijn voor mensen die iets meer willen weten over onze mensen in Amerika. Zelf waren wij aangenaam verrast dat Aranka Callens, geen familie van mij, in de korte tijd die ze kreeg om dit werk te realiseren (oktober 2003 april 2004) zich volledig in de situatie inleefde en een puik werk afleverde. Het zou jammer zijn dat dit werk de weg niet zou vinden naar een groter publiek.
Voor mensen die met de emigratie naar Amerika bezig zijn is het een hoopvol teken dat jonge mensen ook belangstelling aan de dag leggen voor dit onderwerp en daardoor de problematiek van de huidige migraties beter leren begrijpen.
Renaat Lobestael, Woordenlijst Latijn - Nederlands voor genealogen
Elke genealoog die bij zijn stamboomonderzoek de Burgerlijke Stand heeft nagezien en uitgeplozen komt onvermijdelijk terecht bij de parochieregisters. En dan beginnen de moeilijkheden: oud schrift, maar ook: Latijn! Die registers zijn - meestal - in het Latijn opgesteld en niet iedere fervente genealoog is een beslagen latinist.Een klassiek woordenboek Latijn-Nederlands kan enige uitkomst bieden, maar niet altijd. Het Latijn van onze parochieregisters is in vele gevallen niet het klassieke Latijn, maar in vele gevallen potjeslatijn, keukenlatijn of pastoorslatijn, hoe je het ook noemen wil. Die vrome herders waren meestal ook geen bedreven latinisten en brouwden er soms maar wat van. Ten andere, heel wat kerkelijke terminologie vind je niet in een klassiek woordenboek.
Een tweede aspect is het feit dat Latijn een synthetische taal is waar je geconfronteerd wordt met talloze verbuigingen en een ongewone syntaxis. Vandaar dat je sommige woordvormen niet terugvindt in een woordenboek. Om aan die moeilijkheden het hoofd te bieden en het stamboomonderzoek wat vlotter te laten verlopen dacht de VVF-Tielt er goed aan te doen een praktische woordenlijst Latijn-Nederlands samen te stellen ten behoeve van de genealoog. Heel wat afkortingen en uitdrukkingen - geklasseerd bij het beginwoord - zijn erin opgenomen, alsook de Latijnse naam van heel wat plaatsnamen. Verder de stamtijden van de werkwoorden alsook de genitief-vorm van de meeste naamwoorden. We richten een speciaal woord van dank aan de samensteller van deze lijst, Dhr. Renaat Lobbestael die vele uren van zijn vrije tijd veil had om dit werk tot een goed einde te brengen. Deze lijst heeft niet de pretentie volledig te zijn. We houden ons dan ook warm aanbevolen voor op- en aanmerkingen en eventuele aanvullingen. Moge deze uitgave haar weg vinden naar de gedreven genealoog!
Etienne Cappelle, Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, België, West-Europa en de hele wereld
In deze uitgave, bestaande uit drie delen, brengt de Heer Etienne Cappelle een uniek overzicht van grote en kleinere feiten van de geschiedenis van onze streek. Het is een bonte mengeling van politieke, sociale, economische, klimatologische, culturele, godsdienstige, wetenschappelijke en medische gebeurtenissen, chronologisch gerangschikt, die alle hun invloed hadden op het leven van onze voorouders.In het eerste deel wordt de periode van het jaar 0 tot 1500 beschreven met als uitschieters het ontstaan van de dorpen, de gouden periode van de lakennijverheid en de zich steeds herhalende verschrikkelijke pestvlagen.
In het tweede deel wordt de periode van het jaar 1500 tot 1789 behandeld met als belangrijkste punten de bijzonder donkere periode van de reformatie en contrareformatie, de voortdurende afwisseling van bezettingslegers met hun belastingen en opeisingen en de bevolkingsgroei.
In het derde deel wordt tot slot de periode verwerkt van 1789 tot heden met als hoofdpunten de grote omwenteling door de Franse revolutie, de wereldoorlogen en de sociale en wetenschappelijke evolutie.
Dit alles maakt deze publicatie niet alleen een naslagwerk voor genealogen die hun voorouders in "hun tijd" willen situeren, maar ook een interessante bron voor studenten en leraars om de samenhang van de "grote" geschiedenis met de lokale gevolgen beter te kunnen bepalen en afwegen.
Doordat de auteur iedere keer zijn bronnen gedetailleerd vermeld, is dit werk bovendien een uitstekend uitgangspunt voor verdere studie.
Marcel A. Defever, Zoon van Oorlog en Vrede
De Nederlandstalige versie van het boek Son of War and Peaceis eveneens van de hand van Marcel A. Defever. Marcel is geboren te Merken in 1930 en is 50 jaar geleden uitgeweken naar de Nieuwe Wereld. Hij vertelt zijn levensverhaal. Het eerste deel zijn jeugd in Vlaanderen en het tweede deel als Vlaamse emigrant in Amerika. Met eigen woorden beschrijft hij zijn verhaal. Dit werk is niet enkel belangrijk voor de familieleden in Vlaanderen en Wallonië maar eveneens voor de geschiedschrijving van de emigratie in het algemeen. Bij ons weten is dit het eerste werk in het Vlaams-Nederlands dat de persoonlijke ervaringen rond de emigratie na WO II in het daglicht steltEtienne Cappelle, De naam Cappelle in Oostnieuwkerke van vóór 1729 tot 1980
Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle informatie betreffende de "Cappelles" van Oostnieuwkerke maar ook van talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Oostnieuwkerke (°x+) liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie West-Vlaanderen. Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en varianten) in de streek Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid. Deze uitgave werd voor het eerst voorgesteld naar aanleiding van de 33ste West-Vlaamse Ontmoetingsdag te Roeselare (Rumbeke).Luc Neyt, Cohier van Thielt buuten vanden Jaere 1571
Op 21 maart 1569 roept Alva de Staten-Generaal voor één dag bijeen en stelt een tweetal belastingen voor. Een eenmalige en uitzonderlijke bede van 1% op alle roerende en onroerende goederen. Een tweede, bestendige contributie, in de vorm van de 10de penning (10 %) op de verkoopprijs van roerende goederen en de 20ste penning (5 %) op de verkoopprijs van onroerende goederen. Beide penningen vallen ten laste van de verkoper. "Voor Tielt bevinden zich in het stadsarchief van Gent in de reeks xxste penning twee lijsten: Tielt-Binnen en Tielt-Buiten, beide lijsten dateren van 1571. De lijst van Tielt-Binnen verscheen in 2003. Deze van Tielt-Buiten is vanaf heden te verkrijgen. De transcriptie omvat twee delen: het kohier van de pachters en de eigenaars - gebruikers. Dit werk sluit af met een uitgebreide index op de persoonsnamen, plaatsnamen, trefwoorden en toponiemen. Deze uitgave is een onmisbaar document voor de familiekundige die zijn voorouders zoekt tot in de 16de eeuw. Ze vormt immers een aanvulling op het werk van Robert Tanghe De poorters van Tielt van voor 1550 tot 1614” en de “Stadsrekeningen van Tielt” door Frans Hollevoet.Claude Moors, Huwelijken Tielt 1671-1683
Deze “Alfabetische tafel op de huwelijken in Tielt” sluit aan op de Klapper op de huwelijksakten van Tielt 1666 1683” die reeds eerder verscheen (VVF-Afdeling Tielt 1997) Van de huwelijksbeloften en de akten van de jaren 1666-1671 en van 1679-1683 van de parochie Sint-Pieter, ingeschreven in het notitieboekje of kladboek van de jaren 1666-1683, is geen enkele akte ingeschreven in de parochieregisters en komen de namen ook niet voor in de tafels. Hetzelfde is geldig voor de geboorteakten voor dezelfde perioden. Het is bijna onbegonnen werk om in dit klein register, notitieboekje of kladboek, opzoekingen te doen. Alles staat dooreen en onderste boven, men loopt er gewoonweg in verloren. Daarom heeft wijlen onze Voorzitter van VVF.-Tielt, dhr. A. Robert Tanghe, van deze akten een volledig afschrift gemaakt en ze gerangschikt in een duidelijke volgorde en ze genummerd. Onderaan elke bladzijde wordt verwezen naar de bladzijde(n) van het notitieboekje, waar u de originele akte kan terugvinden. (Zie de bovenvermelde klapper) In de hier voorliggende tafel zijn de huwelijken alfabetisch gerangschikt op de naam van zowel de bruid als de bruidegom. Verder krijgt men, indien gekend, de afstamming, de naam van de huwelijkspartner en de al dan niet vermoedelijke datum van het huwelijk of ondertrouw. Van eind juli 1671 tot eind 1678 bestaan er geen huwelijksakten. R. Tanghe heeft de huwelijken aan de hand van doop- en overlijdensakten kunnen afleiden. Deze huwelijken zijn ook in de tafel opgenomen. Het is te begrijpen dat de vermelde data van de huwelijksvoltrekking maar benaderend kunnen zijn. Niettemin is het een belangrijke hulp bij opzoekingen naar voorouders uit deze periode. De namen van de vrouwen die voorkomen in de kolom afstamming zijn opgenomen in een alfabetische lijst.Jan Callens e.a., Weerbare mannen in de Roede van Tielt anno 1638
In deze publicatie worden de lijsten van de weerbare mannen van de verschillende parochies in de Roede van Tielt anno 1638 gebundeld. Aanvullend is een totaalindex van deze gemobiliseerden voorzien om het terugvinden van personen in de verschillende lijsten te vereenvoudigen. De weerbare mannen moesten als hulptroepen dienen om het land te helpen verdedigen tegen de invallen uit Frankrijk en de Verenigde Provincies. Deze lijsten hebben een belangrijke genealogische waarde daar soms ook de vader werd genoteerd; soms het beroep kan afgeleid worden; ze een bepaalde leeftijdsindicatie geven alsook een overzicht bieden van de verspreiding van een familienaam, met soms verrassende schrijfwijze. In een periode waar de gegevens in de parochieregisters schaars worden, zijn deze lijsten een waardevolle aanvulling voor de genealoog.Robert Vanneste, De familie Decagnie
Bij het opstellen van de stamboom van de familie Van Zantvoorde had ik enkele moeilijkheden ondervonden om aanverwate personen uit de familie De Caigny terug te vinden. Om zekerheid te krijgen was ik verplicht de stamboom verder uit te luizen. De laatste helft van de 16de eeuw streek deze familie te Tielt neer. Zij kwamen van Frankrijk (Normandie) en vestigden zich als aannemersvan schrijnwerk en bouwwerken. In 1614 voert Romanus De Caigny voor 148 £ groten Vlaams herstellingswerken uit aan de kerk van Pittem en in 1620 tekent hij een contract voor herstellingswerken aan de hallentoren van Tielt, voor een bedrag van 740 gulden courant. Zijn zoon Joannes sterft op 23 oktober 1645 te Kortrijk op de vlucht voor plunderende en brandstichtende soldaten. Een deel van de afstammelingen bleven in de bouwsector, anderen vervulden belangrijke functies in het stadsbestuur of zijn eenvoudige landbouwers gebleven. Zij verspreidden zich ook naar de omliggende gemeenten. De Tieltse familietak is hier tot over een tiental jaren volledig uitgestorven. Te Izegem, Pittem, Egem en Wingene komen ze nog voor.Arnold Schaubroeck, Genealogische gegevens van Schuiferskapelle, bidprentjesdeel 2, 1950-1989,
In deze publicatie geeft de auteur voor de periode 1950-1989, aan de hand van afbeeldingen van de bidprentjes, een overzicht van de overledenen in de gemeente Schuiferskapelle. Deze publicatie eindigt met een alfabetische klapper op familienaam die het opzoekingswerk in deze uitgave vereenvoudigt.Luc NEYT, Erfgoeddag 2006,Tentoonstelling KLEUR IN DIDACTISCHE SCHOOLWANDPLATEN met bijhorende CD-Rom
Gelegenheidsuitgave naar aan leiding van de erfgoeddag 2006. Overzicht van 533 didactische schoolwandplaten uit het archief van de Vrije Basisschool 't Nieuwland afdeling Regina Pacis Tielt (zwart/wit "thumbnails" van de platen) met de titel of het onderwerp van de schoolwandplaat, gevolgd door de afmeting van de plaat en eventuele opmerkingen. Bij sommige reeksen vind je ook een woordje uitleg over de kunstenaar van de wandplaat, de drukker en de uitgever. Het boek bevat een zevental onderdelen verwijzend naar de box (B) met de nummers 1 tot 7 in het archief van de school. BijhorendeCD-rom met 533 foto's van de didactische schoolwandplaten en rolkaarten. Deze CD sluit aan bij het boek en bevat dus ook zeven onderdelen of mappen.Etienne Cappelle, De naam Cappelle (en varianten) in STADEN van vóór 1752 tot 1980
Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle informatie betreffende de "Cappelles" van Staden maar ook van talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Staden (°x+) liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie West-Vlaanderen. Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en varianten) in de streek Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid. Dit werk zal voor het eerst worden aangeboden op de boekenbeurs in Rumbeke. Van dezelfde auteur zijn verschenen: De naam Cappelle in Oostnieuwkerke van vóór 1729 tot 1980, vier delen en de naam "Cappelle" in Westrozebeke van vóór 1681 tot 1980Arnold Schaubroeck, Bidprentjes van de 19e eeuw Deel 4
Deze uitgave bevat 800 bidprentjes van personen overleden in de 19e eeuw en dit gespreid over geheel België. Deze bidprentjes maken deel uit van verzamelingen van privé personen en zijn aldus moeilijk te raadplegen. Het is de verdienste van de Schuiferskapelse genealoog Arnold Schaubroeck dat hij deze heeft opgespoord en via deze uitgave voor het grote publiek bekend maakt. Met dit vierde deel overschrijdt de auteur de ontsluiting van meer dan 3.000 bidprentjes. Dit vierde deel omvat naast de fotokopie van 800 bidprentjes drie klappers: * een alfabetische lijst op de naam van de overledene * een alfabetische lijst op plaats van geboorte * een alfabetische lijst op plaats van overlijden Van dezelfde auteur verscheen in de reeks deel 1 in 2001 en deel 2 en 3 in 2002.Luc Neyt, Huwelijkscontracten Tielt 1795-1806
In het Stadsarchief van Tielt bevindt zich in het Modern Archief een bundel huwelijks-contracten. Op één uitzondering na dateren deze akten vanaf 1795 tot en met 1806 en zijn afgesloten voor de wethouders van de Stad Tielt. Het overzicht van de huwelijkscontracten bevat naast de naam van de bruidegom en de bruid alle nuttige familiekundige informatie die in het contract wordt vermeld. Bij wijze van proef hebben we bij de akten opgemaakt in 1795 naast het volgnummer en de datum van het huwelijkscontract, de (huwelijksdatum) vermeld. Om dit te kunnen realiseren gebruikten we de gezinsfiches opgemaakt door A. Robert Thanghe periode 1770-1796: mappen 18, 19 en 20. De akte sluit af met een getal tussen haakjes. Dit verwijst naar het nummer van de digitale foto genomen van het voorblad van het huwelijkscontract. Naast de transcriptie van een huwelijkscontract geven we ook een woordje uitleg over de republikeinse kalender. Het werk sluit af met een index op de plaats- en de familienamen.André Braet, Landboek van Aarsele, met alle eigenaars en bewoners 1653-1661
Deze bron, van eerste rang voor elke familie- en heemkundige, en eertijds belangrijkste administratief en fiscaal instrument van het dorpsbestuur van Aarsele (bij Tielt), wordt in deze publicatie volledig weergegeven. Het landboek bevat alle 1677 grondpercelen (hofsteden, land, weide, bos...), alle eigenaars van 1653 en alle gebruikers van 1661. Ook de kwaliteit en de belastbare waarde van elk perceel werd genoteerd. In vervanging van de teloorgegane perceelskaarten maakte de auteur een voorlopige bebouwingskaart waarop alle 185 woningen figureren. Vooraf laat de auteur, André Braet, ons kennis maken met het ontstaan van Aarsele, het grondgebruik en een vergelijkende studie van de grote landbouwbedrijven en de betrokken personen. Tot de meest ingeburgerde families behoorden: De Backere, De Clercq, De Meyere, De Smedt, Goethals, H/Oste, Huys, Van Betsbrugghe, Vandevelde en Van Overbeke. De alfabetische lijsten van plaats- en familienamen zijn achteraan te vinden.Rosa Plettinck, Fons Das, Stamreeks Reinout Verhamme.
De bedoeling om een gewone stamreeks (een tweetal bladzijden) te laten verschijnen in ons tijdschrift “Onze Voorouders” is door de onweerstaanbare drang om meer te weten te komen door Rosa, uitgegroeid tot een mooi werk. Zij heeft getracht van telkens zoveel mogelijk informatie te verzamelen van alle gezinnen. Uiteraard is dit niet gelukt omdat enkele gegevens niet werden teruggevonden en ook omdat bepaalde personen (wat hun volste recht is) niet wensten mee te werken. Het werkje beslaat 82 bladzijden, naamindex inbegrepen, waarbij meer dan 90 foto’s en/of illustraties. We starten met Reinout Verhamme, geboren te Brugge op 27 november 1990 en eindigen bij zijn stambedovergrootvader (13° generatcus Verhamme, overleden te Tielt op 18 september 1690.Robert Vannest, Familiegeschiedenis Vanneste met aanvullingen van de families Vandeeel, Buysse en Dhondt
De meeste familiegeschiedenissen “Vanneste” beginnen bij Gillis Van den Neste geboren ca. 1350. Hij komt voor op een confiscatielijst van 1383, gedood door Bretoense soldaten in de slag van West-Rozebeke op 27 november 1382. Via de vermeldingen in de poorterijakten die voorkomen in andere familiegeschiedenissen komt de familie terecht bij de bronnen van de 18de eeuw.De families Vanneste, Ameel, Dhondt, Buysse en Vandewiele zijn afzonderlijk voorzien van een index. Na het geheel volgen de gebruikte bronnen, daarbij is een uitgebreide bibliografie het sluitstuk geworden van een veertigtal jaren opzoekwerk.
Paul Callens - Luc Neyt, American Gleanings, Amerikain de pers Gazette van Thielt 1850-1940
WF-afdeling Tielt heeft in het verleden een aantal werken uitgegeven met de bedoeling de studie van de emigratie naar Amerika te stimuleren. Door het ter beschikking stellen van bronnenmateriaal bieden we de familie- en heemkundige de mogelijkheid deze informatie te gebruiken als achtergrond bij de verwerking van hun familiekundige en/of heemkundigestudie.
Met deze doelstelling voor ogen hebben wij een deel van de locale pers uitgeplozen om na te gaan hoe eenvoudige en onwetende mensen, die konden lezen, een beeld voorgehouden werd over Amerika. Als studieobject nemen we de Gazette van Thielt van 1850 tot 1940.
Voor de periode 1848-1858 hebben we ook De Thieltenaar aan een onderzoek onderworpen. Daardoor krijgt de lezer de mogelijkheid een vergelijking te maken tussen de manier van schrijven over emigratie naar Amerika van een krant met Katholieke en Liberale strekking. Daarbij stellen we vast dat de eerste strekking eerder de emigratie probeert tegen te houden door het in de verf zetten van negatief nieuws; waar de tweede strekking eerder positief staat.
Het 12de en laatste van `Amerika in de Pers' deel omvat losse gegevens uit de 'Gazette van Kortrijk' periode 1881-1891 en sluit af met een honderdtal afbeeldingen en een overzicht van de geraadpleegde werken.
In dit werk geven we de teksten weer in de oorspronkelijke vorm waardoor de aandachtige lezer de evolutie van de taal kan volgen. In meer dan 1.600 voetnoten hebben wij sommige feiten in hun historisch kader geplaatst of een bron aangegeven waar de lezer meer informatie kan terugvinden.
Reclameboodschappen die iets met Amerika te maken hebben, namen we zoveel mogelijk op. Naast de reclame voor scheepslijnen die mensen naar Amerika brengen (met locale agenten in de streek) speelt in het begin van de 20ste eeuw de reclame voor auto's een belangrijke rol. Een deel van de aangeprezen merken zijn ondertussen van de markt verdwenen maar Ford, Opel en Chrysler overleefden de tijd.
Elk deel of opeenvolgende delen kunnen afzonderlijk de belangstelling wegdragen van de lezer. Enkele voorbeelden van belangrijke thema's zijn: de Amerikaanse burgeroorlog, de situatie in Mexico met het Belgisch legioen, de grote trek naar Argentinië, Vlamingen in Moline, Vlaamse abonnees op de Gazette van Thielt in Amerika na WOI, enz.. Alle delen samen doet ons beseffen dat Amerika langzaam maar zeker een wereldmacht werd en zo de rol van de €pese nationale staten overnam.
Naast de informatie over Amerika nemen we ook een aantal artikels op over de gemeente Pittem. Vergeten gebeurtenissen worden opgefrist en gekende feiten worden weergegeven in de taal, de stijl en de geest van de betrokken periode. Denken we maar aan een gedicht over Pittem, het concert van de nieuwe fanfare met de vondst van een dode de morgen erop, de inhuldiging van Pastoor Castel, Verbiest in de pers, enz..
In elk deel duikt een hoofdthema op. Dit neemt niet weg dat voor mensen die op zoek zijn naar een speld in een hooiberg om hun familie in Amerika terug te vinden, een losse nota genoeg is om nieuwe en andere bronnen te raadplegen en hun opzoekingen een nieuwe richting te geven.
Voor de periode na de eerste wereldoorlog hebben wij bepaalde feiten of gebeurtenissen achterwege gelaten die betrekking hebben op het privé leven. Niet alles is even stichtend, maar met de denkbeelden van nu stellen we vast dat alles goed gekomen is... Sensatiejagers hebben daar wel iets aan, maar dit is niet onze geopperde doelstelling.
Het zou ons te ver leiden om alle thema's te vermelden, daarom ter info enkele items uit de eerste drie delen:
- Goud gevonden in Califomië
- De nasleep van de kolonisatiepoging in Guatemala - Gedicht Pittems koorzangers - Losse brieven uit Amerika - Spoorwegen en telegraaf doen de wereld krimpen
- Afschaffing van de slavernij in Amerika en de burgeroorlog neemt uitbreiding
- Belgen betrokken in de oorlog in Mexico - Hogere militairen en gewone soldaten geven hun versie van de feiten
- Brieven uit Canada, het schijnt er goed te zijn
- Amerikaans Seminarie en Gods werkers in Amerika - Pastoor Castel in Pittem
- Bloedige eindstrijd in Mexico
- Keizerin Charlotte van Mexico zoekt tevergeefs hulp bij Napoleon 111 en de Paus
- Eerste tekenen van de ziekte van Keizerin Charlotte van Mexico komen boven
- Meer brieven uit Canada die zeggen dat het er goed is, grote stroom emigranten blijft echter uit
- De VS in herstel na de bloedige burgeroorlog.
Frank Van Eenooghe, Soldaten van den Grooten Oorlog Schuiferskapelle 1914-1948,
Dit werk is een eerbetoon aan onze frontsoldaten van 14-18 en dan vooral aan die van Schuiferskapelle! Schuiferskapelle telde in 1914 1400 inwoners. 49 jonge mannen werden opgeroepen en ingelijfd in het Belgisch leger. Daarvan zijn er 8 gesneuveld en één werd als vermist opgegeven. Anderen, een negental werden krijgsgevangen genomen, waarvan één gestorven is in krijgsgevangenschap in Duitsland. Een viertal zijn na de slag om Antwerpen naar Nederland kunnen ontkomen alwaar ze werden ontwapend en geïnterneerd tot eind 1918. Een elftal werden gekwetst en afgevoerd naar hospitalen in Engeland en Frankrijk. Ze werden na hun herstel meestal weer naar het front gestuurd. Een tiental zijn gedurende bijna de volledige oorlog aan het front gebleven, één zelfs meer dan vier jaar! En dan zijn er nog een aantal waarvan tot nu toe weinig informatie te vinden is.Achteraan in zijn werk vermeldt de auteur allerlei bronnen uitgegeven en onuit-gegeven. Talrijke keren is hij naar Brussel en Evere gereisd om in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis en in de Centrale Dienst van het Stamboek de personendossiers van de Kapelse soldaten te raadplegen. Verder heeft hij de Bevolkingsregisters van Tielt-Schuiferskapelle en omliggende gemeenten nauwgezet uitgeplozen, en ook talrijke privé-personen geraadpleegd.
ASO Bisschoppelijk College Veurne: American Gleanings Weg uit West-Vlaanderen: emigratie uit de Westhoek
De leerlingen van het 5e jaar van het Bisschoppelijk College van Veurne kregen binnen een project Nederlands-Geschiedenis een opdracht met onderwerp “Weg uit West: emigratie uit de Westhoek”. De studenten werkten in groepjes van drie en trokken op zoek naar informatie over een zelf gekozen persoon.Al heel vlug kwam men terecht bij Ludwig Vandenbussche uit Leke die reeds jarenlang de Vlaamse vertegenwoordiger is van de Gazette van Detroit in Vlaanderen. De studenten ontvingen heel wat achtergrondinformatie over de emigratie in het algemeen en meer in het bijzonder over de emigratie naar Canada en de Verenigde Staten.
Niet enkel werd voor hun verder onderzoek internet gebruikt, maar ging men ook ter plaatse zoeken in verschillende archieven. Zo kwamen een aantal vertegen-woordigers van de groepen naar Tielt om kennis te maken en opzoekingen te verrichten in het documentatie-centrum van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt. Wij stelden vast dat de gekozen geëmigreerde personen soms veel, maar ook soms weinig sporen nalieten waardoor de opdracht niet altijd even eenvoudig was. Na het opzoeken, verzamelen en ordenen van de informatie hebben deze studenten een korte samenvatting gemaakt van hun opzoekingwerk die we hierbij uitgeven.
Onder de kundige leiding van de leerkrachten: Geertrui Verhelst, Jacky Hollemeersch, Patrick Vanleene en Gilbert Vanlerberghe kwamen volgende werken tot stand:
Het levensverhaal van een man met 3 beroepen...
Cyriel Decadt ging zijn geluk in Detroit zoeken.
Charles Verheyden start een begrafenisonderneming in Amerika
Belgische diplomaat Victor Spirlet vertrekt in 1904 als vice-consul naar New York
Louis Pattyn begint op 20-jarige leeftijd een nieuw leven in Detroit
Frans Dens ruilt voor korte tijd België in voor Amerika
Bredenaar Oscar Coelus bezoekt Brooklyn en blijft
De emigratie van Constant Verschoore en zijn vrouw naar Delhi (Canada)
Camiel Van Hulse start een nieuw leven in Arizona als succesvol organist
Het korte verblijf van Maurice Verstraete in Québec
Frans Demolder uit Veurne emigreerde naar Canada in 1927
Emigratie vanuit Boezinge naar de VS rond de eeuwwisseling
Waarom zocht Roger Ghesquiere zijn geluk in Canada?
Solange Swaenepoel wijkt uit naar Canada en maakt haar dromen waar
Camiel Peccue verliet Zillebeke in 1916 en vond zijn geluk in Montpezat-de-Quercy
Léon Verreist reisde duizenden kilometers ver om een nieuw leven te beginnen
Theodoor Rooms wijkt uit naar Frankrijk van 1914 tot 1919
Alïs Bulcke: een West-Vlaming in Detroit
Médard Loones vluchtte naar Frankrijk wegens WO1
Karel Van De Poele, een Vlaamse uitvinder in de Tweede industriële revolutie
Het leven van Frans Luyckx
Fons Das, Onze Families deel 2
Dit tweede deel van ONZE FAMILIES wil verder een lans breken om informatie over families uit eigen streek kenbaar te maken en ter beschikking te stellen van vele vorsers en geïnteresseerden. De bedoeling van de auteurs is niet van een volledige familiegeschiedenis te brengen, maar ze willen hun opzoekingen niet in hun kast laten liggen.Onze secretaris de heer Lucien Ailliet uit Tielt brengt twee artikelen: de genealogie van Hubertus Vanhollebeke en Pieter Ayliet. De heer Jan Verhelst uit Mortsel schrijft over de emigranten van de familie Verhelst en brengt samen met mevrouw Marijke Verhelst uit Lembeek en de heer Frans Verhelst uit Ardooie een verhaal van een Canadese immigrante, Mona-Lisa, die haar roots in Vlaanderen zoekt. We zijn de vier auteurs dankbaar voor het prachtige werk dat zij leverden.
Onze redactiesecretaris de heer Fons Das nam de taak op zich de lay-out van deze vier artikelen te verzorgen en ze in een mooi boek te presenteren.
Etienne Cappelle, De naam "Cappelle" (en varianten) in GITS
Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle informatie betreffende de "Cappelles" van Gits maar ook van talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Gits (°x+) liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie West-Vlaanderen.Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en varianten) in de streek Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid.
Luc Neyt, Foto- en gedenkboek Sint-Jozefscollege
De realisatie van dit foto- en gedenkboek was alleen maar mogelijk door het rijk fotoarchief van het Sint-Jozefscollege waarover we mochten beschikken en de gegevens uit de plaatselijke pers. Dit boek is niet alleen een fotoboek maar ook een gedenkboek. We kozen het jaar 1848 als vertrekbasis om reden dat het college toen officieel een bisschoppelijk college werd, beschermd door de stad Tielt. We tellen dus niet minder dan 17 principaals of directeurs. Alle klasfoto's van de laatstejaarsstudenten vanaf 1932 tot en met 1999 werden opgenomen. Slechts vier foto's ontbreken: eerste economische 1967, 1968 en 1971 en eerste weten-schappelijke A 1965. Deze fotoreeks heeft een sterk genealogisch karakter: foto's van broers, zussen, nonkels, tantes, grootouders, grootnonkels, buren, enz. Het geheel is doorspekt met belangrijke gebeurtenissen uit de plaatselijke pers. Ze roepen oude herinneringen op en herinneringen aan medestudenten, leraars en principaals.Etienne Cappelle, Voorouders en nageslacht van amandus cappelle
Het boeiende verhaal van hun twee zonen Antoon en Jules, hun twee enige kinderen, die op zeer jonge leeftijd wees van vader en moeder zijn geworden. Antoon trouwde in 1909 met Maria Emiliana CASET en bleef op het ouderlijk bedrijf, het Klokhof, te Kortemark wonen. Jules droomde al langer van Amerika en heeft er in 1913 een jaar na de ramp van de Titanic - zijn kozijnen Hector en Jerome Dick en Henri Willaert vervoegd. In 1919 trouwde hij met Libbie DUPONT, een jonge Amerikaanse, ook met Belgische roots. Haar zestien betovergrootouders waren immers allen van Waalse afkomst en emigreerden vanuit de streek Waver in Waals Brabant naar Green Bay in de Wisconsin USA in de jaren 1853-1856.Antoon (1884-1957) en Maria (1880-1970) hebben zes kinderen gehad van wie drie nog in leven zijn: André, nu in zijn 98ste jaar, Irma, in haar 94ste jaar en Marcel, 87 jaar oud.
Jules (1885-1968) en Libbie (1895-1962) hebben vijf kinderen gehad, slechts drie schoondochters zijn nog in leven: Dorothy MACCO, bijna 90 jaar oud, weduwe van Anthony, Mary DELANEY, bijna 68 jaar oud, weduwe van Myron en tenslotte Audrey JACQUES, 78 jaar oud, weduwe van Alois.
Jules kwam slechts twee keer terug naar België om er zijn broer en familie te bezoeken, namelijk in 1924 en 1949. Antoon is er nooit toe gekomen om de Nieuwe Wereld te verkennen en heeft zijn schoonzus dus nooit ontmoet.
Het boek in twee delen is rijkelijk geïllustreerd met oude fotos (sommige van voor 1900) en ook recentere alsook met kopies van geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten. De index achter aan het boek telt meer dan 1300 namen.
Etienne Cappelle, Kwartierstaat van Marcella, Anthony, Myron, Iris en Aloisius Cappelle
In de lijn van bovenstaande uitgave heeft onze medewerker Etienne Cappelle ook de kwartierstaat opgemaakt van Jules en Libbie CAPPELLE-DUPONTs kinderen. De gegevens zijn hier bijzonder interessant: Jules Cappelle is immers een rasechte Vlaming wiens voorouders Cappelle, Dick, Roelens, Oosterlinck, Van Damme, Bouckaert, Verniers en Vervaet uit beide Vlaanderen afkomstig zijn terwijl zijn echtgenote Libbie Dupont, alhoewel Amerikaanse, echte Waalse roots heeft. Van haar zestien betovergrootouders werden de geboorte-, huwelijks- en/of overlijdensakten gekopieerd. Deze voorouders verlieten allen België tussen 1853 en 1856. De aardappelplaag, de hongersnood en de epidemieën van de jaren 1846-1848 hebben voorzeker deze belangrijke volksverhuizing in de hand gewerkt. Tot voordeel van de Amerikaanse tak werden al de in het Frans of Nederlands opgestelde akten in het Engels vertaald. Uit de kwartierstaat blijkt anderzijds dat de grootvader paterneel van Libbie Dupont, namelijk Grégoire DUPONT (1842-1917), die in 1855 als wees (van vader) met zijn moeder en zes broers en zusters de overtocht naar Amerika maakte, een passie had voor fotografie en alzo talrijke familiefotos achterliet voor het nageslacht. Sommige van die fotos werden in het boek opgenomen. In totaal werden 14 generaties teruggevonden, wat sommige voorouders tot in de jaren 1600 situeert. De index telt 1270 namen.Paul Callens, Pittemse Zantingen: De Graven van Pittem
Drie delen:Gemeentelijke Begraafplaats Pittem, Begraafplaats Sint-Antonius Meulebeke, Gemeentelijke Begraafplaats Egem Half maart 2009 was het weer eens zover. Een familiekundige was op zoek naar het graf van een familielid overleden te Pittem. Telkens is het een hele opdracht om de begraafplaats van de overledene te vinden en daarom besloot ik een lijst op te stellen die mij van dienst kan zijn. Aangezien de informatie de familiekundige kan verder helpen bij het stofferen van zijn familiegeschiedenis stellen we deze lijsten dan ook ter beschikking. Het deel over de begraafplaat Sint-Antonius, Meulebeke is opgenomen in deze reeks gezien het feit dat een deel van de gemeente Pittem tot deze parochie behoort en er daar ook een aantal Pittemse mensen begraven ligt. De opname van de gegevens gebeurde vanaf half maart 2009 tot einde april 2009 zodat we hier van een momentopname kunnen spreken die praktisch bruikbaar is in de komende jaren. Om ter plaatse de zerken terug te vinden is een kaartje voorzien en kreeg elke zerk in de uitgave een nummer dat naar het kaartje verwijst. In elk deel is een index op familienaam opgenomen en ook een groot aantal afbeeldingen van markante zerken en kruisen. Van enkele moeilijk te ontcijferen grafschriften hebben we een poging gedaan deze zo volledig mogelijk af te schrijven. Bij enkele graven ontbreken de platen met de informatie van de overledene of zijn de opschriften volledig verdwenen.Luc Neyt, Stamreeks E.P. Julien Standaert
De oudste stamvader is Joannes Standaert, overleden te Zomergem in 1653 en gehuwd met Margareta De Meyer. Hun achter-achterkleinzoon, Petrus Judocus Standaert verliet Zomergem en huwde te Landegem in 1747 met Livina Goethals, weduwe van Judocus Vanhulle. Na het overlijden van Livina Goethals, hertrouwde Petrus Judocus met Maria Catharina De Coster. Hij is de stamvader van de Landegemse tak van de Standaerts.Van elke stamvader worden alle gezinsleden vermeld met hun geboorteplaats en datum, hun eventueel huwelijk en hun overlijden. Van alle kinderen van Camiel Standaert en Romania Maria Herteleer, negende generatie, wordt een trouwfoto en de spijskaart van de huwelijksmaaltijd opgenomen. Het leven en werk van E. Pater Julien Standaert aan wie deze stamreeks wordt opgedragen naar aanleiding van zijn 90ste verjaardag, zijn 70 jaar kloosterjubileum en zijn 65 jaar priester, wordt uitvoerig geïllustreerd met passende fotos. De stamreeks bevat ook alle gegevens over de kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en achter-achterkleinkinderen van Camiel Standaert en Romania Maria Herteleer.
Fons Das, Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt
Bij zijn opzoekingen stuit een onderzoeker soms wel eens op een nonkel paster of tante nonneke. In veel gevallen zijn deze mensen gekend in de familie maar soms gaat het wel eens over een persoon waarvan men gehoord heeft. En dan wordt het misschien wel wat moeilijker om over die bepaalde persoon wat meer informatie te vinden.Na vijftien jaar grondig opzoekingswerk verschijnt het eerste deel over priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied. Het zijn religieuzen die er ofwel geboren, overleden of verbleven hebben. In dit werk beschrijft de auteur 32 religieuzen met over velen heel wat achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de voetnoten. Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren, leek het ons wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden, kloosters, abdijen, enz. Dit werk sluit af met een alfabetische index op familie- en voornaam, wat voor de genealoog een nuttig werkinstrument is. Dat het niet bij één boekdeel zal blijven, blijkt uit het feit dat de auteur nog over meer dan tweeduizend namen beschikt die in aanmerking komen.
Claude Moors: Wezerij Tielt-Binnen 1600-1700
In dit werk zijn drie soorten documenten opgenomen: staten van goed, rekeningen van de voogden en verzoekschriften.Aan de hand van de microfilms die zich in het Tieltse stadsarchief bevinden heeft Claude Moors de genealogische informatie genoteerd die je in deze documenten kan vinden. De Tieltse parochieregisters die in 1614 beginnen, sluiten aan bij deze documenten en lopen er ook grotendeels mee gelijk. Voor opzoekingen voor een stamboom, een kwartierstaat of een stamreeks is dit werk een ideale aanvulling. Het biedt u de mogelijkheid om uw familiegeschiedenis levendig te maken. Vooral de inhoud van een staat van goed bevat zeer waardevolle gegevens voor de genealoog. Naast de namen van de overleden, de echtgenoot of echtgenote, hun kinderen met eventueel hun leeftijd en de voogd van de moederlijke en deze van de vaderlijke zijde volgt een uitgebreide beschrijving van het vermogen van de overledene, zowel roerend als onroerend goed en tegoeden, maar ook de schulden. De beschrijving van de baten en schulden is soms zeer uitgebreid en kan tientallen bladzijden beslaan. Het is nu aan de genealoog om aan de hand van de uitgebreide index op dit werk zijn voorouders terug te vinden en in het Tieltse stadsarchief de microfilm te raadplegen waar hij al deze nuttige informatie kan lezen. Om dit mogelijk te maken, wordt in dit werk duidelijk verwezen naar de film, het nummer en eventueel de bladzijde van het boek.
Willy Deconinck & Paul Callen, Pittemse Zantingen - Overleden parochianen van de parochie Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopneming Pittem 1930-2009
Jarenlang werd er te Pittem in het kader van de "grote kermis", eind augustus, ("kermismaandag") een dienst gehouden ter nagedachtenis van de parochianen die overleden in het afgelopen jaar. Het was E.H. Luc Pillen die in 1998 de dienst een plaats gaf op Allerheiligen. Zo konden de parochianen op 1 november, voor het bezoek aan het graf van de familieleden, even terugblikken op het voorbije jaar. Met groot succes trouwens.Het jaarlijkse gedachteniskaartje kwam later nog regelmatig boven om eens te zien hoelang het nu weeral geleden was dat een bepaalde persoon dit aardse leven verliet....
Met deze uitgave proberen we iedereen de kans te geven iets verder terug te blikken in de tijd. In de tijdspanne die we hier behandelen, 1930-2009, zien we reeds enkele generaties Pittemnaars in de lijst.
In de beginperiode gaf men de naam van de overleden vrouwen aan als “weduwe van...” of “vrouw van...”. Vanaf augustus 1992 geeft men de meisjesnaam aan. De overleden Zusters van het klooster kregen in de beginperiode een vermelding met hun kloosternaam, later ging men ook de familienaam vermelden.
We hebben een poging gedaan zoveel mogelijk meisjesnamen te achterhalen en ook op te nemen in deze uitgave. Gezien we hier enkel konden gebruik maakten van secundaire bronnen als doodsbrieven, doodsprentjes, etc. konden we niet altijd uitsluitsel geven over de juiste schrijfwijze van de voornamen of familienamen.
Het zou ook een genoegen zijn een kopie te bekomen van gedachteniskaartjes van voor 1930 om eventueel te verwerken in een tweede deel.
Claude Moors, Cohier van Kanegem van de 20ste penning 1571 en van de 10de penning 1574
In het Stasarchief in Gent worden de twee penningkohier van Kanegem bewaard. Het kohier van 1571 beschrijft de inkomsten van de 20ste penning (= 5%) op de huurprijs of de geschatte waarde van het onroerend goed. Een tweede kohier dateert van 1574 en geeft ons een overzicht van de 10de penning die 10% contributie opleverde.Van beide kohieren werd een volledige transcriptie gemaakt. Elk kohier geeft een beschrijving van de huurders en de eigenaars. Aan elke huurder werd een eigenaar verbonden. De huurder was dus verplicht om een belasting te betalen op de pachtprijs. De eigenaars die hun goederen zelf gebruikten, betaalden een belasting op de geschatte opbrengst.
Het werk sluit af met een index op persoonsnamen en een afzonderlijke index op toponiem en trefwoorden. Uit de index blijkt dat er voor een bepaald begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening mee bij het raadplegen van de index.
Claude Moors, Kohier van Dentergem van de 20ste penning 1571 en van de 5de penning 1577
De twee penningkohier van Dentergem, die in het Stadsarchief in Gent bewaard worden, dateren respectievelijk van 1571 en 1577. Het oudste kohier bevat de contributie van de 20ste penning of 5%, het andere de 5de penning of 20% van de huurprijs of de geschatte waarden van het onroerend goed.Van beide kohieren werd een volledige transcriptie gemaakt. Elk kohier geeft een beschrijving van de huurders en de eigenaars. Aan elke huurder werd een eigenaar verbonden. De huurder was dus verplicht om een belasting te betalen op de pachtprijs. De eigenaars die hun goederen zelf gebruikten, betaalden een belasting op de geschatte opbrengst.
Het werk sluit af met een index op persoonsnamen en een afzonderlijke index op toponiem en trefwoorden. Uit de index blijkt dat er voor een bepaald begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening mee bij het raadplegen van de index.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle (en varianten) in STADEN van vóór 1752 tot 1980
Drie delen, deel I (A-G) 217 blz. met index, deel II (H-O) 232 blz., deel III (P-Z) 219 blz. Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle informatie betreffende de "Cappelles" van Staden maar ook van talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Staden (°x+) liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie West-Vlaanderen.Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en varianten) in de streek Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle (en varianten) in Groot-Zonnebeke, twee delen, deel I
(index aangetrouwden Cappelle A-K), 312 blz. en deel II (Cappelle L-Z, °x+-akten) 304 blz.Meer dan dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle, afkomstig van Passendale, zeer geduldig alle informatie betreffende de Cappelles van Groot-Zonnebeke (Zonnebeke, Passendale, Beselare, Geluveld en Zandvoorde) en van talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere Cappelle een gezinsfiche opgemaakt voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de pastoor of bij de burgerlijke stand van Groot-Zonnebeke liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput werd uit een klein honderdtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie West-Vlaanderen.
Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders ‘Cappelle’ (en varianten) in de streek van Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid. Groot-Zonnebeke werd immers omzeggens totaal vernield tijdens WOI, samen met onder andere de parochieregisters en bevolkingsregisters. Heel de bevolking vluchtte eerst naar Ieper en nadien noodgedwongen naar Frankrijk. De auteur slaagde erin sommige afstammelingen van Cappelles op te sporen tot in verschillende departementen over de Schreve. Het boek bevat ook talrijke fotos en enkele interessante interviews.
Paul Callens en Ron V. Mershart, Nonkel Walter Pittems Vlaams Belgisch Amerikaan Valère Meersschaert gevallen in Wereldoorlog I
In de twee boekdelen over het leven van Valère en zijn familie is een samenvatting gemaakt van wat we konden terugvinden over deze soldaat die nog altijd begraven ligt op de gemeentelijke begraafplaats in Pittem. Maar het boek is meer dan het levensverhaal van Valère, het heeft ook aandacht voor zijn dichtste familie en de plaatsen waar hij en zij voorbijkwamen. Het boek is mooi geïllustreerd met talrijke foto’s en brieven uit het familiearchief maar ook met informatie uit de Amerikaanse pers over deze familie.We hopen dat dit werk navolging krijgt en dat andere auteurs hetzelfde doen voor een andere gevallen dorpsgenoot uit een van beide wereldoorlogen.
Een korte levensloop:
- Familie van vaders kant is afkomstig uit Izegem zonder binding van de verdere voorouders met Pittem.
- Familie van moeders kant afkomstig uit Pittem. Moeder, Hélèna Claus had Pittemse voorouders en oudere Pittemnaars zullen nog weet hebben van familieleden met deze naam in de Kauwstraat en op de Markt.
- Geboorte van Valère Meersschaert (de naam schreef men later op verschillende manieren) in Pittem, 1890.
- Leerling aan het Sint-Jozefscollege te Tielt van 1902 tot 1905 waar hij rond de zevende plaats uitkwam op zo een 30-tal leerlingen. In het tweede en derde jaar was hij de enige Pittemnaar. Hij leerde er als talen naast Latijn en Grieks ook Frans en Engels. Onder andere deze kennis zorgde voor een snelle promotie aan het front.
- Trekt in 1906 samen met zijn vader naar Chicago. Zijn taalvaardigheid zal hier wel voor iets tussen gezeten hebben. Zijn vader komt na een tijd terug maar Valère, ondertussen Walter, blijft ginder.
- Valère werkt in Chicago voor de Amerikaanse spoorwegen en komt in 1910 terug voor zijn militaire verplichtingen. Na zijn vertrek is blijkbaar een formulier tekort in het militair dossier en staat hij ingeschreven als deserteur.
- Kort na zijn vertrek volgt de rest van de familie richting Chicago waar vader verder als schoenmaker werkt en moeder in de winkel staat.
- Valère komt begin 1915 aan als vrijwilliger uit Amerika in het Belgisch leger. In een van zijn brieven kan men later vinden dat nogal wat generatiegenoten liever veilig in Amerika bleven. Zijn ouders worden tijdens de eerste wereldoorlog Amerikaans staatsburger.
- Valère maakt snel promotie in het leger en brengt het tot de rang van Adjudant, de hoogste graad waarnaar hij kon opklimmen als niet beroepsmilitair.
- In zijn brieven en in brieven aan hem geschreven komen we meer te weten over de gewone zaken waar hij aandacht voor heeft. Hij is vooral droevig wanneer hij verneemt dat zijn moeder een auto-ongeval heeft terwijl hij aan het front zit zonder echt te weten hoe erg de situatie thuis is.
- Een broer van Valère gaat, als Belg die in Amerika woont, in dienst van het Canadees leger en komt zo terecht in het Brits leger in een Schots regiment. Hij overleeft de oorlog.
- In het voorjaar van 1918 mag Valère van het leger en op kosten van het leger op bezoek naar zijn familie in Amerika. Tijdens zijn bezoek aan Chicago gaat hij spreken over zijn ervaringen aan het front en probeert anderen warm te maken om ook aan het front te komen zodat zijn vaderland snel een vrij land kan worden. Op de terugweg heeft hij blijkbaar wat vertraging en komt de vermelding deserteur terug in zijn militair dossier. Hij zal er echter nooit voor gestraft worden gezien overmacht hier de reden was. De duikboten zorgden voor nogal wat problemen in de scheepvaart van Amerika naar Engeland. Het jaar ervoor waren Amerikanen aan het westelijk front verschenen.
- Einde september 1918 sneuvelt Valère in het eindoffensief van het Belgische leger dicht bij Stadenberg. Hij krijgt een voorlopige begraafplaats op Tiendenberg-Vijfwegen, Westrozebeke. Postuum krijg hij enkele militaire eretekens.
- In 1919 komt zijn moeder uit Amerika om het graf van haar zoon te bezoeken.
- In december 1921 krijgt Valère zijn uiteindelijke rustplaats op de gemeentelijke begraafplaats van Pittem. Dit terwijl zijn ouders dan nog in Amerika wonen. Een deel van zijn strijdmakker krijgt een laatste rustplaats op de militaire begraafplaats van Houthulst. Vermoedelijk zorgde de familie Claus uit de Kauwstraat voor de afwikkeling van de administratieve rompslomp.
- In 1922 komen de ouders en de nog niet gehuwde kinderen terug naar Vlaanderen en ze wonen eerst in Pittem en daarna in Roeselare. Gezien de ouders reeds Amerikaans staatsburger zijn, ziet men hen in Roeselare als vreemdelingen. Begin 1926 zijn allen terug in Chicago behalve een dochter Magdalena, die haar hart volgt en later op het jaar het huwelijk aangaat met Gustaf Calmeyn.
- In augustus 1939 verongelukken de ouders van Valère nadat zij deelnamen aan de Belgische kermis in Detroit waar zij vele vrienden hadden. Dit kort voor hun 50-jarig huwelijksjubileum. In de krant van toen staat dat de begrafenis de grootste was tot dan toe in de Belgische kolonie in Chicago. Niet verwonderlijk want de ouders van Valère waren van dichtbij betrokken bij het Vlaamse verenigingsleven in Chicago.
Dankzij de hulp van mensen in Vlaanderen, Frankrijk en Amerika konden we deze studie nog afwerken voor de vieringen rond honderd jaar eerste wereldoorlog. Laat ons hopen dat men tijdens deze vieringen vooral aandacht mag hebben voor de gewone mensen in de oorlog en de gewone soldaten die soms de mooiste jaren van hun leven aan het front doorbrachten in allesbehalve comfortabele omstandigheden.
Laat ons niet vergeten dat door de inzet van deze gewone soldaten we nu reeds 65 jaar als vrije mensen kunnen leven in het besef dat een ééngemaakt Europa de beste garantie is voor een duurzame vrede na een millennium van oorlogen op hetEuropese continent…
Fons Das, Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt1, deel 2
Na het eerste deel, verschenen in 2010, zijn we verheugd u het tweede deel over priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied te mogen voorstellen. Het zijn religieuzen die er ofwel geboren, verbleven, of overleden zijn. In dit werk beschrijft de auteur 33 religieuzen met over velen heel wat achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de voetnoten. Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren, leek het ons wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden, kloosters, abdijen, enz.Het werk gaat over volgende religieuzen: Ameye Constantinus, Baert Fernand Paul Jules Marie Louise, Bernolet Benedictus Constant Maria, Blomme Polydor Isidoor, Boon Emile Alphonse, Boone Joannes, Brulois Petrus Leonardus, Clarijsse Henrica, Coemelck Marie, De Vleesschauwer Ægidius Franciscus, Gelaude Omer, Lava Virginie, Leuridan Basiel Jozef, Linclau Franciscus, Lochet Emilie Jozefina, Nauwynck Remigius Conatantinus M. J., Nolf Philippus, Ottevaere Juliette Marie, Parmentier Maria Ludovica Antoinette, Van Brabant Zoë, Van Ouytsel Reimond, Vancalbergh Guilielmus Franciscus, Van Crombrugghe Constantinus Guilielmus,Vande Casteele Maria Ludovica Rosalia, Vandenbon Marie Thérèse, Vandenbroucke Angela, Vanderhoydonks Jacobus, Vanhollebeke Leonardus, Verbeke Suzanne Ivonne, Verhamme Maria Magdalena, Verkinderen Elodia Maria, Verkinderen Leonardus, Vervaeke Hieronymus Maria Aloysius en Wittevrongel Eduard
Ze hebben in een van de gemeenten van ons werkgebied verbleven, maar zijn geboren of overleden in een van de volgende gemeenten of steden: Tielt, Wulpen, Diksmuide, Bollezele, Brugge, Boezinge, Gent, Meulebeke, Grammene, Stavele, Moorslede, Pittem, Sint-Amandsberg, Bevere/Ijzer, Oostrozebeke, Eksaarde, Aarsele, Dominica, Kanegem, Ciney, Merkem, Schuiferskapelle, Teilly (Fr.), Torhout, Emelgem, Avelgem, Wakken, Melle, Lier, Beselare, Wontergem, Koolkerke, Grote-Brogel, Alveringem, Kortrijk, Ingelmunster, Heule, Meulebeke, Eeklo en Koekelare.
Dit tweede deel sluit af met een alfabetische index op familienamen, op plaatsnamen en op kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Paul Callens, Belgen in Amerika - De mensen
7 delen samen 1750 bladzijden alfabetisch gerangschikt met een 8ste deel als zoekboek en tevens te gebruiken als index, dus samen ruim 2.000 bladzijden>Zo een tien jaar geleden besloot de auteur, Paul Callens, een uitgave te maken met de voorhanden zijnde bidprentjes van Belgen die emigreerden naar Amerika. In 2005 gaf hij het XIVe deel uit in de reeks Death Memorial Cards, telkens met zo een duizend infoblokken. In de periode 2006 tot 2010 hield hij zich vooral bezig met opzoeken van informatie die op een of andere manier iets te maken had met de emigratie naar Amerika. Ondertussen kreeg hij van zijn contactpersonen in Amerika en België regelmatig bijkomende informatie van overleden landgenoten en hun nakomelingen. Zelf ging hij, samen met zijn familie, ook ter plaatse om meer informatie samen te brengen. Zelf had hij een studie gemaakt over de Vlamingen in de regio van San Antonio, Texas. Een paar jaar heeft hij gewacht om die info vrij te geven gezien iemand van over de plas zijn informatie verder zou op punt zetten en eventueel aanvullen. In het begin had hij af en toe contact, maar na een tijd bleef het stil. Het betreft hier vooral mensen met voorouders in de regio tussen Gent en Antwerpen, maar ook uit West-Vlaanderen.
De personen staan in alfabetische volgorde. Vrouwen waarvan hij de meisjesnaam weet, staan eenmaal onder de naam van hun man en eenmaal onder hun meisjesnaam vermeld. Op die manier komt de informatie van de vrouwen ook bij hun ouders, broers, zussen en kinderen te staan.
Met de uitgebreide informatie in het zoekboek kan men aan de slag. In dit zoekboek geeft de auteur meer informatie hoe dit te gebruiken. Een onmisbaar werkinstrument voor de familiekundige die zijn familie wenst op te zoeken in Amerika, maar eveneens bruikbaar voor elk geëmigreerde Belg.
Claude Moors, De penningkohieren van Oeselgem en Vinkt
De penningkohieren van Oeselgem en Vinkt bevinden zich in het Stadsarchief te Gent. Het kohier van Oeselgem telt drie lijsten: de 20ste penning van 1571 en 1572 en de 5de penning van 1577 samen 67 bladzijden. Het kohier van Vinkt telt vier lijsten: de 20ste penning van 1571 en 1572, de 10de penning van 1574 en de 5de penning van 1577 samen 85 bladzijden.Van alle kohieren werd een volledige transcriptie gemaakt. Elk kohier geeft een beschrijving van de huurders en de eigenaars. Aan elke huurder werd een eigenaar verbonden. De huurder was dus verplicht om een belasting te betalen op de pachtprijs. De eigenaars die hun goederen zelf gebruikten, betaalden een belasting op de geschatte opbrengst.
Zowel de kohieren van Oeselgem als deze van Vinkt sluiten af met een index op persoonsnamen, toponiemen en trefwoorden en zijn afzonderlijk gepagineerd. Uit de index blijkt dat er voor een bepaald begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening mee bij het raadplegen van de index.
Fons Das, Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt1, deel 3
Na het eerste deel, verschenen in 2010, zijn we verheugd naast het tweede deel over priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied, op hetzelfde ogenblik ook het derde deel, te mogen voorstellen. Het zijn religieuzen die er ofwel geboren, verbleven, of overleden zijn. In dit werk beschrijft de auteur 34 religieuzen met over velen heel wat achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de voetnoten. Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren, leek het ons wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden, kloosters, abdijen, enz.Het werk gaat over volgende religieuzen: Allegaert Hilda, Ameloot Mauritius Julianus, Busschaert Augustinus, Busschaert Cyrille Theodule, Butaye Henri René, Bynens Maria Mechtildis, Callens Honoratus Petrus Odilo, Clement Jordanus Adolphus, Coeman Martha Barbara Irma, Daenen Maria, De Rammelaere Petrus Joannes, Decavele Lydia Julia, D’Hondt Hugo Karel, Dhondt Joannes, Dobbels Elodie Marie, Ducarin Leonardus, Feront Blanche, Hardeman Benediktus Ernestus, Janssen Piet, Kersemans Maria, Lambrichs Servatius, Lammertijn Petrus Gustavus, Maes Achilles, Robberecht Joris Ernest, Schauwvliege Irma, Seurynck Luciaan, Slaets Johanna Rosalia Maria, Soenen Sylvie Emelie, Storme Albert Jozef Maurits, Storme Margareta Hilda, Streefland Cornelius, Van Himbeeck Joannes, Van Maele Elisa Barbara, Willems Marguerite.
Ze hebben in een van de gemeenten van ons werkgebied verbleven, maar zijn geboren of overleden in een van de volgende gemeenten of steden: Dadizele, Gent, Stene, Kortrijk, Marke, Nieuwpoort, Stavele, Valparaiso, Genk, Desselgem, Izegem, Marialoop, Molenbeek Wersbeek, Roeselare, Poeke, Hooglede, Meulebeke, Middelkerke, Oostnieuwkerke, Kooolskamp, Sint-Truiden, Pittem, Westouter, Blerick, Borgerhout, Bunde, Sint-Niklaas, Cha-tse-ti, Assenede, Eeklo, O.-L.-Vrouw Waver, Sittard, Berveren, Ruiselede, Antwerpen, Gouda, Huise.
Dit derde deel sluit af met een alfabetische index op familienamen, op plaatsnamen en op kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Luc Neyt, Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren
In 2010 organiseerde de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt met de logistieke steun van het Stadsbestuur Tielt en met de ondersteuning van de Vlaams Canadese Vriendenkring PCR Melsele en VTB Kultuur Beveren een tentoonstelling “Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren”. Eén van de drie luiken van deze tentoonstelling ging over de vele reacties die we mochten ontvangen op onze oproep in de krant “Wie nam deel aan de tabakspluk in Canada?”. Tot op heden reageerden 80 personen, waarvan er meer dan 50 deelnamen aan de tabaksoogst in Canada. Uit de vele gegevens die we mochten ontvangen werd een selectie gemaakt van foto’s, verhalen, oproepen om een vriend van destijds terug te vinden, documenten, goede en minder goede ervaringen, anekdoten, wat er zoal anders was in Canada dan in Vlaanderen en een lijst van de tabaksplukkers met het jaar waarin ze naar Canada trokken, de organisator van de reis, bij welke tabaksboer ze werkten, hoeveel ze verdienden en als er nu nog contact is met mensen in Canada. Al deze informatie werd “op ware grootte” van het tentoongestelde materiaal samengebracht in een boek en aangevuld met de persnota, enkele krantenknipsels, sfeerbeelden van de tentoonstelling in het voormalig Sint-Jozefscollege van Tielt, het enquêteformulier, het openingswoord van Els De Rammelaere Schepen van Cultuur Stad Tielt en het dankwoord van Luc Neyt voorzitter VVF-Tielt.Door het groot succes van de voorintekening en de nabestellingen zijn we genoodzaakt een aantal boeken te laten bijmaken. Wie nog interesse heeft, kan dit boek alsnog bestellen.
Fons Das, De dekens van het district Tielt en het decanaat Tielt, deel 4, Tielt
Naar aanleiding van het zilveren priesterjubileum van deken Filiep Callens organiseerde de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt een tentoonstelling in de Sint-Pieterskerk te Tielt, van 6 juli tot 20 oktober 2011, over de 28 dekens van Tielt en dit vanaf het ontstaan van de dekenij Tielt in 1559 tot 2011. Het boek is de schriftelijke neerslag van de tentoonstelling en verschijnt in de reeks "Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt als deel 4. De auteur behandelt hier in chronologische volgorde alle dekens van het district Tielt en het decanaat Tielt.Volgende dekens komen aan bod:
Tytgat Stephanus (eerste deken?), Driepondt Laurentius 1567 - 1575, De Fraeye Laurentius 1575 - 1580, Desmet Franciscus 1585 - 1606, Vander Beke Michael 1609 - 1616, De Mol Joannes 1616 - 1657, Verbeke Petrus 1657 - 1684, Brugmans Ludovicus 1684 - 1696, De Cock Joannes Franciscus 1696 - 1714, De Plancke Ignatius 1714 - 1719, Van Belleghem Antonius 1719 - 1722, Diu Hendricus 1722 - 1742, Van Herreweghe Joannes 1742 - 1768, Verlysen Joannes Baptistus 1768 - 1783, Van Balen Henricus Bartholomeus 1783 - 1811, Bulcke Joannes 1811 - 1825, Simo(e)ns Joannes 1825 - 1841, De Wilde Carolus Joannes 1841 - 1845, Darras Joannes Marcellinus 1845 - 1855, Denys Carolus Joannes 1855 - 1882, Verraes Eduardus Carolus 1882 - 1900, Busschaert Cyrille Theodule 1900 - 1911, Vandenberghe Cyrillus 1911 - 1934, Destrooper Josephus 1934 - 1951, Brys Josephus 1951 - 1962, Duforret Karel André 1962 - 1973, Lefebvre Leopold 1973 - 1988, Buyse Gabriël 1988 - 2009, Callens Filiep 2009
Ook dit deel sluit af met een alfabetische index op familie- en plaatsnamen, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Fons Das, Pastoors, onder- en medepastoors van de Sint-Martinusparochie van Aarsele van 1910 tot 2010, deel 5
De jubelviering van 100 jaar (1911-12 * 2011-12) heropbouw van de Sint-Martinuskerk in Aarsele startte op kermiszondag 6 november 2011 met een feestelijke eucharistieviering. Na de viering werd de tentoonstelling over het kerkgebouw, de bedienaars, de kerkschatten en het parochiaal leven geopend.De schriftelijke neerslag van de tentoonstelling over de bedienaars van de Sint-Martinusparochie in Aarsele verschijnt in de reeks "Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt als deel 5. De auteur, Fons Das, behandelt hier de pastoors, onder- en medepastoors in de periode 1910-2010.
Volgende pastoors komen hier aan bod:
Pastoor Delaere Alphonse wordt hier als eerste vermeld om reden dat de werkzaamheden onder zijn herderschap gestart zijn. Helaas heeft hij de afwerking niet mogen beleven.
Delaere Alphonse 1896 - 1910, Billiau Richard 1910 - 1915, Fraeys Isidoor 1915 - 1915, Vanden Berghe Richard 1918 - 1923, Bouve Karel 1923 - 1937, Cracco Arthur 1938 - 1941, Inghelram Serafijn 1941 - 1952, Moenaert Joris 1952 - 1970, Bruneel Clemens 1970 - 1984, Declercq Robert 1984 - 1995, Stragier Antoon 1995 - 2000, Durnez Dirk 2000 - 2005 en Arnout Jozef 2005
De onderpastoors en vanaf 1969 de medepastoors zijn:
Corty Joseph 1909 - 1921, Cosyn Jozef 1921 - 1927, Deroulez Georges 1909 - 1923, Van Mullem Alfons 1923 - 1929, Vandeputte Karel, 1927 - 1928, Willems Karel 1928 - 1938, De Meester Hendrik 1929 - 1938, Acke Jules 1933 - 1946, Haessebroucq Henri 1938 - 1945, Ingelaere Marcel 1946 - 1948, Denneweth Antoon 1946 - 1948, Boydens Antoon 1948 - 1953, Van Duyfhuis Omer 1948 - 1964, Dusselier Stefaan 1953 - 1968, Delbeke Jozef 1964 - 1968, Maes Frans 1968 - 1977, De Vogelaere Jozef 1978 - 1979 en Waerenburgh Romain 1979 - 1987
Ook het vijfde deel sluit af met een alfabetische index op familie- en plaatsnamen, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in Moorslede-Dadizele in twee delen Deel I
inleiding, verklaring van de naam en Cappelle, index aangetrouwden, Cappelle A-K en deel II: 350 bladzijden, Cappelle L-Z, doop- en/of geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten. Sedert 2005 geeft de auteur ieder jaar een boek uit over het resultaat van zijn opzoekingen naar de naam Cappelle en varianten in de verschillende gemeenten en/of deelgemeenten van het arrondissement Roeselare. Na Oostnieuwkerke, Westrozebeke, Staden, Hooglede, Kortemark (gedeeltelijk) en Groot-Zonnebeke (met zijn deelgemeenten Zonnebeke, Passendale, Beselare, Geluveld en Zandvoorde, werkte hij in 2011 Groot-Moorslede af (Moorslede en Dadizele). De basis voor dit werk zijn natuurlijk eerst de parochieregisters geweest gaande van 1600 ongeveer (het bestaan van de eerste doopregisters) en de burgerlijke stand tot 1920, laat staan 1950 ongeveer. Deze opzoekingen zijn het resultaat van jarenlang en geduldig speuren naar alle Cappelles, varianten en aanverwanten die ooit in Moorslede-Dadizele vertoefd hebben. Daarmee wordt bedoeld al wie daar gedoopt, geboren, gehuwd of overleden is. Ook werden de gezinnen Cappelle opgenomen van wie één of meerdere kinderen in die parochie of gemeente getrouwd zijn.Moorslede-Dadizele is nu niet precies de leukste plek om er stamboom-opzoekingen te verrichten, ten minste wanneer men hoopt er veel archieven te vinden. Wereldoorlog I (1914-1918) heeft er in de streek niet alleen duizenden soldaten en burgers de dood ingejaagd, ook werd omzeggens al het oorspronkelijk bronnenmateriaal dat ter plaatse werd bewaard in kerken en gemeentehuizen vernietigd door de vier jaar durende stellingenoorlog. De laatste 35 jaar (sedert 1977) heeft de auteur dan ook, als een echte Sherlock Holmes, menig naslagwerk geraadpleegd om de Cappelles en familieleden op te sporen. De bedrijvigheid van Familiekunde Vlaanderen en meer speciaal de naslagwerken van de regio’s Roeselare, Brugge en Tielt, liet toe om talrijke dorpsmonografieën en parochie-geschiedenissen te raadplegen. Naast de Franse Volkstellingen van 1748, 1797 en 1814 werden zo’n honderdtal bronnen uitgeplozen. Het liet toe om het gebrek aan parochieregisters van vóór 1750 gedeeltelijk te compenseren. Een grondige en volledige studie van het Fonds Merghelynck zou deze studie nog moeten vervolledigen …
De eerste Cappelles zijn begin 1600 in Moorslede toegekomen maar ze zijn er ofwel niet gebleven ofwel hebben ze zich slechts via vrouwelijke afstamming voortgezet. Het laat geen twijfel dat Moorslede, zoals Passendale, een geschiedenis zal gekend hebben die nauw verbonden is met die van de abdij van Zonnebeke. Maar het is uiteindelijk pas vanaf de XIXe eeuw, na de Franse Revolutie, dat de naam Cappelle er meer en meer zal voorkomen. De inwijking gebeurde vooral vanuit Oostnieuwkerke, maar ook Passendale, Staden en Rumbeke. Het moederhuis van Moorslede heeft ook tot gevolg gehad dat vele Cappellekes er geboren werden tot na WOII, al kwamen de ouders uit een naburig dorp
Tijdens WOI werd Moorslede omzeggens volledig ontvolkt. Vanaf 1917 en zeker in 1918 werden de laatste bewoners zelf verplicht geëvacueerd door de Duitse bezetter naar Limburg, de streek van Gent en ook naar het Mechelse. Na de Wapenstilstand zijn wel veel oorspronkelijke bewoners en vluchtelingen uit Frankrijk langzamerhand teruggekomen, maar niet allemaal. U zal in het boek ook enkele interviews kunnen lezen van mensen die de gruwel van de Eerste Wereldoorlog hebben meegemaakt.
Paul Callens, Belgen in Amerika - De illustraties in drie delen
Verleden jaar verscheen van dezelfde auteur Belgen in Amerika - De mensen. Dit werk gaf een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen in Amerika en hun families.Als vervolg op deze achtdelige reeks, stelt de auteur nu drie delen met illustraties ter beschikking over “De mensen” die in deze reeks voorkomen.
In het eerste deel komen vooral afbeeldingen van bidprentjes van Belgen in de Verenigde Staten voor. In deel twee en drie worden de afbeeldingen van bidprentjes aangevuld met krantenknipsels van Belgen in Ontari.
De afbeeldingen staan in alfabetische volgorde met een uitgebreide index in deel één en deel drie.
Door deze uitgaven kan de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de auteur zicht tot de basisinformatie, soms geeft hij ook heel wat informatie over de familie.
Het feit dat de vorser een naam kan terugvinden in deze zeer interessante reeks, kan een aanzet zijn om de eigen zoektocht een nieuwe richting uit te sturen. In een groot gebied, zoals Amerika, is het voor de familiekundige soms een grote opluchting als hij de streek waar hij naar zijn familie zoekt, kan beperken in ruimte.
Deze werken zijn onmisbaar in de bibliotheek van om het even welke familie- of heemkundige die interesse heeft in de uitwijking naar Amerika en zeker voor hen die opzoek zijn naar uitgeweken familieleden.
Fons Das, Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt, deel 6
Na het eerste deel, verschenen in 2010, en de vier volgende delen verschenen in 2011, zijn we verheugd u het zesde deel over priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied te mogen voorstellen. Het zijn religieuzen die er ofwel geboren, verbleven, of overleden zijn.In dit zesde deel beschrijft de auteur 33 religieuzen met over velen heel wat achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de voetnoten. Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren, leek het ons wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden, kloosters, abdijen, enz.
In dit deel gaat het over volgende religieuzen: Baert Rosalia, Baert Theresia, Beel Josephus, Beeuwsaert Georgius Josephus, Beke Anna, Bogaert Maria Emelia, Bonte Maria Ludovica, Bonte Mathilde, De Decker Juliana, De Gelder Ivonne, De Bruyne Gerardus, Degraeve Alice Godelieve, Delputte Josephine, Haessebroucq Henricus Julianus Hubertus, Heldenbergh Alexander Franciscus, Hoste Petrus Joannes, Luyckx Petrus, Maes Amatus Maria Josephus Franciscus, Martens Clara Maria, Nemegeer Roger, Nicaise Albertus Josephus Emilius, Nicaise Carolus Josephus Emilius, Poma Germaine, Reyns Carolus Ludovicus, Schelstraete Remi, Thienpont Virginia, Van Hauwaert Dyonisia, Van Herrenthals Maria Theresia, Van Puyvelde Suzanna Adelaïde Seraphine, Vandewalle Nathalia, Vanderheeren Achilleus Alfonsius, Waerlop Mathilde en Watteel Ivo.
Ze hebben in een van de gemeenten van ons werkgebied verbleven, maar zijn geboren of overleden in een van de volgende gemeenten of steden: Kortrijk, Tielt, Meulebeke, Gent, La Serena, Oostrozebeke, Brugge, Westkerke, Lauwe, Middelburg, Overmere, Pittem, Moorsele, Aarsele, Rekkem, Izegem, Geluveld, Sint-Niklaas, Asper, Emelgem, Klerken, Loppem, Drongen, Sint-Goriks-Oudenhove, Dikkebus, Hulste, Sint-Gillis-Waas, Vinkt, Baguio City, Nieuwstadt, Epaux-Beau, Lichtervelde, Dentergem en Velzeke.
Dit zesde deel sluit af met een alfabetische index op familienamen, op plaatsnamen en op kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Fons Das, Klapper op de dopen van Pittem van januari 1884 tot december 1907
Vorig jaar verscheen van de hand van Willy Deconinck en Paul Callens Pittemse Zantingen - Overleden parochianen van de parochie Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming 1899-1930 en 1930-2009”.Sinds kort beschikken we over een kopie en een digitaal bestand van de dopen van Pittem vanaf 1884 tot 1907. Om deze akten beter toegankelijk te maken voor een ruim publiek klapperde Fons Das dit bestand alfabetisch in een gezinsfiche, als volgt: in de eerste kolom staan de echtparen met hun kinderen, de tweede Pastoor Marnix Sabbe van Pittem gaf de toelating om de moderne parochieregisters van dopen, huwelijken en begrafenissen aanwezig in de pastorij te fotokopiëren en te digitaliseren. Het betreft de dopen van 1884-1897 en 1898-1907; de huwelijken van 1895-1912 en de begrafenissen van 1879-1904 en 1905-1912. De oudste parochieregisters van Pittem, vanaf 1800 tot de hierboven vermelde datum, zijn door wijlen de heer Valère Arickx gedeponeerd in het RA Kortrijk.
Mevrouw Cecilia Van Quickelberghe nam de taak op zich van het kopiëren, terwijl ondergetekende het begrafenisregister van 1905 tot 1912 fotografeerde. Wens je een kopie van een of andere akte van uw voorouders uit Pittem, om uw familiegeschiedenis te illustreren, dan kan dit dank zij de omzetting gedaan door de heer Claude Moors. De heer Fons Das klapperde de dopen van Pittem, van januari 1884 tot december 1907, alfabetisch in een gezinsfiche, als volgt: in de eerste kolom staan de echtparen met hun kinderen, de tweede kolom vermeldt de doopdatum en de laatste kolom het nummer van de akte.
Hierdoor kunnen we aan de familiekundige deze uitgave aanbieden.
Ik wil dan ook graag een woord van dank richten aan pastoor Marnix Sabbe en de medewerkers: Cecilia, Fons en Claude voor hun werk om de moderne parochieregisters van Pittem te ontsluiten voor een ruim publiek
Fons Das, “Klapper op de dopen van Marialoop van januari 1900 tot december 1913
Op 19 januari 1839 werd door bisschop Franciscus Renatus Boussen een nieuwe parochie opgericht te Marialoop. De gegevens uit de parochieregisters tot 1900 van Marialoop zijn opgenomen in Databank Meulebeekse bevolking, niettegenstaande een deel van deze parochie op het grondgebied van Tielt en van Oostrozebeke ligt.Familiekunde Vlaanderen regio Tielt (FV-Tielt) streeft ernaar om de moderne parochieregisters van alle parochies van hun werkgebied in kopie of digitaal aan hun bezoekers te kunnen aanbieden. Binnenkort zullen alle doop-, huwelijks- en overlijdensakten vanaf 1839 tot 1912 te raadplegen. Ten behoeve van de familiekundige klapperde de heer Fons Das de dopen vanaf 1900 tot 1913 in gezinsfiches.
Paul Callens, Belgen in Amerika - De bronnen in zeven delen
Twee jaar geleden verscheen van dezelfde auteur Belgen in Amerika - De mensen en verleden jaar “Belgen in Amerika Afbeeldingen”. Deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen in Amerika en hun families. Als vervolg op deze acht- en driedelige reeks stelt de auteur nu zeven delen met bronneninformatie ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken. Deze delen bevatten een uitgebreide index op persoonsnamen, plaatsnamen en begrippen. De index nalezen kan de gebruiker tot bronnen brengen vanuit de persoonlijke invalshoek van de samensteller. Door deze uitgaven kan de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zicht tot de basis-informatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien van een verder uitleg gefilterd uit een uitgebreide informatielijst. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden waar vooral oog was voor kleine details. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij Amerika bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.Deze werken zijn een must in elke bibliotheek van om het even welke familie- of heemkundige die interesse heeft in de uitwijking naar Amerika en zeker voor hen die opzoek zijn naar uitgeweken familieleden.
Voor details per deel zie nrs. 148 tot 154 in de lijst
Fons Das, Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van FV-Tielt
In dit deel verhaalt de auteur over volgende religieuzen: Allemon Sylvie, Ameloot Carolus Emmanuel, Arickx Margaretha Magdalena, Benoot Franciscus Xaverius, Billiet Daniël, De Coninck Fredericus, De Smet Aloysius, De Visschere Aloysius, Denkens Karel Lodewijk, Eggermont Maria Francisca, Ferrant Jules Cesar Louis, Gadeyne Ferdinandus Augustus Joseph, Garmyn Antoon, Hellyn Eduardus, Huys Constantinus, Jourdan Coleta, Lambrecht Gustavus, Lema Leonia, Lowagie Bertha Florencia Cornelia, Marreel Emma Maria, Naessen Augustien, Rombaut Theofiel, Van de Zande Adelaïde Paulina, Van Nieuwenhuyse Julie, Van Vooren Ida, Vaneenooghe Maria, Vanherle Jeanne, Vanhove Rosalia en Wils Julia Francisca.Ze verbleven in één van de gemeenten van ons werkgebied, maar zijn geboren of overleden in één van de volgende gemeenten of steden: Adegem, Antwerpen, Bavikhove, Beernem, Beveren Roeselare, Beveren IJzer, Borgerhout, Brugge, Emelgem, Gent, Harelbeke, Heusden, Ieper, Kairo, Knesselare, Kortrijk, Moeskroen, Oostende, Poelkapelle, Poperinge, Roeselare, Ruddervoorde, Staden, Steendorp, Wervik, Woumen en Zedelgem.
Zoals vorige delen sluit ook het zevende deel af met een alfabetische index op de familienamen, op de plaatsnamen en op de kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Claude Moors, Handboek van Ludovicus Wauters Pastoor te Tielt van 1743 tot 1786
Ludovicus Wauters werd geboren te Temse in 1711 en overleed te Tielt in 1786. Op 14 augustus 1743 werd hij benoemd tot pastoor van Tielt in opvolging van pastoor De Lau.Tijdens zijn 43 jaar als pastoor in Tielt hield hij een handboek bij. Hij noteerde daarin heel precies wat met de uitoefening van zijn ambt te maken had. Een groot deel van dit handboek handelt over de in- en uitgaven van de tienden. Hij was betrokken in het herafbakenen van de vijf “vorcken” van de grote tienden en hun verdere indeling in “cercqen”. Daarvan geeft hij een zeer nauwkeurige topografische beschrijving. Deze gebieden werden dan jaarlijks verpacht. Pastoor Wauters pachtte elk jaar een vijfde. Alles stond onder de supervisie van het kapittel van Harelbeke. Zijn handboek handelt verder over de “distributie in de kercke van Thielt” en geeft een opsomming van de meest uiteenlopende inkomsten en uitgaven. Hij was zelfs een zestal jaar betrokken bij het brouwen van bier, waarvan hij de aankoop van grondstoffen en de kosten van het brouwen nauwkeurig bijhield.
Pastoor Lucovicus Wauters zorgde voor een nieuwe interieuraankleding van de kerk met onder meer de koorlambrisering (1749-1751) en bijpassend gestoelte, houten muur- en gewelfbekleding, een communiebank in rococostijl gesculpteerd door Pieter Cools uit Brugge (1765) en houten afsluiting rond de altaren van Onze-Lieve-Vrouw van Lorette en Onze-Lieve-Vrouw van Halle (1758-1765).
Verder nam pastoor Wauters heel wat interessante zaken op in zijn handboek zoals: een lijst van de Tieltse pastoors vanaf 1342 tot 1786, het in ede stellen van Jan Baptiste Delcambe als griffier van Tielt-Buiten, het octrooi van de Gilde van Sint-Jan Baptiste te Tielt, aanstelling van Zacharias Loobuijck als organist, van Bernardus De Vlaminck als prior van het klooster van Sint-Alexis, van de koster, klerkbaljuw, klerk, schoolmeester, de koorzangers door hem aangesteld van 1743 tot 1767, het afstellen van een reeks Heiligendagen, het huwelijkscontract van Pieter Vander Haghen en Marie Catharina Elbo, de personen begraven bij de Paters Recollecten sedert 14 oktober 1741 en de wijding van de twee klokken, op 12 augustus 1777, gegoten. Voor zijn aantreden als pastoor te Tielt werd voor de overleden parochianen geen kerkelijke plechtigheid gedaan, wat volgens de gebruiken van het Land van Waas daar reeds jaren bestond. Op eigen kosten voerde hij dit gebruik te Tielt in en op kermismaandag deed hij voor de overleden parochianen een plechtige dienst en werden de pastoors van het omliggende gemeenten uitgenodigd naar een feestmaaltijd in zijn eigen huis.
Als gefortuneerd en bekwaam man tot het beheren van onroerende goederen kwam hij tussen als de kerk in financiële problemen kwam. Na meer dan 25 jaar dienst in Tielt maakte hij met de kerk een vereffening. Een aanzienlijke som van verschoten penningen schold hij kwijt en schonk daarbij nog een rente aan de kerk op voorwaarde dat de kerk de dienst van de overleden parochianen op kermismaandag op zich zou nemen.
Tijdens zijn lange loopbaan in Tielt verwierf Ludovicus van de Paus de erefunctie van Protonotarius Apostolicus. Dit is de hoogste titel die een priester kan krijgen en wordt aldus lid van een college te Rome, bestaande uit voorname geestelijken, belast met de leiding van alle zaken betreffende het pausdom en de Rooms Katholieke Kerk.
Een tiental jaar geleden haalden we het handboek van pastoor Wauters van onder het stof om te microfilmen. Vorig jaar werd de microfilm omgezet in digitale beelden en de heer Claude Moors begon het handboek te transcriberen. Niet alleen zagen heel wat nieuwe geschiedkundige elementen van Tielt het daglicht maar ook leerden we pastoor Wauters beter kennen. De auteur brengt in een tiental bijlagen nog heel wat interessante gegevens over de pastoor zelf waaronder zijn testament en de fundatie van de “naerkermesse”. Om het werk voor de lezer ten volle bruikbaar te maken, sluit het werk af met een index op de persoonsnamen, toponiemen en trefwoorden.
Paul Callens, De Graven van Koolskamp
Af te halen bij Georges Callens, Ardooisestraat 13, 8851 Koolskamp, tel. 051/74 58 80Verleden jaar was de €pese Week van de Begraafplaatsen aan zijn tiende editie toe. Uiteenlopende initiatieven werden aangeboden, waaruit opnieuw blijkt hoeveel aspecten verbonden zijn met het funerair erfgoed. Er namen in 2012 een 30-tal gemeenten deel, wat resulteerde in een uitgebreid en gevarieerd programma: rondleidingen op begraafplaatsen, tentoonstellingen, voordrachten, voorstellingen van een funerair onderzoek of een restauratieproject.
De bijdrage in het verleden van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt was het noteren van de grafschriften op de begraafplaatsen van Pittem, Egem en Sint-Antonius Meulebeke. Ook zijn een aantal mensen bezig met het inventariseren van de informatie op het oudste deel van de Stedelijke begraafplaats van Tielt.
Dit jaar brengt Paul Callens, bestuurslid van FV-Tielt, een werk over de begraafplaats van Koolskamp. Naast een alfabetische naamlijst bevat dit boek ook een groot aantal fotos, grotendeels gekozen op willekeurige basis. Een plan met de ligging van de graven maakt het de familiekundige heel eenvoudig om een familielid op de begraafplaats terug te vinden. Gezien regelmatig grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is dit dan ook een waardevolle momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Johny Lanckriet en Fons Das, Onze Families, deel 3
Eind 2009 bezorgde de heer Daniël Vandewalle ons een onvolledige kwartierstaat van Georgette Antoinette Missant, zuster van het Geloof in Tielt. Op de vraag deze kwartierstaat te vervolledigen kwamen enkele reacties op de redactie van Onze Voorouders binnen. Vooral de aanvullingen van de heer Johny Lanckriet werden met veel dank aanvaard. Hij kon immer heel wat informatie van de gezinsfiches Tielt en Ruiselede, opgemaakt door wijlen de heer Robert Tanghe, linken aan de gegevens opgezocht door de heer Daniël Vandewalle.Inmiddels was ook de “Databank Meulebeekse bevolking” verscheen. Ook deze gegevens werden in de kwartierstaat verwerkt.
De heer Fons Das zocht allerlei gegevens over zuster Walteria en stelde vast dat haar jongere zus, Simonne Missant, ook ingetreden was in dezelfde kloosterorde onder de naam zuster Elisa. Met al de opgezochte gegevens kon een kwartierstaat opgemaakt worden van 18 generaties. Het werk sluit af met een naamindex.
Fons Das, Pastoors, onderpastoors, medepastoors, hulppriesters en diakens van de Onze-Lieve-Vrouweparochie te Tielt van 1913 tot 2013
Een eeuw geleden werd de Onze-Lieve-Vrouweparochie in Tielt opgericht. De Onze-Lieve-Vrouwekerk werd ingewijd in 1938 en met de resterende steenbrokken van de kerk werd op de Poelberg een Mariale grot gebouwd.Het is een moment om even terug te blikken, vaak met bewondering en dankbaarheid. Doorheen de vele documenten die de auteur aanbiedt, krijgen we niet enkel een kijk op de “gewijde ambtsdragers”, maar komen vele aspecten van het parochiale leven aan bod.
In de honderd jaar parochie wordt heel veel aandacht besteed aan de pastoors: Bouve Karel (1913-1923), Nauwynck Remi (1923-1940), Leuridan Jozef (1940-1949), Vanden-broucke Jozef (1949-1953), Rooryck Hlodwig (1953-1984) en Rebry Martin (1984-2006).
Zij werden in de uitoefening van hun ambt bijgestaan door de onder- en medepastoors: Wight Walter (1920-1942), Thorez Karel (1942-1963), Deman Constant (1944-1945), Clarebout Jan (1949-1958), Decorte Henri (1958-1965), D’Hondt Hugo (1963-1970), Sonneville Jaak (1965-1967), Vangheluwe Roger (1957-1968), Cosaert Noël (1968-1978) en Declercq Robert (1970-1984).
De Bleeker André (1979-1985) en Lerouge Jan (2005-…) zijn de twee hulppriesters. De parochie kent ook twee diakens: Deman Julien (1990-1994) en Nemegheer Chris (2011-…)
Dit werk sluit af met een alfabetische index op de familie- en plaatsnamen.
Fons Das en Johny Lanckriet, Onze Families, deel 4
In oktober 2009 verscheen in het driemaandelijks tijdschrift ONZE VOOROUDERS in de rubriek “Vraag en Antwoord” een onvolledige kwartierstaat van Alina Mathilda Minne, zuster van het Geloof in Tielt. De heer Daniël Vandewalle vroeg om deze kwartierstaat te vervolledigen. Er kwamen enkele reacties binnen. Vooral de aanvullingen van de heer Johny Lanckriet werden met veel dank aanvaard. Hij kon immers heel wat informatie van de gezinsfiches Tielt en Ruiselede, opgemaakt door wijlen de heer Robert Tanghe, linken aan de gegevens opgezocht door de heer Daniël Vandewalle.Inmiddels was ook de “Databank Meulebeekse bevolking” verscheen. Ook deze gegevens werden door de heer Johny Lanckriet in de kwartierstaat verwerkt.
De heer Fons Das zocht allerlei gegevens over Alina Mathilda Minne en stelde vast dat haar jongere zus, Irma Zulma Minne, ook ingetreden was, maar in de Orde van de Arme Klaren. Met al de opgezochte gegevens kon een kwartierstaat opgemaakt worden van 17 generaties. Het werk sluit af met een naamindex.
Fons Das, Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt
In dit deel gaat het over volgende religieuzen: Balcaen Anna Philomena, Blondeel Hendrik, Jozef Julius, Bogaerts Maria Philomèna, Breyne Leopold, Catrysse Celina, De Maerel Henricus Franciscus, De Zutter Emilius Ludovicus, Decock Cecilia, Delacauw Octavus Amatus, Delafontaine Emile Alardus Joannes, D Hert Johanna, Jacques Gabriëlle, Knoops Anna Catharina en Lemey Isabella Dyonisia.Zij verbleven tijdens hun actieve dienst in ons werkgebied, zij zijn geboren of overleden in een van de volgende plaatsen: Antwerpen, Brugge, Ichtegem, Ieper, Izegem, Kanegem, Kinrooi, Meulebeke, Mont-Saint Guilbert, Pittem, Proven, Ruddervoorde, Staden, Tielt, Waregem, Vladslo en Wakken.
Met een bijgevoegde alfabetische index op familienamen, plaatsnamen en kloosterorden heeft de lezer een zeer nuttig werkinstrument ter beschikking.
Paul Callens, De graven van De Ginste
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook kerkhof genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente gelegen. Naast de traditionele graven werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen in 2009 de inventaris van de begraafplaats in Pittem, Egem, Sint-Antonius Meulebeke en in het begin van dit jaar de begraafplaats in Koolskamp. De inventaris van de begraafplaats van Aarsele, Kanegem, Schuiferskapelle, Doomkerke en Kruiskerke is ook al uitgegeven. Nu krijgt u de kans om kennis te maken met de inventaris van de begraafplaats in De Ginste.
Paul Callens, Funerair erfgoed: De graven van Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook “kerkhof” genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente gelegen. Naast de traditionele graven werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen in 2009 de inventaris van de begraafplaats in Pittem, Egem, Sint-Antonius Meulebeke en in het begin van dit jaar de begraafplaats in Koolskamp. Er is ook al een inventaris ter beschikking van de begraafplaatsen Doomkerke, Kruiskerke en De Ginste. Nu krijgt u de kans om kennis te maken met de inventaris van de begraafplaats in Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle. Elk boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de graven, een alfabetische naamlijst en een aantal fotos van graven.
De graven van Aarsele, 200 blz. af te halen in de voormiddag op de pastorij, Pastorijstraat 9, Aarsele. Tel. 051/63 32 86
De graven van Kanegem, 112 blz. , af te halen bij Rita Wanseele, Astenhove 1, Kanegem. Tel. 051…
De graven van Schuiferskapelle, 86 blz. af te halen bij Frank Van Eenooghe, Biermanstraat 55, Schuiferskapelle. Tel. 051/40 39 06
Paul Callens, Funerair erfgoed “de graven van Doomkerke en Kruiskerke”
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook kerkhof genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente gelegen. Naast de traditionele graven werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen in 2009 de inventaris van de begraafplaats in Pittem, Egem, Sint-Antonius Meulebeke en in het begin van dit jaar de begraafplaats in Koolskamp. Er is ook een inventaris ter beschikking over de begraafplaatsen van Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle; Nu krijgt u de kans om kennis te maken met de inventaris van de begraafplaats in Doomkerke en Kruiskerke. Elk boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de graven, een alfabetische naamlijst en een aantal fotos van graven
. De graven van Doomkerke, 90 blz. af te halen in bij Pierre Vandenheede, Brandstraat 60B, Doomkerke. Tel. 051/68 79 36
De graven van Kruiskerke, 62 blz. af te halen bij Paula Vanderschaeve, Kruiskerkestraat 60, Kruiskerke. Tel. 051/68 89 62.
Etienne Cappelle, Kwartierstaat van Etienne L.A. Cappelle ex Passendale
In zijn jeugdig enthousiasme heeft de auteur meer dan 30 jaar gezocht naar het antwoord op de vraag: waar komen de Cappelles vandaan en hoe diep kan ik met de voorouderreeks teruggaan. Hierdoor werd het samenstellen van de kwartierstaat even ter zijde gelegd.De nood van de naaste familie aan een familieboek met reünie heeft hij beantwoord met alle nog in leven zijnde afstammelingen en aanverwanten van betovergrootvader ….Cappelle in 1979 te Moorslede en in 1983 te Pittem van Marie José De Witte uit te nodigen. Respectievelijk beantwoordden ongeveer 1/3 van de circa 2.100 aangeschrevenen. Zij kwamen uit België, Frankrijk, zelfs uit Canada en de U.S.A.
In een volgende opdracht zocht hij alle naamdragers Cappelle en variante schrijfwijzen op tussen 1600 en 1912, of nog later. Hij rangschikte zo per (deel)gemeente of parochie.
Met zijn 65 jaar in zicht vond hij het tijd worden om zijn beginwerk, de kwartierstaat samenstellen, af te werken. Het vinden van huwelijksplaatsen en data, alsook overlijdensplaatsen en data verloopt soms moeilijk. Officiële bevolkingsregisters beginnen pas vanaf 1847, maar zijn in de frontstreek tijdens WOI (1914-1918) dikwijls vernield.
Opzoekingen in de streek rond Roeselare, in het Algemeen Rijksarchief te Brussel, uitgaven van genealogieën, monografieën, tellingen, al of niet uitgegeven door Familiekunde Vlaanderen (FV). De takken Cappelle, Demedts, Depuydt en Vandecandelaere gaan terug tot in de jaren 1600.
Het werd een boek van meer dan 400 bladzijden waar de auteur getracht heeft de gezinnen samen te stellen zonder aanspraak te maken op volledigheid. Hij heeft ook aandacht voor familieverhalen tijdens WOI. De site van kranten (1830-1940) in de streek van Ieper www.historischekranten.be bevat interessante items. Met dit boek reikt de auteur de hand aan stamboompluizers in Roeselare, Ieper, Diksmuide, Moorslede, Passendale, Rumbeke, Oostnieuwkerke, Staden, Westrozebeke, Merkem, Woumen, Esen, enz.
Je komt ook meer te weten over de naamdragers: Ameel, Berkein, Bogaert, Bryon, Castelein, Cornillie, Couckuyt, Covemaeker, Deceuninck, Decoene, Defever, De Febvre, Degraeve, Demuynck, Deryckere, Dheedene, Dhont, Dobbelaere, Durnez, Forrez, Geldhof, Godderis, Goudeseune, Huijghe, Janssens, Lefevre, Nuytten, Parmentier, Pauwels, Ponseele, Samyn, Seghers, Syssauw, Tanghe, Valcke, Volcke, Vandenbussche, Vangheluwe, Vanhaverbeke, Van Zuydt, Vercaigne, Verhaeghe, Vermeulen, Verschaeve, Verstraete, Wattin en andere.
Luc Neyt, Foto- en gedenkboek apostolinen 1839-1954 en Regina Pacis 1954-1997
Waarom nu dit foto- en gedenkboek. Wel op 22 oktober 2014 is het juist 175 jaar geleden dat er zes zusters apostolinen uit Brugge in Tielt een nieuwe vestiging stichten en dit op vraag van deken Darras. Dit foto- en gedenkboek is geen wetenschappelijk geschiedkundig werk maar een verzameling van allerlei feiten en gebeurtenissen die door de zusters gerealiseerd zijn met het doel de jeugd van Tielt op te voeden in een christelijke geloofsgemeenschap. Daarom breiden ze hun patrimonium aan gebouwen voortdurend uit en richten ze nieuwe scholen op zowel voor de kleintjes, de lagere schoolleeftijd als voor de meisjes die de lagere school verlaten. Belangrijke gebeurtenissen in het onderwijslandschap in Tielt en nationaal komen eveneens aan bod. De rode draad doorheen het boek zijn de verschillende zuster moeder oversten, later de plaatselijke verantwoordelijken en de directies van de basisschool. Vanaf het eerste kwartaal van de 20ste eeuw wordt de kleuter- en lagere school en de handels- en beroepsschool bestuurd door een zuster directrice in plaats van moeder overste. Naar het einde van de 20ste eeuw wordt het werk overgelaten en evolueert het lerarenkorps en de directie van religieuzen naar leken.Alle fotos die we via een of andere oproep verkregen, zijn in de mate van het mogelijke opgenomen in het boek. Alle beschikbare fotos van vóór het schooljaar 1977-1978 zijn opgenomen. Voor de selectie van de fotos vanaf het schooljaar 1977-1978 gaan we als volgt te werk: b.v. de foto van het geboortejaar 1980 is opgenomen in de 1ste kleuterklas, 1ste leerjaar en 4de leerjaar; het geboortejaar 1981 in de 2de kleuterklas, 2de leerjaar en 5de leerjaar en het geboortejaar 1982 in de 3de kleuterklas, 3de leerjaar en 6de leerjaar. Naast de 350 klasfotos zijn er nog ruim 500 illustraties van postkaarten, groeps- en individuele fotos, plannen van nieuwbouw en situatieplannen, historische documenten, rapporten, fotos van schoolse activiteiten en scans van krantenartikelen.
Paul Callens, De graven van Wingene
De afgelopen jaren en maanden bracht ons project “De graven van….” ons naar alle uithoeken van ons werkgebied. Het was de bedoeling de voorkeur te geven aan de kleinere gemeenten en begraafplaatsen in onze regio. Dit jaar konden wij ook reeds een inventaris maken van de vijf Oost-Vlaamse gemeenten die zich in ons werkgebied bevinden (Lotenhulle, Vinkt, Poeke, Wontergem en Gottem).Berichten in de lokale pers maakten ons duidelijk dat heel wat graven op het punt stonden te verdwijnen op de begraafplaats van Wingene. Na regenbuien bleef het water dagenlang op de begraafplaats staan en was het niet meer comfortabel om de graven te bezoeken.
Daarom hebben wij vanaf half juni een poging gedaan de familiekundige gegevens van deze begraafplaat systematisch te noteren. Daarbij hebben wij ook foto’s gemaakt van de graven die weldra ook beschikbaar zullen zijn op de computer in het lokaal van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt.
We vernamen dan ook recent dat op 1 september de aanpassingswerken zijn begonnen waardoor dit werk nu al een historische waarde krijgt voor mensen die het graf van hun geliefde zagen verdwijnen. Dit boek kan dan ook gebruikt worden als vervanging van het jaarlijks kerkhofbezoek van 1 november. In dit werk staan meer dan 300 zwart-wit fotos. Voor de mensen met banden in Wingene is dit een goede bron om snel informatie te vinden over de afgestorvenen in de gemeente de laatste jaren. Samen met de graven van Wildenburg, Sint-Jan en Zwevezele vormt de uitgave van de graven van Wingene het sluitstuk voor de graven van Groot-Wingene.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in de fusiegemeente Houthulst
In de reeks van “De naam Cappelle in …” (dorpen, parochies en gemeenten van het arrondissement Roeselare en omstreken) kwam dit jaar Groot-Houthulst aan de beurt, waarin alle Cap(p)elles van Houthulst, Merkem, Klerken en Jonkershove werden opgenomen, althans die van in de jaren 1600 ongeveer tot 1900 en in sommige gevallen tot het einde van de 20ste eeuw.De meeste Cappelles uit de entiteit Houthulst zijn immers niet verwant met die van het arrondissement Roeselare, alhoewel het verwantschap wellicht te zoeken zal zijn in het Ieperse maar dan VÓÓR 1600. Misschien zal iemand zich later geroepen voelen om nieuwe bronnen aan te boren buiten de parochieregisters en de burgerlijke stand en de tot nu toe reeds gepubliceerde genealogische studies en werken.
De Cappelles komen DUS van elders! Voorlopig moet men het stellen met een zekere Joannes Baptista CAPPELLE (1745-1813) geboren in Dikkebus en gestorven in Merkem. Hij huwde Joanna Theresia BESEME (1758-1836) uit Wulvergem en in Merkem overleden zoals haar echtgenoot. Joannes Baptista was de zoon van Joannes Baptista Livinus Cappelle wellicht in Reningelst geboren rond de jaren 1690, misschien rond mei 1735 en getrouwd in Dikkebus met Catherina Francisca DELFORTRY (1701-1771) uit Poperinge.
Deze Joannes Baptista Livinus was de zoon van een zekere Petrus CAPPELLE zeer waarschijnlijk uit Dikkebus of Reningelst afkomstig. Dat kan men afleiden uit de bevolkingstelling in het Ieperse in 1698. Een zekere Petrus is “marichael” (? hoefsmid). Hij zou vier kinderen in leven hebben gehad in 1698, twee jongens van minder dan 14 jaar en twee meisjes van minder dan 12 jaar. Dit zou kunnen overeenstemmen met het gezin van Petrus CAPELLE uit Dikkebus (±1660-1728) en Petronella Bosteyn uit Dikkebus (1660-1728), gegevens uit het Fonds Merghelynck. Petrus was immers poorter van Ieper te Dikkebus van 1716 tot 1720 en nadien poorter van Ieper te Sint-Nicolays van 1721 tot 1724. Als toemaatje is ook geweten dat Petrus de zoon is van Antonius Cappelle en dat maakt van hem een “stamvader” die zou moeten geboren zijn rond 1630 of misschien vroeger.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in de entiteit Izegem
Uit zijn verzameling Cappelles (en de vele varianten) die de auteur Etienne Cappelle bijeen zocht sinds 1977 nam hij zich dit jaar voor de entiteit Izegem (namelijk Izegem, Kachtem en Emelgem) aan bod te laten komen. Alle naamgenoten en hun varianten werden systematisch opgezocht in de parochieregisters en burgerstand tijdens de periode van ongeveer 1600 tot WOII. Vanaf 1860 werden de varianten beginnende met ‘vande’ meestal achtergelaten daar ze niet langer meer konden worden verward met de naam Cappelle of Capelle of nog Cappelleman. Vanaf de Moderne Tijden bleef de schrijfwijze van de namen meestal onveranderd door de opeenvolgende generaties heen, wat zeker niet het geval was tijdens het Oud Regime.De aanleiding van deze opzoekingen in Groot-Izegem was het feit dat een collega van de auteur, namelijk Roger Cappelle, een Vlaams-Brabander, wel wist dat zijn overgrootvader uit de Vlaanders kwam. Meer was er niet nodig om een mens nieuwsgierig te maken. Dan maar zich aan het werk zetten om twee voorouderreeksen samen te stellen op basis van opzoekingen in Lubbeek op zo een tien kilometer van Leuven. En inderdaad, in 1849 bleek een zekere Augustinus Cappelle (1821-1883) uit Izegem getrouwd te zijn met Anna Elisabeth Bosmans (1818-1900) uit Lubbeek.
Dan maar alle Cappelles met twee of slechts één p systematisch opzoeken op het Algemeen Rijksarchief te Brussel of gewoon ter plaatse in Izegem. Algauw bleek dat tijdens het Oud Regime, de pastoors die de parochieregisters bijhielden er een “potje” van maakten door de naam de ene keer als Vandecappelle (en varianten) in te schrijven en de andere keer als Cappelle of Capelle.
Een link met de Cappelles van het Roeselaarse kon echter niet worden gelegd, althans niet na 1600. Misschien een uitdaging voor andere kandidaten om in toekomst nieuwe bronnen te zoeken
Luc Neyt, Penningkohieren van Vinderhoute 1571-1572 en 1574-1577
Niettegenstaande de belasting in 1572 niet meer werd geïnd, treffen we voor verschillende parochies van Vlaanderen nog lijsten aan tot ver na dit jaartal.1 In het stadsarchief te Gent bevinden zich vier penningkohieren van Vinderhoute2: de kohieren van 1571 en 1572 hebben betrekking op de 20ste penning, het kohier van 1574 wordt gebruikt voor het innen van de 10de en 20ste penning en het kohier 1574 behandelt de 5de penning. Elk kohier start met een overzicht van de pachters. Hierin vernemen we ook wie de eigenaar is van de pachtgrond, over welk bodemgebruik het gaat, de oppervlakte van elk perceel en de pachtprijs. Dan volgen de eigenaars die hun gronden zelf gebruikten. Ook hier vernemen we het soort grondgebruik, de oppervlakte en de geschatte pachtprijs. Als derde en laatste overzicht krijgen we de aangeslagen eigendommen die in het bezit kwamen van de Koninklijke Majesteit en die eveneens verpacht werden. Enkel in het kohier van 1571 en 1572 sluit elk artikel af met wat de huurder of eigenaar gebruiker als 20ste penning moest betalen. Deze vier kohieren werden gefotografeerd. Bij de transcriptie kreeg elke pachter en eigenaar-gebruiker een volgnummer, gevolgd door een beschrijving van wat werd gebruikt. Ook de pagina van het kohier werd vermeld evenals, tussen haakjes, het nummer van de foto. Met een tweetal voorbeelden willen we dit duidelijk maken: f. 1r. (7679): wil zeggen folio 1 recto krijgt het fotonummer 7679. f. 12v. (03957): wil zeggen folio 12 verso krijgt het fotonummer 03957. Paul Callens maakte een index op trefwoorden, plaatsnamen, begrippen, familie- en plaatsnamen. Uit deze index blijkt dat er voor een bepaald begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening mee bij het raadplegen van deze index.Paul Callens, Amerikaanse Zantingen
De MENSEN deel IX A-D 238 bladzijdendeel X E-Q 207 bladzijden
deel XI R-Z 263 bladzijden
deel XII index 371 bladzijden
DE BRONNEN
deel VIII 192 bladzijden
deel IX 230 bladzijden
deel X 194 bladzijden
Deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie.
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken. Deze 18 uitgaven tellen samen iets meer dan 3.900 bladzijden informatie over de Belgen in Amerika en hun families. Door deze uitgaven kan de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zicht tot de basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien van een verder uitleg gefilterd uit een uitgebreide informatielijst. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden waar vooral oog was voor kleine details. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Deze werken zijn een must in elke bibliotheek van om het even welke familie- of heemkundige die interesse heeft in de uitwijking naar Amerika en zeker voor hen die opzoek zijn naar uitgeweken familieleden.
Chris FOLENS, Wakken: (E)migranten. Een onderzoek naar de migratiestromen van en naar het buitenland
Was de initiële opzet het louter inventariseren van de emigraties in de Wakkense bevolkingsregister, dan werd deze werkwijze na korte tijd verlaten. Want de auteur raadpleegde en verwerkte in zijn werk de Vernesoenrapporten, de studie van Yolande Lammerant en deze van Dora De Wilde-Kennivé en alle werken van Paul Callens van de Death Memorial Cards, de Amerikaanse Zantingen tot Amerika in de pers “Gazette van Thielt”.Renaat LOBBESTAEL, Woordenlijst Latijn-Nederlands voor genealogen
In 2004 verscheen van de hand van Renaat Lobbestael een “woordenlijst Latijn Nederlands voor genealogen” van 136 bladzijden. De Latijnse woorden werden gesprokkeld uit de parochie-registers van het ancien régime. Na de publicatie van dit zeer bruikbaar werk, bleef Renaat typische Latijnse woorden verzamelen die in doop-, huwelijks- en overlijdensakten voorkomen en hun betekenis verklaren.Na jaren heeft hij het bestaande werk kunnen aanvullen met niet minder dan 33 bladzijden. De nieuwe woorden zijn alfabetisch genoteerd tussen de reeds opgenomen woorden. Dit zeer praktisch en degelijk werk is vast en zeker een onmisbaar hulpmiddel bij het lezen en ontleden van de Latijnse woorden en teksten, die soms genoteerd werden in pastoors-latijn.Paul Callens, De graven van Beveren-Roeselare
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook “kerkhof” genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente. Naast de traditionele zerken werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen tussen 2009 en 2016 de inventaris van de 33 begraafplaatsen van het werkgebied van FV regio Tielt. In 2016 inventariseert auteur Paul Callens ook bedreigde begraafplaatsen van buiten ons werkgebied: Gits, Grammene, Meigem, Zeveren, Poesel, Hertsberge en Hulste.
Het project wordt in 2017 verder gezet want op veel begraafplaatsen worden heel wat zerken weggenomen wegens plaatsgebrek. Dit resulteert in twee nieuwe uitgaven: de inventaris van de begraafplaats in Beveren-Roeselare en Sint-Maria-Aalter.
Elk boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de zerk wordt vermeld, fotos van heel wat interessante zerken en een alfabetische lijst van alle familienamen die op de zerken worden vermeld
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in Langemark-Poelkapelle-Bikschote
Zoals in talrijke gemeenten in Zuid-West-Vlaanderen zijn in Langemark vele parochieregisters vernietigd tijdens WOI. Toen werden deze documenten immers nog in de plaatselijke kerken bewaard en als hoog gebouw waren ze een ideaal wachtpost om troepenbewegingen waar te nemen. Ze waren bijgevolg in de meeste parochies een eerste mikpunt voor de vijandige artillerie. Zo gebeurde dit ook in Langemark, Poelkapelle en Bikschote. Wat overbleef van de archieven bleek meestal onvoldoende om de Cappelles uit de XVIe, XVIIe en de eerste helft van de XVIIIe eeuw te identificeren. Dubbele van akten van parochieregisters en burgerstand brachten nadien de nodige informatie over de Cappelles en eventuele varianten.Na de Beeldenstorm van 1566, de Hage prekers die het nieuwe geloof kwamen verkondigen, de geuzen, de malcontenten, de repressie door het Spaanse leger onder het bevel van de Hertog van Alva, de plunderingen en moorden door vrijbuiters, kenden onze contreien een periode van grote onveiligheid voor heel de bevolking. De mensen sloegen massaal op de vlucht ofwel naar de Noordelijke Nederlandse provincies ofwel naar Engeland. Deze exodus begon in 1572 en bereikte een hoogtepunt op het einde van de XVIe eeuw. Langemark was voor een groot stuk helemaal verlaten, zoals Roeselare, Zonnebeke, Moorslede en Beselare. In andere dorpen zoals Staden, Gits, Oostnieuwkerke, Westrozebeke was geen ziel meer te bespeuren.
Het herbevolken van heel de streek begon pas rond of na de eeuwwisseling, met nieuwkomers vooral uit Noord-Frankrijk (toen nog Vlaanderen), Artesië, Rijsel en Picardië, streken die toen nog bij het Graafschap Vlaanderen hoorden. De meeste Cappelles van het arrondissement Roeselare stammen af van (katholieke) voorouders die zich toen in onze contreien vestigden. Deze grote volksverhuizing werd toen aangemoedigd door jaren van vrede (het Twaalfjarig bestand van 1609 tot 1621 onder het bewind van de Aartshertog Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje, dochter van Filips II).
Dit boek verzamelt alle fiches van Cappelles en aanverwanten (van ±1600 tot na WOII) die ofwel in Langemark, Poelkapelle of Bikschote, geboren, getrouwd en/of overleden zijn ofwel waar er minstens één van hun kinderen geboren is of in het huwelijk trad. Naamgenoten die zich in de entiteit Langemark-Poelkapelle kwamen vestigen waren van oorsprong uit Oostnieuwkerke, Staden, Westrozebeke, Passendale, Beveren, Zonnebeke, Moorslede, Reningelst, Merkem, Esen, Tielt, Elverdinge, Roeselare, Dikkebus, …
De auteur kon rekenen op de medewerking van wijlen André Cappelle uit Bikschote, Gabriël en Maria Cappelle uit Langemark, de familie van wijlen Frans Cappelle uit Zonnebeke en Mariette Wemaere-Huyghe uit Tielt.
Luc Neyt, Vinderhoute, Wettelijke Passeringen, deel I, 1607-1643
Als medewerker aan de geschiedenis van Vinderhoute was het maar normaal dat zoveel mogelijk archiefstukken geraadpleegd werden. Geraadpleegd slaat terug op lezen en/of transcriberen en/of samenvatten om dan de gevonden informatie te verwerken in een doorlopende tekst. Het zou jammer zijn mochten al de getranscribeerde teksten in de kast blijven liggen. Ze bevatten heel wat interessante informatie voor een familiegeschiedenis.De staten van goed van Vinderhoute werden uitgegeven in twee delen. Deel I bevat de staten van goed verleden voor de wethouders van Vinderhoute van 1583 tot 1733 en deel II behandelt de periode 1734-1795.
Onder de naam wettelijke passeringen werden heel wat soorten akten, overeenkomsten geregistreerd: verkoopakten, leningen, huwelijkscontract, testamenten, borgstellingen, voogdijstelling, “donatie intervivos” of schenkingen onder levenden, renunciaties en emancipaties.
Dit deel bevat de transcriptie van drie registers van de wettelijke passeringen van de parochie en heerlijkheid Vinderhoute, Merendree en Belzele (Lovendegem-Evergem). Register 98 (1607 - 1610), register 99 (1610 - 1623) en register 100 (1632 - 1643). Het werk sluit af met een namenlijst opgemaakt door Paul Callens. Deze namenlijst is niet enkel beperkt tot de persoonsnamen, maar inventariseert ook alle toponiemen, voorwerpen, plaatsnamen, oude termen en uitspraken die in het werk voorkomen.
Luc Neyt, Kwartierstaat De Gryse Arsène Jean Prudent (1902-1989) en De Lodder Antoinette Emilie Pelagie (1908-1996)
Het is Léopold De Gryse uit Sint-Eloois-Winkel die als vlashandelaar zich in 1899 in Tielt in de Hoogstraat komt vestigen en er start met een groothandel in textiel. Zijn voorouders zowel van vaders als moederszijde zijn afkomstig van Sint-Eloois-Winkel, Gullegem en Wevelgem en behoren tot de familie: Vanneste, Maes, Gheijsen, Van de Moortel, Moens en Planckaert (Verplancke)In 1895 wenst Oostrozebekenaar Henri Maes, een weef- en breifabrikant van linnen, wol en katoen en groothandelaar in koloniale waren of voedingswaren zijn bedrijf uit te breiden, maar vindt in Oostrozebeke geen geschikt terrein en bouwt dicht bij het Tieltse station, in de Stationstraat, een weverij en huis. Hij komt er samen met zijn vrouw Prudence Sap en zijn gezin wonen. De voorouders van Henri Maes en zijn vrouw behoren tot de familie Vanherpe, Huyghe, Vermeulen, Vanoverschelde, Anseeuw en Seynaeve en zijn afkomstig van Wielsbeke, Heestert, Harelbeke, Bavikhove, Moen, Zwevezele en Torhout en hebben als voorouders
De familie De Gryse en Maes hebben elkaar heel vlug gevonden, want Léopold De Gryse huwt met Emilie Maes dochter van fabrikant Henri Maes.
De ouders en grootouders van Antoinette De Lodder zijn rasechte Tieltenaren. Ze oefenen het beroep uit van fabrikant in stoffen, winkelier in gleiswerk, goudsmid, horlogemaker, ja zelfs muzikant en organist in de decanale Sint-Pieterskerk. Haar overgrootvader is geboren in Hulste en is aldaar winkelier en koster. De stamvader De Lodder is geboren in Sint-Eloois-Vijve. De aangetrouwde familieleden Vandekerkhove, Verschoore, Néerman, Lammertyn, Janssens en Vandermeersch vinden we vooral terug in Tielt maar ook in Gent en Roeselare.
De grootvader aan moederszijde van Antoinette De Lodder is Evarist Neirinck. Hij neemt, na het overlijdens van zijn vader, de familiezaak en winkel in ellegoederen in de Nieuwstraat in Tielt over. Zijn vrouw, ouders en grootouders behoren tot de families: Bossuyt, Van Oyen, Demeuninck, Van Tomme, Vande Voorde, Perneel en Ketele en zijn afkomstig van Ruiselede, Vinkt, Poeke, Wingene, Lichtervelde, Oudenburg, Beerst en Gistel. Onder hen vinden we kooplui, winkeliers, handelaars en herbergiers.
Frans Neirinck, De doopregisters van Aarsele 1609-1795
De heer Frans Neirinck, geboren in Aarsele, begon halfweg 2015 de digitale beelden van de 2.300 huwelijksakten en ongeveer 1.500 ondertrouwen te lezen en nauwkeurig alle informatie te noteren. Dit resulteerde in 2016 tot de publicatie “PAROCHIEREGISTERS VAN AARSELE” Huwelijken 1627-1795.Vol enthousiasme start Frans in september 2016 met het lezen, overschrijven en intikken in een Excelbestand van de 10.618 doopakten over de periode 1609-1795. Dit resulteert in een boek van 857 bladzijden alfabetisch gerangschikt op de familienaam van de dopeling. Dit alles publiceren in één boek is niet mogelijk gezien de omvang van het werk en de onmogelijkheid dit op een degelijke en gebruiksvriendelijke manier in te binden. Het resulteert in drie delen.
Deel I omvat de letters A tot D, 315 bladzijden,
Deel II vermeldt de letter E tot U, 266 bladzijden,
Deel III start bij de letter V tot Z, 276 bladzijden,
Van elke doopakte wordt de familienaam, de voornaam van het kind, de datum van geboorte en doop, de naam van de vader en de moeder en de doopouders of peter en meter vermeld. Om de doopakte gemakkelijk terug te vinden in het originele doopregister wordt van elke akte de bladzijde vermeld. Opmerkelijk is dat de boeken doorlopend genummerd zijn. In de laatste kolom Bemerkingen staan heel wat bruikbare gegevens die iets meer vertellen over o.a. de herkomst van de vader en/of de moeder, onwettig kind, gedoopt sub conditione, naam van de vroedvrouw, enz.
Deze publicatie is een bijdrage aan de ontsluiting van ons familiekundig patrimonium. Dit werk mag dan ook niet ontbreken in de documentatiecentra van Familiekunde Vlaanderen.
Fons Das, Het nationaal hulp- en voedselcomiteit in het Tieltse
Het werk over “Het nationaal hulp- en voedselcomiteit in het Tieltse” was bijna afgewerkt toen de auteur, Fons Das, na een strijd tegen een slepende ziekte rustig, in zijn vertrouwde omgeving, van ons heenging. Het onvoltooide manuscript werd ons door de familie ter beschikking gesteld en dit volgens de wens van Fons. Het werk in een persklare vorm gieten, met bijhorende plaats- en namenindex gebeurde door Paul Callens en Luc Neyt. De publicatie over de voedselcomités start met een overzicht van verschenen artikelen en boeken over dit onderwerp. Daarbij aansluitend worden de verslagen van de gemeentelijke comiteiten in de regio Tielt in het daglicht gebracht. Aanvullende informatie werd gevonden in het Rijksarchief in Gent onder de toegang PV42 Provinciaal hulp- en voedingscomité Oost-Vlaanderen waarvan de regionale comités Tielt-Roeselare-Torhout afhankelijk waren. Tot slot vonden we nog heel wat Tieltse documenten in het decanaal archief Tielt die als bijlage aan dit werk worden toegevoegd.De bevoorrading van de burger tijdens WO I
Het wordt bij het begin van de Eerste Wereldoorlog zeer moeilijk om levensmiddelen in België in te voeren door de Britse handelsblokkade. Volgens de Amerikaanse gezant, Brand Whitlock, bezit België op 26 oktober 1914 nog slechts voor vier dagen meel. In september 1914 nemen Ernest Solvay, scheikundige en grootindustrieel, samen met Emile Francqui, directeur van de Société Générale, het initiatief om in Brussel een hulporganisatie op te richten met het doel om voor de Brusselse bevolking voldoende voedsel te voorzien. Gemeentebesturen nemen dit initiatief als voorbeeld en sluiten zich hierbij aan. Eind september is de organisatie verspreid over geheel België. In de loop van oktober wordt het Brusselse comité omgevormd tot Het Nationaal Hulp- en Voedingscomité (N.H.V.C.). Het grootschalige Amerikaanse hulpprogramma, opgericht door Herbert Hoover, de latere Amerikaanse president, krijgt de naam Commission for Relief in Belgium (C.R.B.). Hoe complex de relatie tussen beide organisaties ook is, elk heeft zijn specifieke opdracht. De C.R.B. is verantwoordelijk voor de aankoop en het transport van levensmiddelen via neutrale schepen voor België en Noord-Frankrijk. Het N.H.V.C. is bevoegd voor de verdeling van de levensmiddelen in België. Het gebied waarvoor het Provinciaal Hulp- en Voedingscomité Oost-Vlaanderen verantwoordelijk was, kwam niet overeen met de huidige provincie Oost-Vlaanderen. Een deel van de provincie behoorde tot het Provinciaal Comité Antwerpen. Daarentegen behoorden grote delen van de provincie West-Vlaanderen tot het Provinciaal Comité Oost-Vlaanderen. Het bestond uit 24 regionale en 389 lokale comités. Om het werk vlot te laten verlopen worden regionale afdelingen opgericht, meestal per arrondissement, die afhankelijk zijn van het provinciale comité. Zo worden Tielt, Roeselare en Torhout een regionale afdeling onder het provinciale comité Oost-Vlaanderen. Dit comité regelt de distributie van de voedingsmiddelen voor de verschillende groepen van gemeenten, de lokale comités. De regio Tielt is opgericht in juni 1915(1).
Onder Tielt ressorteren de gemeenten: Aarsele, Dentergem, Egem, Kanegem, Markegem, Meulebeke, Oeselgem, Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Schuiferskapelle, Sint-Baafs-Vijve, Tielt, Torhout, Wakken en Zwevezele(2).
Aan de werking van de Commission for Relief in Belgium wordt een einde gesteld toen op 7 april 1917 de Verenigde Staten de oorlog verklaren aan Duitsland. Het Spaans-Nederlands Comité (S.N.C.) neemt de voornaamste taken over van de C.R.B.
Het Nationaal Hulp- en Voedingscomité blijft na de wapenstilstand nog enkele maanden actief. Het voedseltransport vanuit de Verenigde Staten loopt voort tot in 1919.
Om de plaatselijke bevolking tijdens WO I te voorzien van voedsel, kleren, schoeisel en ander levensnoodzakelijke behoeften worden plaatselijke comités opgericht. We spreken dan over hulpcomités van voeding, kleding, hulp aan krijgsgevangenen, steun aan vrouwen en kinderen van de soldaten die onder de wapens zijn en in nood verkeren, volkssoepen, kantencomiteit, hulp en bescherming aan de noodlijdende werklozen, schoolsoep, kosteloze eetmalen, volkskeuken enz.
Het zijn vooral de plaatselijke geestelijkheid en de hogere burgerij die zich inzetten om de noodlijdende bevolking te helpen. Dat de Amerikaanse bevolking en vooral de kinderen uit Cleveland-Ohio, Piqua, Elyria en Toledo de Tieltse kinderen zeer genegen waren en heel wat hulp aanboden, bewijzen de klasfoto’s die gemaakt werden “As a gift of their gratitude from the Belgian children of Thielt tot the little American of …”.
(1) RAG, toegang PV42, bundel 120. Provinciaal hulp- en voedingscomité, bundel 120. Jaarlijks overzicht van leveringen van goederen aan de gewestelijke en lokale comités, vanaf het begin tot 31 december 1916.
(2) RAG, toegang PV42, bundel 120. Andere gemeenten kunnen voor een korte periode tot de regio Tielt behoren. Het plaatselijk comité Zarren dat tot de regio Diksmuide behoort, ontvangt in juli 1915 zijn levering voedingswaren van de regio Tielt. Handzame ontvangt eveneens in juli 1915 zijn levering van de regio Tielt omdat de regio Torhout, waartoe Handzame behoort, ook zijn leveringen ontvangt van de regio Tielt.
Fons Das, Theophiel Buyse in de Eerste Wereldoorlog
Het werk over “Theophiel Buyse in de Eerste Wereldoorlog” was bijna afgewerkt toen de auteur, Fons Das, na een strijd tegen een slepende ziekte rustig, in zijn vertrouwde omgeving, van ons heenging. Het onvoltooide manuscript werd ons door de familie ter beschikking gesteld en dit volgens de wens van Fons. Het werk in een persklare vorm gieten, met bijhorende plaats- en namenindex gebeurde door Paul Callens en Luc Neyt.Met deze publicatie wilde Fons wat aandacht schenken aan een vergeten groep mensen tijdens de Eerste Wereldoorlog, de krijgsgevangenen. Theophiel Buyse is maar één van de velen, maar slaagde erin contact te houden met familie en vrienden op het thuisfront. Niet enkel Theophiel zag af van zijn gevangenschap, zijn vriendin bleef hem al die tijd trouw schrijven en hopen dat alles wel zou goed komen. Alle brieven verzonden vanuit Theophiels verblijfplaatsen: Munster(lager), Soltau, Göttingen en de boerderij in Rustenfeld, naar zijn familie en vrienden in Meulebeke zijn opgenomen in dit werk evenals de briefwisseling van het thuisfront aan Theophiel. Ook zijn dagboek wordt integraal opgenomen in deze uitgave.
De bijdrage van Carlos Heytens plaatst Theophiel in een stukje militaire geschiedenis waarin hij een klein onderdeeltje was.
Na zijn vrijlating kwam Theophiel naar zijn geboortedorp Meulebeke terug en woonde later met zijn gezin in de Kazendstraat in Pittem.
Gezien de sterk toegenomen internationale spanningen werd op 28 juli 1914 besloten om het leger op versterkte vredesvoet te brengen door de militieklasse 1913 en de cavaleristen en artilleristen van de militieklasse 1912, die in actieve dienst waren, te versterken door de resterenden van de militieklasse 1912 en de militieklassen 1911, 1910 en 1909 terug te roepen uit onbepaald verlof. Ook Theophiel Buyse werd dus opgeroepen. Moeder Buyse, die nog maar het jaar voordien definitief afscheid had moeten nemen van haar man, had het nu erg moeilijk om haar zoon te zien vertrekken naar een erg onzekere toekomst.
Theophiel was op 28 juni aanwezig in de Leopoldskazerne. Hij kreeg daar zijn gevechtsuitrusting, wapens (geweer en bajonet) en munitie want de soldaten kregen alleen hun uniform mee naar huis bij het einde van hun effectieve dienst.
Theophiel en Vander Mersch Nestor, een Tieltse soldaat, van de klassen 1910 en 1912, werden ingedeeld bij het 22e Linie, onder het bevel van kolonel Guffens en vertrokken in de nacht van 3 op 4 augustus vanuit Gent per trein naar Tienen en Grimde waar ze tijdelijke gekantonneerd werden. Van hieruit vertrokken ze naar Houthem-Sint-Margariet en zo verder naar Oplinter. De vijandelijke infanterie naderde en dit had nefaste gevolgen voor de Belgen. De Duitse kanonnen namen hun mikpunt op onze loopgraven. Een groot deel van de vier compagnieën sneuvelde en de meeste overlevende, zoals Theophiel, werden krijgsgevangen genomen. In zijn dagboek beschrijft hij de omstandigheden waarin hij en zijn kameraden zich overgaven. Op 19 augustus verbleven ze de ganse dag in de kerk, van waaruit hij de volgende dag samen met zijn medegevangenen via Neerlinter naar Zoutleeuw marcheerden. Ze verbleven aldaar in de kerk waar de inwoners voor mondvoorraad zorgden. s Anderendaags marcheerden ze naar Tongeren om op 22 augustus met de trein richting Duitsland vertrokken. Pas op 23 augustus 1914 s avonds kwamen ze aan in het krijgsgevangenkamp bij Munster ook wel “Munsterlager” genoemd.
Theophiel werd eerst opgesloten in het kamp van Munster, gevolgd door het kamp Soltau en het kamp Göttingen. Op 2 augustus 1916 verbleef hij in het krijgsgevangenkamp te Göttingen. Volgens zijn verklaring werd hij vanuit dit kamp tewerkgesteld op een boerderij in Rustenfelde, op zo een 20 km van het kamp.
Vermoedelijk werd hij einde 1918 of begin 1919 gerepatrieerd vanuit het kamp Göttingen.
Hij werd opgevangen in het C.T.A.M. (Centre de triage des anciens militaires of het sorteercentrum voor oud-militairen) te Gent. Normaal werden de soldaten die medisch geschikt waren, na een repatriëringsverlof, ingezet in logistieke eenheden tot ze samen met de soldaten van hun klasse gedemobiliseerd werden. Theophiel werd echter voorgesteld voor reform wegens een ziekte opgelopen tijdens zijn gevangenschap en verder administratief beheerd door het “Depôt des invalides” tot er een definitieve beslissing genomen werd over zijn geschiktheid. Uiteindelijk werd hij ontslagen met een invaliditeit van 10%.
In 1934 schreef hij een brief aan de minister van Landsverdediging voor het bekomen van een frontstreep waarin hij in het kort nogmaals zijn verhaal deed.
De frontstreep werd hem toegekend alsmede zeven krijgsgevangenschapstrepen.
Fons Das, Pastoors, Onderpastoors en Hulppriesters van de Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en Sint-Leokerk Marialoop 1835-2000
Het 11de deel over de Religieuzen “Pastoors, Onderpastoors en Hulppriesters van de Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en Sint-Leokerk Marialoop 1835-2000” was bijna afgewerkt toen de auteur, Fons Das, na een strijd tegen een slepende ziekte rustig, in zijn vertrouwde omgeving, van ons heenging. Het onvoltooide manuscript werd ons door de familie ter beschikking gesteld en dit volgens de wens van Fons. Het werk in een persklare vorm gieten, met bijhorende plaats- en namenindex gebeurde door Paul Callens en Luc Neyt.De publicatie over Marialoop begint met een geschiedkundige schets van de kapel, kerk en parochie. Aan de stichter van de parochie, Mgr. Boussen bisschop van Brugge, wordt heel wat aandacht besteed. Daarop volgt de informatie over de pastoors, onderpastoors en hulppriesters van de Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en Sint-Leokerk. Wij weten dat Fons Das veel informatie heeft opgezocht over de geestelijkheid in het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt. Deze verzamelde informatie over de religieuzen zal stapsgewijs geklasseerd worden in het Fonds De Somviele van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt.
Frans Neirinck, Parochieregisters Aarsele, overlijdens 1627-1796
In 2016 wordt door de heer Frans Neirinck gestart met de publicatie van de parochieregisters van het Ancien Regime van Aarsele. Belangrijke informatie uit de 2.300 huwelijken en ongeveer de 1.500 ondertrouwen van de periode 1627-1795 wordt ter beschikking gesteld aan de genealoog. Halfweg 2018 worden de 10.618 dopen periode 1609-1795 uitgegeven en nu wordt deze reeks publicaties afgesloten met de alfabetische inventaris van de overlijdens periode 1627-1796.De publicatie van de overlijdens van Aarsele start halfweg oktober 1627 om te eindigen eind december 1796. In die periode overlijden in Aarsele 6.859 kinderen en volwassenen. De enige overlijdens die ontbreken zijn die van de kinderen (niet-communicanten) tussen 8 juni 1768 en 5 januari 1776. De overlijdens van de kinderen worden tot januari 1796 en deze van de volwassenen tot augustus 1796 nauwkeurig door de pastoor bijgehouden.
Naast de familienaam, die in deze publicatie alfabetisch wordt opgenomen, wordt ook de voornaam, de overlijdens- en de begrafenisdatum vermeld. Als de naam van de vader en de moeder van de overledene gekend zijn, worden deze vermeld. In de kolom “naam echtgeno(o)t(e)” wordt de naam van de persoon genoteerd. Belangrijk is ook de leeftijd bij het overlijden en de bladzijde waar de akte kan teruggevonden worden in het origineel register.
De kolom opmerkingen bevat allerlei interessante informatie over de overledene zoals de plaats van begraving in de kerk, als het hier gaat over een weduwe of weduwnaar, als het kind overlijdt direct na het dopen, de afkomst of geboorteplaats en de oorzaak van overlijden. Bij enkele staat vermeld ‘verdronken’ en van december 1647 tot mei 1648 overlijden 33 personen waarvan 17 of 51,5% aan de pest. In 1794 sterven 21 personen van de 54 of 38,9% aan de dysenterie of besmettelijke darmontsteking (buikloop). Iemand die in Aarsele overlijdt en er niet woont, wordt genoteerd als zwerver en wie niet over de financiële middelen beschikt wordt als arm bestempeld. Sommige tweelingen sterven kort na hun geboorte en in bepaalde gevallen wordt de moeder bijgestaan door een vroedvrouw.
Het bestuur van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt is de heer Frans Neirinck heel dankbaar voor zijn prachtig werk in dienst van de genealogen die met hun opzoekingen naar hun familie voor een stamboom, kwartierstaat of stamreeks in de parochieregisters van Aarsele terecht komen. Niet iedereen van de beginnende genealogen heeft de kennis om de Latijnse pastoorsakten te lezen, laat staan ze ten volle te begrijpen. Met drgelijk werk wordt ons familiekundig patrimonium ontsloten voor iedereen. Daarom mogen zo een publicatie in geen enkel documentatiecentrum van Familiekunde Vlaanderen ontbreken.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in Rumbeke
Met het doel de naam Cappelle en varianten op te zoeken in heel het arrondissement Roeselare en aangrenzende gemeenten (opzet die in 1977 is gestart), is de auteur Etienne Cappelle voor dit jaar 2018 in Rumbeke beland. In de meer dan 500 bladzijden van het boek heeft hij alle naamgenoten genoteerd die ofwel geboren, gehuwd, gewoond en/of overleden zijn in Rumbeke tijdens de periode van 1600 tot zeker na 1900.De voornaamste bronnen zijn hier telkens geweest de parochieregisters en de burgerstand. Waar mogelijk heeft de auteur andere bronnen aangeboord zoals Vlaamse Stam, heemkundige tijdschriften van West-Vlaamse verenigingen, andere genealogische naslagwerken, meer speciaal de uitgaven van Familiekunde Vlaanderen Regio Mandel-Leie, Brugge en Tielt. Enkele interviews van naamgenoten gaven bovendien een bijzonder persoonlijk cachet aan de verhalen die door overlevering tot bij ons bekend zijn geraakt.
Rumbeke is sedert 1977 een deelgemeente van Roeselare, samen met Oekene en Beveren. De gemeente telt tegenwoordig zo’n 12.000 inwoners. Auteur Cappelle hoopt de drie andere deelgemeenten te behandelen in de eerstkomende jaren.
Tijdens de vroegere eeuwen was Rumbeke, althans een deel ervan, eerder gericht naar Izegem en Menen, en behoorde tot de kasselrij Kortrijk. Het is pas na 1517 dat Rumbeke volledig werd overgeheveld naar de kasselrij Ieper.
De meeste Cappelles (en varianten) van Rumbeke waren arm, met beroepen voor man en vrouw als wever, spinner, dagloner, fabrieksarbeider, landman, klompenmaker, steenovenarbeider, boeren- of bakkersknecht maar ook aardewerker, vlasbewerker, zwingelaar. De welgestelde Rumbekenaren waren boeren of landbouwers op grotere hofsteden, wagenmakers of vlassers, maar dan vooral na 1800. Om te ontsnappen aan de armoede besloot een aantal onder hen, begin van de jaren 1900, te emigreren naar Amerika, en dan vooral naar Canada.
De auteur volgde in het bijzonder het avontuur in 1910 van Camiel Cappelle (1878-1948) die een betere toekomst zocht in Saskatchewan. Hij was er succesvol maar de voorspoedige dood van zijn echtgenote Ida Vangheluwe in 1921, zette hem ertoe aan in 1927 naar België terug te keren, samen met drie van zijn vijf kinderen.
“Pour la petite histoire”, de bekendste Rumbekenaar is ongetwijfeld de wielrenner Odiel Defraeye (°Rumbeke 14-07-1888, +Bierges 20-08-1965). Hij was borstelmaker in Izegem maar meer bekend als eerste Belgische winnaar (in 1912) van de “Tour de France”.
Fons DAS, Paul CALLENS,Luc NEYT, Klapper op de dopen van Aarsele, 1900-1915, 2019
Klapper op de huwelijken van Aarsele, 1900-1915, Klapper op de overlijdens van Aarsele, 1900-1915Familiekunde Vlaanderen regio Tielt (FV-Tielt) streeft ernaar om de moderne parochieregisters van alle parochies van hun werkgebied in kopie of digitaal aan hun bezoekers te kunnen aanbieden. Ten behoeve van de familiekundige klapperde de heer Fons Das de moderne parochieregisters van Aarsele: dopen, huwelijken en overlijdens van 1900 tot 1915 in gezinsfiches. Door een slepende ziekte kon Fons dit werk niet afwerken. Paul Callens en Luc Neyt hebben dan maar aan de hand van zijn computerfiles dit afgewerkt. Onze dank gaat uit naar de familie die de computerfiles van Fons ter beschikking stelde voor verder verwerking.
Deze alfabetische index is een vervolg op het prachtige werk van de heer Frans Neirinck die de parochieregisters van Aarsele: dopen 1609-1795, huwelijken 1627-1795 en overlijdens 1627-1796,nauwkeurig bewerkt in een Excelbestand op naam van de man en de vrouw.
Luc Neyt, Vinderhoute Gaerinckbouck 1730
Het “Gaerinckbouck” begint op kerstavond 1730 en wordt gebruikt tot het einde van de 18de eeuw. Het wordt opgemaakt met de bedoeling de jaarlijkse grondlasten, per gebruiker, vast te leggen. Elke verandering van gebruiker wordt heel nauwkeurig bijgehouden.Hierbij een voorbeeld hoe je de gebruiker van een perceel grond kan volgen vanaf
1730 tot het einde van de 18de eeuw.
Zo lezen we dat mijnheer Marie Charles Burghgrave de Vooght in 1730 belast wordt op twee percelen. Het eerste perceel is “van hem selven” en omvat twee partijen waar een dreef doorloopt naar de “weeaghe” en aan de noordzijde aan het Poekstraatje grenst. Deze twee partijen staan gekend in het landboek van Vinderhoute van 1688 onder het eerste beloop nummer vier met een oppervlakte van 197 roe en is in 1730 getaxeerd op 87 deniers. Hij pacht van Adriaen Allijn een derde van de “langhe meersch” gelegen aan de Gavergracht en in het landboek van 1680 gekend onder het eerste beloop nummer 2 met een oppervlakte van 3 gemet 22 roe en staat in 1730 getaxeerd op 176 deniers. Op kerstavond 1730 staat Marie Charles Burghgrave de Vooght getaxeerd op 263 groten voor een gebruik van 3 gemet 219 roe of een hectare 66 are 23 ca. In 1751 wordt de eigendom van Adriaan Allijn verpacht aan Jacques Slock en blijft alleen nog de taxatie over van de twee partijen. Marie Charles Brughgrave de Vooght laat in 1756 zijn pacht over aan Jan Casar zoon van Jacques. Deze aanvaardt in 1764 een partij “dhulst” van Jan Standaert, gelegen aan het Poekstraatje en gekend onder het eerste beloop nummer 103 en staat getaxeerd op 240 groten voor 599 roe. We zien dan ook dat de gebruiker met kerstdag 1764 getaxeerd staat op 327 groten. Maar de partij “dhulst” wordt in 1782 in gebruik genomen door Augustiaan Dhaenens zoon van Jan, zodat Jan Casar met kerstdag enkel nog getaxeerd wordt op 197 roeden.
Paul Callens, De graven van de gemeentelijke begraafplaats Sleidinge
Het maken van een fotografisch werk over de graven van Sleidinge kwam er na een tip dat er een groot aantal graven zouden weggenomen worden in de loop van het najaar van 2019. Sleidinge is eveneens het dorp waar onze voorzitter, Luc Neyt, het grootste deel van zijn jeugd sleet. Naast de informatie van de begraafplaats heb ik ook, samen met Luc Neyt, een poging gedaan de grafplaten te ontcijferen die ingewerkt zijn in de gevel van de Sint-Joriskerk waar oorspronkelijk het kerkhof lag.De huidige begraafplaats bestaat uit een oud en een nieuw deel telkens voorzien van een strooiweide en urnenmuren. Op het nieuwe deel zijn er eveneens urnengraven.
Momenteel hebben we ruim 60 begraafplaatsen gefotografeerd waaronder alle begraafplaatsen van de 25 gemeenten van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt evenals deze van een aantal aanpalende parochies. Het is opmerkelijk dat een aantal familienamen enkel in Sleidinge voorkomen en niet op de andere tot nu toe gefotografeerde begraafplaatsen.
Op het oude deel van de begraafplaats is een ere perk voor de oud-strijders van 1914-1918 en 1940-1945. Daarnaast vonden we ook nog enkele graven terug die niet op het ere perk liggen, maar ermee in verband kunnen gebracht worden.
Door de omvang van het werk, in totaal 622 bladzijden, zien we ons genoodzaakt dit te publiceren in twee delen. De publicatie bevat: een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de zerk wordt vermeld, evenals deze die op de gedenk- of huldeplaatjes staat, foto’s van heel wat interessante zerken en een alfabetische lijst van alle familie- en plaatsnamen vermeld op de zerken. Beide publicaties zijn digitaal zwart-wit geprint op formaat A4 en afgewerkt met een doorlopende kaft in kleurenprint.
Paul Callens, De huwelijken van Proven 1804-1834
Deze publicatie is een vergelijking tussen de informatie die de pastoor neerschreef in zijn huwelijksregister van 1804-1834 en de Burgerlijke Stand van dezelfde periode. Als grensgemeente ziet men duidelijk dat de grens niet zo gesloten was als men soms zou denken. Mensen huwden met mensen van net, of iets verder, over de grens. Tijdens de Franse overheersing van 1804 tot 1815 lijkt dat nogal logisch. De informatie die de afkomst geeft van de ouders van de partners geeft eveneens aan dat families langs weerszijden van de huidige grens soms meer contacten onderhielden met elkaar dan met mensen wat verderop in het Vlaamse binnenland. Frans-Vlaanderen leverde daar meer voorouders op bij West-Vlaamse families dan bijvoorbeeld Antwerpen en Limburg.Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Ruiselede
Frans transcribeerde de buitenpoorters van Ruiselede en is gestart met van elk rechtsgebied of gemeente van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt de buitenpoorters van Kortrijk op te zoeken.De auteur hoopt heel wat vorsers van dienst te zijn met deze nieuwe bron die de periode 1398-1792 duidelijk in de kijker stelt.
Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Poeke
Frans transcribeerde de buitenpoorters van Poeke en is gestart met van elk rechtsgebied of gemeente van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt de buitenpoorters van Kortrijk op te zoeken.De auteur hoopt heel wat vorsers van dienst te zijn met deze nieuwe bron die de periode 1398-1792 duidelijk in de kijker stelt.Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Kanegem
Frans transcribeerde de buitenpoorters van Kanegem en is gestart met van elk rechtsgebied of gemeente van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt de buitenpoorters van Kortrijk op te zoeken.De auteur hoopt heel wat vorsers van dienst te zijn met deze nieuwe bron die de periode 1398-1792 duidelijk in de kijker stelt.Paul CALLENS, De graven van het gemeentelijk kerkhof Beernem
In 2009 beseft Paul Callens dat er binnen het werkgebied van FV regio Tielt her en der zerken op kerkhoven en begraafplaatsen verdwijnen. Dit is de aanleiding om de 25 begraafplaatsen van ons werkgebied in kaart te brengen en elk graf met bijhorende zerk een uniek nummer te geven dat op elke kaart en bij de bespreking van het graf wordt vermeld. Intussen werd dit uitgebreid naar de kerkhoven en begraafplaatsen buiten ons werkgebied. Door ook deze begraafplaatsen op te nemen in onze inventaris krijgen we een beter zicht op de familienamen in de streek en de plaatselijke gebruiken.Paul CALLENS Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de mensen
In 2000 start Paul Callens met de eerste publicatie over bidprentjes van Belgen die emigreerden naar Amerika. Vijf jaar later publiceert Paul heet XIVe deel in de reeks Death Memorial Cards. In de periode 2006-2016 houdt Paul zich vooral bezig met opzoeken van informatie die op een of andere manier iets te maken heeft met de emigratie naar Amerika. Sinds 2017 wordt op regelmatige basis de infor-matie samengevat om verwanten en streekgenoten terug te vinden in Amerika. Dank aan Mary De Cloet-Spriet die ons heel wat krantenknipsels heeft bezorgd en Valentijn Mariman die op regelmatige basis scans bezorgt van mensen die in Amerika geboren zijn en in ons land overleden.Jan CALLENS, De geschiedenis van de familie Callin tot Callens van 1300 tot 1650
Het doel van deze studie is een vervolg brengen aan eerdere werken, die allemaal aan elkaar gelinkt worden in één grote stam (!), van diverse auteurs, alsook een uitgebreid overzicht te geven van alle families Callens voor 1650.Quasi alle Callens blijken hun roots te hebben in de parochies Bellegem, Zwevegem en Kortrijk buiten. Vermoedelijk is de familienaam, een metroniem van Calle, de vleivorm van Catharina, het eerst gebruikt in Kortrijk zelf, maar de hoogste concentratie naamdragers is einde 14de en begin 15de eeuw in Bellegem te vinden. De familienaam verspreidde zich pas echt van Zuid-West-Vlaanderen in noordelijke richting vanaf het begin van de 17de eeuw. Zeven eeuwen na de eerste naamdragers is de regio rond Kortrijk nog altijd de grootste pool van de familienaam. De familienaam is geëvolueerd van Callin en zijn genitief Callins naar Callen en het huidige Callens gedurende de periode 1300 tot 1650.
Eén echte stamvader is er niet aan te duiden want er was in de 14de eeuw al een zekere verspreiding van de familienaam en de verbanden tussen hen zijn niet te leggen. Vanaf het begin van de 15de eeuw konden wel vele gezinnen gekoppeld worden tot uitgebreide genealogieën in de kasselrijen Kortrijk en Oudenaarde. In deze studie wordt aangetoond dat zeker twee derden van de Callens uit de bestudeerde periode van één en dezelfde stamvader afstammen.
Van de 15de tot begin 17de eeuw behoorden vele Callens tot de sociale middenklasse en hebben in die hoedanigheid mee hun stempel gedrukt op de lokale geschiedenis. Hun beroep was voornamelijk landbouwer of een aanverwante activiteit.
Zoals in alle families waren er uitblinkers, avonturiers en personen die, al dan niet door hun eigen toedoen, aan lager wal geraakten. Die diversiteit maakt nu net een familiegeschiedenis boeiend. De personen die zich het best konden aanpassen in de soms erg moeilijke en woelige tijden hebben intussen voor een groot nageslacht gezorgd dat zich heeft verspreid over de hele wereld.
Het werk is een echte familiegeschiedenis geworden, die op basis van een breder perspectief en meer diepgang, een stamboom, met voornamelijk namen en data, kwalitatief overstijgt. Een stamboom met enkel namen en data is niet verkeerd, maar het geeft de genealoog bij het zoeken en de lezer naderhand zoveel meer plezier en inzichten over de ware voorgeschiedenis van zijn voorzaten, als er wat vlees aan het skelet hangt. Dan pas kan je je inleven in de levensomstandigheden van vroeger: de gezondheid, het geloof en bijgeloof, de beroepsactiviteiten, hoe de mensen rampen ondergingen, zoals een mislukte oogst, natuurgeweld, besmettelijke ziektes, verblijvende of doortrekkende legers, armoede… In dit werk werd gekozen om een zo objectief mogelijke kijk te geven op het familiaal, sociaal en economisch leven van onze voorouders gedurende enkele eeuwen door interessante delen van originele teksten in de taal van toen op te nemen. Het bijwijlen sappige taalgebruik maakt immers ook deel uit van onze voorhistorie en erfgoed. De bronvermelding is opgenomen in voetnoten en kan voor collega’s genealogen een leidraad zijn waar en welke gegevens nog kunnen gevonden worden in hun eigen zoektocht naar verwanten. Een namenregister op Callens en de partners sluit het werk af.
DNA-onderzoek, kunnen in de toekomst wellicht nog aantonen of verschillende takken al of niet verwant zijn. Dat de veruit grootste tak Callens behoort tot de in België zeer zeldzame haplogroep Q biedt daarin zeker perspectieven en heeft nu al gezorgd dat links konden worden gereconstrueerd die anders niet te achterhalen waren gepassioneerde genealogen.
Luc NEYT, Erfgoeddag maakt school, Kleur in didactische schoolwandplaten
De erfgoeddag in 2006 stond in het teken van het roerend erfgoed met als deelaspect kleur in de didactische schoolwandplaten. FV regio Tielt bezit een prachtige reeks wand- en rolplaten die ze verkregen van de vzw Vrije Basisschool ’t Nieuwland. Al deze platen zijn digitaal gefotografeerd, bewerkt en opgenomen in een PowerPoint. Het thema van de erfgoeddag in 2022 luidt “ERFGOEDDAG MAAKT SCHOOL”. Dit is een moment om de wand- en rolplaten in de kijker te plaatsen. De publicatie bevat niet minder dan 500 kleurfoto’s van diverse onderwerpen: Oud en Nieuw testament, Vaderlandse en Bijbelse geschiedenis, kerkelijk jaar, beroepen, nijverheid, dieren, vruchten, wiskunde, taal, vertelplaten voor kleuters en linnen rolkaarten.Paul CALLENS, De graven van Lovendegem
Voor de begraafplaats in Lovendegem gebeurde de opname van de informatie tussen oktober 2021 en maart 2022. Bij het eerste bezoek blijkt dat er een groot aantal graven op het punt staan te verdwijnen. Deze zijn nog wel in dit werk opgenomen.De begraafplaats bestaat uit een relatief oud gedeelte (zones A & B) met merkwaardige zerken die toch zouden moeten kunnen behouden blijven. Toen eeuwige vergunningen nog bestonden staken families soms veel geld in een grafmonument van dierbaren en deze getuigen van het verleden verdienen eeuwige aandacht. Naast de informatie van de begraafplaats werd ook een poging gedaan de grafplaten die zich in de kerkmuren bevinden te transcriberen. De publicatie sluit af met een namenindex.
Paul CALLENS, De graven van Sint-Joris-ten-Distel
Voor Sint-Joris-ten-Distel brachten wij in 2018 een publicatie uit van de huidige begraafplaats. Het oude kerkhof rond de kerk bewerkten wij nu voor de volledigheid. Kerkhoven blijven een waardevol element in het erfgoed van onze streek. Zoals in de vorige publicaties in deze reeks is de informatie van op de zerken beschreven, samen met de teksten die voorkomen op de plaatjes die familieleden soms laten aanbrengen.In de uitgave van Sint-Joris-ten-Distel zijn ook de grafplaten die ingewerkt zijn in de muren van de kerk opgenomen. In Hansbeke aan de kerk werden eveneens wat graf- en herdenkingsplaten vermeld en opgenomen in de publicatie.Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Aarsele
Frans Neirinck heeft de BUITENPOORTERS VAN AARSELE alfabetisch genoteerd. Hoe werd men POORTER of BUITENPOORTER? Om een antwoord op deze vraag te lezen, moet men de costumen of het gewoonterecht kennen van de stad of gemeente. Het poorterschap was erfelijk, je was poorter of buitenpoorter omdat je ouders, één of beiden, poorter of buiten-poorter was. Je kon ook poorter worden door huwelijk en men kon het poorterschap kopen. Wat was nu de reden om POORTER of BUITENPOORTER te worden. Poorters bezaten allerlei voorrechten: ze konden bepaalde ambten uitoefenen, werden vrijgesteld van bepaalde belastingen of tollen en bezaten op rechtsgebied een bijzondere bescherming. Zowel een poorter als buitenpoorter was vrijgesteld van “het beste hoofd”. Dit betekende dat de heer van zijn cijnshouder het beste stuk uit de nalatenschap niet kon opeisen. Dit zette veel plattelandslieden ertoe aan om het buitenpoorterschap te verwerven. Buitenpoorters waren ook vrijgesteld van de issuwe of de belasting geheven als een vreemdeling huizen en erven verkochtJules Blondeel, Op zoek naar goud in Canada en de Verenigde Staten
In 2000 publiceerde Paul Callens een kort artikel in Onze Voorouders met informatie die bevestigt dat Jules Blondeel naar goud zocht in Yukon, Canada.In 2019 komt Paul op het spoor van het graf van Jules Blondeel. Uiteindelijk komt hij in contact met een zekere Janet Richardson, die onderzoek doet naar de personen die begraven liggen op dezelfde begraafplaats als Jules. Bij de begraafplaats staat een gedenkplaat voor goudzoekers die in de omgeving overleden. Jules is een van de personen op deze gedenkplaat.
De vader van Janet Richardson en andere familieleden krijgen uit het erfdeel van Jules Blondeel een bepaalde som geld. We vinden twee bronnen die bevestigen dat de moeder, de broers en zussen van Jules geld krijgen uit de erfenis. Het dossier is deels opgemaakt in Alaska, waar Jules stierf, en deels in Manitoba waar hij een tijdje woonde. Jules stierf ten gevolge van een arbeidsongeval.
Plaatsen als Dawson, Yukon en Fairbanks, Alaska groeiden tijdens de goudvondsten explosief, maar eens men geen goud meer kon vinden, trokken de meeste goudzoekers terug weg en bleef maar een kleine groep over. Soms was er meer geld te verdienen met verkoop van levensmiddelen en plezier dan met het vinden van goud…
Naast de informatie die Paul in deze publicatie over Jules samenbrengt, heeft hij ook aandacht voor de locaties waar Jules voorbijkwam en voor inwijkelingen die eveneens uit onze streek komen en die naar de goudvelden trokken.
Enkele namen van mensen en plaatsen die voor komen in dit werk: Demarcke (Geluwe), Van Haverbeke (Passendale), Verscheure (Quesnoy-sur-Deule), Boone (Zwevezele), Bossuyt (Moorslede, Passendale, Rumbeke), Buydens (Everbeek), De Buck (Merendree), De Craene (Heule), Defoort (Moorslede), Nuyten (Moorslede), Taillieu (Wingene), Vandecaveye (Wervik), Vanwalleghem (Wingene), Anseeuw (Ruiselede), Verhaeghe (Moorslede), Wynant (Mere), Demeurisse (Marke met voorouders in Egem, Ardooie & Wakken), Van Raes (Kortemark), Leenknecht (Lendelede), Van Hooland (Nederbrakel), De Wilde (Zarren), Gistelinck (Moorsele), Lamote (Staden), Minne (Schuiferskapelle), Robinson (= Robbesijn, Heule), Verhaeghe (Heule)….
Paul CALLENS, De graven van Bachte-Maria-Leerne
Een aantal kleinere parochies komen in dit geheel aan bod. Het feit dat in oktober 2021 terug een aantal zerken van vervallen concessies werden weggenomen, maakt dat deze publicaties net op tijd nog de situatie zomer-herfst 2021 konden vastleggen. Zerken die verdwijnen na vijftien jaar maken dat elk jaar een aantal historische items verdwijnen waarvoor er meestal niet te veel aandacht is.Delen aantal blz.
De graven van Bachte 100 blz.
De graven van Sint-Martens-Leerne 50 blz.
De graven van Bachte-Maria-Leerne 86 blz.
De graven van Vosselare 56 blz.
De graven van Landegem 180 blz.
De graven van Nevele (begraafplaats) 188 blz.
De graven van Merendree 132 blz.
Zoals in de vorige publicaties in deze reeks is de informatie vanop de zerken genoteerd samen met de teksten die voorkomen op de plaatjes die familieleden soms laten aanbrengen.
Met heel wat afbeeldingen, ruwweg een per bladzijde, krijgt men een overzicht van de verschillende types zerken. Alle fotos zijn raadpleegbaar op de computer in ons documentatiecentrum familiekunde Vlaanderen regio Tielt, tijdens de normale bezoekuren of na afspraak.
Elke publicatie sluit af met een namenlijst op de familienamen.
Chris FOLENS, Markegemse emigranten
In de publicatie over de Markegemse emigranten wordt het emigratieverhaal per familie samengebracht. Tientallen Markegemse families verlieten tussenca 1850 en 1950 hun dorp om te emigreren. Voor sommigen was dit een definitief afscheid,
anderen keerden terug. Vele Markegemnaren schreven in hun nieuw thuisland een succesverhaal, maar bij enkelen liep het zelfs fataal af. Er werd heel veel zorg besteed aan het controleren en aftoetsen van de informatie die niet uit een primaire bron kwam. Tot slot krijg je in bijlage overzichten van de emigratie in volgorde van chronologie van vertrek en
alfabetisch per familie en per eerste bestemming in het buitenland, wat aan deze publicatie een meerwaarde bezorgt.
Denise LATRÉMOUILLE, Edouard Simays (1826-1897) Succès et Misère d un immigré Belge
Dit boek doet terugdenken aan die talrijke Vlamingen die in de 19de en 20ste eeuw de grote plas zijn overgestoken om in Noord-Amerika een betere toekomst op te bouwen. Dit emigratiegebeuren is voor Vlaanderen historisch en sociologisch zeer belangrijk. .Deze biografie toont ook aan dat een eenvoudig iemand van gewone komaf het ver kan schoppen. Dit boeiende levensverhaal van Edouard Simays leest zeer vlot en het valt daarbij op dat hij een zeer veelzijdig persoon was, van vele markten thuis, wat zich dan ook uit in zijn vele carrièrewendingen. Maar het illustreert ook dat in een mensenleven niet alles op wieltjes loopt. Zoals voor hem het geval was, kan het levenspad immers gekruist worden door vele hindernissen en tegenslagen. Het doorzettingsvermogen waarvan Simays blijk gaf, was nodig om na iedere beproeving en tegenslag weer recht te staan en onvermoeid door te gaan om nieuwe paden te bewandelen.
Deze uitgeweken Wakkense zoon heeft carrière gemaakt o.a als immigratieagent en ook als lokale politicus, burgemeester en schepen.
Denise Latrémouille leert ons het hoofdpersonage beter kennen in al zijn diverse aspecten.
Paul CALLENS, Pittem Kiezers 1932-1988, deel I: Wie waren zij? Waar woonden zij? Statistieken, woonplaatsen
Naast de informatie over de overleden kiezers 1932 1946 1969 van bestudeerde periode bevat de uitgave een poging tot samenstelling van de kaart van de gemeente Pittem door de jaren heen. Vanaf 1960 ging men over op het gebruik van straatnamen in plaats van de indeling: centrum en de vier secties. Bepaalde huizen kregen in de loop der jaren een andere straatnaam wegens aanpassingen, vooral door aanleg van de ringweg of door het afsluiten van spoorwegovergangen. Nieuwe straten kwamen er bij, maar deze zijn niet opgenomen in deze publicatie tenzij deze delen van een vroegere straat opslorpten. Door de fusie met Egem kregen een aantal straten een nieuwe naam of ging men ook over tot een aangepaste spelling van de oude straatnaam.Er is eveneens een analyse gemaakt van de informatie over familienamen, voornamen, beroepen, geboorteplaatsen etc. voor de lijst van de kiezers van 1932 1946 1969 en 1988.
Bij de kiezers is telkens, voor zover als mogelijk, de naam van de ouders opgezocht, de overlijdensplaats en datum, de partner of andere informatie. De publicatie geeft een beeld van de relativiteit van de informatie. Verschillende schrijfwijzen van de namen en fouten zijn duidelijk terug te vinden. We stelden vast dat mensen die al jaren in het buitenland vertoefden of al overleden waren nog in de lijst van de kiezers voor kwamen. Enkel de overleden kiezers uit de lijst tot 1969 komen in detail voor.
Het geheel is voorzien van fotomateriaal uit het eigen archief. De fotos van huizen zijn gemaakt vanaf het openbaar domein en op verschillende tijdstippen. Door het feit dat we in het verleden, voor het opruimen van begraafplaatsen, in de streek heel wat fotos maakten, konden we deze gebruiken van gewone mensen wiens graf met foto verdwenen is. Fotos op doodsprentjes uit eigen collectie en uit deze van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt waren eveneens een bron. Zo een 1000 fotos komen in dit werk voor.
Frans NEIRINCK, Aarsele, Status Animarum 1629-1640-1642-1650-1669
Auteur Frans Neirinck, geboren Aarselenaar en zoon van heemkundige-onderwijzer Joseph Neirinck (1915-2003), werd de interesse voor de geschiedenis van Aarsele en de Aarselenaars met de paplepel ingegeven. In 1988 publiceerde vader en zoon “Het dialect van Aarsele”. Na een rustperiode transcribeerde Frans in 2016 de huwelijksregisters en in 2018 sloot hij het prachtige werk af eerst met de doopregisters (1609-1795) alfabetisch opgemaakt in drie delen en tot slot de overlijdensregisters 1627-1796.Nu komt er nog een bron van informatie bij, nl. de Status Animarum. Dit zijn lijsten opgemaakt door de pastoor, waarin de wijken van de parochie worden opgesomd, met de vermelding van de gezinnen en huishoudens die er woonden. Per gezinslid of andere bewoner (knecht, meid, …) van elk huis werden er gegevens zoals leeftijd en burgerlijke stand vermeld, alsook de vermelding als die mensen communicant en/of gevormd waren. De bedoeling van de verplichting die de kerkelijke overheden aan de pastoors oplegden, om een Status Animarum op te maken, was duidelijk: de controle op de katholieke bevolking verhogen en de aard van het geloof van de parochianen beter kennen. Zo konden via de Status Animarum eventuele ketters of gereformeerden opgespoord worden. De opmaak van zo een Status Animarum vroeg van de pastoors heel wat werk en vele pastoors zagen dit niet zitten. De pastoors van Aarsele zijn hierop een uitzondering: in 1629 maakte pastoor Alexander Schoorman de eerste Status Animarum op, in 1640-1642 en 1650 was dit het werk van pastoor Adrianus Van Symay en in 1669 nam pastoor Guillelmus Stapel het werk van zijn voorgangers over.
SILVERSMET Theo, Rita VAN HERREWEGE, Wie woonde waar in Ruiselede 15e - 18e eeuw
Theo Silversmet publiceert tussen 1988 en 1992 niet minder dan 17 werken over Ruiselede onder de titel “Verzameld archief Ruiselede”. In 1982 is dit in samenwerking met de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde Afdeling Brugge en vanaf 1988 met het West-Vlaams Genootschap voor Familie en Wapenkunde i.s.m. de Heemkundige Kring “Oud Ruysselede”. De laatste publicatie inventariseert de “Wezerij van Ruiselede van 1402 tot 1702”.Mevrouw Rita Van Herreweghe heeft een bewerking gemaakt, aan de hand van de notities op kettingpapier die ze van Theo heeft gekregen en de boeken van het “Verzameld archief Ruiselede”. Dit degelijk en zeer eenvoudig te raadplegen werk telt 356 bladzijden in een pdf bestand en is doorzoekbaar. Het hoofddoel van deze nieuwe digitale publicatie is te weten “Wie waar woonde in Ruiselede tijdens de 15e tot 18e eeuw”.
Luc NEYT, Denombrementen heerlijkheid Vinderhoute: 1469-1481, 1548-1552 en 1615-1725
De inhoud van deze publicatie sluit aan bij het werk van Willy Stevens die in 2013 verscheen “Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw”. Hij baseert zich op de toegang op het archief van de Rekenkamer, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, Leenhof van Dendermonde tot 1473. “Vinderhoute denombrementen” beschrijft in drie documenten het verdere verloop van de leenverheffingen en de denombrementen uitgaande van de heerlijkheid Vinderhoute-Merendree-Belseke. We starten met de leenverheffingen te Vinderhoute van 1469 en 1481. Aansluitend transcribeerden we het leenhof van Vinderhoute-Merendree in de periode 1548-1552 en tot slot geven we aanvullende informatie over de denombrementen van het leenhof van Vinderhoute in de periode 1615-1725.Vinderhoute kent vanaf zijn eerste vermelding in 966 verschillende opeenvolgende gezagdragers van de heerlijkheid. Zo kennen we achtereenvolgens: Willem de Venderhod, Raas V van Gaver, de familie Laval, Jean de Poissy, Jean de Laval, Jacques van Luxemburg die het verkocht aan Lieven van Pottelsberghe.
Vier van zijn vijf kinderen overlijden voor hun vader. Zijn zoon Frans wordt in 1544 Hoogbaljuw van het leenhof van Dendermonde, maar overlijdt, in datzelfde jaar, kinderloos en wordt Jan Wouters, licentiaat in de rechten en raadsheer van de keizer in de Raad van Vlaanderen, als erfopvolger aangeduid. Zo komen de 16 lenen, gelegen te Vinderhoute, onder zijn beheer. Tot de heerlijkheid Vinderhoute - Merendree Belsele behoort een “notable hof van mannen van leen” het leenhof van Vinderhoute. Zij beheren 35 lenen “te vullen relieve” en twee lenen “ten halfven relieve”. Daarnaast beheert dit leenhof 44 lenen “ter beste vrome van drien”. Deze lenen stonden te koop tegen de waarde van de beste opbrengst van één van de drie volgende jaren. Al deze lenen zijn gelegen in het Graafschap Belzele en 14 te Merendree. Maar ook liggen er 5 lenen in Landegem, 14 in Vlaanderen met in de prochie Vinderhoute 16 achterlenen, 11 te Evergem in Hansbeke, 6 in Zomergem, 5 in Oostwinkel, drie in Tielt en telkens één in Assenede, Drongen, Ertvelde, Heusden, Mariakerke, Pittem, Ruiselede, Waarschoot, Wachtebeke, Winkel, Wontergem en Zaffelare. In Ertvelde bezit de heer van Vinderhoute het leenhof “Immentuin” met 14 lenen gelegen in Ertvelde, Assenede, Winkele, Bassevelde, Zomergem en Zelzate. Elk “immenthinne” is 200 roe groot en betaalt jaarlijks aan de heer vier schellingen parisis.
Luc NEYT, Vinderhoute Landboek 1629-1688
In 1629 krijgt Jan Vande Velde, gheswooren landtmeter” van burgemeester en schepenen van Vinderhoute de opdracht het grondgebied Vinderhoute met de landen, bossen, meersen, boomgaarden, waterlopen, straten, huizen enz. grondig te beschrijven.Vande Velde verdeelt Vinderhoute in zes wijken of belopen en binnen elk beloop krijgt ieder perceel een vast nummer dat later zal dienen voor de opmaak van de Popp kaart en het kadaster. Van elk perceel, binnen een beloop, wordt de grootte, de belastbare oppervlakte en het bodemgebruik vastgelegd. Ook wordt de eigenaar, de eigenaar-gebruiker of de pachter genoteerd. In 1688 wordt dit landboek aangepast met dien verstande dat de grootte en de prijs van elk perceel behouden blijft en de verandering enkel bestaat in de beschrijving van de “nieuwe canten en abouten” en de tegenwoordige eigenaars en gebruikers. Dit alles komt tot stand met de nodige mondelinge overleving van de “auderlijnghen” die op elk beloop wonen. Alle veranderingen worden in maart en april nauwkeurig genoteerd onder het toeziend oog van baljuw Jacques de Broux, burgemeester Lieven Dobbelare en schepenen Lieven Bundervoet en Joos de Grave.
Na 1688 wordt, bij verkoop of erfenis van een perceel, boven de beschrijving van het perceel de nieuwe eigenaar en in de kantlijn de nieuw gebruiker (pachter) vermeld. Vanaf 1730 worden de grondlasten bijgehouden in het “Gaerinckbouck” of prijsboek, dat steunt op het nummer van het beloop met het bijhorend perceel nummer. Met kerstdag 1742 noteert de griffier de nieuwe grondgebruiker (eigenaar of pachter). In 1797 wordt, enkel bij de percelen van het zesde beloop, de toenmalige gebruiker vermeld. De publicatie sluit af met een doorlopende lijst op familienamen, toponiemen, gemeenten, bodemgebruik en trefwoorden.
Claude MOORS, Liber Manualis I (1627-1639) van Tieltse deken Jan De Mol
Op 26 november 1657 overleed Jan de Mol, deken van Tielt sedert september 1616. In het stadsarchief van Tielt (SAT) en in het decanaal archief van Tielt (DAT) bevinden zich heel wat documenten van zijn hand. Zijn handboek in twee volumes (DAT 114 en DAT 115) wordt bewaard in het archief van de Tieltse dekenij. Voor de familiekundige en heemkundige is dit een ware bron voor opzoekingen. Zoals blijkt uit hethandboek, hield de Mol zich ook bezig met zaken buiten het strikt kerkelijke. Het boek vormt een mooie aanwinst naast andere reeds gepubliceerde historische bronnen uit deze periode voor Tielt: Stadsrekeningen, poortersboeken, wezerij 17e eeuw en het landboek uit 1635.
Op aandringen van deken de Mol vestigden de paters recollecten zich in 1624 in Tielt. De pest en de Tachtig- en Dertigjarige oorlogen laten in Tielt veel sporen na. Komen verder o.a. aan bod: een groot deel over de verpachting van de tienden, de grauwzusters, het hospitaal, heel wat
begrafenissen, kapelrijen, distributie, pointingen, huwelijkscontracten, dispensaties, regelingen van sterfhuizen, uitgaven voor herstellingen, aankoop van levensmiddelen, beursstudenten, aanstelling van nieuwe pastoors, aanstelling van zijn meiden en knechten, uitgaven voor de kerk, heropbouw van kerken, onderhandelingen met militairen, enz.
Persoonlijke aangelegenheden van deken de Mol komen geregeld aan bod zoals zijn huizen en erven, zijn brouwerij, zijn inboedel, zijn
familie, uitgaven voor eigen kledij, schoeisel en medicamenten, aankoop van zijn achtereenvolgende paarden.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika de mensen
In 2005 gaven wij het XIVe deel uit in de reeks “Death Memorial Cards”. In de periode 2006 tot 2016 hielden we ons vooral bezig met opzoeken van informatie die op een of andere manier iets te maken had met de emigratie naar Amerika. Ondertussen kregen wij van onze contactpersonen in Amerika en België regelmatig bijkomende informatie van overleden landgenoten en hun nakomelingen. Stilaan begonnen de krantenknipsels de overhand te halen op de bidprentjes en dekte de titel Death Memorial Cards niet volledig meer de lading. We kozen dan voor de titel van de vervolgreeks “Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de Mensen”.Paul CALLENS, De graven van Vinderhoute
Voor de begraafplaats van Vinderhoute zijn in deze publicatie fotos opgenomen met een symbolische waarde. De selectie gebeurde willekeurig, behalve voor enkele unieke zerken. Wat opvalt op deze begraafplaats is het groot aantal graven van geestelijken, ook van buiten de gemeente. Heel wat van deze zerken hebben dan ook bijna identieke kruisen.De namenlijst maakt het mogelijk personen, plaatsen, functies en dergelijke terug te vinden voor zover de informatie aanwezig is op de zerk. We hebben ons vooral gericht op de informatie die van belang is voor de familiekundige.
De publicatie bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken en een alfabetische lijst van alle familie- en plaatsnamen vermeld op de zerken.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in Rumbeke
Met het doel de naam Cappelle en varianten op te zoeken in heel het arrondissement Roeselare en aangrenzende gemeenten, opzet dat in 1977 is gestart, is de auteur Etienne Cappelle in Rumbeke beland. In de meer dan 500 bladzijden van het boek heeft hij alle naamgenoten genoteerd die ofwel geboren, gehuwd, gewoond en/of overleden zijn in Rumbeke tijdens de periode van 1600 tot zeker na 1900.De voornaamste bronnen zijn geweest de parochieregisters en de burgerstand. Waar mogelijk heeft de auteur andere bronnen aangeboord zoals Vlaamse Stam, heemkundige tijdschriften van West-Vlaamse verenigingen, andere genealogische naslagwerken, meer speciaal de uitgaven van Familiekunde Vlaanderen Regio Mandel-Leie, Brugge en Tielt. Enkele interviews van naamgenoten gaven bovendien een bijzonder persoonlijk cachet aan de verhalen die door overlevering tot bij ons bekend zijn geraakt.
De meeste Cappelles (en varianten) van Rumbeke waren arm, met beroepen voor man en vrouw als wever, spinner, dagloner, fabrieksarbeider, landman, klompenmaker, steenovenarbeider, boeren- of bakkersknecht maar ook aardewerker, vlasbewerker, zwingelaar. De welgestelde Rumbekenaren waren boeren of landbouwers op grotere hofsteden, wagenmakers of vlassers, maar dan vooral na 1800. Om te ontsnappen aan de armoede besloot een aantal onder hen, begin van de jaren 1900, te emigreren naar Amerika, en dan vooral naar Canada.
De auteur volgde in het bijzonder het avontuur in 1910 van Camiel Cappelle (1878-1948) die een betere toekomst zocht in Saskatchewan. Hij was er succesvol maar de voorspoedige dood van zijn echtgenote Ida Vangheluwe in 1921, zette hem ertoe aan in 1927 naar België terug te keren, samen met drie van zijn vijf kinderen.
Frans NEIRINCK, Parochieregisters Aarsele overlijdens 1627-1796
De publicatie van de overlijdens van Aarsele start halfweg oktober 1627 om te eindigen eind december 1796. In die periode overlijden in Aarsele 6.859 kinderen en volwassenen. De enige overlijdens die ontbreken zijn die van de kinderen (niet-communicanten) tussen 8 juni 1768 en 5 januari 1776. De overlijdens van de kinderen worden tot januari 1796 en deze van de volwassenen tot augustus 1796 nauwkeurig door de pastoor bijgehouden.Naast de familienaam, die in deze publicatie alfabetisch wordt opgenomen, wordt ook de voornaam, de overlijdens- en de begrafenisdatum vermeld. Als de naam van de vader en de moeder van de overledene gekend zijn, worden deze vermeld. In de kolom “naam echtgeno(o)t(e)” wordt de naam van de persoon genoteerd. Belangrijk is ook de leeftijd bij het overlijden en de bladzijde waar de akte kan teruggevonden worden in het origineel register.
De kolom opmerkingen bevat allerlei interessante informatie over de overledene zoals de plaats van begraving in de kerk, als het hier gaat over een weduwe of weduwnaar, als het kind overlijdt direct na het dopen, de afkomst of geboorteplaats en de oorzaak van overlijden. Bij enkele staat vermeld verdronken en van december 1647 tot mei 1648 overlijden 33 personen waarvan 17 of 51,5% aan de pest. In 1794 sterven 21 personen van de 54 of 38,9% aan de dysenterie of besmettelijke darmontsteking (buikloop). Iemand die in Aarsele overlijdt en er niet woont, wordt genoteerd als zwerver en wie niet over de financiële middelen beschikt wordt als arm bestempeld. Sommige tweelingen sterven kort na hun geboorte en in bepaalde gevallen wordt de moeder bijgestaan door een vroedvrouw.
André BRAET, Penningcohieren Wakken
In de reeks Penningkohieren zijn nu de lijsten van WAKKEN integraal getranscribeerd door André Braet. Deze uitgave telt 84 paginas en behandelt ook het dagelijks leven aldaar in de 16de eeuw met de voorname heren van Wakken en andere personen met aanzien. Ook de landbouwexploitatie en machtsverhoudingen aldaar worden toegelicht. Het werk wordt afgesloten met een alfabetische lijst van personen en toponiemen.Een onmisbaar instrument voor familiekundigen met plaatselijks roots, in het bijzonder voor de families Biebuuck, De Haevelooze, De Hondt, De Smet, De Volder(e), van Aelst, Vanderbeke(n), Vanderbrugghe, Vandenheede en Vanhee die er goed ingeburgerd waren.
Frans NEYRINCK, Parochieregisters huwelijken Aarsele
Slechts ongeveer één jaar had Frans nodig om de 2.300 huwelijksakten en de zowat 1.500 ondertrouwakten te ontcijferen, te transcriberen en samen te vatten in een Excelbestand waarin alle gegevens van de akten in vermeld worden. Om naderhand geen afzonderlijke alfabetische lijst op naam van de vrouw aan het bestand toe te voegen, werden alle akten tweemaal ingevoerd eens op naam van de man en eens op naam van de vrouw. In de eerste kolom van het Excelbestand staat Partner 1 en in de tweede kolom Partner 2. In de daaropvolgende kolom wordt de huwelijksdatum vermeld, te beginnen met het jaar, gevolgd door het cijfer van de maand en het cijfer van de dag. Daarbij aansluitend wordt de datum van de ondertrouw genoteerd gevolgd door de namen van de getuigen. Een (x) vóór de naam van de getuigen betekent dat dit de getuigen zijn van de ondertrouw. Om de huwelijksakte terug te vinden in het origineel huwelijksregister wordt van elke akte de bladzijde vermeld. Opmerkelijk is dat alle bladzijden van de tien boeken doorlopend genummerd zijn. De laatste kolom ‘bemerkingen’ bevat heel interessante gegevens die iets meer vertellen over de bruid en/of de bruidegom en de getuigen. Dat dit werk voor elke familiekundige die met zijn roots in Aarsele belandt zeer bruikbaar en interessant is, mag hier nog wel een heel sterk benadrukt worden. De auteur levert hier een enorme efficiënte, praktische en vlug raadpleegbare bijdrage, want zowel de bruiden als de bruidegoms staan door elkaar alfabetisch.Paul CALLENS, De graven van Hertsberge
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering. Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Paul CALLENS, De graven van Hulste
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering. Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel IX: A-D
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met ‘Bronnen’ ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel X: E-Q
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel XI: R-Z
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel XII, zoekboek
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika Bronnen deel VIII
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika Bronnen deel IX
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika Bronnen deel X
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013 stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, De graven van Knesselare
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Met deze willen we de inventaris van de begraafplaats in KNESSELARE aanbieden.Het boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de zerk wordt vermeld, fotos van heel wat interessante zerken en een alfabetische lijst van alle familienamen die op de zerken worden vermeld. Uitgegeven op formaat A4 in digitale zwart-wit print en afgewerkt met een doorlopende kaft in kleurenprint.
Paul CALLENS, De graven van Sint-Maria-Aalter
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook “kerkhof” genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente. Gezien regelmatig grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.Dit resulteert in twee nieuwe uitgaven: de inventaris van de begraafplaats in Beveren-Roeselare en Sint-Maria-Aalter.
Elk boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de zerk wordt vermeld, fotos van heel wat interessante zerken en een alfabetische lijst van alle familienamen die op de zerken worden vermeld. De boeken zijn digitaal zwart-wit geprint op formaat A4 en afgewerkt met een gekleurde doorlopende kaft.
Paul CALLENS, De graven van Olsene Nieuw Hamstraat
Als vervolg op onze eerdere uitgaven dit jaar kunnen we U volgende twee nieuwe uitgaven aankondigen. De graven Olsene oud en De graven van Olsene nieuw.De oude begraafplaats heeft een paar opmerkelijke graven van belangrijke families en een aantal graven van Fransen die gestorven zijn voor het vaderland. Tevens is er een graf van een soldaat van het Britse Gemenebest en een aandenken voor de oorlogsslachtoffers van Olsene. De oude begraafplaats is nog volledig in steenslag en heeft geen strooiweide, urnenmuren en urnengraven.
De nieuwe begraafplaats is een oase van groen en oogt modern. Hier is er wel een strooiweide en zijn er urnenmuren en urnengraven.
Bij het opmaken van de inventaris waren er nogal wat aanduidingen van graven die binnenkort zullen weggenomen worden. Het fotoarchief is dus een momentopname die zeker op tijd komt.
Paul CALLENS, De graven van Olsene Oud Kerkstraat
Als vervolg op onze eerdere uitgaven dit jaar kunnen we U volgende twee nieuwe uitgaven aankondigen. De graven Olsene oud en De graven van Olsene nieuw.De oude begraafplaats heeft een paar opmerkelijke graven van belangrijke families en een aantal graven van Fransen die gestorven zijn voor het vaderland. Tevens is er een graf van een soldaat van het Britse Gemenebest en een aandenken voor de oorlogsslachtoffers van Olsene. De oude begraafplaats is nog volledig in steenslag en heeft geen strooiweide, urnenmuren en urnengraven.
De nieuwe begraafplaats is een oase van groen en oogt modern. Hier is er wel een strooiweide en zijn er urnenmuren en urnengraven.
Bij het opmaken van de inventaris waren er nogal wat aanduidingen van graven die binnenkort zullen weggenomen worden. Het fotoarchief is dus een momentopname die zeker op tijd komt.
Paul CALLENS, De graven van Zeveren
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering. Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Paul CALLENS, De graven van Poesele
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering. Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.