Publicaties van FV-Tielt tot april 2024
Alle publicaties te verkrijgen door storting op rek. BE75 9731 3326 0351 van FV regio Tielt. Voor verzending in België is de prijs per boek te verhogen met de verzendingskost van de betreffende Portklasse (1, 2, 3 of 4).Portklasse 1 = 6 EUR, Portklasse 2 = 8 EUR, Portklasse 3 = 10 EUR, Portklasse 4 = 16 EUR
De boeken zijn zonder portkosten af te halen elke eerste en derde zaterdag van de maand tussen 9 en 12 uur, in het Documentatiecentrum van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt, Beernegemstraat 3 8700 Tielt.
- Gesneuvelde militairen in en uit het Tieltse 1940-1945. Fons DAS - 1995, 310 blz. met namenindex, 23 EUR + Portklasse 2
- Burgerlijke oorlogsslachtoffers in en uit het Tieltse 1940 - 1945. Fons DAS - 1995, 318 blz. met namenindex, 24 EUR + Portklasse 2
- Oud-leerlingen van de Latijnse school te Tielt 1686-1806. Luc NEYT - 1996, 155 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De Poortersboeken van Tielt - Deel 1: afschrift 1614 & 1632. Lucien AILLIET (transcriptie) - 1996, 101 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Kwartierstaat Michiel Van Daele. Fons DAS - 1997, 125 blz. met namenindex, 12 EUR + Portklasse 2
- De Poortersboeken van Tielt - Deel 2: afschrift 1700 & 1716. Lucien AILLIET (transcriptie) - 1997, 101 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Klapper op de doop- en geboorteakten van Tielt, jan 1796 – dec 1806. A. R. TANGHE - 1997, 118 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de huwelijksakten van Tielt, jan 1666 - dec 1683. A. R. TANGHE - 1997, 71 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- Genealogische bronnen voor het arrondissement Tielt. Fons DAS, e.a. - 1997, 136 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De Poortersboeken van Tielt- Deel 3: namenindex. Lucien AILLIET (transcriptie) - 1998, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Tieltse municipale officieren en gemeenteraadsleden tijdens de Franse periode (1795-1814). Johan BUYCK - 1998, 121 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De kadastrale legger van Tielt + 3 Popp-kaarten. Claude MOORS - 1998, 245 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De poorters van Tielt van voor 1550 tot 1614. A. Robert TANGHE - 1985, 234 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- Oorlogsverslagen 1914 – 1918. Fons DAS, e.a. – 1999, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de geboorteakten van Tielt, jan 1807 - dec 1822. R. VANNESTE – 1999, 121 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de geboorten, huwelijken en overlijdens van Tielt, 1 jan 1871 - 31 dec 1880. R. VANNESTE - 1999, 271 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards, deel I, Paul CALLENS 2000, 120 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Genealogische gegevens Schuiferskapelle: Parochieregisters dopen 1786 - 1797. Arnold SCHAUBROECK - 2000, 115 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Inventaris V.V.F.-Tielt op datum van 31 december 1999. Fons Das - 2000, 85 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Rouwbrieven, deel 1, Arnold SCHAUBROEK - 2000, 350 blz. 26 EUR + Portklasse 2
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Rouwbrieven, deel 2 en 3, Arnold SCHAUBROEK - 2000, 310 blz. 23 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen - Een persoonlijke blik van Pittem naar Amerika, Paul CALLENS - 2000, 385 blz. 28 EUR + Portklasse 2
- Weerbare mannen in de Roede van Tielt anno 1638, Jan CALLENS - 2000, 140 blz. 13 EUR + Portklasse 2
- Bidprentjes van de 19e eeuw. Deel 1, Arnold SCHAUBROEK - 2000, 242 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- De buitenpoorters van Kortrijk in de Roede van Tielt (1639-1720) en, de Roede van Deinze (1639-1795), Jan CALLENS - 2001, 487 blz. 34 EUR + Portklasse 2
- Bidprentjes van de 19e eeuw. Deel 2, Arnold SCHAUBROEK - 2001, 247 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- Tieltenaars overleden tijdens hun militaire dienst voor Frankrijk, 1798 - 1814, > Robert VANNESTE - 2001, 50 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- Bidprentjes van de 19e eeuw. Deel 3, > Arnold SCHAUBROEK - 2001, 225 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards, deel II, Paul CALLENS - 2001, 168 blz. 15 EUR + Portklasse 2
- In Memoriam, families uit Oekene en omliggende gemeenten, Bidprentjes periode 1900-1937, Arnold SCHAUBROEK - 2001, 285 blz. 22 EUR + Portklasse 2
- Familiegeschiedenis Van Zantvoorde, Robert VANNESTE - 2001, 88 blz. 10 EUR + Portklasse 2
- Onze families deel 1, Fons DAS e.a. 2002, 164 blz. 14 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards, deel III, Paul CALLENS - 2002, 180 blz. 15 EUR + Portklasse
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle: Bidprentjes Deel 1: 1900-1949, Arnold SCHAUBROEK - 2002, 277 blz. 21 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards deel IV, Paul CALLENS - 2002, 180 blz. 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel V. Paul CALLENS - 2002, 180 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel VI. Paul CALLENS - 2003, 180 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards deel VII, Paul CALLENS - 2003, 180 blz 15 EUR + Portklasse 2
- De volkstelling van Oeselgem 1796, Luc GOEMINNE e.a. - 2002, 40 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- Cohier vander Stede van Tielt Binnen vande xxste penninck 1571, Luc NEYT - 2003, 80 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Stamboom van de familie De Caigny, Robert VANNESTE - 2003, 90 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle. Bidprentjes - Deel 2: 1950-1989. A. SCHAUBROECK - 2003, 230 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle. Bidprentjes - Deel 3: 1990-1999. A. SCHAUBROECK - 2003, 70 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- Genealogische gegevens van Schuiferskapelle. Rouwbrieven: 1990-1999 - Deel 4. A.SCHAUBROECK - 2003, 190 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, Deel 1:0-1500. Etienne L.A. CAPPELLE - 2004 , 107 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, Deel 2: 1500-1789. Etienne L.A. CAPPELLE - 2004 , 159 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de geboorte-akten van Tielt van jan. 1666 tot dec. 1683. A. R.TANGHE - C.MOORS - 2004 - 122 blz., 12 EUR + Portklasse 1
- Familiekundige Weekkalender 2005
- Emigranten van Pittem en Egem naar Amerika. Pittem in onze bronnen., Huguette DE CLERCK - Paul CALLENS - 2004, 94 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- The Cultural Heritage through Flemish Immigration: A comparative Study of the Gazette van Detroit between May 28, 1981 - May 27, 1982 and January 9, 2003 - November 13, 2003, Aranka CALLENS - 2004, 197blz. 16 EUR + Portklasse 2
- Woordenlijst Latijn - Nederlands voor genealogen Zie bijgewerkte publicatie 224.
- Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen, Vlaanderen, België, West-Europa & de hele wereld. Deel 3: 1789-2003, Etienne CAPPELLE 2004, 190 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Rouwbrieven Ruiselede: 1951 t/m 1999 - 3 delen + Indexen. A.SCHAUBROECK - 2005, 820 blz., 55 EUR + Portklasse 3
- Amerikaanse Zantingen - Deel II. Paul CALLENS - 2004 , 300 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel VIII. Paul CALLENS - 2004, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel IX. Paul CALLENS, Daniel KINDT, Mary SPRIET-DE CLOEDT - 2004, 155 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel X. Paul CALLENS - 2005, 190 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XI. Paul CALLENS - 2005, 189 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XII. Paul CALLENS - 2005, 202 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XIII. Paul CALLENS - 2005, 190 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Death Memorial Cards - Deel XIV. Paul CALLENS - 2005, 189 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Zoon van Oorlog en Vrede, Marcel A. DEFEVER - 2005, 247 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" te Oostnieuwkerke., Deel I (A-E), Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 233 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle" te Oostnieuwkerke - Deel II: F-L. Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 223 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle" te Oostnieuwkerke - Deel III:M-P. Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 230 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle" te Oostnieuwkerke - Deel IV: P-Z. Etienne L.A. CAPELLE - 2005, 215 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Cohier van Thielt Buuten vande jaere 1571., Luc NEYT - 2005, 109 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Index op de huwelijken in Tielt, 1671 - 1683, A. Robert Tanghe, Claude Moors - 2006, 43 blz 7 EUR + Portklasse 1
- De naam "Cappelle" in Westrozebeke van vóór 1681 tot 1980, Etienne L.A. CAPPELLE - 2006, 330 blz 24 EUR + Portklasse 2
- Kleur in didactische schoolplaten. Luc NEYT - 2006, 45 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- CD-ROM bij Keur in didactische schoolwandplaten
- De naam "Cappelle" (en varianten) in STADEN van vóór 1752 tot 1980 Deel I (A - G), Etienne Cappelle - 2006, 217 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" (en varianten) in Staden van vóór 1752 tot 1980 - Deel II: H-O. Etienne L.A. CAPPELLE - 2006, 232 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" (en varianten) in Staden van vóór 1752 tot 1980 - Deel III: P-Z. Etienne L.A. CAPPELLE - 2006, 219 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Bidprentjes van de 19e eeuw deel 4, Arnold Schaubroeck - 2006, 250 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Huwelijkscontracten Tielt 1795-1806, Luc Neyt - 2006, 40 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- Landboek van Aarsele
- Stamreeks “Reinout Verhamme”, Rosa Plettinck en Fons Das 2007 Tielt, 82 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- De naam “Cappelle” in Hooglede. Deel I: A-G. Etienne L.A. CAPPELLE, 2007, 231 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle” in Hooglede. Deel II: H-O. Etienne L.A. CAPPELLE, 2007, 267 blz., 21 EUR + Portklasse
- De naam “Cappelle” in Hooglede. Deel III: P-Z. Etienne L.A. CAPPELLE, 2007, 252 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850-1937,. Deel I : Paul CALLENS & Luc NEYT 2007, 1181 blz. 13 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel II: 1861-1865. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 198 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel III: 1866-1873. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 153 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel IV: 1874-1882. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 155 blz., 14 EUR + Portklasse
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel V. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 232 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- AAmerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel VI. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 165 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- A Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel VII. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 177 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel VIII: 1914-1930. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 161 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1850 -1937 - Deel IX. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 175 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Gazette van Thielt” 1938-1940 en “De Thieltenaer” 1848-1950 - Deel X. Paul CALLENS & Luc NEYT, 2007, 157 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XI: 1851 - 1854. Paul CALLENS & Luc NEYT - 2007, 180 blz.,15 EUR + Portklasse 2
- Inhoud 10 jaar tijdschrift “Onze Voorouders” (1997-2007) Claude MOORS 2008, 128 blz. 12 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XII. Paul CALLENS & Luc NEYT - 2008, 164 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XIII. Paul CALLENS, 2008, 162 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XIV: D - H. Paul CALLENS, 2008, 159 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XV: I-N. Paul CALLENS, 2008, 159 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XVI: O-S. Paul CALLENS, 2008, 158 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerika in “De Thieltenaer” - Deel XVII: T-Z. Paul CALLENS, 2008, 166 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Penningcohieren van Aarsele. : 20ste penning 1571 & 1572, 5de penning 1571. Luc NEYT 2008, 173 blz. 15 EUR + Portklasse 2
- Familiegeschiedenis “Vanneste”. Robert VANNESTE 2008, 99 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- American Gleanings "Weg uit West-Vlaanderen: emigratie uit de Westhoek”, ASO-Veurne 2008 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
-
Soldaten van "den Grooten Oorlog” Schuiferskapelle
1914-1948
Frank Van Eenooghe - 2008, 134 blz. 12 EUR + Portklasse 2 - Onze Families deel 2, Fons Das 2008, 165 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" in Gits Deel I , Etienne L.A. CAPPELLE - 2008, 284 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- De naam "Cappelle" in Gits Deel II, Etienne L.A. CAPPELLE - 2008, 272 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Foto- en gedenkboek St. Jozefscollege Tielt, 1848 - 1999, Luc NEYT - 2009, 337 blz., 25 EUR + Portklasse 2
- Voorouders en nageslacht van Amandus Cappelle x Coleta Dick, Etienne CAPPELLE, 2009, deel 1 232 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Voorouders en nageslacht Amandus Cappelle x Coleta Dick - Deel 2. Etienne CAPPELLE – 2009, 244 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- KWARTIERSTAAT Jules Cappelle x Libbie Dupont, Etienne CAPPELLE, 2009, 186 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- De Graven van Pittem, deel I Gemeentelijke Begraafplaats Pittem, Paul Callens, 2009, 198 blz. 16 EUR + Portklasse 2
- De graven van Pittem - Deel II, begraafplaats Sint-Anthonius Meulebeke. Paul CALLENS 2009, 40 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- De graven van Pittem - Deel III, begraafplaats Egem. Paul CALLENS, 2009, 100 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Stamreeks E.P. Julien Standaert C.ss.R.,, Luc Neyt 2009, 50 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- Religieuzen (°,+,^) in het werkgebied van VVF-Tielt - Deel 1, deel 1, Fons Das, 2010, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Wezerij Thielt-Binnen 1600-1700, Claude Moors, 2010, 207 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Overleden parochianen te Pittem 1930-2009, Willy DECONINCK & Paul CALLENS, 2010, 252 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Nonkel Walter: Valère Meersschaert gevallen in Wereldoorlog I, Deel 1, , Paul Callens en Ron V. Mershart, 2010, 300 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Nonkel Walter: Valère Meersschaert gevallen in Wereldoorlog I, Deel 2. Paul Callens en Ron V. Mershart Tielt, 2010, 265 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Kohier van Kanegem van de 20ste penning 1571 en van de 10de penning 1574", Claude Moors, Tielt , 2010, 96 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Kohier van Dentergem van de 20ste penning 1571 en van de 5de penning 1577. , Claude Moors 2010, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De naam Cappelle in Groot-Zonnebeke. Deel 1, Etienne L. A. CAPPELLE - 2010, 312 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- De naam Cappelle in Groot-Zonnebeke. Deel 2, Etienne L. A. CAPPELLE - 2010, 304 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen (°,+,^) in het werkgebied van VVF-Tielt, deel 2, , Fons Das 2011, 112 blz. 11 EUR + Portklasse 2
- Overleden parochianen van de parochie O.L.V. te Pittem 1899-1930. W. Deconinck & P. Callens - 2011, 262 blz., 20 EUR + Portklasse 2€
- De penningkohieren van Oeselgem en Vinkt (1571,1572,1574,1577), Claude Moors, 2011, 85 blz., 10 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel I: A-C. Paul CALLENS, 2011, 255 blz., 20 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel II: D-Der. Paul CALLENS – 2011, 248 blz., 19 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel III: Des-G. Paul CALLENS,2011, 222 blz., 18 EUR + Portklasse 2 (8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel IV: H-M. Paul CALLENS, 2011, 302 blz., 23 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel V: N-S. Paul CALLENS, 2011, 259 blz., 20 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel VI: T-Vanh. Paul CALLENS, 2011, 215 blz., 17 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel VII: Vani-Z. Paul CALLENS,2011, 177 blz., 15 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen - Deel VIII: zoekboek. Paul CALLENS, 2011, 329 blz., 24 EUR + Portklasse 2 (de 8 delen - 2007 blz. - tegen de prijs van 125 EUR + Portklasse 4)
- Religieuzen (°,+,^) in het werkgebied van VVF-Tielt - Deel 3., Fons Das, 2011, 116 blz. 11 EUR + Portklasse 2
- Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren., Luc NEYT - 2011 , 228 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen: de dekens van het district en het decanaat Tielt. Deel IV, Fons DAS 2011, 195 blz. 16 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen: pastoors, onder-en medepastoors 1910 - 2010 Aarsele Deel V, Fons DAS, 2011, 229 blz.18 EUR + Portklasse 2
- De naam CAPPELLE in Moorslede-Dadizele” Deel I, Etienne Cappelle - 2011, 368 blz. 27 EUR + Portklasse 2
- De naam “Cappelle” in Moorslede-Dadizele. Deel II, Etienne Cappelle - 2011, 350 blz. 26 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen. Belgen in Amerika - Illustraties, Deel I, Paul Callens - 2012, Tielt, 202 blz, 17 EUR+ Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Illustraties - Deel II. Paul CALLENS - 2012, 178 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Illustraties - Deel III. Paul CALLENS - 2012, 117 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen in het werkgebied FV-Regio Tielt, deel 6, Fons Das, 2012, 108 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- Klapper op de dopen van Pittem van januari 1884 tot december 1907, Fons Das - Tielt, FV-Tielt, 2012, 143 blz. 13 EUR + Portklasse 2
- Handboek van Ludovicus Wauters pastoor te Tielt van 1743 tot 1786, Claude MOORS - FV-Tielt, 2013 , 265 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de dopen van Marialoop: van januari 1900 tot december 1913, Fons Das - FV-Tielt, 2013 , 45 blz.. 7 EUR + Portklasse 1
- Amerkaanse Zantingen Belgen in Amerika Bronnen. Dl. I, Paul CALLENS - FV-Tielt, 2013, 160 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel II. Paul CALLENS - 2013, 200 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel III. Paul CALLENS - 2013, 278 blz., 21 EUR + Portklasse
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel IV: D-L. Paul CALLENS - 2013, 184 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel V: M-Z. Paul CALLENS - 2013, 176 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel VI: zoekboek A tot L. Paul CALLENS - 2013, 206 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Bronnen - Deel VII: zoekboek M tot Z. Paul CALLENS - 2013, 178 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen in één van de gemeenten van het werkgebied van FV-Tielt. Dl. VII. Fons DAS FV-Tielt, 2013 , 121 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Graven van Koolskamp, Paul CALLENS FV-Tielt, 2013, 98 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Onze families. Deel 3, Johny LANCKRIET & Fons DAS FV-Tielt, 2013 , 208 blz. 17 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen van de O.L.Vr-parochie.-Tielt. Dl. 8, Fons DAS FV-Tielt, 2013, 258 blz. , 20 EUR + Portklasse 2
- Kwartierstaat van Etienne L. A. CAPPELLE., E. Cappelle 2013, 436 blz. 31 EUR + Portklasse 2
- De graven van Aarsele., Paul CALLENS 2013, 200 blz. 17 EUR + Portklasse 2
- De graven van Kanegem. , Paul CALLENS 2013, 112 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Schuiferskapelle. , Paul CALLENS - 2013, 86 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Doomkerke. , Paul CALLENS 2013, 90 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Kruiskerke. , Paul CALLENS 2013, 62 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van De Ginste, Paul CALLENS, 2013, 104 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- Religieuzen in één van de gemeenten van het werkgebied van Fam. Vlaanderen, regio Tielt. Dl. 9, Fons DAS 2013, 123 blz. 12 EUR + Portklasse 2
- Onze families Deel 4, Johny LANCKRIET & Fons DAS FV-Tielt, 2013 , 208 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- Klapper dopen, huwelijken & overlijdens van Marialoop, 1900-1913. Fons DAS,2014, 215 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Inventaris parochiearchief Sint-Bavo, Kanegem. Luc NEYT & Paul CALLENS, 2014, 47 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- Inventaris archief Sint-Jozefscollege Tielt. Luc NEYT & Paul CALLENS - 2014, 153 blz., 14 EUR + Portklasse 2.
- Religieuzen in het werkgebied van FV-Regio Tielt - Deel 10. Fons DAS, 2014, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De graven van Markegem. Paul CALLENS, 2014, 73 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- De graven van Zwevezele. Paul CALLENS, 2014, 303 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wingene St. Jan. Paul CALLENS, 2014, 93 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Wingene Wildenburg. Paul CALLENS, 2014, 115 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- De graven van Marialoop. Paul CALLENS - 2014, 98 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Oeselgem. Paul CALLENS - 2014, 118 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Gottem. Paul CALLENS, 2014, 80 blz., 9 EUR + Portklasse 1.
- De graven van Vinkt. Paul CALLENS, 2014, 106 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Wontergem. Paul CALLENS, 2014, 86 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Poeke. Paul CALLENS, 2014, 90 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Lotenhulle. Paul CALLENS, 2014, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2.
- De graven van De Paanders Meulebeke. Paul CALLENS, 2014, 124 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wingene, Paul Callens 2014 398 p. 28 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ooigem. Paul CALLENS, 2014, 236 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De graven van Tielt - Deel II: Het nieuwe deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2014, 388 blz., 28 EUR + Portklasse 2
- Foto-en gedenkboek Apostolinen 1839-1954 en Regina Pacis 1954-1997, Luc NEYT, 2014, 450 blz. 32 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Baafs-Vijve. Paul CALLENS, 2014, 180 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- De naam CAPPELLE (en varianten) in de fusiegemeente Houthulst, Etienne CAPPELLE 2014, 330 blz. 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Tielt - Deel I: Het oude deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2015, 368 blz., 27 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ardooie - Deel II: nieuw deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2015, 301 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ardooie- Deel I: oud deel van het kerkhof. Paul CALLENS, 2015, 324 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Oostrozebeke. Paul CALLENS, 2015, 414 blz., 29 EUR + Portklasse 2
- De graven van Meulebeke - Deel I: West. Paul CALLENS, 2015, 250 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- De graven van Dentergem. Paul CALLENS, 2015, 222 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wakken. Paul CALLENS, 2015, 272 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- De graven van Meulebeke - Deel II: Oost. Paul CALLENS, 2015, 322 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Wielsbeke. Paul CALLENS, 2015, 236 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ruiselede. Paul CALLENS, 2015, 286 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt,Deel I: Aarsele tot Kruiskerke, Paul Callens - 2015, 415 blz., 29 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. II: Lotenhulle tot Oostrozebeke, Paul CALLENS 2015, 421 blz., 30 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. III: Pittem tot Tielt, Paul CALLENS, 2015, 455 blz., 32 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. IV: Vinkt tot Zwevezele, Paul CALLENS 2015, 379 blz., 27 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De graven van het WERKGEBIED van FV regio Tielt Dl. V : Zoekboek, Paul CALLENS 2015 389 blz. 28 EUR + Portklasse 2 (de 5 delen - 2060 blz - tegen de prijs van 120 EUR + Portklasse 4)
- De naam CAPPELLE in de entiteit Izegem., Etienne CAPPELLE 2015 520 blz. 36 EUR + Portklasse 2
- De graven van Gits, Paul CALLENS 2016, 290 blz. 22 EUR + Portklasse 2
- De graven van Grammene, Paul CALLENS 2016, 76 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- De graven van Meigem, Paul CALLENS 2016, 80 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Penningcohieren Wakken, André BRAET 2016, 84 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Zeveren, >Paul CALLENS 2016, 88 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Poesele, Paul CALLENS 2016, 46 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hertsberge, Paul CALLENS 2016, 90 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hulste, Paul CALLENS 2016, 220 blz. 18 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters huwelijken Aarsele, Frans NEYRINCK 2016, 280 blz. 21 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Bronnen. , Paul CALLENS , 2016, deel VIII: 192 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Bronnen., Paul CALLENS, 2016, deel IX 230 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, Bronnen. , Paul CALLENS , 2016, deel X: 195 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen, Paul CALLENS, 2016, deel IX: A-D, 238 blz., 19 EUR + Portklasse 2
-
Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen.
Paul CALLENS , 2016, deel X: E-Q, 207 blz., 17 EUR + Portklasse 2 - Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen, Paul CALLENS, 2016, deel XI: R-Z, 263 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, De Mensen. , Paul CALLENS , 2016, deel XII: zoekboek, 371 blz., 27 EUR + Portklasse 2.
- Wakken-(E)migranten. Een onderzoek naar de migratiestromen van en naar het buitenland, Chris Folens, 2017, 418 blz. 30 EUR + Portklasse 2
- De penningcohieren van Vinderhoute 1571-1572 en 1574-1577, Luc Neyt, 2017 83 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Woordenlijst Latijn Nederlands voor genealogen 2de druk, Renaat Lobbestael , 2017, 169 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- Het geslacht Vanschoebeke, baljuws, landbouwers en molenaars, Juul DESMET 2017, 170 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- De graven van Beveren-Roeselare., Paul CALLENS, 2017, 387 blz., 28 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Maria-Aalter. Paul CALLENS, 2017, 143 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Knesselare, Paul CALLENS , 2017, 436 blz., 31 EUR + Portklasse 2
- De naam CAPPELLE in Langemark-Poelkapelle-Bikschote, Etienne Cappelle , 2017, 488 blz, 34 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Wettelijke Passeringen deel I: 1607-1644, Luc Neyt , 2018, 250 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Wettelijke passeringen, deel II: 1638-1659, Luc Neyt - 2018, 245blz., 19 EUR + Portklasse 2
- Kwartierstaat De Gryse-De Lodder, Luc Neyt - 2018, 136 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ursel, Paul CALLENS - 2018, 202 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- De graven van Ronsele, Paul CALLENS - 2018, 64 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Beke, Waarschoot, Paul CALLENS - 2018, 62 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hooglede, De Geite, Paul CALLENS - 2018, 92 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Maldegem Kleit kerk, Paul CALLENS - 2018, 114 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Graven van Maldegem Kleit Aalterbaan, Paul CALLENS - 2018, 126 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Oostwinkel, Paul CALLENS - 2018, 134 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Maldegem Donk, Paul CALLENS - 2018, 108 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Joris. Begraafplaats Brug, Sint-Jorisstraat, Paul CALLENS - 2018, 108 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Oedelem Oostveld, >Paul CALLENS - 2018, 106 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Emelgem, Paul CALLENS - 2018, 294 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- De graven van Beernem. Heilige Maria Moeder Godsparochie, Kerkhofdreef, Paul CALLENS - 2018, 196 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- De graven van Oedelem Hogenakker, Paul CALLENS - 2018, 172 blz., 15 EUR + Portklasse 2
- De graven van Kachtem. Paul CALLENS - 2018, 244 blz., 19 EUR + Portklasse 2
- De graven van Olsene Oud, Kerkstraat, >Paul CALLENS - 2018, 137 blz., 13 EUR + Portklasse 2
- De graven van Olsene Nieuw, Hamstraat, >Paul CALLENS - 2018, 235 blz., 18 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, dopen 1609-1795. Deel I: A-D., Frans NEIRINCK 2018, 311 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, dopen 1609-1795. Deel II: E-U, >Frans NEIRINCK 2018, 262 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, dopen 1609-1795. Deel III: V-Z, Frans NEIRINCK 2018, 272 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Voedselcomiteit, Fons DAS (+ 2018), Paul CALLENS, Luc NEYT, 2018, 400 blz., 29 EUR + Portklasse 2
- Theophiel Buyse in de Eerste Wereldoorlog, Fons DAS (+2018), Paul CALLENS, Carlos HEYTENS en Luc NEYT 2018, 198 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Religieuzen parochie Marialoop 1835-2000. Fons DAS (+ 2018), Paul CALLENS, Luc NEYT, 2018, 314 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Aarsele, overlijdens 1627-1796, >Frans NEIRINCK 2018, 365 blz. 26 EUR + Portklasse 2
- De naam Cappelle in Rumbeke, Etienne CAPPELLE 2018, 508 blz., 35 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de dopen van Aarsele, 1900-1915, Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT - 2019, 114 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- Klapper op de huwelijken van Aarsele, 1900-1915, Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT 2019, 76 blz., 9 EUR + Portklasse 1
- Klapper op de overlijdens van Aarsele, 1900-1915,Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT 2019, 208 blz., 17 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Gaerinckbouck (prijsboek) 1730, Luc NEYT - 2019, 256 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- De graven van de gemeentelijke begraafplaats Sleidinge, Paul Callens - 2019, deel l, 332 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sleidinge, Paul CALLENS 2019, deel II, 289 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- Belgen in Illinois en Iowa, Paul CALLENS 2019, deel I: A-L , 422 blz., 30 EUR + Portklasse 2
- Belgen in Illinois en Iowa, Paul CALLENS 2019, deel II: M-Z, 455 blz., 32 EUR + Portklasse 2
- Belgen in Moline en omstreken, Paul CALLENS 2019, tentoonstelling, 88 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Vinderhoute, Paul CALLENS 2019, 116 blz., 11 EUR + Portklasse 2
- Liber Manualis I (1627-1639) van Tieltse deken Jan De Mol, Claude MOORS 2020, 518 blz., 36 EUR + Portklasse 2
- Liber Manualis II (1639-1656) 354 blz., 26 EUR + Portklasse 2.
- Handboogmaatschappij Sint Sebastiaan Pitthem, Paul CALLENS 2020, 189 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- Parochieregisters Mariakerke(°x+ 1609-1796), Rita VAN HERREWEGE 2020, 382 blz., 27 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de mensen - Deel XIII, Paul CALLENS -2020, 318 blz., 24 EUR + Portklasse 2
- Vinderhoute Landboek 1629-1688, Luc NEYT 2020, 155 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel I: Wie waren zij? Waar woonden zij? Statistieken, woonplaatsen, 2020, Paul CALLENS 460 blz. 32 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel II: Wie waren zij? Waar woonden zij? Naamlijst A tot D, 2020, 477 blz. 33 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel III: Wie waren zij? Waar woonden zij? Naamlijst E tot U, 2020, 368 blz. 27 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel IV: Wie waren zij? Waar woonden zij? Naamlijst V tot Z, 2020, 342 blz.25 EUR + Portklasse 2
- Pittem Kiezers 1932-1988, deel V: Wie waren zij? Waar woonden zij? Zoekboek, 2020, 375 blz. 27 EUR + Portklasse 2
- Denombrementen heerlijkheid Vinderhoute: 1469-1481, 1548-1552 en 1615-1725, Luc NEYT, 2020, 264 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- DIGITAAL Wie woonde waar in Ruiselede 15e - 18e eeuw, SILVERSMET Theo, Rita VAN HERREWEGE, 2020, 356 blz. 15 EUR + Portklasse 1
- Aarsele, Status Animarum 1629-1640-1642-1650-1669, Frans NEIRINCK 2021, 104 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- Édouard Simays (1826-1897) Succès et Misère d un immigré Belge, Denise LATRÉMOUILLE, 2021, 147 blz. 19 EUR + Portklasse 2
- Markegemse emigranten Chris FOLENS, 2021, 251 blz., 20 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen : De Bronnen deel XI, Paul CALLENS, 2021, 370 blz., 27 EUR + Portklasse 2
- Amerikaanse Zantingen : De Bronnen deel XII, Paul CALLENS, 2021, 338 blz., 25 EUR + Portklasse 2
- Jules Blondeel Op zoek naar goud in Canada en de Verenigde Staten, deel I, 2021, 206 blz. 17 EUR + Portklasse 2
- Jules Blondeel Op zoek naar goud in Canada en de Verenigde Staten, deel II, 2021, 254 blz. 20 EUR + Portklasse 2
- Buitenpoorters van Kortrijk in Aarsele, Frans NEIRINCK, 2021, 100 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Bachte Schipdonkstraat, Paul CALLENS, 2022, 102 blz., 11 EUR + Portklasse 1
- De graven van Sint-Martens-Leerne, Paul CALLENS, 2022, 50 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Bachte-Maria-Leerne, Paul CALLENS, 2022, 86 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Vosselare, Paul CALLENS, 2022, 56 blz., 8 EUR + Portklasse 1
- De graven van Landegem Stationsstraat, Paul CALLENS, 2022, 180 blz.,15 EUR + Portklasse 2
- De graven van Nevele, Paul CALLENS, 2022, 188 blz., 16 EUR + Portklasse 2
- De graven van Merendree Lostraat, Paul CALLENS, 2022, 132 blz., 12 EUR + Portklasse 2
- De graven van Sint-Joris-ten-Distel, Paul CALLENS, 2022, 92 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- De graven van Hansbeke, Paul CALLENS, 2022, 157 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De graven van Lovendegem, Paul CALLENS - 2022 308 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Op zoek naar geluk tentoonstelling Melsele en Pittem, Paul CALLENS 2022 60 blz., 14 EUR + Portklasse 2
- De geschiedenis van de familie Callin tot Callens van 1300 tot 1650, Jan CALLENS 2022 deel I, 614 blz. 55 EUR + Portklasse 3
- De geschiedenis van de Familie Callens, Jan CALLENS 2022 - deel II 553 blz. 55 EUR + Portklasse 3
- Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de mensen - Deel XIV,Paul CALLENS 2022 482 blz., 33 EUR + Portklasse 2
- De graven van het gemeentelijk kerkhof Beernem, Paul CALLENS 2022 304 blz., 23 EUR + Portklasse 2
- Erfgoeddag maakt school, Kleur in didactische schoolwandplaten, Luc NEYT 2022 46 blz., 12 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk in Kanegem, Frans NEIRINCK, 2022, 79 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk in Poeke, Frans NEIRINCK, 2022, 43 blz. 7 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk in Ruiselede, Frans NEIRINCK, 2022, 85 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- Halletorentje tijdschrift Oud-leerlingen College Tielt, 1954-1978 Jean-Pierre MISTIAEN 2022, 45 blz., 7 EUR + Portklasse 1
- Missiekoerier 1961-1990 en Nieuwsbrief 1992-2008 tijdschrift, Jean-Pierre MISTIAEN 2022, 89 blz., 21 EUR + Portklasse 2
- Namenlijst Lettergilde beste opstellen van de college studenten van Tielt Dirk HERMAN 2022, 274 blz., 10 EUR + Portklasse 1
- Huwelijken van Proven 1804-1834, Paul CALLENS, 2022, 426 blz., 30 EUR + Portklasse 2
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Dentergem 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 89 blz. 10 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Markegem 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 63 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Oeselgem 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 109 blz. 8 EUR + Portklasse 1
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Wakken 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 78 blz. 9 EUR + Portklasse 1
- 300 jaar Familie Engels & aanverwante families in het Meetjesland 1645-1950, Luc NEYT - 2023, 283 blz. 36 EUR + Portklasse 2
- Buitenpoorters van Kortrijk uit Oostrozebeke 1398-1792, Frans NEIRINCK 2023, 63 blz. 11 EUR + Portklasse 1
- Amerikaanse Zantingen De Mensen Deel XV, Paul CALLENS 2024 290 blz., 22 EUR + Portklasse 2
- Landboek van Dentergem anno 1652, Elisabeth BLANCKE & Chris FOLENS 2024, 294 blz., 30 EUR + Portklasse 2
Arnold Schaubroeck, Genealogische bronnen van
Schuiferskapelle. Parochieregisters: dopen 1786-1797, Tielt, V.V.F.-Tielt,
2000,114 p.
In deze publicatie geeft de bekendste genealoog van
Schuiferskapelle een overzicht van alle doopakten van de parochie
Schuiferskapelle in de periode 1786-1797. Van de in totaal 592 doopakten nam
de auteur de volgende gegevens over in zijn publicatie: naam van de
gedoopte, naam van de ouders, naam van de peter en de meter, eventuel de
naam van de plaatsvervangers van de meter en de peter, geboortedatum en
uur, doopdatum en de naam van de pastoor. De auteur nam tevens op wie van de
aanwezige personen de doopakte ondertekende. Achteraan deze publicatie werd
een alfabetische klapper op de namen van de dopelingen alsook een
alfabetisch klapper op de namen van de moeders, peters en meters opgenomen.
Fons Das, Inventaris V.V.F. Tielt, aangevuld met werken
in verband met familiekunde in de bibliotheek van de Roede van Tielt, Tielt,
V.V.F.-Tielt, 2000, 72 p.
Redactiesecretaris Fons Das maakte een overzicht van vier archieffondsen
van de bibliotheek van het VVF-Tielt om zo de toegankelijkheid van deze
bibliotheek te vergroten. Deze bibliotheek is gelegen in Huyse Aleydis,
Beernegemstraat 5 te Tielt en is toegankelijk elke eerste en derde
zaterdagvoormiddag van 9.00 tot 12.00 De fondsen Robert Tanghe en Musea
Vrienden Tielt bevatten genealogische informatie over tal van families. Alle
informatie van één bepaalde familienaam werd geklasseerd in één omslag. Deze
omslagen zijn doorlopend genummerd en worden toegankelijk gemaakt door een
alfabetische lijst van de beschikbare familienamen.
De gekopieerde parochieregisters en klappers op de burgerlijke stand van de
gemeenten van het VVF-Tielt werkgebied, genealogische publicaties en
tijdschriften vormen een derde fonds. Voor dit fonds werd geopteerd voor een
klassement per gemeente. Op die manier krijgt de vorser een duidelijk
overzicht van alle beschikbare gegevens van de gemeenten waarover hij of zij
tijdens zijn of haar onderzoek informatie wenst te bekomen. Publicaties die
het niveau van één gemeente overstijgen (bvb. Vlaamse Stam) of zich beperken
tot één bepaalde familie (bvb. stambomen) werden in een alfabetisch
klassement opgenomen.
Het vierde en laatste onderdeel van de inventaris is een overzicht van alle
genealogische publicaties of heemkundige en historische werken met
interessante genealogische informatie die deel uitmaken van de bibliotheek
van de heemkundige kring de Roede van Tielt.
Arnold Schaubroeck: Genealogische gegevens van
Schuiferskapelle: Rouwbrieven 1970-1989, deel 1 FV-Tielt, 2000, 350 blz.
Deze uitgave bevat de rouwbrieven van alle overleden personen waarvan de
rouwdienst tussen 1970 en 1989 plaats had:
- in Schuiferskapelle en die begraven zijn op het kerkhof van die gemeente
- in Schuiferskapelle maar bijgezet werden in een andere gemeente
- in een andere gemeente en die bijgezet werden in Schuiferskapelle
Het boek bevat 220 rouwbrieven en een alfabetische klapper met alle namen
die voorkomen op de rouwbrieven: de naam van de overledene in hoofdletters,
de andere in gewone letter. De nummers verwijzen naar het nummer van de
rouwbrief.
Arnold Schaubroeck: Genealogische gegevens van
Schuiferskapelle: Rouwbrieven. Deel 2 & 3. V.V.F.-Tielt, 2000,
310 blz.
Deze uitgave bevat 200 rouwbrieven van personen die geboren zijn in
Schuiferskapelle, maar in een andere gemeente overleden en begraven zijn. De
alfabetische klapper is opgevat zoals in Deel 1.
Paul Callens : Amerikaanse Zantingen - Een persoonlijke
blik van Pittem naar Amerika. V.V.F.-Tielt, 2000, 385 blz.
In deze publicatie geeft de auteur een uitgebreide bibliografie waaraan jaren gewerkt is en waarvan een deel van de gegevens komt uit soms
plaatselijk bekende Amerikaanse tijdschriften. In deze bibliografie zijn volgende delen in elkaar verweven :
- Belgen in Amerika
- Algemene werken in verband met de geschiedenis van Canada en de USA
- De vroegere gemeente Pittem
De best bekende werken over de Belgen in Amerika worden samen met details uit andere werken, tijdschriften en dagbladen samengebracht tot een
geheel die kan dienstig zijn voor de verdere studie van dit onderwerp.
Een groot aantal Vlaamse familienamen zijn in het werk opgenomen zodat de gebruiker van dit boek zonder al te veel problemen zich er even kan van
vergewissen als er reeds iets terloops verscheen over deze familienaam.
Er zijn in de lijst ook werken opgenomen die tot op heden niet uitgegeven zijn maar toch van nut kunnen zijn.
Het ligt in de bedoeling dat de auteur het onderwerp nog verder uitdiept naar de toekomst toe.
Arnold Schaubroeck: Bidprentjes van de 19e eeuw,deel 1 FV-Tielt, 2000, 250 blz.
Deze uitgave bevat de circa 800 bidprentjes van personen overleden in de 19e eeuw en dit gespreid over gans België. Deze bidprentjes
maken deel uit van verzamelingen van privé personen en zijn aldus moeilijk te raadplegen. Het is de verdienste van de Schuiferskapelse genealoog Arnold
Schaubroeck dat hij deze heeft opgespoord en via deze uitgave voor het grote publiek bekend maakt. Uiteraard blijft hij niet bij de pakken zitten want
een volgend deel is reeds in voorbereiding. De uitgave omvat naast de circa 800 bidprentjes drie klappers:
- een alfabetische klapper op de namen
- een alfabetische klapper op plaats van geboorte
- een alfabetische klapper op plaats van overlijden
Jan Callens, De buitenpoorters van Kortrijk in de Roede van Tielt (1639-1720) en de Roede van Deinze (1639-1795), FV-Tielt,
2001, 487 p.
Deze publicatie van Jan Callens, bestuurslid VVF-Tielt, bevat de
samengevatte, alfabetisch-chronologisch geklasseerde lijst van de
buitenpoorters van Kortrijk in de Roede van Tielt (1639-1720) en de Roede
van Deinze (1639-1795), zoals ze genoteerd werden in de originele
notitieboeken van het jaarlijks poortersrecht.
Plattelandsbewoners werden buitenpoorter van Kortrijk omdat dit hen
voordelen bood van sociaal-economische, juridische en politieke aard. Zeker
binnen de kasselrij Kortrijk was het buitenpoorterschap wijd verspreid. Na
een korte inleiding over de buitenpoorterij van Kortrijk en de indeling en
het gebruik van het boek, volgen er circa 18.000 gegevens (!!!) met
veelvuldige inlichtingen omtrent afstamming en demografie van de
verschillende buitenpoorters.
Aldus kan dit werk aanzien worden als een database met een goudmijn aan
genealogische gegevens die het mogelijk maken om snel en accuraat het
verband te leggen tussen soms tientallen naamgenoten in een tijdperk waar
dit met de parochieregisters steeds moeilijker lukt.
Arnold Schaubroeck,Bidprentjes van de 19e
eeuw. Deel 2, Tielt, V.V.F-Tielt, 2001, 250 p.
De bekendste Schuiferskapelse genealoog, Arnold Schaubroeck, maakte kort
na zijn eerste verzameling van 19de eeuwse bidprentjes een tweede
deel. De opzet bleef hetzelfde: circa 800 gekopieerde bidprentjes van
personen overleden in de 19de eeuw in gans België waarvan de
originele bidprentjes zich in privé-verzamelingen bevinden en aldus normaal
niet beschikbaar zijn voor het grote publiek. Ook dit tweede deel bevat drie
klappers die het opzoekingswerk vergemakkelijken: een klapper op de naam, op
de geboorteplaats en overlijdensplaats.
Robert Vanneste, Tieltenaars overleden tijdens hun
militaire dienst voor Frankrijk 1798-1814, Tielt, V.V.F. -Tielt, 2001, 51 p.
Op aangeven van Dhr. Edgard Seynaeve (nationaal VVF-voorzitter) die een
studie maakte over de Wakkense gesneuvelde soldaten in Franse legerdienst
(1798-1814) ging Robert Vanneste, bestuurslid VVF-Tielt, over tot het
opzoeken van alle Tieltenaars die in de periode van de Franse overheersing
(1798-1814) stierven tijdens hun militaire dienstplicht voor Frankrijk. In
totaal vond Robert informatie over 111 gesneuvelde Tieltenaren. De auteur
verzamelde gegevens uit de overlijdensakten maar vulde deze aan met gegevens
uit de verzameling “burgerlijke stand” van wijlen Robert Tanghe. Daarnaast
nam hij ook de militieregisters uit deze periode die worden bewaard in het
Tieltse stadsarchief door. De auteur slaagde er tevens in literatuur enkele
interessante gegevens aangaande gesneuvelde Tieltse militairen terug te
vinden. De studie eindigt met een alfabetische klapper op de circa 400
familienamen uit de lijst en een namenlijst op basis van de overlijdensdatum met
vermelding van de plaats van overlijden, de eenheid waarvan de militair deel
uitmaakte en de doodsoorzaak.
Arnold Schaubroeck, Bidprentjes van de 19e
eeuw. Deel 3, Tielt, V.V.F-Tielt, 2001, 250 p.
De bekendste Schuiferskapelse genealoog, Arnold Schaubroeck, maakte kort na
zijn eerste verzameling van 19de eeuwse bidprentjes een tweede
deel. De opzet bleef hetzelfde: circa 600 gekopieerde bidprentjes van
personen overleden in de 19de eeuw in gans België waarvan de
originele bidprentjes zich in privé-verzamelingen bevinden en aldus normaal
niet beschikbaar zijn voor het grote publiek. Deze uitgave bevat eveneens
circa 100 gekopieerde familiebidprentjes, 40 stamboombidprentjes en
fragmenten van stambomen. Ook dit derde deel bevat drie klappers die het
opzoekingswerk vergemakkelijken: een klapper op de naam, op de
geboorteplaats en overlijdensplaats.
Arnold Schaubroeck, In Memoriam, Families uit Oekene
en omliggende gemeenten, bidprentjes periode 1900-1937, Tielt, V.V.F-Tielt,
2001, 250 p.
In dit boek werden 911 bidprentjes opgenomen vooral van personen geboren in
Oekene. Het betreft vooral de periode 1900-1937. Sommige kopies vertonen een
gebogen vorm, dit het gevolg van het feit dta alle bidprentjes in een boek
gekleefd waren.
Zoals gewoonlijk is ook deze uitgave voorzien van drie klappers die het
opzoekingswerk vergemakkelijken: een klapper op de naam, op de
geboorteplaats en overlijdensplaats.
Robert Vanneste, Familiegeschiedenis Van Zantvoorde,
Tielt, V.V.F.-Tielt, 2001, 85 p.
De beschrijving van de begrafenis van Jan V Van Zantvoorde die terug te
vinden was in de klappers op de registers van de burgerlijke stand van Tielt
is de aanleiding geweest om een dieper onderzoek te doen naar de familie van
Jan V Van Zantvoorde. Dit onderzoek bracht mij spoedig bij een ganse reeks
naamdragers, die allen familie van elkaar bleken te zijn en behoorden tot
hogere burgerij van de stad. Het onontwarbare kluwen eiste een grondiger
studie en een echte genealogische aanzet. Die aanzet van dit alles gebeurde
nu dertig jaar terug, soms bleef het dossier enkele jaren rusten en dan
doken er weer nieuwe gegevens op. Zo heeft de roede van Tielt een fragment
van een grafsteen gevonden en aan de hand van mijn gegevens kon ik die
persoon beter terugvinden. Een artikel in De Vlaamse Stam toonde het
verband met de familie van Lieven Bauwens. Dhr. Paul Bekaert woont in een
huis van Van Zantvoorde en schreef een artikel over zijn vroegere bewoners.
Met de jaren groeide het dossier werkelijk aan tot een dikke bundel. De
reden om deze familiegeschiedenis samen te stellen was: al die losse
gegevens samen brengen tot een geheel. Toekomstige vorsers en genealogen
zullen het nu heel wat gemakkelijker hebben om de bronnen verder te
ontsluiten.
In de 18e en 19e eeuw is de familie Van Zantvoorde
aanverwant geworden aan zowat de kleine helft van de Tieltse burgerij en
beheerste een groot deel van het administratieve en politieke leven van de
stad. In dit werk komen dan ook belangrijke genealogieën van andere bekende
Tieltse families voor, soms notas over hun loopbaan. Van bij het begin dat
ik de familie leerde kennen hadden zij iets te maken met de
textielindustrie. Zij bleven deze belangstelling behouden, vele generaties
lang tot zij met de vernieuwingen en met de crisis in de textiel plots van
het Tieltse toneel verdwenen, en een nieuwe nederzetting vonden te Gent. De
familienaam is in onze streken nu zelfs zeldzaam geworden.
Fons DAS (redactie), Onze families Deel 1: Callens, De
Seyn, Lanckriet, Lema(n), Vanhollebeke, Tielt, VVF-Tielt, 2002, 165 p.
Met dit boek wil de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt een
lans breken om informatie over families uit eigen streek kenbaar te maken en
ter beschikking te stellen van vele vorsers en geïnteresseerden. De idee om
te starten met een reeks uitgaven over ONZE FAMILIES kwam tot stand
dank zij de inbreng van een aantal langere artikels voor ons tijdschrift
ONZE VOOROUDERS.
De bedoeling van de auteurs is niet van een volledige familiegeschiedenis te
brengen, maar ze willen hun opzoekingen voor de toekomst niet zien verloren
gaan.
Onze dank en onze waardering gaat dan ook naar de vier auteurs: de heren
Lucien Ailliet, Jan Callens, Johny Lanckriet en Jozef Van de Moortel en naar
allen die hen hierbij, op welke wijze ook, behulpzaam zijn geweest. Een
speciale en onverdeelde dank aan onze redactiesecretaris de heer Fons Das
die op zeer korte tijd, en niet altijd zonder technische problemen, dit boek
een mooi en leesbaar uitzicht gaf.
En tenslotte een oproep tot alle familievorsers om het resultaat van hun
opzoekingen niet in de boekenkast te laten verkleuren, maar het ter
beschikking te stellen van een breed publiek. Ze zijn altijd met hun
scriptie welkom bij V.V.F.- Tielt, want we hopen dat het niet bij dit ene
FAMILIEBOEK blijft.
Arnold SCHAUBROECK, “Genealogische gegevens van
Schuiferskapelle, Bidprentjes 1900-1949”, Tielt, VVF-Tielt, 2002, 276 p.
In deze publicatie geeft de auteur voor de periode 1900-1949 jaarlijks een
overzicht van de overledenen in de gemeente Schuiferskapelle. Na de
jaarlijkse lijsten werden afbeeldingen opgenomen van alle teruggevonden
bidprentjes. Omdat waarschijnlijk niet van alle overledenen een bidprentje
is gemaakt of bewaard is gebleven ontbreken een aantal afbeeldingen van
bidprentjes. De auteur zet zijn zoektocht echter verder. Deze publicatie
eindigt met een alfabetische klapper op familienaam wat het opzoekingswerk
in deze uitgave vereenvoudigt.
Paul Callens: Death Memorial Cards, deel 1, 2000, 120 blz.
In deze publicatie geeft Paul Callens
(VVF-bestuurslid) een eerste overzicht van Noord-Amerikaanse “Death
Memorial Cards” of bidprentjes van personen die in België zijn geboren
maar overleden zijn in Noord-Amerika (Verenigde Staten en Canada) of
personen die geboren zijn in Noord-Amerika maar in België overleden zijn.
Deze ‘bidprentjes’ zijn in het bezit van streekgenoten en werden door
Paul Callens bij mekaar gesprokkeld. De memorial cards zijn opgesteld
in het Nederlands en/of in het Engels en bevatten de volgende gegevens over:
naam van de overledene, geboorte- en overlijdensplaats, geboorte- en
overlijdensdatum, de namen van de ouders en kinderen, de eventuele foto, de
begrafenisondernemer, de begraafplaats of de drukker. Deze gegevens nam de
auteur over in zijn alfabetisch overzicht.
Uiteraard is dit overzicht niet volledig. Paul
Callens blijft zijn zoektocht naar deze Memorial Cards verder zetten.
Personen die in het bezit van bidprentjes van Belgen of Amerikanen met
Belgische voorouders en die overleden zijn in de Verenigde Staten of Canada
kan de auteur steeds plezieren met een kopie.
Dankzij de medewerking van mensen uit Amerika is het mogelijk geworden een vierde en een vijfde deel in deze reeks uit te brengen.
In dit deel zijn vooral gegevens opgenomen uit de streek van de Quad Cities. Een streek waar vele landgenoten naar toe trokken begin 20ste eeuw en naast de regio van Detroit nog steeds een van de streken met de meeste Vlamingen. In de gegevens ziet men ook dat bepaalde personen warmere oorden opzochten als de pensioenleeftijd was aangebroken. Naast de mensen uit ons werkgebied komen veel mensen voor met roots in Oost-Vlaanderen waardoor we bij vele families namen van dorpen en steden uit Iowa en Illiois herkennen. Om er enkele te geven : Moline, East Moline, Rock Island, Davenport, Geneseo, Atkinson, Sterling, Milan, Coal Valley, Colona, Hillsdale, Bettendorf. Het is mogelijk door de hoeveelheid aan informatie reeds bepaalde families te volgen. Het feit dat de Vlamingen ginder een drukkerij hadden van "De Gazette van Moline" liet toe om op een eenvoudige wijze ook bidprentjes aan te maken. De Quad Cities is een streek waar men de Vlaamse gewoonte van deze bidprentjes overnam met als gevolg dat men tegenwoordig ook in andere streken en ook bij niet rooms katholieken deze gewoonte overnam.
Uit Death Memorial Cards deel V : In deel I van de reeks Death Memorial Cards verscheen reeds het bidprentje van Arnold Alphons De Poorter, zoon van Alberic De Poorter (° Poeke, 1860) en Elodie Van Hecke. Ondertussen kregen we ook een Amerikaanstalige versie waarop we zien dat de familienaam "De Porter" aangenomen is. De voornaam in deze variante is "Albert" geworden of per vergissing aangenomen. Op zijn Amerikaans is de familienaam van de echtgenote niet meer opgegeven. In de telefoongids van de Quad Cities 1984-85 (regio Davenport - Bettendorf, Iowa - Rock Island - Moline - East Moline - Silvis - Milan, Illinois) vinden we volgende schrijfwijzen terug : Depoorter, De Porter, Deporter
Paul Callens: “Death Memorial Cards - Deel VII”, 2003, 180 blz.
Dankzij de medewerking van mensen in Amerika is het mogelijk geworden met
deze reeks verder te gaan. In het belang van de geschiedenis van de
emigratie is het hoog tijd dat wij daar iets aan deden. Alle delen samen
geven zo een 7.000 gegevensitems, vooral over onze landgenoten die naar
Amerika trokken en hun nakomelingen. Deze twee nieuwe delen samen vormen het
vervolg op de delen IV en V met vooral gegevens uit de streek van de Quad
Cities. Een streek die vele landgenoten begin 20ste eeuw verkozen
en naast de regio van Detroit en Zuid Ontario nog steeds een van de streken
is met de meeste Vlamingen. Naast de mensen uit ons werkgebied komen veel
mensen voor met roots in Oost-Vlaanderen waardoor vele families de namen van
de dorpen en de steden uit Iowa en Illinois herkennen. Om er enkele te
geven: Moline, East Moline, Rock Island, Davenport, Geneseo, Atkinson,
Sterling, Milan, Coal Valley, Colona, Hillsdale, Bettendorf. Af en toe duikt
een plaats op waarvan men dan denkt hoe zou die persoon daar terechtgekomen
zijn. Het feit dat de Vlamingen ginder een drukkerij hadden van "De Gazette
van Moline" liet toe om op een eenvoudige wijze ook bidprentjes aan te
maken. De Quad Cities is een streek waar men de Vlaamse gewoonte van deze
bidprentjes overnam met als gevolg dat men tegenwoordig ook in andere
streken en ook bij niet roots katholieken deze gewoonte overnam. Recent
worden op bepaalde bidprentjes soms ook al foto's afgedrukt van het huwelijk
van de overledene of van de woonplaats (dit laatste vooral als het om
imposante farms gaat).
Verdere gegevens, bidprentjes of kopies ervan blijven welkom bij de auteur.
Luc Goeminne, Maurits Vandeputte en Marianne Stevens: “De volkstelling van Oeselgem 1796”, 2002, 38 blz.
Deze publicatie is een aanvulling op de volkstelling van 1796 van de
gemeenten: Grammene, Gottem, Wontergem, Zevergem en Vinkt.
De telling van het jaar IV (1796) is zowel voor de familievorsers als voor
de demografen interessanter dan deze van het jaar III. Niet alleen is ze
voor meerdere gemeenten bewaard, ze onderscheidt zich van de vorige telling
vooral doordat ze de namen bevat van alle inwoners vanaf 12 jaar, met
vermelding van hun leeftijd, beroep, de woonplaats en het eventuele tijdstip
van inwijking. Het belang van deze nominatieve telling voor genealogen
spreekt voor zich. Demografen zijn met behulp van deze telling in staat een
vrij goed beeld te krijgen van de samenstelling van de bevolking aan het
einde van de 18de eeuw. De verwerking van deze telling gebeurde
als volgt. Van de inwoners boven de 12 jaar wordt achtereenvolgens
opgegeven: naam, leeftijd, beroep, het jaar sinds wanneer zij in de gemeente
vertoeven en het aantal kinderen jonger dan 12 jaar in het gezin. Achteraan
vindt u een index op de familienamen en een lijst van de meest voorkomende
familienamen. Deze uitgave sluit met de verklaring van onduidelijke
familienamen.
Luc Neyt: “Cohier vander Stede van Tielt Binnen vande xxste penninck 1571”, 80 blz.
Op 21 maart 1569 riep Alva de Staten-Generaal voor één dag bijeen en stelde
een tweetal belastingen voor. Een eenmalige en uitzonderlijke bede van 1% op
alle roerende en onroerende goederen. Een tweede, bestendige contributie, in
de vorm van de 10de penning (10 %) op de verkoopprijs van
roerende goederen en de 20ste penning (5 %) op de verkoopprijs
van onroerende goederen. Beide penningen vielen ten laste van de verkoper.
Voor Tielt bevinden zich in het stadsarchief van Gent in de reeks xxste
penning twee lijsten: Tielt-Binnen en Tielt-Buiten, beide lijsten dateren
van 1571. We hebben gekozen om eerst de transcriptie te maken van het
penningkohier van Tielt-Binnen. De transcriptie omvat twee delen: het kohier
betreffende de gronden en het kohier van de huizen, eerste de huurders en
vervolgens de eigenaars. Naast de transcriptie omvat dit werk: een
alfabetisch overzicht per straat van de pachters, eigenaars en
eigenaars-gebruikers, een index van de persoonsnamen en een index van de
toponiemen en plaatsnamen. Deze uitgave is een onmisbaar document voor de
familiekundige die zijn voorouders zoekt tot in de 16de eeuw. Ze
vormt immers een aanvulling op het werk van Robert Tanghe:De poorters
van Tielt van voor 1550 tot 1614
en de Stadsrekeningen van Tielt door Frans Holvoet.
Familiekundige weekkalender 2005, onder de redactie van Robert Vanneste
Voor het eerst in Vlaanderen geeft VVF-afdeling Tielt in 2005 een
familiekundige weekkalender uit.In de door ons uitgewerkte kalender geven
wij een aantal afbeeldingen, soms uit een ver verleden, soms zelfs uit het
nabije verleden. Er is een opdeling gemaakt volgens de gebeurtenissen die
bij een familiekundige normaal aan bod komen. We starten bij de geboorte en
via doopsel, school, communie,verenigingsleven, huwelijk, ontspanning,
beroep, oorlog, overlijden komen we bij de begrafenis. Er is in de kalender
eveneens aandacht besteed aan de educatieve werking van onze vereniging en
stellen ook ons driemaandelijks tijdschrift “Onze Voorouders” er in voor.
Bij het opmaken hebben wij ook een poging gedaan om een aantal gemeenten van
ons werkgebied op een of andere manier aan bod te laten komen. Soms via
indirecte verwijzing. Naast een aantal bekende personen die aan bod komen
hebben wij niet nagelaten ook de gewone man zijn plaats te geven. De
kalender is niet enkel gemaakt om naar de plaatjes te kijken maar ook handig
uitgewerkt zodat de gebruiker notie kan nemen van wat er op komst is.
Gelegenheidsuitgave: Emigranten van Pittem en Egem naar Amerika, Huguette De Clerck en Paul Callens
Naar aanleiding van de tentoonstelling “Pittem-Egem in Amerika” hebben wij
eraan gehouden deze uitgave te laten verschijnen met het resultaat van de
stand van het onderzoek over de emigranten van Pittem en Egem die naar
Amerika trokken.
Deze uitgave is een deel van de informatie die momenteel samengebracht is
over onze dorpsgenoten die naar Amerika trokken en er al dan niet een
definitieve woonplaats vonden. De rest van de informatie zal deel uitmaken
van een groter geheel na verdere opzoekingen en verwerking.
De onderzoekers stellen met genoegen vast dat belangstelling voor het
onderwerp sinds een paar jaar sterk in de lift zit. Ze zien het ook als hun
taak wat zij kunnen samenbrengen dit ook effectief te doen. Laat ons hopen
dat andere dit voorbeeld zullen volgen. Beter nu noteren wat men hoort dan
later te moeten vaststellen dat men het beter had opgeschreven zoals men het
hoorde.
In het eerste deel geeft Mevrouw Huguette De Clerck een deel vrij van haar
uitgebreide database rond de Belgische emigratie naar de nieuwe wereld.
Gezien het werk niet volledig af is, zal de gebruiker de nodige
voorzichtigheid aan de dag moeten leggen bij de raadpleging van de gegevens.
Soms spreken bepaalde gegevens elkaar tegen gezien de gegevens uit
verschillende bronnen komen. Onderzoek in de eigen familie kan uitsluitsel
geven over de geldigheid van de informatie en mogelijks ook achterhalen
vanwaar de tegenspraak gekomen is. Bij het onderzoek naar mensen in Amerika
is het duidelijk gebleken dat namen en data soms aangepast werden met of
zonder bijbedoeling. Op andere plaatsen kwamen in de geraadpleegde
bronnen fouten voor die niet altijd duidelijk te verbeteren waren en beter
overgenomen werden in de gevonden vorm.
In een tweede deel geeft Paul Callens een voorbeeld van de nog steeds in
bijwerking zijnde database rond de Belgische emigratie naar de nieuwe
wereld. Een deel van de informatie is reeds uitgegeven in het werk
“Amerikaanse Zantingen Een persoonlijke blik van Pittem naar Amerika”.
Ondertussen zijn heel wat aanvullingen hierin verweven. Het voorbeeld heeft
vooral als doel aan te tonen dat men niet alle onderzoek rond Pittem en
Amerika van nul moet starten. Laat ons hopen dat dit werk een start kan zijn
van een groter geheel. Deze uitgave en de tentoonstelling zullen pas gelukt
zijn als wij kunnen vaststellen dat de plaatselijke mensen van Pittem en
Egem hun eigen familiepapieren goed bewaren voor de volgende generatie.
“The Cultural Heritage through Flemish Immigration: A
Comparative Study of The Gazette van Detroit between May 28, 1981 - May 27,
1982 and January 9, 2003 - November 13, 2003, Aranka Callens.
In oktober 2003 kregen we van Aranka Callens (Oudenaarde), de vraag om wat
informatie over de Gazette van Detroit. Als eindwerk voor de Hogeschool
Gent, Departement Vertaalkunde, had zij de keuze gemaakt om iets te
schrijven rond dit Vlaamse monument in Amerika. Kort ervoor was Aranka reeds
in contact geweest met Margaret Roets in Roseville maar deze had haar
doorverwezen naar VVF-Tielt. Deze laatste heeft in de laatste jaren reeds
het een en ander kunnen verwezenlijken rond het thema “Emigratie naar
Amerika”. Verder verwezen we haar door naar andere mensen die reeds
verdiensten hadden over dit onderwerp. Aan de ene kant was er Ludwig
Vandenbussche uit Leke, de verdeler voor de Gazette in Vlaanderen, en aan de
andere kant Robert Houthaeve die vroeger reeds een studie gemaakt had over
deze krant. Aranka had ook het geluk om Karel Denys, CICM (scheutist)
persoonlijk te ontmoeten bij zijn zuster Lieve in Roeselare. Karel was er
net in verlof en als medewerker aan de Gazette sinds jaren kon hij als
eersterangsbron fungeren. Gezien Aranka eveneens een aantal lezers probeerde
te bereiken om hun mening te weten te komen over de Gazette konden we af en
toe daar nog wat van hulp zij.
Wij hopen dat deze uitgave een hulp kan zijn voor mensen die iets meer
willen weten over onze mensen in Amerika. Zelf waren wij aangenaam verrast
dat Aranka Callens, geen familie van mij, in de korte tijd die ze kreeg om
dit werk te realiseren (oktober 2003 april 2004) zich volledig in de
situatie inleefde en een puik werk afleverde. Het zou jammer zijn dat dit
werk de weg niet zou vinden naar een groter publiek.
Voor mensen die met de emigratie naar Amerika bezig zijn is het een hoopvol
teken dat jonge mensen ook belangstelling aan de dag leggen voor dit
onderwerp en daardoor de problematiek van de huidige migraties beter leren
begrijpen.
“Woordenlijst Latijn - Nederlands voor genealogen", Renaat Lobbestael.
Elke genealoog die bij zijn stamboomonderzoek de Burgerlijke Stand heeft
nagezien en uitgeplozen komt onvermijdelijk terecht bij de
parochieregisters. En dan beginnen de moeilijkheden: oud schrift, maar ook:
Latijn! Die registers zijn - meestal - in het Latijn opgesteld en niet
iedere fervente genealoog is een beslagen latinist.
Een klassiek woordenboek Latijn-Nederlands kan enige uitkomst bieden, maar
niet altijd. Het Latijn van onze parochieregisters is in vele gevallen niet
het klassieke Latijn, maar in vele gevallen potjeslatijn, keukenlatijn of
pastoorslatijn, hoe je het ook noemen wil. Die vrome herders waren meestal
ook geen bedreven latinisten en brouwden er soms maar wat van. Ten andere,
heel wat kerkelijke terminologie vind je niet in een klassiek woordenboek.
Een tweede aspect is het feit dat Latijn een synthetische taal is waar je
geconfronteerd wordt met talloze verbuigingen en een ongewone syntaxis.
Vandaar dat je sommige woordvormen niet terugvindt in een woordenboek. Om
aan die moeilijkheden het hoofd te bieden en het stamboomonderzoek wat
vlotter te laten verlopen dacht de VVF-Tielt er goed aan te doen een
praktische woordenlijst Latijn-Nederlands samen te stellen ten behoeve van
de genealoog. Heel wat afkortingen en uitdrukkingen - geklasseerd bij het
beginwoord - zijn erin opgenomen, alsook de Latijnse naam van heel wat
plaatsnamen. Verder de stamtijden van de werkwoorden alsook de genitief-vorm
van de meeste naamwoorden. We richten een speciaal woord van dank aan de
samensteller van deze lijst, Dhr. Renaat Lobbestael die vele uren van zijn
vrije tijd veil had om dit werk tot een goed einde te brengen. Deze lijst
heeft niet de pretentie volledig te zijn. We houden ons dan ook warm
aanbevolen voor op- en aanmerkingen en eventuele aanvullingen. Moge deze
uitgave haar weg vinden naar de gedreven genealoog!
"Beknopte geschiedenis met een kleine maar ook
met een grote "G" van de streek Roeselare-Tielt, van West-Vlaanderen,
Vlaanderen, België, West-Europa & de hele wereld", VVF-Tielt 2004, 3 delen,
455 p. en talrijke illustraties
In deze uitgave, bestaande uit drie delen, brengt de Heer Etienne Cappelle
een uniek overzicht van grote en kleinere feiten van de geschiedenis van
onze streek. Het is een bonte mengeling van politieke, sociale, economische,
klimatologische, culturele, godsdienstige, wetenschappelijke en medische
gebeurtenissen, chronologisch gerangschikt, die alle hun invloed hadden op
het leven van onze voorouders.
In het eerste deel wordt de periode van het jaar 0 tot 1500 beschreven met
als uitschieters het ontstaan van de dorpen, de gouden periode van de
lakennijverheid en de zich steeds herhalende verschrikkelijke pestvlagen.
In het tweede deel wordt de periode van het jaar 1500 tot 1789 behandeld met
als belangrijkste punten de bijzonder donkere periode van de reformatie en
contrareformatie, de voortdurende afwisseling van bezettingslegers met hun
belastingen en opeisingen en de bevolkingsgroei.
In het derde deel wordt tot slot de periode verwerkt van 1789 tot heden met
als hoofdpunten de grote omwenteling door de Franse revolutie, de
wereldoorlogen en de sociale en wetenschappelijke evolutie.
Dit alles maakt deze publicatie niet alleen een naslagwerk voor genealogen
die hun voorouders in "hun tijd" willen situeren, maar ook een interessante
bron voor studenten en leraars om de samenhang van de "grote" geschiedenis
met de lokale gevolgen beter te kunnen bepalen en afwegen.
Doordat de auteur iedere keer zijn bronnen gedetailleerd vermeld, is dit
werk bovendien een uitstekend uitgangspunt voor verdere studie.
Marcel A. Defever: Zoon van Oorlog en Vrede, Tielt,
VVF-Tielt, 2005, 247 blz. met talrijke fotos
De Nederlandstalige versie van het boek Son of War and Peaceis eveneens
van de hand van Marcel A. Defever. Marcel is geboren te Merken in 1930 en is
50 jaar geleden uitgeweken naar de Nieuwe Wereld. Hij vertelt zijn
levensverhaal. Het eerste deel zijn jeugd in Vlaanderen en het tweede deel
als Vlaamse emigrant in Amerika. Met eigen woorden beschrijft hij zijn
verhaal. Dit werk is niet enkel belangrijk voor de familieleden in
Vlaanderen en Wallonië maar eveneens voor de geschiedschrijving van de
emigratie in het algemeen. Bij ons weten is dit het eerste werk in het
Vlaams-Nederlands dat de persoonlijke ervaringen rond de emigratie na WO II
in het daglicht stelt
Etienne Cappelle: De naam Cappelle in
Oostnieuwkerke van vóór 1729 tot 1980, Tielt, VVF-Tielt, vier delen, deel I
(A-E) 233 blz. met inhoudstafel op de aangetrouwden, deel II (F-L) 223 blz., deel
III (M-P) 230 blz., deel IV (P-Z) 215 blz.
Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle
informatie betreffende de "Cappelles" van Oostnieuwkerke maar ook van
talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-,
huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een
gezinsfiche opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve
akte bij de pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Oostnieuwkerke (°x+)
liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de
informatie die geput werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en
genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de
provincie West-Vlaanderen. Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig
en belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en
varianten) in de streek Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de
bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid.
Deze uitgave werd voor het eerst voorgesteld naar aanleiding van de 33ste
West-Vlaamse Ontmoetingsdag te Roeselare (Rumbeke).
Luc Neyt: “Cohier van Thielt buuten vanden Jaere 1571”,
Tielt, VVF-Tielt , 2005
Op 21 maart 1569 roept Alva de Staten-Generaal voor één dag bijeen en stelt
een tweetal belastingen voor. Een eenmalige en uitzonderlijke bede van 1% op
alle roerende en onroerende goederen. Een tweede, bestendige contributie, in
de vorm van de 10de penning (10 %) op de verkoopprijs van
roerende goederen en de 20ste penning (5 %) op de verkoopprijs
van onroerende goederen. Beide penningen vallen ten laste van de verkoper.
"Voor Tielt bevinden zich in het stadsarchief van Gent in de reeks xxste
penning twee lijsten: Tielt-Binnen en Tielt-Buiten, beide lijsten dateren
van 1571. De lijst van Tielt-Binnen verscheen in 2003. Deze van
Tielt-Buiten is vanaf heden te verkrijgen. De transcriptie omvat twee delen:
het kohier van de pachters en de eigenaars - gebruikers. Dit werk sluit af
met een uitgebreide index op de persoonsnamen, plaatsnamen, trefwoorden en
toponiemen. Deze uitgave is een onmisbaar document voor de familiekundige
die zijn voorouders zoekt tot in de 16de eeuw. Ze vormt immers een
aanvulling op het werk van Robert Tanghe De poorters van Tielt van voor 1550
tot 1614” en de “Stadsrekeningen van Tielt” door Frans Hollevoet.
Claude Moors: Huwelijken Tielt 1671-1683, VVF-Tielt
, 2006
Deze “Alfabetische tafel op de huwelijken in Tielt” sluit aan op de “Klapper
op
De huwelijksakten van Tielt 1666 1683” die reeds eerder verscheen
(VVF-Afdeling Tielt 1997) Van de huwelijksbeloften en de akten van de
jaren 1666-1671 en van 1679-1683 van de parochie Sint-Pieter, ingeschreven
in het notitieboekje of kladboek van de jaren 1666-1683, is geen enkele akte
ingeschreven in de parochieregisters en komen de namen ook niet voor in de
tafels. Hetzelfde is geldig voor de geboorteakten voor dezelfde perioden.
Het is bijna onbegonnen werk om in dit klein register, notitieboekje of
kladboek, opzoekingen te doen. Alles staat dooreen en onderste boven, men
loopt er gewoonweg in verloren. Daarom heeft wijlen onze Voorzitter van
VVF.-Tielt, dhr. A. Robert Tanghe, van deze akten een volledig afschrift
gemaakt en ze gerangschikt in een duidelijke volgorde en ze genummerd.
Onderaan elke bladzijde wordt verwezen naar de bladzijde(n) van het
notitieboekje, waar u de originele akte kan terugvinden. (Zie de
bovenvermelde klapper) In de hier voorliggende tafel zijn de huwelijken
alfabetisch gerangschikt op de naam van zowel de bruid als de bruidegom.
Verder krijgt men, indien gekend, de afstamming, de naam van de
huwelijkspartner en de al dan niet vermoedelijke datum van het huwelijk of
ondertrouw. Van eind juli 1671 tot eind 1678 bestaan er geen huwelijksakten.
R. Tanghe heeft de huwelijken aan de hand van doop- en overlijdensakten
kunnen afleiden. Deze huwelijken zijn ook in de tafel opgenomen. Het is te
begrijpen dat de vermelde data van de huwelijksvoltrekking maar benaderend
kunnen zijn. Niettemin is het een belangrijke hulp bij opzoekingen naar
voorouders uit deze periode. De namen van de vrouwen die voorkomen in de
kolom afstamming zijn opgenomen in een alfabetische lijst.
Jan Callens e.a., Weerbare mannen in de Roede van Tielt
anno 1638. V.V.F.-Tielt, 2000, 141 blz.
In deze publicatie worden de lijsten van de weerbare mannen van de
verschillende parochies in de Roede van Tielt anno 1638 gebundeld.
Aanvullend is een totaalindex van deze gemobiliseerden voorzien om het
terugvinden van personen in de verschillende lijsten te vereenvoudigen. De
weerbare mannen moesten als hulptroepen dienen om het land te helpen
verdedigen tegen de invallen uit Frankrijk en de Verenigde Provincies. Deze
lijsten hebben een belangrijke genealogische waarde daar soms ook de vader
werd genoteerd; soms het beroep kan afgeleid worden; ze een bepaalde
leeftijdsindicatie geven alsook een overzicht bieden van de verspreiding van
een familienaam, met soms verrassende schrijfwijze. In een periode waar de
gegevens in de parochieregisters schaars worden, zijn deze lijsten een
waardevolle aanvulling voor de genealoog.
Robert Vanneste:“De familie Decagnie”, 2003, 100 blz.
Bij het opstellen van de stamboom van de familie Van Zantvoorde had ik
enkele moeilijkheden ondervonden om aanverwate personen uit de familie De
Caigny terug te vinden. Om zekerheid te krijgen was ik verplicht de stamboom
verder uit te luizen. De laatste helft van de 16de eeuw streek
deze familie te Tielt neer. Zij kwamen van Frankrijk (Normandie) en
vestigden zich als aannemersvan schrijnwerk en bouwwerken. In 1614 voert
Romanus De Caigny voor 148 £ groten Vlaams herstellingswerken uit aan de
kerk van Pittem en in 1620 tekent hij een contract voor herstellingswerken
aan de hallentoren van Tielt, voor een bedrag van 740 gulden courant. Zijn
zoon Joannes sterft op 23 oktober 1645 te Kortrijk op de vlucht voor
plunderende en brandstichtende soldaten. Een deel van de afstammelingen
bleven in de bouwsector, anderen vervulden belangrijke functies in het
stadsbestuur of zijn eenvoudige landbouwers gebleven. Zij verspreidden zich
ook naar de omliggende gemeenten. De Tieltse familietak is hier tot over een
tiental jaren volledig uitgestorven. Te Izegem, Pittem, Egem en Wingene
komen ze nog voor.
Arnold Schaubroeck:“Genealogische gegevens van
Schuiferskapelle, bidprentjesdeel 2, 1950-1989”, 2003, 235 blz.
In deze publicatie geeft de auteur voor de periode 1950-1989, aan de hand
van afbeeldingen van de bidprentjes, een overzicht van de overledenen in de
gemeente Schuiferskapelle. Deze publicatie eindigt met een alfabetische
klapper op familienaam die het opzoekingswerk in deze uitgave vereenvoudigt.
Luc NEYT: Erfgoeddag
2006,Tentoonstelling KLEUR IN DIDACTISCHE SCHOOLWANDPLATEN” met bijhorende
CD-Rom - 2006, 45 blz.
Gelegenheidsuitgave naar aan leiding van de erfgoeddag 2006. Overzicht van
533 didactische schoolwandplaten uit het archief van de Vrije Basisschool 't
Nieuwland afdeling Regina Pacis Tielt (zwart/wit "thumbnails" van de platen) met
de titel of het onderwerp van de schoolwandplaat, gevolgd door de afmeting van
de plaat en eventuele opmerkingen. Bij sommige reeksen vind je ook een woordje
uitleg over de kunstenaar van de wandplaat, de drukker en de uitgever. Het boek
bevat een zevental onderdelen verwijzend naar de box (B) met de nummers 1 tot 7
in het archief van de school. BijhorendeCD-rom met 533 foto's van de didactische
schoolwandplaten en rolkaarten. Deze CD sluit aan bij het boek en bevat dus ook
zeven onderdelen of mappen.
Etienne Cappelle: De naam Cappelle
(en varianten) in STADEN van vóór 1752 tot 1980, Tielt, VVF-Tielt, drie
delen, deel I (A-G) 217 blz. met namenlijst, deel II (H-O) 232 blz., deel III (P-Z)
219 blz.
Dertig
jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle informatie
betreffende de "Cappelles" van Staden maar ook van talrijke omliggende parochies
en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters
werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche opgemaakt, voor zover de persoon een
bepaalde administratieve akte bij de pastoor of bij de Burgerlijke Stand van
Staden (°x+) liet optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld
met de informatie die geput werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en
genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de
provincie West-Vlaanderen. Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en
belangrijk instrument zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en
varianten) in de streek Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de
bronnen uit de streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid. Dit
werk zal voor het eerst worden aangeboden op de boekenbeurs in Rumbeke. Van
dezelfde auteur zijn verschenen: De naam Cappelle in Oostnieuwkerke van vóór
1729 tot 1980, vier delen en de naam "Cappelle" in Westrozebeke van vóór
1681 tot 1980
Arnold Schaubroeck: Bidprentjes van
de 19e eeuw Deel 4, VVF-Tielt, 2006, 250 blz.
Deze uitgave bevat 800 bidprentjes van personen overleden in de 19e eeuw en
dit gespreid over geheel België. Deze bidprentjes maken deel uit van
verzamelingen van privé personen en zijn aldus moeilijk te raadplegen. Het is de
verdienste van de Schuiferskapelse genealoog Arnold Schaubroeck dat hij deze
heeft opgespoord en via deze uitgave voor het grote publiek bekend maakt. Met
dit vierde deel overschrijdt de auteur de ontsluiting van meer dan 3.000
bidprentjes. Dit vierde deel omvat naast de fotokopie van 800 bidprentjes drie
klappers: * een alfabetische lijst op de naam van de overledene * een
alfabetische lijst op plaats van geboorte * een alfabetische lijst op plaats van
overlijden Van dezelfde auteur verscheen in de reeks deel 1 in 2001 en deel 2 en
3 in 2002.
Luc Neyt: Huwelijkscontracten Tielt
1795-1806, VVF-Tielt , 2006, 40 blz.
In het Stadsarchief van Tielt bevindt zich in het Modern Archief een bundel
huwelijks-contracten. Op één uitzondering na dateren deze akten vanaf 1795 tot
en met 1806 en zijn afgesloten voor de wethouders van de Stad Tielt. Het
overzicht van de huwelijkscontracten bevat naast de naam van de bruidegom en de
bruid alle nuttige familiekundige informatie die in het contract wordt vermeld.
Bij wijze van proef hebben we bij de akten opgemaakt in 1795 naast het
volgnummer en de datum van het huwelijkscontract, de (huwelijksdatum) vermeld.
Om dit te kunnen realiseren gebruikten we de gezinsfiches opgemaakt door A.
Robert Thanghe periode 1770-1796: mappen 18, 19 en 20. De akte sluit af met een
getal tussen haakjes. Dit verwijst naar het nummer van de digitale foto genomen
van het voorblad van het huwelijkscontract. Naast de transcriptie van een
huwelijkscontract geven we ook een woordje uitleg over de republikeinse
kalender. Het werk sluit af met een index op de plaats- en de familienamen.
André Braet: Landboek van Aarsele, met
alle eigenaars en bewoners 1653-1661, VVF-Tielt, 2007, 261 blz.
Deze bron, van eerste rang voor elke familie- en heemkundige, en eertijds
belangrijkste administratief en fiscaal instrument van het dorpsbestuur van
Aarsele (bij Tielt), wordt in deze publicatie volledig weergegeven. Het landboek
bevat alle 1677 grondpercelen (hofsteden, land, weide, bos...), alle eigenaars
van 1653 en alle gebruikers van 1661. Ook de kwaliteit en de belastbare waarde
van elk perceel werd genoteerd. In vervanging van de teloorgegane
perceelskaarten maakte de auteur een voorlopige bebouwingskaart waarop alle 185
woningen figureren. Vooraf laat de auteur, André Braet, ons kennis maken met het
ontstaan van Aarsele, het grondgebruik en een vergelijkende studie van de grote
landbouwbedrijven en de betrokken personen. Tot de meest ingeburgerde families
behoorden: De Backere, De Clercq, De Meyere, De Smedt, Goethals, H/Oste, Huys,
Van Betsbrugghe, Vandevelde en Van Overbeke. De alfabetische lijsten van plaats-
en familienamen zijn achteraan te vinden.
Rosa Plettinck (opzoekingen), Fons Das (samenstelling): Stamreeks “Reinout
Verhamme”. Tielt, VVF-Tielt, 82 blz. met naamindex en meer dan 90
illustraties
De bedoeling om een gewone stamreeks (een tweetal bladzijden) te laten
verschijnen in ons tijdschrift “Onze Voorouders” is door de onweerstaanbare
drang om meer te weten te komen door Rosa, uitgegroeid tot een mooi werk.
Zij heeft getracht van telkens zoveel mogelijk informatie te verzamelen van
alle gezinnen. Uiteraard is dit niet gelukt omdat enkele gegevens niet
werden teruggevonden en ook omdat bepaalde personen (wat hun volste recht
is) niet wensten mee te werken. Het werkje beslaat 82 bladzijden, naamindex
inbegrepen, waarbij meer dan 90 foto’s en/of illustraties. We starten met
Reinout Verhamme, geboren te Brugge op 27 november 1990 en eindigen bij zijn
stambedovergrootvader (13° generatcus Verhamme, overleden te Tielt op 18
september 1690.
Robert Vannest: Familiegeschiedenis Vanneste met aanvullingen van de
families Vandeeel, Buysse en Dhondt, Tielt, VVF-Tielt, 2008, 94 blz.
De meeste familiegeschiedenissen “Vanneste” beginnen bij Gillis Van den
Neste geboren ca. 1350. Hij komt voor op een confiscatielijst van 1383,
gedood door Bretoense soldaten in de slag van West-Rozebeke op 27 november
1382. Via de vermeldingen in de poorterijakten die voorkomen in andere
familiegeschiedenissen komt de familie terecht bij de bronnen van de 18de
eeuw.
De families Vanneste, Ameel, Dhondt, Buysse en Vandewiele zijn afzonderlijk
voorzien van een index. Na het geheel volgen de gebruikte bronnen, daarbij
is een uitgebreide bibliografie het sluitstuk geworden van een veertigtal
jaren opzoekwerk.
Paul Callens - Luc Neyt: American Gleanings, Amerika
in de pers Gazette van Thielt 1850-1940, Tielt, VVF-Tielt, twaalf delen, in
totaal meer dan 2.060 blz.
WF-afdeling Tielt heeft in het verleden een aantal werken uitgegeven met de
bedoeling de studie van de emigratie naar Amerika te stimuleren. Door het
ter beschikking stellen van bronnenmateriaal bieden we de familie- en
heemkundige de mogelijkheid deze informatie te gebruiken als achtergrond bij
de verwerking van hun familiekundige en/of heemkundige
studie.
Met deze doelstelling voor ogen hebben wij een deel van de locale pers
uitgeplozen om na te gaan hoe eenvoudige en onwetende mensen, die konden
lezen, een beeld voorgehouden werd over Amerika. Als studieobject nemen we
de Gazette van Thielt van 1850 tot 1940.
Voor de periode 1848-1858 hebben we ook De Thieltenaar aan een onderzoek
onderworpen. Daardoor krijgt de lezer de mogelijkheid een vergelijking te
maken tussen de manier van schrijven over emigratie naar Amerika van een
krant met Katholieke en Liberale strekking. Daarbij stellen we vast dat de
eerste strekking eerder de emigratie probeert tegen te houden door het in de
verf zetten van negatief nieuws; waar de tweede strekking eerder positief
staat.
Het 12de en laatste van `Amerika in de Pers' deel omvat losse gegevens uit
de 'Gazette van Kortrijk' periode 1881-1891 en sluit af met een honderdtal
afbeeldingen en een overzicht van de geraadpleegde werken.
In dit werk geven we de teksten weer in de oorspronkelijke vorm waardoor de
aandachtige lezer de evolutie van de taal kan volgen. In meer dan 1.600
voetnoten hebben wij sommige feiten in hun historisch kader geplaatst of een
bron aangegeven waar de lezer meer informatie kan terugvinden.
Reclameboodschappen die iets met Amerika te maken hebben, namen we zoveel
mogelijk op. Naast de reclame voor scheepslijnen die mensen naar Amerika
brengen (met locale agenten in de streek) speelt in het begin van de 20ste
eeuw de reclame voor auto's een belangrijke rol. Een deel van de aangeprezen
merken zijn ondertussen van de markt verdwenen maar Ford, Opel en Chrysler
overleefden de tijd.
Elk deel of opeenvolgende delen kunnen afzonderlijk de belangstelling
wegdragen van de lezer. Enkele voorbeelden van belangrijke thema's zijn: de
Amerikaanse burgeroorlog, de situatie in Mexico met het Belgisch legioen, de
grote trek naar Argentinië, Vlamingen in Moline, Vlaamse abonnees op de
Gazette van Thielt in Amerika na WOI, enz.. Alle delen samen doet ons
beseffen dat Amerika langzaam maar zeker een wereldmacht werd en zo de rol
van de €pese nationale staten overnam.
Naast de informatie over Amerika nemen we ook een aantal artikels op over de
gemeente Pittem. Vergeten gebeurtenissen worden opgefrist en gekende feiten
worden weergegeven in de taal, de stijl en de geest van de betrokken
periode. Denken we maar aan een gedicht over Pittem, het concert van de
nieuwe fanfare met de vondst van een dode de morgen erop, de inhuldiging van
Pastoor Castel, Verbiest in de pers, enz..
In elk deel duikt een hoofdthema op. Dit neemt niet weg dat voor mensen die
op zoek zijn naar een speld in een hooiberg om hun familie in Amerika terug
te vinden, een losse nota genoeg is om nieuwe en andere bronnen te
raadplegen en hun opzoekingen een nieuwe richting te geven.
Voor de periode na de eerste wereldoorlog hebben wij bepaalde feiten of
gebeurtenissen achterwege gelaten die betrekking hebben op het privé leven.
Niet alles is even stichtend, maar met de denkbeelden van nu stellen we vast
dat alles goed gekomen is... Sensatiejagers hebben daar wel iets aan, maar
dit is niet onze geopperde doelstelling.
Het zou ons te ver leiden om alle thema's te vermelden, daarom ter info
enkele items uit de eerste drie delen:
- Goud gevonden in Califomië
- De nasleep van de kolonisatiepoging in Guatemala - Gedicht Pittems
koorzangers - Losse brieven uit Amerika - Spoorwegen en telegraaf doen de
wereld krimpen
- Afschaffing van de slavernij in Amerika en de burgeroorlog neemt
uitbreiding
- Belgen betrokken in de oorlog in Mexico - Hogere militairen en gewone
soldaten geven hun versie van de feiten
- Brieven uit Canada, het schijnt er goed te zijn
- Amerikaans Seminarie en Gods werkers in Amerika - Pastoor Castel in Pittem
- Bloedige eindstrijd in Mexico
- Keizerin Charlotte van Mexico zoekt tevergeefs hulp bij Napoleon 111 en de
Paus
- Eerste tekenen van de ziekte van Keizerin Charlotte van Mexico komen boven
- Meer brieven uit Canada die zeggen dat het er goed is, grote stroom
emigranten blijft echter uit
- De VS in herstel na de bloedige burgeroorlog.
Frank Van Eenooghe: Soldaten van den Grooten
Oorlog Schuiferskapelle 1914-1948, Tielt, VVF-Tielt , 2008, 134 blz.,
Dit werk is een eerbetoon aan onze frontsoldaten van ’14-’18 en dan vooral
aan die van Schuiferskapelle! Schuiferskapelle telde in 1914 zo’n 1400
inwoners. 49 jonge mannen werden opgeroepen en ingelijfd in het Belgisch
leger. Daarvan zijn er 8 gesneuveld en één werd als vermist opgegeven.
Anderen, een negental werden krijgsgevangen genomen, waarvan één gestorven
is in krijgsgevangenschap in Duitsland. Een viertal zijn na de slag om
Antwerpen naar Nederland kunnen ontkomen alwaar ze werden ontwapend en
geïnterneerd tot eind 1918. Een elftal werden gekwetst en afgevoerd naar
hospitalen in Engeland en Frankrijk. Ze werden na hun herstel meestal weer
naar het front gestuurd. Een tiental zijn gedurende bijna de volledige
oorlog aan het front gebleven, één zelfs meer dan vier jaar! En dan zijn er
nog een aantal waarvan tot nu toe weinig informatie te vinden is.
Achteraan in zijn werk vermeldt de auteur allerlei bronnen uitgegeven en
onuit-gegeven. Talrijke keren is hij naar Brussel en Evere gereisd om in het
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis en in de Centrale
Dienst van het Stamboek de personendossiers van de Kapelse soldaten te
raadplegen. Verder heeft hij de Bevolkingsregisters van
Tielt-Schuiferskapelle en omliggende gemeenten nauwgezet uitgeplozen, en ook
talrijke privé-personen geraadpleegd.
5 ASO Bisschoppelijk College Veurne: American
Gleanings "Weg uit West-Vlaanderen: emigratie uit de Westhoek”, Tielt,
VVF-Tielt , 2008, 170 blz.,
De leerlingen van het 5e jaar van het Bisschoppelijk College van Veurne
kregen binnen een project Nederlands-Geschiedenis een opdracht met onderwerp
“Weg uit West: emigratie uit de Westhoek”. De studenten werkten in groepjes
van drie en trokken op zoek naar informatie over een zelf gekozen persoon.
Al heel vlug kwam men terecht bij Ludwig Vandenbussche uit Leke die reeds
jarenlang de Vlaamse vertegenwoordiger is van de Gazette van Detroit in
Vlaanderen. De studenten ontvingen heel wat achtergrondinformatie over de
emigratie in het algemeen en meer in het bijzonder over de emigratie naar
Canada en de Verenigde Staten.
Niet enkel werd voor hun verder onderzoek internet gebruikt, maar ging men
ook ter plaatse zoeken in verschillende archieven. Zo kwamen een aantal
vertegen-woordigers van de groepen naar Tielt om kennis te maken en
opzoekingen te verrichten in het documentatie-centrum van de Vlaamse
Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt. Wij stelden vast dat de gekozen
geëmigreerde personen soms veel, maar ook soms weinig sporen nalieten
waardoor de opdracht niet altijd even eenvoudig was. Na het opzoeken,
verzamelen en ordenen van de informatie hebben deze studenten een korte
samenvatting gemaakt van hun opzoekingwerk die we hierbij uitgeven.
Onder de kundige leiding van de leerkrachten: Geertrui Verhelst, Jacky
Hollemeersch, Patrick Vanleene en Gilbert Vanlerberghe kwamen volgende
werken tot stand:
Het levensverhaal van een man met 3 beroepen...
Cyriel Decadt ging zijn geluk in Detroit zoeken.
Charles Verheyden start een begrafenisonderneming in Amerika
Belgische diplomaat Victor Spirlet vertrekt in 1904 als vice-consul naar New
York
Louis Pattyn begint op 20-jarige leeftijd een nieuw leven in Detroit
Frans Dens ruilt voor korte tijd België in voor Amerika
Bredenaar Oscar Coelus bezoekt Brooklyn en blijft
De emigratie van Constant Verschoore en zijn vrouw naar Delhi (Canada)
Camiel Van Hulse start een nieuw leven in Arizona als succesvol organist
Het korte verblijf van Maurice Verstraete in Québec
Frans Demolder uit Veurne emigreerde naar Canada in 1927
Emigratie vanuit Boezinge naar de VS rond de eeuwwisseling
Waarom zocht Roger Ghesquiere zijn geluk in Canada?
Solange Swaenepoel wijkt uit naar Canada en maakt haar dromen waar
Camiel Peccue verliet Zillebeke in 1916 en vond zijn geluk in
Montpezat-de-Quercy
Léon Verreist reisde duizenden kilometers ver om een nieuw leven te beginnen
Theodoor Rooms wijkt uit naar Frankrijk van 1914 tot 1919
Alïs Bulcke: een West-Vlaming in Detroit
Médard Loones vluchtte naar Frankrijk wegens WO1
Karel Van De Poele, een Vlaamse uitvinder in de Tweede industriële revolutie
Het leven van Frans Luyckx
Fons Das: Onze Families deel 2 Tielt, VVF-Tielt ,
2008, 165 blz.,
Dit tweede deel van ONZE FAMILIES wil verder een lans breken om informatie
over families uit eigen streek kenbaar te maken en ter beschikking te
stellen van vele vorsers en geïnteresseerden. De bedoeling van de auteurs is
niet van een volledige familiegeschiedenis te brengen, maar ze willen hun
opzoekingen niet in hun kast laten liggen.
Onze secretaris de heer Lucien Ailliet uit Tielt brengt twee artikelen: de
genealogie van Hubertus Vanhollebeke en Pieter Ayliet. De heer Jan Verhelst
uit Mortsel schrijft over de emigranten van de familie Verhelst en brengt
samen met mevrouw Marijke Verhelst uit Lembeek en de heer Frans Verhelst uit
Ardooie een verhaal van een Canadese immigrante, Mona-Lisa, die haar roots
in Vlaanderen zoekt. We zijn de vier auteurs dankbaar voor het prachtige
werk dat zij leverden.
Onze redactiesecretaris de heer Fons Das nam de taak op zich de lay-out van
deze vier artikelen te verzorgen en ze in een mooi boek te presenteren.
Etienne Cappelle: De naam "Cappelle" (en varianten) in
GITS, Tielt, VVF-Tielt, 2009 twee delen, deel I (A-K) 284
blz., deel II (L-Z) 272 blz.,
Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle
informatie betreffende de "Cappelles" van Gits maar ook van talrijke
omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks-
en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche
opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de
pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Gits (°x+) liet optekenen. Deze
gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput
werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen
van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie
West-Vlaanderen.
Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument
zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en varianten) in de streek
Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek
al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid.
Luc Neyt: Foto- en gedenkboek Sint-Jozefscollege
Tielt 1848-1999, Tielt, VVF-Tielt , 2009, 337 bladzijden formaat A4, meer
dan 225 foto's, doorlopende kaft in kleur en de binnenbladzijden in digitale
zwart-wit print.
De realisatie van dit foto- en gedenkboek was alleen maar mogelijk door het
rijk fotoarchief van het Sint-Jozefscollege waarover we mochten beschikken
en de gegevens uit de plaatselijke pers. Dit boek is niet alleen een
fotoboek maar ook een gedenkboek. We kozen het jaar 1848 als vertrekbasis om
reden dat het college toen officieel een bisschoppelijk college werd,
beschermd door de stad Tielt. We tellen dus niet minder dan 17 principaals
of directeurs. Alle klasfoto's van de laatstejaarsstudenten vanaf 1932 tot
en met 1999 werden opgenomen. Slechts vier foto's ontbreken: eerste
economische 1967, 1968 en 1971 en eerste weten-schappelijke A 1965. Deze
fotoreeks heeft een sterk genealogisch karakter: foto's van broers, zussen,
nonkels, tantes, grootouders, grootnonkels, buren, enz. Het geheel is
doorspekt met belangrijke gebeurtenissen uit de plaatselijke pers. Ze roepen
oude herinneringen op en herinneringen aan medestudenten, leraars en principaals.
Etienne Cappelle: VOOROUDERS EN NAGESLACHT VAN
AMANDUS CAPPELLE ° Kortemark 22-08-1830 en + Kortemark 05-09-1895 gehuwd te
Hooglede 02-06-1882 met COLETA DICK ° Nazareth 10-04-1843 en + Kortemark
26-10-1902.
Etienne CAPPELLE VVF-Tielt, 2009, twee delen samen 476 blz.
Het boeiende verhaal van hun twee zonen Antoon en Jules, hun twee enige
kinderen, die op zeer jonge leeftijd wees van vader en moeder zijn geworden.
Antoon trouwde in 1909 met Maria Emiliana CASET en bleef op het ouderlijk
bedrijf, het Klokhof, te Kortemark wonen. Jules droomde al langer van
Amerika en heeft er in 1913 een jaar na de ramp van de Titanic - zijn
kozijnen Hector en Jerome Dick en Henri Willaert vervoegd. In 1919 trouwde
hij met Libbie DUPONT, een jonge Amerikaanse, ook met Belgische roots. Haar
zestien betovergrootouders waren immers allen van Waalse afkomst en
emigreerden vanuit de streek Waver in Waals Brabant naar Green Bay in de
Wisconsin USA in de jaren 1853-1856.
Antoon (1884-1957) en Maria (1880-1970) hebben zes kinderen gehad van wie
drie nog in leven zijn: André, nu in zijn 98ste jaar, Irma, in haar 94ste
jaar en Marcel, 87 jaar oud.
Jules (1885-1968) en Libbie (1895-1962) hebben vijf kinderen gehad, slechts
drie schoondochters zijn nog in leven: Dorothy MACCO, bijna 90 jaar oud,
weduwe van Anthony, Mary DELANEY, bijna 68 jaar oud, weduwe van Myron en
tenslotte Audrey JACQUES, 78 jaar oud, weduwe van Alois.
Jules kwam slechts twee keer terug naar België om er zijn broer en familie
te bezoeken, namelijk in 1924 en 1949. Antoon is er nooit toe gekomen om de
Nieuwe Wereld te verkennen en heeft zijn schoonzus dus nooit ontmoet.
Het boek in twee delen is rijkelijk geïllustreerd met oude foto’s (sommige
van voor 1900) en ook recentere alsook met kopies van geboorte-, huwelijks-
en overlijdensakten. De index achter aan het boek telt meer dan 1300 namen.
Etienne Cappelle: KWARTIERSTAAT van Marcella,
Anthony, Myron, Iris en Aloisius, kinderen van Jules & Libbie
CAPPELLE-DUPONT. VVF-Tielt, 2009, 186 blz.
In de lijn van bovenstaande uitgave heeft onze medewerker Etienne Cappelle
ook de kwartierstaat opgemaakt van Jules en Libbie CAPPELLE-DUPONT’s
kinderen. De gegevens zijn hier bijzonder interessant: Jules Cappelle is
immers een rasechte Vlaming wiens voorouders Cappelle, Dick, Roelens,
Oosterlinck, Van Damme, Bouckaert, Verniers en Vervaet uit beide Vlaanderen
afkomstig zijn terwijl zijn echtgenote Libbie Dupont, alhoewel Amerikaanse,
echte Waalse roots heeft. Van haar zestien betovergrootouders werden de
geboorte-, huwelijks- en/of overlijdensakten gekopieerd. Deze voorouders
verlieten allen België tussen 1853 en 1856. De aardappelplaag, de
hongersnood en de epidemieën van de jaren 1846-1848 hebben voorzeker deze
belangrijke volksverhuizing in de hand gewerkt. Tot voordeel van de
Amerikaanse tak werden al de in het Frans of Nederlands opgestelde akten in
het Engels vertaald.
Uit de kwartierstaat blijkt anderzijds dat de grootvader paterneel van
Libbie Dupont, namelijk Grégoire DUPONT (1842-1917), die in 1855 als wees
(van vader) met zijn moeder en zes broers en zusters de overtocht naar
Amerika maakte, een passie had voor fotografie en alzo talrijke
familiefoto’s achterliet voor het nageslacht. Sommige van die foto’s werden
in het boek opgenomen. In totaal werden 14 generaties teruggevonden, wat
sommige voorouders tot in de jaren 1600 situeert. De index telt zo’n 1270
namen.
Paul Callens, " Pittemse Zantingen: “De Graven van Pittem”, Tielt, VVF-Tielt, drie delen: deel I Gemeentelijke Begraafplaats Pittem, 200 blz., deel II Begraafplaats Sint-Antonius Meulebeke, 40 blz. en deel III Gemeentelijke Begraafplaats Egem, 100 blz. Half maart 2009 was het weer eens zover. Een familiekundige was op zoek naar het graf van een familielid overleden te Pittem. Telkens is het een hele opdracht om de begraafplaats van de overledene te vinden en daarom besloot ik een lijst op te stellen die mij van dienst kan zijn. Aangezien de informatie de familiekundige kan verder helpen bij het stofferen van zijn familiegeschiedenis stellen we deze lijsten dan ook ter beschikking. Het deel over de begraafplaat Sint-Antonius, Meulebeke is opgenomen in deze reeks gezien het feit dat een deel van de gemeente Pittem tot deze parochie behoort en er daar ook een aantal Pittemse mensen begraven ligt. De opname van de gegevens gebeurde vanaf half maart 2009 tot einde april 2009 zodat we hier van een momentopname kunnen spreken die praktisch bruikbaar is in de komende jaren. Om ter plaatse de zerken terug te vinden is een kaartje voorzien en kreeg elke zerk in de uitgave een nummer dat naar het kaartje verwijst. In elk deel is een index op familienaam opgenomen en ook een groot aantal afbeeldingen van markante zerken en kruisen. Van enkele moeilijk te ontcijferen grafschriften hebben we een poging gedaan deze zo volledig mogelijk af te schrijven. Bij enkele graven ontbreken de platen met de informatie van de overledene of zijn de opschriften volledig verdwenen.
Luc Neyt: Stamreeks E.P. Julien Standaert C.ss.R.,
Tielt, VVF-Tielt , 2009, 50 bladzijden formaat A4, met meer dan 40 foto's,
doorlopende kaft in kleur en de binnenbladzijden in digitale zwart-wit
print.
De oudste stamvader is Joannes Standaert, overleden te Zomergem in 1653 en
gehuwd met Margareta De Meyer. Hun achter-achterkleinzoon, Petrus Judocus
Standaert verliet Zomergem en huwde te Landegem in 1747 met Livina Goethals,
weduwe van Judocus Vanhulle. Na het overlijden van Livina Goethals,
hertrouwde Petrus Judocus met Maria Catharina De Coster. Hij is de stamvader
van de Landegemse tak van de Standaerts.
Van elke stamvader worden alle gezinsleden vermeld met hun geboorteplaats en
datum, hun eventueel huwelijk en hun overlijden. Van alle kinderen van
Camiel Standaert en Romania Maria Herteleer, negende generatie, wordt een
trouwfoto en de spijskaart van de huwelijksmaaltijd opgenomen. Het leven en
werk van E. Pater Julien Standaert aan wie deze stamreeks wordt opgedragen
naar aanleiding van zijn 90ste verjaardag, zijn 70 jaar kloosterjubileum en
zijn 65 jaar priester, wordt uitvoerig geïllustreerd met passende foto's.
De stamreeks bevat ook alle gegevens over de kinderen, kleinkinderen,
achterkleinkinderen en achter-achterkleinkinderen van Camiel Standaert en
Romania Maria Herteleer.
Fons Das: Religieuzen geboren, overleden, verbleven in één van de
gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt - Tielt, VVF-Tielt , 2010, 123 bladzijden formaat A4, rijk geïllustreerd met tientallen foto's en documenten, digitale zwart-wit print.
Bij zijn opzoekingen stuit een onderzoeker soms wel eens op een nonkel
paster of tante nonneke. In veel gevallen zijn deze mensen gekend in de
familie maar soms gaat het wel eens over een persoon waarvan men "gehoord"
heeft. En dan wordt het misschien wel wat moeilijker om over die bepaalde
persoon wat meer informatie te vinden.
Na vijftien jaar grondig opzoekingswerk verschijnt het eerste deel over
priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied. Het zijn
religieuzen die er ofwel geboren, overleden of verbleven hebben. In dit werk
beschrijft de auteur 32 religieuzen met over velen heel wat
achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de voetnoten.
Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren, leek het ons
wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden, kloosters, abdijen,
enz. Dit werk sluit af met een alfabetische index op familie- en voornaam,
wat voor de genealoog een nuttig werkinstrument is.
Dat het niet bij één boekdeel zal blijven, blijkt uit het feit dat de auteur
nog over meer dan tweeduizend namen beschikt die in aanmerking komen.
Inhoud deel 1
Naam | ° Plaats | + Plaats |
Ampe Alice | Egem | Ranchi |
Ampe Julius Andreas Maria | Esen | Tielt |
Beert Constantinus | Tielt | Lissewege |
Bernaert Remigius Augustus | Handzame | Brugge |
Bral Petrus Joannes Baptist | Tielt | Lede |
Bral Rosalia Francisca | Tielt | Gent |
Bral Virginia Francisca | Tielt | Gent |
Carabella Josephus Franciscus | Meulebeke | Ieper |
Carette Stanislaus Richard | Meulebeke | Koolskamp |
Ceuls Joseph | Lier | Tielt |
Cleenwerck Henricus | Veurne | Tielt |
Daneels Leo Franciscus | Meulebeke | Haasdonk |
De Bleeker André Robert Antoon | Lapscheure | Tielt |
Decostere Leonia Sidonia | Marialoop | Tielt |
Demeyer Elodia | Meulebeke | Meulebeke |
Dhoop Franciscus | Meulebeke | Louisville |
Ghys Lodewijk Frans | Bourbourg | Tielt |
Maes Petrus | Meulebeke | Ingelmunster |
Nemegheer Emilie Clara | Tielt | Kessel-Lo |
Nemegheer Margriet | Tielt | Roeselare |
Plettinck Lucas | Tielt | Wortegem |
Vanlerberge Jacobus Augustinus | Meulebeke | Sint-Niklaas |
Vanparijs Joannes | Meulebeke | ’s Hertogenbosch |
Van Robays Edward | Egem | Barthamur |
Vande Weghe Desiderius | Schuiferskapelle | Aarsele |
Vande Weghe Marie | Dentergem | Tielt |
Vande Weghe Roger Alois | Kanegem | Kortrijk |
Vander Heyde Polydorus Augustinus | Alveringem | Woumen |
Vandevijvere Maria Theresia Octavia | Marialoop | Cochin |
Verkinderen Alphonsus Antoine | Tielt | Ronse |
Verstraete Felix | Egem | Sint-Kruis |
Verstraete Rosalia | Egem | Deftinge |
Claude Moors: Wezerij Tielt-Binnen 1600-1700, Tielt, VVF-Tielt , 2010,
207 bladzijden formaat A4, digitale zwart-wit print.
In dit werk zijn drie soorten documenten opgenomen: staten van goed,
rekeningen van de voogden en verzoekschriften.
Aan de hand van de microfilms die zich in het Tieltse stadsarchief bevinden
heeft Claude Moors de genealogische informatie genoteerd die je in deze
documenten kan vinden. De Tieltse parochieregisters die in 1614 beginnen,
sluiten aan bij deze documenten en lopen er ook grotendeels mee gelijk. Voor
opzoekingen voor een stamboom, een kwartierstaat of een stamreeks is dit
werk een ideale aanvulling. Het biedt u de mogelijkheid om uw
familiegeschiedenis levendig te maken. Vooral de inhoud van een staat van
goed bevat zeer waardevolle gegevens voor de genealoog. Naast de namen van
de overleden, de echtgenoot of echtgenote, hun kinderen met eventueel hun
leeftijd en de voogd van de moederlijke en deze van de vaderlijke zijde
volgt een uitgebreide beschrijving van het vermogen van de overledene, zowel
roerend als onroerend goed en tegoeden, maar ook de schulden. De
beschrijving van de baten en schulden is soms zeer uitgebreid en kan
tientallen bladzijden beslaan. Het is nu aan de genealoog om aan de hand van
de uitgebreide index op dit werk zijn voorouders terug te vinden en in het
Tieltse stadsarchief de microfilm te raadplegen waar hij al deze nuttige
informatie kan lezen. Om dit mogelijk te maken, wordt in dit werk duidelijk
verwezen naar de film, het nummer en eventueel de bladzijde van het boek.
Willy Deconinck & Paul Callens: Pittemse
Zantingen - Overleden parochianen van de parochie Onze-Lieve-Vrouw
Tenhemelopneming Pittem 1930-2009. VVF Tielt, 2010, 252 blz. (meer dan 250
afbeeldingen)
Jarenlang werd er te Pittem in het kader van de "grote kermis", eind
augustus, ("kermismaandag") een dienst gehouden ter nagedachtenis van de
parochianen die overleden in het afgelopen jaar. Het was E.H. Luc Pillen die
in 1998 de dienst een plaats gaf op Allerheiligen. Zo konden de parochianen
op 1 november, voor het bezoek aan het graf van de familieleden, even
terugblikken op het voorbije jaar. Met groot succes trouwens.
Het jaarlijkse gedachteniskaartje kwam later nog regelmatig boven om eens te
zien hoelang het nu weeral geleden was dat een bepaalde persoon dit aardse
leven verliet....
Met deze uitgave proberen we iedereen de kans te geven iets verder terug te
blikken in de tijd. In de tijdspanne die we hier behandelen, 1930-2009, zien
we reeds enkele generaties Pittemnaars in de lijst.
In de beginperiode gaf men de naam van de overleden vrouwen aan als “weduwe
van...” of “vrouw van...”. Vanaf augustus 1992 geeft men de meisjesnaam aan.
De overleden Zusters van het klooster kregen in de beginperiode een
vermelding met hun kloosternaam, later ging men ook de familienaam
vermelden.
We hebben een poging gedaan zoveel mogelijk meisjesnamen te achterhalen en
ook op te nemen in deze uitgave. Gezien we hier enkel konden gebruik maakten
van secundaire bronnen als doodsbrieven, doodsprentjes, etc. konden we niet
altijd uitsluitsel geven over de juiste schrijfwijze van de voornamen of
familienamen.
Het zou ook een genoegen zijn een kopie te bekomen van gedachteniskaartjes
van voor 1930 om eventueel te verwerken in een tweede deel.
Claude Moors: “Cohier van Kanegem van de
20ste penning 1571 en van de 10de penning 1574", Tielt, VVF-Tielt , 2010, 96
blz.
In het Stasarchief in Gent worden de twee penningkohier van Kanegem
bewaard. Het kohier van 1571 beschrijft de inkomsten van de 20ste penning (=
5%) op de huurprijs of de geschatte waarde van het onroerend goed. Een
tweede kohier dateert van 1574 en geeft ons een overzicht van de 10de
penning die 10% contributie opleverde.
Van beide kohieren werd een volledige transcriptie gemaakt. Elk kohier geeft
een beschrijving van de huurders en de eigenaars. Aan elke huurder werd een
eigenaar verbonden. De huurder was dus verplicht om een belasting te betalen
op de pachtprijs. De eigenaars die hun goederen zelf gebruikten, betaalden
een belasting op de geschatte opbrengst.
Het werk sluit af met een index op persoonsnamen en een afzonderlijke index
op toponiem en trefwoorden. Uit de index blijkt dat er voor een bepaald
begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening
mee bij het raadplegen van de index.
Claude Moors: Kohier van Dentergem van de
20ste penning 1571 en van de 5de penning 1577", Tielt, VVF-Tielt , 2010, 116
blz.
De twee penningkohier van Dentergem, die in het Stadsarchief in Gent bewaard
worden, dateren respectievelijk van 1571 en 1577. Het oudste kohier bevat de
contributie van de 20ste penning of 5%, het andere de 5de penning of 20% van
de huurprijs of de geschatte waarden van het onroerend goed.
Van beide kohieren werd een volledige transcriptie gemaakt. Elk kohier geeft
een beschrijving van de huurders en de eigenaars. Aan elke huurder werd een
eigenaar verbonden. De huurder was dus verplicht om een belasting te betalen
op de pachtprijs. De eigenaars die hun goederen zelf gebruikten, betaalden
een belasting op de geschatte opbrengst.
Het werk sluit af met een index op persoonsnamen en een afzonderlijke index
op toponiem en trefwoorden. Uit de index blijkt dat er voor een bepaald
begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening
mee bij het raadplegen van de index.
Etienne Cappelle: De naam "Cappelle"
(en varianten) in STADEN van vóór 1752 tot 1980, Tielt, VVF Tielt drie
delen, deel I (A-G) 217 blz. met index, deel II (H-O) 232 blz., deel III
(P-Z) 219 blz.
Dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle zeer geduldig alle
informatie betreffende de "Cappelles" van Staden maar ook van talrijke
omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de geboorte-, huwelijks-
en overlijdensregisters werd van iedere "Cappelle" een gezinsfiche
opgemaakt, voor zover de persoon een bepaalde administratieve akte bij de
pastoor of bij de Burgerlijke Stand van Staden (°x+) liet optekenen. Deze
gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de informatie die geput
werd uit een tachtigtal uitgaven van heemkundige en genealogische kringen
van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de provincie
West-Vlaanderen.
Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument
zijn voor al wie met zijn voorouders "Cappelle" (en varianten) in de streek
Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de streek
al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid.
Etienne Cappelle: De naam
‘Cappelle’ (en varianten) in Groot-Zonnebeke, twee delen, deel I (index
aangetrouwden Cappelle A-K), 312 blz. en deel II (Cappelle L-Z, °x+-akten)
304 blz.,
Meer dan dertig jaar lang verzamelde de auteur Etienne Cappelle, afkomstig
van Passendale, zeer geduldig alle informatie betreffende de ‘Cappelles’ van
Groot-Zonnebeke (Zonnebeke, Passendale, Beselare, Geluveld en Zandvoorde) en
van talrijke omliggende parochies en gemeenten. Aan de hand van de
geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters werd van iedere ‘Cappelle’ een
gezinsfiche opgemaakt voor zover de persoon een bepaalde administratieve
akte bij de pastoor of bij de burgerlijke stand van Groot-Zonnebeke liet
optekenen. Deze gegevens werden in de loop der jaren aangevuld met de
informatie die geput werd uit een klein honderdtal uitgaven van heemkundige
en genealogische kringen van geheel Vlaanderen maar in het bijzonder van de
provincie West-Vlaanderen.
Het naslagwerk zal ongetwijfeld een zeer nuttig en belangrijk instrument
zijn voor al wie met zijn voorouders ‘Cappelle’ (en varianten) in de streek
van Roeselare terechtkomt. Zoals geweten zijn sowieso de bronnen uit de
streek al zeer beperkt zowel in de tijd als in hoeveelheid. Groot-Zonnebeke
werd immers omzeggens totaal vernield tijdens WOI, samen met onder andere de
parochieregisters en bevolkingsregisters. Heel de bevolking vluchtte eerst
naar Ieper en nadien noodgedwongen naar Frankrijk. De auteur slaagde erin
sommige afstammelingen van Cappelles op te sporen tot in verschillende
departementen ‘over de Schreve’. Het boek bevat ook talrijke foto’s en
enkele interessante interviews.
Paul Callens en Ron V. Mershart: "Nonkel
Walter” Pittems Vlaams Belgisch Amerikaan Valère Meersschaert
gevallen in Wereldoorlog I", Tielt, VVF-Tielt, 2010, 300 blz.,
In de twee boekdelen over het leven van Valère en zijn familie is een
samenvatting gemaakt van wat we konden terugvinden over deze soldaat die nog
altijd begraven ligt op de gemeentelijke begraafplaats in Pittem. Maar het
boek is meer dan het levensverhaal van Valère, het heeft ook aandacht voor
zijn dichtste familie en de plaatsen waar hij en zij voorbijkwamen. Het boek
is mooi geïllustreerd met talrijke foto’s en brieven uit het familiearchief
maar ook met informatie uit de Amerikaanse pers over deze familie.
We hopen dat dit werk navolging krijgt en dat andere auteurs hetzelfde doen
voor een andere gevallen dorpsgenoot uit een van beide wereldoorlogen.
Een korte levensloop:
- Familie van vaders kant is afkomstig uit Izegem zonder binding van de
verdere voorouders met Pittem.
- Familie van moeders kant afkomstig uit Pittem. Moeder, Hélèna Claus had
Pittemse voorouders en oudere Pittemnaars zullen nog weet hebben van
familieleden met deze naam in de Kauwstraat en op de Markt.
- Geboorte van Valère Meersschaert (de naam schreef men later op
verschillende manieren) in Pittem, 1890.
- Leerling aan het Sint-Jozefscollege te Tielt van 1902 tot 1905 waar hij
rond de zevende plaats uitkwam op zo een 30-tal leerlingen. In het tweede en
derde jaar was hij de enige Pittemnaar. Hij leerde er als talen naast Latijn
en Grieks ook Frans en Engels. Onder andere deze kennis zorgde voor een
snelle promotie aan het front.
- Trekt in 1906 samen met zijn vader naar Chicago. Zijn taalvaardigheid zal
hier wel voor iets tussen gezeten hebben. Zijn vader komt na een tijd terug
maar Valère, ondertussen Walter, blijft ginder.
- Valère werkt in Chicago voor de Amerikaanse spoorwegen en komt in 1910
terug voor zijn militaire verplichtingen. Na zijn vertrek is blijkbaar een
formulier tekort in het militair dossier en staat hij ingeschreven als
deserteur.
- Kort na zijn vertrek volgt de rest van de familie richting Chicago waar
vader verder als schoenmaker werkt en moeder in de winkel staat.
- Valère komt begin 1915 aan als vrijwilliger uit Amerika in het Belgisch
leger. In een van zijn brieven kan men later vinden dat nogal wat
generatiegenoten liever veilig in Amerika bleven. Zijn ouders worden tijdens
de eerste wereldoorlog Amerikaans staatsburger.
- Valère maakt snel promotie in het leger en brengt het tot de rang van
Adjudant, de hoogste graad waarnaar hij kon opklimmen als niet
beroepsmilitair.
- In zijn brieven en in brieven aan hem geschreven komen we meer te weten
over de gewone zaken waar hij aandacht voor heeft. Hij is vooral droevig
wanneer hij verneemt dat zijn moeder een auto-ongeval heeft terwijl hij aan
het front zit zonder echt te weten hoe erg de situatie thuis is.
- Een broer van Valère gaat, als Belg die in Amerika woont, in dienst van
het Canadees leger en komt zo terecht in het Brits leger in een Schots
regiment. Hij overleeft de oorlog.
- In het voorjaar van 1918 mag Valère van het leger en op kosten van het
leger op bezoek naar zijn familie in Amerika. Tijdens zijn bezoek aan
Chicago gaat hij spreken over zijn ervaringen aan het front en probeert
anderen warm te maken om ook aan het front te komen zodat zijn vaderland
snel een vrij land kan worden. Op de terugweg heeft hij blijkbaar wat
vertraging en komt de vermelding deserteur terug in zijn militair dossier.
Hij zal er echter nooit voor gestraft worden gezien overmacht hier de reden
was. De duikboten zorgden voor nogal wat problemen in de scheepvaart van
Amerika naar Engeland. Het jaar ervoor waren Amerikanen aan het westelijk
front verschenen.
- Einde september 1918 sneuvelt Valère in het eindoffensief van het
Belgische leger dicht bij Stadenberg. Hij krijgt een voorlopige
begraafplaats op Tiendenberg-Vijfwegen, Westrozebeke. Postuum krijg hij
enkele militaire eretekens.
- In 1919 komt zijn moeder uit Amerika om het graf van haar zoon te
bezoeken.
- In december 1921 krijgt Valère zijn uiteindelijke rustplaats op de
gemeentelijke begraafplaats van Pittem. Dit terwijl zijn ouders dan nog in
Amerika wonen. Een deel van zijn strijdmakker krijgt een laatste rustplaats
op de militaire begraafplaats van Houthulst. Vermoedelijk zorgde de familie
Claus uit de Kauwstraat voor de afwikkeling van de administratieve
rompslomp.
- In 1922 komen de ouders en de nog niet gehuwde kinderen terug naar
Vlaanderen en ze wonen eerst in Pittem en daarna in Roeselare. Gezien de
ouders reeds Amerikaans staatsburger zijn, ziet men hen in Roeselare als
vreemdelingen. Begin 1926 zijn allen terug in Chicago behalve een dochter
Magdalena, die haar hart volgt en later op het jaar het huwelijk aangaat met
Gustaf Calmeyn.
- In augustus 1939 verongelukken de ouders van Valère nadat zij deelnamen
aan de Belgische kermis in Detroit waar zij vele vrienden hadden. Dit kort
voor hun 50-jarig huwelijksjubileum. In de krant van toen staat dat de
begrafenis de grootste was tot dan toe in de Belgische kolonie in Chicago.
Niet verwonderlijk want de ouders van Valère waren van dichtbij betrokken
bij het Vlaamse verenigingsleven in Chicago.
Dankzij de hulp van mensen in Vlaanderen, Frankrijk en Amerika konden we
deze studie nog afwerken voor de vieringen rond honderd jaar eerste
wereldoorlog. Laat ons hopen dat men tijdens deze vieringen vooral aandacht
mag hebben voor de gewone mensen in de oorlog en de gewone soldaten die soms
de mooiste jaren van hun leven aan het front doorbrachten in allesbehalve
comfortabele omstandigheden.
Laat ons niet vergeten dat door de inzet van deze gewone soldaten we nu
reeds 65 jaar als vrije mensen kunnen leven in het besef dat een ééngemaakt
€pa de beste garantie is voor een duurzame vrede na een millennium van
oorlogen op het €pese continent…
Fons Das: Religieuzen geboren, overleden,
verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt1, deel 2,
Tielt, VVF-Tielt , 2011, 119 bladzijden formaat A4, rijk geïllustreerd met
tientallen foto's en documenten, digitale zwart-wit print
Na het eerste deel, verschenen in 2010, zijn we verheugd u het tweede deel
over priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied te mogen
voorstellen. Het zijn religieuzen die er ofwel geboren, verbleven, of
overleden zijn. In dit werk beschrijft de auteur 33 religieuzen met over
velen heel wat achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in
de voetnoten. Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde
behoren, leek het ons wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden,
kloosters, abdijen, enz.
Het werk gaat over volgende religieuzen: Ameye Constantinus, Baert Fernand
Paul Jules Marie Louise, Bernolet Benedictus Constant Maria, Blomme Polydor
Isidoor, Boon Emile Alphonse, Boone Joannes, Brulois Petrus Leonardus,
Clarijsse Henrica, Coemelck Marie, De Vleesschauwer Ægidius Franciscus,
Gelaude Omer, Lava Virginie, Leuridan Basiel Jozef, Linclau Franciscus,
Lochet Emilie Jozefina, Nauwynck Remigius Conatantinus M. J., Nolf
Philippus, Ottevaere Juliette Marie, Parmentier Maria Ludovica Antoinette,
Van Brabant Zoë, Van Ouytsel Reimond, Vancalbergh Guilielmus Franciscus, Van
Crombrugghe Constantinus Guilielmus,Vande Casteele Maria Ludovica Rosalia,
Vandenbon Marie Thérèse, Vandenbroucke Angela, Vanderhoydonks Jacobus,
Vanhollebeke Leonardus, Verbeke Suzanne Ivonne, Verhamme Maria Magdalena,
Verkinderen Elodia Maria, Verkinderen Leonardus, Vervaeke Hieronymus Maria
Aloysius en Wittevrongel Eduard
Ze hebben in een van de gemeenten van ons werkgebied verbleven, maar zijn
geboren of overleden in een van de volgende gemeenten of steden: Tielt,
Wulpen, Diksmuide, Bollezele, Brugge, Boezinge, Gent, Meulebeke, Grammene,
Stavele, Moorslede, Pittem, Sint-Amandsberg, Bevere/Ijzer, Oostrozebeke,
Eksaarde, Aarsele, Dominica, Kanegem, Ciney, Merkem, Schuiferskapelle,
Teilly (Fr.), Torhout, Emelgem, Avelgem, Wakken, Melle, Lier, Beselare,
Wontergem, Koolkerke, Grote-Brogel, Alveringem, Kortrijk, Ingelmunster,
Heule, Meulebeke, Eeklo en Koekelare.
Dit tweede deel sluit af met een alfabetische index op familienamen, op
plaatsnamen en op kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig
werkinstrument is.
1 Het werkgebied van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt
(VVF-Tielt) valt samen met de (deel)gemeenten van het vroeger bestuurlijk en
kiesarrondissement Tielt: Aarsele, Ardooie, Dentergem, Egem, Kanegem,
Koolskamp, Markegem, Meulebeke, Oeselgem, Ooigem, Oostrozebeke, Pittem,
Ruiselede, Schuiferskapelle, Sint-Baafs-Vijve, Tielt, Wakken, Wielsbeke,
Wingene en Zwevezele en daarbij aansluitend Gottem, Lotenhulle, Poeke, Vinkt
en Wontergem.
Paul Callens: Belgen in Amerika - De
mensen, VVF-Tielt, 2011, 7 delen samen 1750 bladzijden alfabetisch
gerangschikt met een 8ste deel als zoekboek en tevens te gebruiken als
index, dus samen ruim 2.000 bladzijden, digitale zwart-wit print
Zo een tien jaar geleden besloot de auteur, Paul Callens, een uitgave te
maken met de voorhanden zijnde bidprentjes van Belgen die emigreerden naar
Amerika. In 2005 gaf hij het XIVe deel uit in de reeks Death Memorial Cards,
telkens met zo een duizend infoblokken. In de periode 2006 tot 2010 hield
hij zich vooral bezig met opzoeken van informatie die op een of andere
manier iets te maken had met de emigratie naar Amerika. Ondertussen kreeg
hij van zijn contactpersonen in Amerika en België regelmatig bijkomende
informatie van overleden landgenoten en hun nakomelingen. Zelf ging hij,
samen met zijn familie, ook ter plaatse om meer informatie samen te brengen.
Zelf had hij een studie gemaakt over de Vlamingen in de regio van San
Antonio, Texas. Een paar jaar heeft hij gewacht om die info vrij te geven
gezien iemand van over de plas zijn informatie verder zou op punt zetten en
eventueel aanvullen. In het begin had hij af en toe contact, maar na een
tijd bleef het stil. Het betreft hier vooral mensen met voorouders in de
regio tussen Gent en Antwerpen, maar ook uit West-Vlaanderen.
De personen staan in alfabetische volgorde. Vrouwen waarvan hij de
meisjesnaam weet, staan eenmaal onder de naam van hun man en eenmaal onder
hun meisjesnaam vermeld. Op die manier komt de informatie van de vrouwen ook
bij hun ouders, broers, zussen en kinderen te staan.
Met de uitgebreide informatie in het zoekboek kan men aan de slag. In dit
zoekboek geeft de auteur meer informatie hoe dit te gebruiken. Een onmisbaar
werkinstrument voor de familiekundige die zijn familie wenst op te zoeken in
Amerika, maar eveneens bruikbaar voor elk geëmigreerde Belg.
Claude Moors: De penningkohieren
De penningkohieren van Oeselgem en Vinkt bevinden zich in het Stadsarchief
te Gent. Het kohier van Oeselgem telt drie lijsten: de 20ste penning van
1571 en 1572 en de 5de penning van 1577 samen 67 bladzijden. Het kohier van
Vinkt telt vier lijsten: de 20ste penning van 1571 en 1572, de 10de penning
van 1574 en de 5de penning van 1577 samen 85 bladzijden.
Van alle kohieren werd een volledige transcriptie gemaakt. Elk kohier geeft
een beschrijving van de huurders en de eigenaars. Aan elke huurder werd een
eigenaar verbonden. De huurder was dus verplicht om een belasting te betalen
op de pachtprijs. De eigenaars die hun goederen zelf gebruikten, betaalden
een belasting op de geschatte opbrengst.
Zowel de kohieren van Oeselgem als deze van Vinkt sluiten af met een index
op persoonsnamen, toponiemen en trefwoorden en zijn afzonderlijk
gepagineerd. Uit de index blijkt dat er voor een bepaald begrip, woord of
naam verschillende schrijfwijzen bestaan. Hou daar rekening mee bij het
raadplegen van de index.
Fons Das: Religieuzen geboren, overleden,
verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt1, deel 3
- Tielt, VVF-Tielt , 2011, 116 bladzijden formaat A4, rijk geïllustreerd met
tientallen foto's en documenten, digitale zwart-wit print,
Na het eerste deel, verschenen in 2010, zijn we verheugd naast het tweede
deel over priesters, paters, broeders en zusters uit ons werkgebied, op
hetzelfde ogenblik ook het derde deel, te mogen voorstellen. Het zijn
religieuzen die er ofwel geboren, verbleven, of overleden zijn. In dit werk
beschrijft de auteur 34 religieuzen met over velen heel wat
achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de voetnoten.
Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren, leek het ons
wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden, kloosters, abdijen,
enz.
Het werk gaat over volgende religieuzen: Allegaert Hilda, Ameloot Mauritius
Julianus, Busschaert Augustinus, Busschaert Cyrille Theodule, Butaye Henri
René, Bynens Maria Mechtildis, Callens Honoratus Petrus Odilo, Clement
Jordanus Adolphus, Coeman Martha Barbara Irma, Daenen Maria, De Rammelaere
Petrus Joannes, Decavele Lydia Julia, D’Hondt Hugo Karel, Dhondt Joannes,
Dobbels Elodie Marie, Ducarin Leonardus, Feront Blanche, Hardeman Benediktus
Ernestus, Janssen Piet, Kersemans Maria, Lambrichs Servatius, Lammertijn
Petrus Gustavus, Maes Achilles, Robberecht Joris Ernest, Schauwvliege Irma,
Seurynck Luciaan, Slaets Johanna Rosalia Maria, Soenen Sylvie Emelie, Storme
Albert Jozef Maurits, Storme Margareta Hilda, Streefland Cornelius, Van
Himbeeck Joannes, Van Maele Elisa Barbara, Willems Marguerite.
Ze hebben in een van de gemeenten van ons werkgebied verbleven, maar zijn
geboren of overleden in een van de volgende gemeenten of steden: Dadizele,
Gent, Stene, Kortrijk, Marke, Nieuwpoort, Stavele, Valparaiso, Genk,
Desselgem, Izegem, Marialoop, Molenbeek Wersbeek, Roeselare, Poeke,
Hooglede, Meulebeke, Middelkerke, Oostnieuwkerke, Kooolskamp, Sint-Truiden,
Pittem, Westouter, Blerick, Borgerhout, Bunde, Sint-Niklaas, Cha-tse-ti,
Assenede, Eeklo, O.-L.-Vrouw Waver, Sittard, Berveren, Ruiselede, Antwerpen,
Gouda, Huise.
Dit derde deel sluit af met een alfabetische index op familienamen, op
plaatsnamen en op kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig
werkinstrument is.
Luc Neyt, “Studenten plukten tabak bij
Vlaams-Canadese boeren”, 228 bladzijden formaat A4, digitale zwart-wit
print, afgewerkt met een plastiekje als kaft en een zwarte band als
rugzijde,
In 2010 organiseerde de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt
met de logistieke steun van het Stadsbestuur Tielt en met de ondersteuning
van de Vlaams Canadese Vriendenkring PCR Melsele en VTB Kultuur Beveren een
tentoonstelling “Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren”. Eén
van de drie luiken van deze tentoonstelling ging over de vele reacties die
we mochten ontvangen op onze oproep in de krant “Wie nam deel aan de
tabakspluk in Canada?”. Tot op heden reageerden 80 personen, waarvan er meer
dan 50 deelnamen aan de tabaksoogst in Canada. Uit de vele gegevens die we
mochten ontvangen werd een selectie gemaakt van foto’s, verhalen, oproepen
om een vriend van destijds terug te vinden, documenten, goede en minder
goede ervaringen, anekdoten, wat er zoal anders was in Canada dan in
Vlaanderen en een lijst van de tabaksplukkers met het jaar waarin ze naar
Canada trokken, de organisator van de reis, bij welke tabaksboer ze werkten,
hoeveel ze verdienden en als er nu nog contact is met mensen in Canada. Al
deze informatie werd “op ware grootte” van het tentoongestelde materiaal
samengebracht in een boek en aangevuld met de persnota, enkele
krantenknipsels, sfeerbeelden van de tentoonstelling in het voormalig
Sint-Jozefscollege van Tielt, het enquêteformulier, het openingswoord van
Els De Rammelaere Schepen van Cultuur Stad Tielt en het dankwoord van Luc
Neyt voorzitter VVF-Tielt.
Door het groot succes van de voorintekening en de nabestellingen zijn we
genoodzaakt een aantal boeken te laten bijmaken. Wie nog interesse heeft,
kan dit boek alsnog bestellen.
Fons Das: "De dekens van het district Tielt en
het decanaat Tielt", deel 4, Tielt, VVF-Tielt , 2011, 194 bladzijden formaat
A4, rijk geïllustreerd met tientallen foto's en documenten, digitale
zwart-wit print,
Naar aanleiding van het zilveren priesterjubileum van deken Filiep Callens
organiseerde de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt een
tentoonstelling in de Sint-Pieterskerk te Tielt, van 6 juli tot 20 oktober
2011, over de 28 dekens van Tielt en dit vanaf het ontstaan van de dekenij
Tielt in 1559 tot 2011. Het boek is de schriftelijke neerslag van de
tentoonstelling en verschijnt in de reeks "Religieuzen geboren, overleden,
verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van VVF-Tielt als deel
4. De auteur behandelt hier in chronologische volgorde alle dekens van het
district Tielt en het decanaat Tielt.
Volgende dekens komen aan bod:
Tytgat Stephanus (eerste deken?), Driepondt Laurentius 1567 - 1575, De
Fraeye Laurentius 1575 - 1580, Desmet Franciscus 1585 - 1606, Vander Beke
Michael 1609 - 1616, De Mol Joannes 1616 - 1657, Verbeke Petrus 1657 - 1684,
Brugmans Ludovicus 1684 - 1696, De Cock Joannes Franciscus 1696 - 1714, De
Plancke Ignatius 1714 - 1719, Van Belleghem Antonius 1719 - 1722, Diu
Hendricus 1722 - 1742, Van Herreweghe Joannes 1742 - 1768, Verlysen Joannes
Baptistus 1768 - 1783, Van Balen Henricus Bartholomeus 1783 - 1811, Bulcke
Joannes 1811 - 1825, Simo(e)ns Joannes 1825 - 1841, De Wilde Carolus Joannes
1841 - 1845, Darras Joannes Marcellinus 1845 - 1855, Denys Carolus Joannes
1855 - 1882, Verraes Eduardus Carolus 1882 - 1900, Busschaert Cyrille
Theodule 1900 - 1911, Vandenberghe Cyrillus 1911 - 1934, Destrooper Josephus
1934 - 1951, Brys Josephus 1951 - 1962, Duforret Karel André 1962 - 1973,
Lefebvre Leopold 1973 - 1988, Buyse Gabriël 1988 - 2009, Callens Filiep 2009
- ……
Ook dit deel sluit af met een alfabetische index op familie- en plaatsnamen,
wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Fons Das: "Pastoors, onder- en medepastoors
van de Sint-Martinusparochie van Aarsele van 1910 tot 2010", deel 5, Tielt,
VVF-Tielt , 2011, 229 bladzijden formaat A4, rijk geïllustreerd met
tientallen foto's en documenten, digitale zwart-wit print,
De jubelviering van 100 jaar (1911-12 * 2011-12) heropbouw van de
Sint-Martinuskerk in Aarsele startte op kermiszondag 6 november 2011 met een
feestelijke eucharistieviering. Na de viering werd de tentoonstelling over
het kerkgebouw, de bedienaars, de kerkschatten en het parochiaal leven
geopend.
De schriftelijke neerslag van de tentoonstelling over de bedienaars van de
Sint-Martinusparochie in Aarsele verschijnt in de reeks "Religieuzen
geboren, overleden, verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van
VVF-Tielt als deel 5. De auteur, Fons Das, behandelt hier de pastoors,
onder- en medepastoors in de periode 1910-2010.
Volgende pastoors komen hier aan bod:
Pastoor Delaere Alphonse wordt hier als eerste vermeld om reden dat de
werkzaamheden onder zijn herderschap gestart zijn. Helaas heeft hij de
afwerking niet mogen beleven.
Delaere Alphonse 1896 - 1910, Billiau Richard 1910 - 1915, Fraeys Isidoor
1915 - 1915, Vanden Berghe Richard 1918 - 1923, Bouve Karel 1923 - 1937,
Cracco Arthur 1938 - 1941, Inghelram Serafijn 1941 - 1952, Moenaert Joris
1952 - 1970, Bruneel Clemens 1970 - 1984, Declercq Robert 1984 - 1995,
Stragier Antoon 1995 - 2000, Durnez Dirk 2000 - 2005 en Arnout Jozef 2005 -
….
De onderpastoors en vanaf 1969 de medepastoors zijn:
Corty Joseph 1909 - 1921, Cosyn Jozef 1921 - 1927, Deroulez Georges 1909 -
1923, Van Mullem Alfons 1923 - 1929, Vandeputte Karel, 1927 - 1928, Willems
Karel 1928 - 1938, De Meester Hendrik 1929 - 1938, Acke Jules 1933 - 1946,
Haessebroucq Henri 1938 - 1945, Ingelaere Marcel 1946 - 1948, Denneweth
Antoon 1946 - 1948, Boydens Antoon 1948 - 1953, Van Duyfhuis Omer 1948 -
1964, Dusselier Stefaan 1953 - 1968, Delbeke Jozef 1964 - 1968, Maes Frans
1968 - 1977, De Vogelaere Jozef 1978 - 1979 en Waerenburgh Romain 1979 -
1987
Ook het vijfde deel sluit af met een alfabetische index op familie- en
plaatsnamen, wat voor de lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Etienne Cappelle: “De naam CAPPELLE in
Moorslede-Dadizele” in twee delen. Deel I: 368 bladzijden,
inleiding, verklaring van de naam en Cappelle, index aangetrouwden, Cappelle
A-K en deel II: 350 bladzijden, Cappelle L-Z, doop- en/of geboorte-,
huwelijks- en overlijdensakten. Formaat A4, digitale zwart-wit print,
afgewerkt met een zwarte band als rugzijde.
Sedert 2005 geeft de auteur ieder jaar een boek uit over het resultaat van
zijn opzoekingen naar de naam Cappelle en varianten in de verschillende
gemeenten en/of deelgemeenten van het arrondissement Roeselare. Na
Oostnieuwkerke, Westrozebeke, Staden, Hooglede, Kortemark (gedeeltelijk) en
Groot-Zonnebeke (met zijn deelgemeenten Zonnebeke, Passendale, Beselare,
Geluveld en Zandvoorde, werkte hij in 2011 Groot-Moorslede af (Moorslede en
Dadizele). De basis voor dit werk zijn natuurlijk eerst de parochieregisters
geweest gaande van 1600 ongeveer (het bestaan van de eerste doopregisters)
en de burgerlijke stand tot 1920, laat staan 1950 ongeveer. Deze opzoekingen
zijn het resultaat van jarenlang en geduldig speuren naar alle Cappelles,
varianten en aanverwanten die ooit in Moorslede-Dadizele vertoefd hebben.
Daarmee wordt bedoeld al wie daar gedoopt, geboren, gehuwd of overleden is.
Ook werden de gezinnen Cappelle opgenomen van wie één of meerdere kinderen
in die parochie of gemeente getrouwd zijn.
Moorslede-Dadizele is nu niet precies de leukste plek om er
“stamboom-opzoekingen” te verrichten, ten minste wanneer men hoopt er veel
archieven te vinden. Wereldoorlog I (1914-1918) heeft er in de streek niet
alleen duizenden soldaten en burgers de dood ingejaagd, ook werd omzeggens
al het oorspronkelijk bronnenmateriaal dat ter plaatse werd bewaard in
kerken en gemeentehuizen vernietigd door de vier jaar durende
stellingenoorlog. De laatste 35 jaar (sedert 1977) heeft de auteur dan ook,
als een echte Sherlock Holmes, menig naslagwerk geraadpleegd om de Cappelles
en familieleden op te sporen. De bedrijvigheid van Familiekunde Vlaanderen
en meer speciaal de naslagwerken van de regio’s Roeselare, Brugge en Tielt,
liet toe om talrijke dorpsmonografieën en parochie-geschiedenissen te
raadplegen. Naast de Franse Volkstellingen van 1748, 1797 en 1814 werden
zo’n honderdtal bronnen uitgeplozen. Het liet toe om het gebrek aan
parochieregisters van vóór 1750 gedeeltelijk te compenseren. Een grondige en
volledige studie van het Fonds Merghelynck zou deze studie nog moeten
vervolledigen …
De eerste Cappelles zijn begin 1600 in Moorslede toegekomen maar ze zijn
er ofwel niet gebleven ofwel hebben ze zich slechts via vrouwelijke
afstamming voortgezet. Het laat geen twijfel dat Moorslede, zoals
Passendale, een geschiedenis zal gekend hebben die nauw verbonden is met die
van de abdij van Zonnebeke. Maar het is uiteindelijk pas vanaf de XIXe eeuw,
na de Franse Revolutie, dat de naam Cappelle er meer en meer zal voorkomen.
De inwijking gebeurde vooral vanuit Oostnieuwkerke, maar ook Passendale,
Staden en Rumbeke. Het moederhuis van Moorslede heeft ook tot gevolg gehad
dat vele Cappellekes er geboren werden tot na WOII, al kwamen de ouders uit
een naburig dorp
Tijdens WOI werd Moorslede omzeggens volledig ontvolkt. Vanaf 1917 en zeker
in 1918 werden de laatste bewoners zelf verplicht geëvacueerd door de Duitse
bezetter naar Limburg, de streek van Gent en ook naar het Mechelse. Na de
Wapenstilstand zijn wel veel oorspronkelijke bewoners en vluchtelingen uit
Frankrijk langzamerhand teruggekomen, maar niet allemaal. U zal in het boek
ook enkele interviews kunnen lezen van mensen die de gruwel van de Eerste
Wereldoorlog hebben meegemaakt.
Paul Callens: “Belgen in Amerika -
De illustraties” in drie delen, Tielt, Familiekunde Vlaanderen regio Tielt,
2012, 550 bladzijden, formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met
een zwart bandje als rugzijde.
Verleden jaar verscheen van dezelfde auteur “Belgen in Amerika - De mensen”.
Dit werk gaf een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen in
Amerika en hun families.
Als vervolg op deze achtdelige reeks, stelt de auteur nu drie delen met
illustraties ter beschikking over “De mensen” die in deze reeks voorkomen.
In het eerste deel komen vooral afbeeldingen van bidprentjes van Belgen in
de Verenigde Staten voor. In deel twee en drie worden de afbeeldingen van
bidprentjes aangevuld met krantenknipsels van Belgen in Ontari.
De afbeeldingen staan in alfabetische volgorde met een uitgebreide index in
deel één en deel drie.
Door deze uitgaven kan de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat
men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de auteur zicht tot de
basisinformatie, soms geeft hij ook heel wat informatie over de familie.
Het feit dat de vorser een naam kan terugvinden in deze zeer interessante
reeks, kan een aanzet zijn om de eigen zoektocht een nieuwe richting uit te
sturen. In een groot gebied, zoals Amerika, is het voor de familiekundige
soms een grote opluchting als hij de streek waar hij naar zijn familie
zoekt, kan beperken in ruimte.
Deze werken zijn onmisbaar in de bibliotheek van om het even welke familie-
of heemkundige die interesse heeft in de uitwijking naar Amerika en zeker
voor hen die opzoek zijn naar uitgeweken familieleden.
Fons Das: Religieuzen geboren, overleden,
verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van Familiekunde
Vlaanderen regio Tielt (FV-Tielt)1, deel 6, Tielt, FV-Tielt, 2012, 114
bladzijden formaat A4, rijk geïllustreerd met tientallen foto's en
documenten, digitale zwart-wit print.
Na het eerste deel, verschenen in 2010, en de vier volgende delen verschenen
in 2011, zijn we verheugd u het zesde deel over priesters, paters, broeders
en zusters uit ons werkgebied te mogen voorstellen. Het zijn religieuzen die
er ofwel geboren, verbleven, of overleden zijn.
In dit zesde deel beschrijft de auteur 33 religieuzen met over velen heel
wat achtergrondinformatie. De verantwoording daarvan vind je in de
voetnoten. Daar paters, broeders en zusters tot een bepaalde orde behoren,
leek het ons wel nuttig ook wat informatie te geven bij deze orden,
kloosters, abdijen, enz.
In dit deel gaat het over volgende religieuzen: Baert Rosalia, Baert
Theresia, Beel Josephus, Beeuwsaert Georgius Josephus, Beke Anna, Bogaert
Maria Emelia, Bonte Maria Ludovica, Bonte Mathilde, De Decker Juliana, De
Gelder Ivonne, De Bruyne Gerardus, Degraeve Alice Godelieve, Delputte
Josephine, Haessebroucq Henricus Julianus Hubertus, Heldenbergh Alexander
Franciscus, Hoste Petrus Joannes, Luyckx Petrus, Maes Amatus Maria Josephus
Franciscus, Martens Clara Maria, Nemegeer Roger, Nicaise Albertus Josephus
Emilius, Nicaise Carolus Josephus Emilius, Poma Germaine, Reyns Carolus
Ludovicus, Schelstraete Remi, Thienpont Virginia, Van Hauwaert Dyonisia, Van
Herrenthals Maria Theresia, Van Puyvelde Suzanna Adelaïde Seraphine,
Vandewalle Nathalia, Vanderheeren Achilleus Alfonsius, Waerlop Mathilde en
Watteel Ivo.
Ze hebben in een van de gemeenten van ons werkgebied verbleven, maar zijn
geboren of overleden in een van de volgende gemeenten of steden: Kortrijk,
Tielt, Meulebeke, Gent, La Serena, Oostrozebeke, Brugge, Westkerke, Lauwe,
Middelburg, Overmere, Pittem, Moorsele, Aarsele, Rekkem, Izegem, Geluveld,
Sint-Niklaas, Asper, Emelgem, Klerken, Loppem, Drongen,
Sint-Goriks-Oudenhove, Dikkebus, Hulste, Sint-Gillis-Waas, Vinkt, Baguio
City, Nieuwstadt, Epaux-Beau, Lichtervelde, Dentergem en Velzeke.
Dit zesde deel sluit af met een alfabetische index op familienamen, op
plaatsnamen en op kloosterorden, wat voor de lezer een zeer nuttig
werkinstrument is.
Fons Das: “Klapper op de dopen van
Pittem van januari 1884 tot december 1907”, Tielt, FV-Tielt, 2012, 143
bladzijden formaat A4, digitale zwart-wit print.
Vorig jaar verscheen van de hand van Willy Deconinck en Paul Callens
“Pittemse Zantingen - Overleden parochianen van de parochie
Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming 1899-1930 en 1930-2009”.
Sinds kort beschikken we over een kopie en een digitaal bestand van de dopen
van Pittem vanaf 1884 tot 1907. Om deze akten beter toegankelijk te maken
voor een ruim publiek klapperde Fons Das dit bestand alfabetisch in een
gezinsfiche, als volgt: in de eerste kolom staan de echtparen met hun
kinderen, de tweede
Pastoor Marnix Sabbe van Pittem gaf de toelating om de moderne
parochieregisters van dopen, huwelijken en begrafenissen aanwezig in de
pastorij te fotokopiëren en te digitaliseren. Het betreft de dopen van
1884-1897 en 1898-1907; de huwelijken van 1895-1912 en de begrafenissen van
1879-1904 en 1905-1912. De oudste parochieregisters van Pittem, vanaf 1800
tot de hierboven vermelde datum, zijn door wijlen de heer Valère Arickx
gedeponeerd in het RA Kortrijk.
Mevrouw Cecilia Van Quickelberghe nam de taak op zich van het kopiëren,
terwijl ondergetekende het begrafenisregister van 1905 tot 1912
fotografeerde. Wens je een kopie van een of andere akte van uw voorouders
uit Pittem, om uw familiegeschiedenis te illustreren, dan kan dit dank zij
de omzetting gedaan door de heer Claude Moors. Je kan hiervoor terecht in
het documentatiecentrum van FV-Tielt, elke 1e en 3e zaterdag van de maand
van 9 uur tot 12 uur.
De heer Fons Das klapperde de dopen van Pittem, van januari 1884 tot
december 1907, alfabetisch in een gezinsfiche, als volgt: in de eerste kolom
staan de echtparen met hun kinderen, de tweede kolom vermeldt de doopdatum
en de laatste kolom het nummer van de akte.
Hierdoor kunnen we aan de familiekundige deze uitgave aanbieden.
Ik wil dan ook graag een woord van dank richten aan pastoor Marnix Sabbe en
de medewerkers: Cecilia, Fons en Claude voor hun werk om de moderne
parochieregisters van Pittem te ontsluiten voor een ruim publiek
Fons Das: “Klapper op de dopen van Marialoop
van januari 1900 tot december 1913”, Tielt, FV-Tielt, 2013, 45 bladzijden
formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een zwart bandje als
rugzijde.
Op 19 januari 1839 werd door bisschop Franciscus Renatus Boussen een nieuwe
parochie opgericht te Marialoop. De gegevens uit de parochieregisters tot
1900 van Marialoop zijn opgenomen in “Databank Meulebeekse bevolking”,
niettegenstaande een deel van deze parochie op het grondgebied van Tielt en
van Oostrozebeke ligt.
Familiekunde Vlaanderen regio Tielt (FV-Tielt) streeft ernaar om de moderne
parochieregisters van alle parochies van hun werkgebied in kopie of digitaal
aan hun bezoekers te kunnen aanbieden. Binnenkort zullen alle doop-,
huwelijks- en overlijdensakten vanaf 1839 tot 1912 te raadplegen. Ten
behoeve van de familiekundige klapperde de heer Fons Das de dopen vanaf 1900
tot 1913 in gezinsfiches.
Paul Callens: “Belgen in Amerika - De bronnen”
in zeven delen, Tielt, FV-Tielt, 2013, bijna 1.400 bladzijden, formaat A4,
digitale zwart-wit print, afgewerkt met een zwart bandje als rugzijde.
.
Twee jaar geleden verscheen van dezelfde auteur “Belgen in Amerika - De
mensen” en verleden jaar “Belgen in Amerika Afbeeldingen”. Deze werken
geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen in Amerika
en hun families. Als vervolg op deze acht- en driedelige reeks stelt de
auteur nu zeven delen met bronneninformatie ter beschikking over onze
uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken. Deze delen
bevatten een uitgebreide index op persoonsnamen, plaatsnamen en begrippen.
De index nalezen kan de gebruiker tot bronnen brengen vanuit de persoonlijke
invalshoek van de samensteller. Door deze uitgaven kan de familiekundige een
beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de
samensteller zicht tot de basis-informatie en worden afzonderlijke bronnen
voorzien van een verder uitleg gefilterd uit een uitgebreide
informatielijst. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een
wetenschappelijke benadering geworden waar vooral oog was voor kleine
details. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij
“Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het
familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Deze werken zijn een must in elke bibliotheek van om het even welke familie-
of heemkundige die interesse heeft in de uitwijking naar Amerika en zeker
voor hen die opzoek zijn naar uitgeweken familieleden.
Voor details per deel zie nrs. 148 tot 154 in de lijst
Fons Das: “Religieuzen geboren, overleden,
verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van FV-Tielt”1, deel 7,
Tielt, FV-Tielt, 2013, 121 bladzijden formaat A4, rijk geïllustreerd met
tientallen foto's en documenten, digitale zwart-wit print.
In dit deel verhaalt de auteur over volgende religieuzen: Allemon Sylvie,
Ameloot Carolus Emmanuel, Arickx Margaretha Magdalena, Benoot Franciscus
Xaverius, Billiet Daniël, De Coninck Fredericus, De Smet Aloysius, De
Visschere Aloysius, Denkens Karel Lodewijk, Eggermont Maria Francisca,
Ferrant Jules Cesar Louis, Gadeyne Ferdinandus Augustus Joseph, Garmyn
Antoon, Hellyn Eduardus, Huys Constantinus, Jourdan Coleta, Lambrecht
Gustavus, Lema Leonia, Lowagie Bertha Florencia Cornelia, Marreel Emma
Maria, Naessen Augustien, Rombaut Theofiel, Van de Zande Adelaïde Paulina,
Van Nieuwenhuyse Julie, Van Vooren Ida, Vaneenooghe Maria, Vanherle Jeanne,
Vanhove Rosalia en Wils Julia Francisca.
Ze verbleven in één van de gemeenten van ons werkgebied, maar zijn geboren
of overleden in één van de volgende gemeenten of steden: Adegem, Antwerpen,
Bavikhove, Beernem, Beveren Roeselare, Beveren IJzer, Borgerhout, Brugge,
Emelgem, Gent, Harelbeke, Heusden, Ieper, Kairo, Knesselare, Kortrijk,
Moeskroen, Oostende, Poelkapelle, Poperinge, Roeselare, Ruddervoorde,
Staden, Steendorp, Wervik, Woumen en Zedelgem.
Zoals vorige delen sluit ook het zevende deel af met een alfabetische index
op de familienamen, op de plaatsnamen en op de kloosterorden, wat voor de
lezer een zeer nuttig werkinstrument is.
Claude Moors, “Handboek van Ludovicus Wauters
Pastoor te Tielt van 1743 tot 1786”, Tielt, FV-Tielt, 2013, 265 bladzijden
formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een zwart bandje als
rugzijde.
Ludovicus Wauters werd geboren te Temse in 1711 en overleed te Tielt in
1786. Op 14 augustus 1743 werd hij benoemd tot pastoor van Tielt in
opvolging van pastoor De Lau.
Tijdens zijn 43 jaar als pastoor in Tielt hield hij een handboek bij. Hij
noteerde daarin heel precies wat met de uitoefening van zijn ambt te maken
had. Een groot deel van dit handboek handelt over de in- en uitgaven van de
tienden. Hij was betrokken in het herafbakenen van de vijf “vorcken” van de
grote tienden en hun verdere indeling in “cercqen”. Daarvan geeft hij een
zeer nauwkeurige topografische beschrijving. Deze gebieden werden dan
jaarlijks verpacht. Pastoor Wauters pachtte elk jaar een vijfde. Alles stond
onder de supervisie van het kapittel van Harelbeke. Zijn handboek handelt
verder over de “distributie in de kercke van Thielt” en geeft een opsomming
van de meest uiteenlopende inkomsten en uitgaven. Hij was zelfs een zestal
jaar betrokken bij het brouwen van bier, waarvan hij de aankoop van
grondstoffen en de kosten van het brouwen nauwkeurig bijhield.
Pastoor Lucovicus Wauters zorgde voor een nieuwe interieuraankleding van de
kerk met onder meer de koorlambrisering (1749-1751) en bijpassend gestoelte,
houten muur- en gewelfbekleding, een communiebank in rococostijl
gesculpteerd door Pieter Cools uit Brugge (1765) en houten afsluiting rond
de altaren van Onze-Lieve-Vrouw van Lorette en Onze-Lieve-Vrouw van Halle
(1758-1765).
Verder nam pastoor Wauters heel wat interessante zaken op in zijn handboek
zoals: een lijst van de Tieltse pastoors vanaf 1342 tot 1786, het in ede
stellen van Jan Baptiste Delcambe als griffier van Tielt-Buiten, het octrooi
van de Gilde van Sint-Jan Baptiste te Tielt, aanstelling van Zacharias
Loobuijck als organist, van Bernardus De Vlaminck als prior van het klooster
van Sint-Alexis, van de koster, klerkbaljuw, klerk, schoolmeester, de
koorzangers door hem aangesteld van 1743 tot 1767, het afstellen van een
reeks Heiligendagen, het huwelijkscontract van Pieter Vander Haghen en Marie
Catharina Elbo, de personen begraven bij de Paters Recollecten sedert 14
oktober 1741 en de wijding van de twee klokken, op 12 augustus 1777, gegoten
bij Du Mery te Brugge.
Voor zijn aantreden als pastoor te Tielt werd voor de overleden parochianen
geen kerkelijke plechtigheid gedaan, wat volgens de gebruiken van het Land
van Waas daar reeds jaren bestond. Op eigen kosten voerde hij dit gebruik te
Tielt in en op kermismaandag deed hij voor de overleden parochianen een
plechtige dienst en werden de pastoors van het omliggende gemeenten
uitgenodigd naar een feestmaaltijd in zijn eigen huis.
Als gefortuneerd en bekwaam man tot het beheren van onroerende goederen kwam
hij tussen als de kerk in financiële problemen kwam. Na meer dan 25 jaar
dienst in Tielt maakte hij met de kerk een vereffening. Een aanzienlijke som
van verschoten penningen schold hij kwijt en schonk daarbij nog een rente
aan de kerk op voorwaarde dat de kerk de dienst van de overleden parochianen
op kermismaandag op zich zou nemen.
Tijdens zijn lange loopbaan in Tielt verwierf Ludovicus van de Paus de
erefunctie van “Protonotarius Apostolicus”. Dit is de hoogste titel die een
priester kan krijgen en wordt aldus lid van een college te Rome, bestaande
uit voorname geestelijken, belast met de leiding van alle zaken betreffende
het pausdom en de Rooms Katholieke Kerk.
Een tiental jaar geleden haalden we het handboek van pastoor Wauters van
onder het stof om te microfilmen. Vorig jaar werd de microfilm omgezet in
digitale beelden en de heer Claude Moors begon het handboek te
transcriberen. Niet alleen zagen heel wat nieuwe geschiedkundige elementen
van Tielt het daglicht maar ook leerden we pastoor Wauters beter kennen. De
auteur brengt in een tiental bijlagen nog heel wat interessante gegevens
over de pastoor zelf waaronder zijn testament en de fundatie van de
“naerkermesse”. Om het werk voor de lezer ten volle bruikbaar te maken,
sluit het werk af met een index op de persoonsnamen, toponiemen en
trefwoorden.
Paul Callens “De Graven van Koolskamp”,
FV-Tielt, 2013, 98 bladzijden, formaat A4, digitale zwart-wit print,
afgewerkt met een zwart bandje als rugzijde.
Af te halen bij Georges Callens, Ardooisestraat 13, 8851
Koolskamp, tel. 051/74 58 80 ofwel te bestellen bij FV-Tielt.
Verleden jaar was de €pese Week van de Begraafplaatsen aan zijn tiende
editie toe. Uiteenlopende initiatieven werden aangeboden, waaruit opnieuw
blijkt hoeveel aspecten verbonden zijn met het funerair erfgoed. Er namen in
2012 een 30-tal gemeenten deel, wat resulteerde in een uitgebreid en
gevarieerd programma: rondleidingen op begraafplaatsen, tentoonstellingen,
voordrachten, voorstellingen van een funerair onderzoek of een
restauratieproject.
De bijdrage in het verleden van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt was het
noteren van de grafschriften op de begraafplaatsen van Pittem, Egem en
Sint-Antonius Meulebeke. Ook zijn een aantal mensen bezig met het
inventariseren van de informatie op het oudste deel van de Stedelijke
begraafplaats van Tielt.
Dit jaar brengt Paul Callens, bestuurslid van FV-Tielt, een werk over de
begraafplaats van Koolskamp. Naast een alfabetische naamlijst bevat dit boek
ook een groot aantal foto’s, grotendeels gekozen op willekeurige basis. Een
plan met de ligging van de graven maakt het de familiekundige heel eenvoudig
om een familielid op de begraafplaats terug te vinden. Gezien regelmatig
grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is dit dan ook
een waardevolle momentopname die voor de toekomst heel waardevol is, want
het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Johny Lanckriet en Fons Das: Onze Families,
deel 3”: ‘Kwartierstaat der gezusters Georgette Antoinette Missant (zuster
Walteria) & Simonne Maria Missant (zuster Elisa)’, Tielt, FV-Tielt, 2013,
208 bladzijden formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een zwart
bandje als rugzijde.
Eind 2009 bezorgde de heer Daniël Vandewalle ons een onvolledige
kwartierstaat van Georgette Antoinette Missant, zuster van het Geloof in
Tielt. Op de vraag deze kwartierstaat te vervolledigen kwamen enkele
reacties op de redactie van Onze Voorouders binnen. Vooral de aanvullingen
van de heer Johny Lanckriet werden met veel dank aanvaard. Hij kon immer
heel wat informatie van de gezinsfiches Tielt en Ruiselede, opgemaakt door
wijlen de heer Robert Tanghe, linken aan de gegevens opgezocht door de heer
Daniël Vandewalle.
Inmiddels was ook de “Databank Meulebeekse bevolking” verscheen. Ook deze
gegevens werden in de kwartierstaat verwerkt.
De heer Fons Das zocht allerlei gegevens over zuster Walteria en stelde vast
dat haar jongere zus, Simonne Missant, ook ingetreden was in dezelfde
kloosterorde onder de naam zuster Elisa. Met al de opgezochte gegevens kon
een kwartierstaat opgemaakt worden van 18 generaties. Het werk sluit af met
een naamindex.
Fons Das: “Pastoors, onderpastoors,
medepastoors, hulppriesters en diakens van de Onze-Lieve-Vrouweparochie te
Tielt van 1913 tot 2013”,Tielt, FV-Tielt, 2013, 258 bladzijden formaat A4,
rijk geïllustreerd met tientallen foto's en documenten, digitale zwart-wit
print.
Een eeuw geleden werd de Onze-Lieve-Vrouweparochie in Tielt opgericht. De
Onze-Lieve-Vrouwekerk werd ingewijd in 1938 en met de resterende
steenbrokken van de kerk werd op de Poelberg een Mariale grot gebouwd.
Het is een moment om even terug te blikken, vaak met bewondering en
dankbaarheid. Doorheen de vele documenten die de auteur aanbiedt, krijgen we
niet enkel een kijk op de “gewijde ambtsdragers”, maar komen vele aspecten
van het parochiale leven aan bod.
In de honderd jaar parochie wordt heel veel aandacht besteed aan de
pastoors: Bouve Karel (1913-1923), Nauwynck Remi (1923-1940), Leuridan Jozef
(1940-1949), Vanden-broucke Jozef (1949-1953), Rooryck Hlodwig (1953-1984)
en Rebry Martin (1984-2006).
Zij werden in de uitoefening van hun ambt bijgestaan door de onder- en
medepastoors: Wight Walter (1920-1942), Thorez Karel (1942-1963), Deman
Constant (1944-1945), Clarebout Jan (1949-1958), Decorte Henri (1958-1965),
D’Hondt Hugo (1963-1970), Sonneville Jaak (1965-1967), Vangheluwe Roger
(1957-1968), Cosaert Noël (1968-1978) en Declercq Robert (1970-1984).
De Bleeker André (1979-1985) en Lerouge Jan (2005-…) zijn de twee
hulppriesters. De parochie kent ook twee diakens: Deman Julien (1990-1994)
en Nemegheer Chris (2011-…)
Dit werk sluit af met een alfabetische index op de familie- en plaatsnamen.
Fons Das en Johny Lanckriet: Onze Families, deel
4”: ‘Kwartierstaat der gezusters Alina Mathilda Minne (zuster Suzanne) &
Irma Zulma Minne (zuster Maria Coleta)’, Tielt, FV-Tielt, 2013, 245
bladzijden formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een zwart
bandje als rugzijde.
In oktober 2009 verscheen in het driemaandelijks tijdschrift “ONZE
VOOROUDERS” in de rubriek “Vraag en Antwoord” een onvolledige kwartierstaat
van Alina Mathilda Minne, zuster van het Geloof in Tielt. De heer Daniël
Vandewalle vroeg om deze kwartierstaat te vervolledigen. Er kwamen enkele
reacties binnen. Vooral de aanvullingen van de heer Johny Lanckriet werden
met veel dank aanvaard. Hij kon immers heel wat informatie van de
gezinsfiches Tielt en Ruiselede, opgemaakt door wijlen de heer Robert
Tanghe, linken aan de gegevens opgezocht door de heer Daniël Vandewalle.
Inmiddels was ook de “Databank Meulebeekse bevolking” verscheen. Ook deze
gegevens werden door de heer Johny Lanckriet in de kwartierstaat verwerkt.
De heer Fons Das zocht allerlei gegevens over Alina Mathilda Minne en stelde
vast dat haar jongere zus, Irma Zulma Minne, ook ingetreden was, maar in de
Orde van de Arme Klaren. Met al de opgezochte gegevens kon een kwartierstaat
opgemaakt worden van 17 generaties. Het werk sluit af met een naamindex.
Fons Das: “Religieuzen geboren, overleden,
verbleven in één van de gemeenten van het werkgebied van Familiekunde
Vlaanderen regio Tielt” (FV-Tielt), deel 9, Tielt, FV-Tielt, 2013, 123
bladzijden, formaat A4, rijk geïllustreerd met tientallen foto's en
documenten, digitale zwart-wit print.
In dit deel gaat het over volgende religieuzen: Balcaen Anna Philomena,
Blondeel Hendrik, Jozef Julius, Bogaerts Maria Philomèna, Breyne Leopold,
Catrysse Celina, De Maerel Henricus Franciscus, De Zutter Emilius Ludovicus,
Decock Cecilia, Delacauw Octavus Amatus, Delafontaine Emile Alardus Joannes,
D’ Hert Johanna, Jacques Gabriëlle, Knoops Anna Catharina en Lemey Isabella
Dyonisia.
Zij verbleven tijdens hun actieve dienst in ons werkgebied, zij zijn geboren
of overleden in een van de volgende plaatsen: Antwerpen, Brugge, Ichtegem,
Ieper, Izegem, Kanegem, Kinrooi, Meulebeke, Mont-Saint Guilbert, Pittem,
Proven, Ruddervoorde, Staden, Tielt, Waregem, Vladslo en Wakken.
Met een bijgevoegde alfabetische index op familienamen, plaatsnamen en
kloosterorden heeft de lezer een zeer nuttig werkinstrument ter beschikking.
Paul Callens: De graven van De Ginste.
Het boek, formaat A4, 104 blz., digitale zwart-wit print, afgewerkt met een
zwart bandje als rugzijde, bevat een plan van de begraafplaats met de
ligging van de graven, een alfabetische naamlijst en een aantal foto’s van
graven.Af te halen bij diaken Robert Lammertijn, Leegstraat
89, Oostrozebeke. Tel. 0475/91 34 29
Het boek is ook te verkrijgen via storting van het bedrag van het boek
te verhogen met de verzendingskosten van 3,00 € op de rekening van
FV-Tielt, IBAN BE51 8002 2704 6362, Schuiferskapellesteenweg 29, Tielt of
daar af te halen zonder portkosten. Tel. 051/40 11 36.
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel
wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook “kerkhof”
genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere
locatie iets buiten het centrum van de gemeente gelegen. Naast de
traditionele graven werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide
en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden
weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de
huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol
is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen
in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen in 2009 de inventaris van
de begraafplaats in Pittem, Egem, Sint-Antonius Meulebeke en in het begin
van dit jaar de begraafplaats in Koolskamp. De inventaris van de
begraafplaats van Aarsele, Kanegem, Schuiferskapelle, Doomkerke en
Kruiskerke is ook al uitgegeven. Nu krijgt u de kans om kennis te maken met
de inventaris van de begraafplaats in De Ginste.
Paul Callens: Funerair erfgoed “de graven van
Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle”
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op
heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook
“kerkhof” genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een
grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente gelegen. Naast de
traditionele graven werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide
en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden
weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de
huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol
is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen
in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen in 2009 de inventaris van
de begraafplaats in Pittem, Egem, Sint-Antonius Meulebeke en in het begin
van dit jaar de begraafplaats in Koolskamp. Er is ook al een inventaris ter
beschikking van de begraafplaatsen Doomkerke, Kruiskerke en De Ginste. Nu
krijgt u de kans om kennis te maken met de inventaris van de begraafplaats
in Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle. Elk boek bevat een plan van de
begraafplaats met de ligging van de graven, een alfabetische naamlijst en
een aantal foto’s van graven. De boeken zijn op formaat A4, digitale
zwart-wit print, afgewerkt met een zwart bandje als rugzijde.
“De graven van Aarsele”, 200 blz. af te halen in de
voormiddag op de pastorij, Pastorijstraat 9, Aarsele. Tel. 051/63 32 86
“De graven van Kanegem”, 112 blz. , af te halen bij Rita
Wanseele, Astenhove 1, Kanegem. Tel. 051…
“De graven van Schuiferskapelle”, 86 blz. af te halen bij
Frank Van Eenooghe, Biermanstraat 55, Schuiferskapelle. Tel. 051/40 39 06
De boeken zijn ook te verkrijgen via storting van het bedrag van het boek te
verhogen met de verzendingskosten van 3,00 € per boek op de rekening van
FV-Tielt, IBAN BE51 8002 2704 6362, Schuiferskapellesteenweg 29, Tielt of
daar af te halen zonder portkosten. Tel. 051/40 11 36.
Paul Callens: Funerair erfgoed “de graven
van Doomkerke en Kruiskerke”
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op
heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook
“kerkhof” genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een
grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente gelegen. Naast de
traditionele graven werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide
en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden
weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de
huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol
is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen
in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen in 2009 de inventaris van
de begraafplaats in Pittem, Egem, Sint-Antonius Meulebeke en in het begin
van dit jaar de begraafplaats in Koolskamp. Er is ook een inventaris ter
beschikking over de begraafplaatsen van Aarsele, Kanegem en
Schuiferskapelle; Nu krijgt u de kans om kennis te maken met de inventaris
van de begraafplaats in Doomkerke en Kruiskerke. Elk boek bevat een plan van
de begraafplaats met de ligging van de graven, een alfabetische naamlijst en
een aantal foto’s van graven. De boeken zijn op formaat A4, digitale
zwart-wit print, afgewerkt met een zwart bandje als rugzijde.
“De graven van Doomkerke”, 90 blz. af te halen in bij
Pierre Vandenheede, Brandstraat 60B, Doomkerke. Tel. 051/68 79 36
“De graven van Kruiskerke”, 62 blz. af te halen bij Paula
Vanderschaeve, Kruiskerkestraat 60, Kruiskerke. Tel. 051/68 89 62.
De boeken zijn ook te verkrijgen via storting van het bedrag van het
boek te verhogen met de verzendingskosten van 3,00 € per boek op de
rekening van FV-Tielt, IBAN BE51 8002 2704 6362, Schuiferskapellesteenweg
29, Tielt of daar af te halen zonder portkosten. Tel. 051/40 11 36.
Etienne Cappelle, “Kwartierstaat van Etienne
L.A. Cappelle ex Passendale”. Formaat A4, digitale zwart-wit print,
afgewerkt met een zwarte band als rugzijde.
In zijn jeugdig enthousiasme heeft de auteur meer dan 30 jaar gezocht naar
het antwoord op de vraag: waar komen de Cappelles vandaan en hoe diep kan ik
met de voorouderreeks teruggaan. Hierdoor werd het samenstellen van de
kwartierstaat ‘even’ ter zijde gelegd.
De ‘nood’ van de naaste familie aan een familieboek met reünie heeft hij
beantwoord met alle nog in leven zijnde afstammelingen en aanverwanten van
betovergrootvader ….Cappelle in 1979 te Moorslede en in 1983 te Pittem van
Marie José De Witte uit te nodigen. Respectievelijk beantwoordden ongeveer
1/3 van de circa 2.100 aangeschrevenen. Zij kwamen uit België, Frankrijk,
zelfs uit Canada en de U.S.A.
In een volgende ‘opdracht’ zocht hij alle naamdragers Cappelle en variante
schrijfwijzen op tussen 1600 en 1912, of nog later. Hij rangschikte zo per
(deel)gemeente of parochie.
Met zijn 65 jaar in zicht vond hij het tijd worden om zijn beginwerk, de
kwartierstaat samenstellen, af te werken. Het vinden van huwelijksplaatsen
en –data, alsook overlijdensplaatsen en –data verloopt soms moeilijk.
Officiële bevolkingsregisters beginnen pas vanaf 1847, maar zijn in de
frontstreek tijdens WOI (1914-1918) dikwijls vernield.
Opzoekingen in de streek rond Roeselare, in het Algemeen Rijksarchief te
Brussel, uitgaven van genealogieën, monografieën, tellingen, al of niet
uitgegeven door Familiekunde Vlaanderen (FV), sites via Internet zoals
Geneanet, http://vrijwilligersrab.be, www.search.arch.be maakten het
mogelijk. De takken Cappelle, Demedts, Depuydt en Vandecandelaere gaan terug
tot in de jaren 1600.
Het werd een boek van meer dan 400 bladzijden waar de auteur getracht heeft
de gezinnen samen te stellen zonder aanspraak te maken op volledigheid. Hij
heeft ook aandacht voor familieverhalen tijdens WOI. De site van kranten
(1830-1940) in de streek van Ieper www.historischekranten.be bevat
interessante items. Met dit boek reikt de auteur de hand aan
stamboompluizers in Roeselare, Ieper, Diksmuide, Moorslede, Passendale,
Rumbeke, Oostnieuwkerke, Staden, Westrozebeke, Merkem, Woumen, Esen, enz.
Je komt ook meer te weten over de naamdragers: Ameel, Berkein, Bogaert,
Bryon, Castelein, Cornillie, Couckuyt, Covemaeker, Deceuninck, Decoene,
Defever, De Febvre, Degraeve, Demuynck, Deryckere, Dheedene, Dhont,
Dobbelaere, Durnez, Forrez, Geldhof, Godderis, Goudeseune, Huijghe,
Janssens, Lefevre, Nuytten, Parmentier, Pauwels, Ponseele, Samyn, Seghers,
Syssauw, Tanghe, Valcke, Volcke, Vandenbussche, Vangheluwe, Vanhaverbeke,
Van Zuydt, Vercaigne, Verhaeghe, Vermeulen, Verschaeve, Verstraete, Wattin
en andere.
Luc Neyt: Foto- en gedenkboek apostolinen
1839-1954 en Regina Pacis 1954-1997 FV-Tielt, 2014. Formaat A4, 458
bladzijden, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een doorlopende kaft met
kleurenfotos.
Waarom nu dit foto- en gedenkboek. Wel op 22 oktober 2014 is het
juist 175 jaar geleden dat er zes zusters apostolinen uit Brugge in Tielt
een nieuwe vestiging stichten en dit op vraag van deken Darras. Dit foto- en
gedenkboek is geen wetenschappelijk geschiedkundig werk maar een verzameling
van allerlei feiten en gebeurtenissen die door de zusters gerealiseerd zijn
met het doel de jeugd van Tielt op te voeden in een christelijke
geloofsgemeenschap. Daarom breiden ze hun patrimonium aan gebouwen
voortdurend uit en richten ze nieuwe scholen op zowel voor de kleintjes, de
lagere schoolleeftijd als voor de meisjes die de lagere school verlaten.
Belangrijke gebeurtenissen in het onderwijslandschap in Tielt en nationaal
komen eveneens aan bod. De rode draad doorheen het boek zijn de
verschillende zuster moeder oversten, later de plaatselijke
verantwoordelijken en de directies van de basisschool. Vanaf het eerste
kwartaal van de 20ste eeuw wordt de kleuter- en lagere school en de handels-
en beroepsschool bestuurd door een zuster directrice in plaats van moeder
overste. Naar het einde van de 20ste eeuw wordt het werk overgelaten en
evolueert het lerarenkorps en de directie van religieuzen naar leken.
Alle foto’s die we via een of andere oproep verkregen, zijn in de mate van
het mogelijke opgenomen in het boek. Alle beschikbare foto’s van vóór het
schooljaar 1977-1978 zijn opgenomen. Voor de selectie van de foto’s vanaf
het schooljaar 1977-1978 gaan we als volgt te werk: b.v. de foto van het
geboortejaar 1980 is opgenomen in de 1ste kleuterklas, 1ste leerjaar en 4de
leerjaar; het geboortejaar 1981 in de 2de kleuterklas, 2de leerjaar en 5de
leerjaar en het geboortejaar 1982 in de 3de kleuterklas, 3de leerjaar en 6de
leerjaar. Naast de 350 klasfoto’s zijn er nog ruim 500 illustraties van
postkaarten, groeps- en individuele foto’s, plannen van nieuwbouw en
situatieplannen, historische documenten, rapporten, foto’s van schoolse
activiteiten en scans van krantenartikelen. Het boek telt 450 bladzijden,
formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een doorlopende kaft in
kleurenprint.
Paul Callens: “De graven van
Wingene”, 398 blz. FV-Tielt, 2014, formaat A4, digitale
zwart-wit print, afgewerkt met een zwart bandje als rugzijden.
De afgelopen jaren en maanden
bracht ons project “De graven van….” ons naar alle uithoeken van ons
werkgebied. Het was de bedoeling de voorkeur te geven aan de kleinere
gemeenten en begraafplaatsen in onze regio. Dit jaar konden wij ook reeds
een inventaris maken van de vijf Oost-Vlaamse gemeenten die zich in ons
werkgebied bevinden (Lotenhulle, Vinkt, Poeke, Wontergem en Gottem).
Berichten in de lokale pers maakten ons duidelijk dat heel wat graven op het
punt stonden te verdwijnen op de begraafplaats van Wingene. Na regenbuien
bleef het water dagenlang op de begraafplaats staan en was het niet meer
comfortabel om de graven te bezoeken.
Daarom hebben wij vanaf half juni
een poging gedaan de familiekundige gegevens van deze begraafplaat
systematisch te noteren. Daarbij hebben wij ook foto’s gemaakt van de graven
die weldra ook beschikbaar zullen zijn op de computer in het lokaal van
Familiekunde Vlaanderen regio Tielt.
We vernamen dan ook recent dat
op 1 september de aanpassingswerken zijn begonnen waardoor dit werk nu al
een historische waarde krijgt voor mensen die het graf van hun geliefde
zagen verdwijnen. Dit boek kan dan ook gebruikt worden als vervanging van
het jaarlijks kerkhofbezoek van 1 november. In dit werk staan meer dan 300
zwart-wit foto’s. Voor de mensen met banden in Wingene is dit een goede bron
om snel informatie te vinden over de afgestorvenen in de gemeente de laatste
jaren. Samen met de graven van Wildenburg, Sint-Jan en Zwevezele vormt de
uitgave van de graven van Wingene het sluitstuk voor de graven van
Groot-Wingene.
Etienne Cappelle, ‘De naam Cappelle in de
fusiegemeente Houthulst’, FV-Tielt, 2014.
Formaat A4, digitale zwart-wit
print, afgewerkt met een zwarte band als rugzijde.
In de reeks van “De naam Cappelle in …” (dorpen, parochies en gemeenten van
het arrondissement Roeselare en omstreken) kwam dit jaar Groot-Houthulst aan
de beurt, waarin alle Cap(p)elles van Houthulst, Merkem, Klerken en
Jonkershove werden opgenomen, althans die van in de jaren 1600 ongeveer tot
1900 en in sommige gevallen tot het einde van de 20ste eeuw.
De
meeste Cappelles uit de entiteit Houthulst zijn immers niet verwant met die
van het arrondissement Roeselare, alhoewel het verwantschap wellicht te
zoeken zal zijn in het Ieperse maar dan VÓÓR 1600. Misschien zal iemand zich
later geroepen voelen om nieuwe bronnen aan te boren buiten de
parochieregisters en de burgerlijke stand en de tot nu toe reeds
gepubliceerde genealogische studies en werken.
De Cappelles komen DUS
van elders! Voorlopig moet men het stellen met een zekere Joannes Baptista
CAPPELLE (1745-1813) geboren in Dikkebus en gestorven in Merkem. Hij huwde
Joanna Theresia BESEME (1758-1836) uit Wulvergem en in Merkem overleden
zoals haar echtgenoot. Joannes Baptista was de zoon van Joannes Baptista
Livinus Cappelle wellicht in Reningelst geboren rond de jaren 1690,
misschien rond mei 1735 en getrouwd in Dikkebus met Catherina Francisca
DELFORTRY (1701-1771) uit Poperinge.
Deze Joannes Baptista Livinus
was de zoon van een zekere Petrus CAPPELLE zeer waarschijnlijk uit Dikkebus
of Reningelst afkomstig. Dat kan men afleiden uit de bevolkingstelling in
het Ieperse in 1698. Een zekere Petrus is “marichael” (? hoefsmid). Hij zou
vier kinderen in leven hebben gehad in 1698, twee jongens van minder dan 14
jaar en twee meisjes van minder dan 12 jaar. Dit zou kunnen overeenstemmen
met het gezin van Petrus CAPELLE uit Dikkebus (±1660-1728) en Petronella
Bosteyn uit Dikkebus (1660-1728), gegevens uit het Fonds Merghelynck. Petrus
was immers poorter van Ieper te Dikkebus van 1716 tot 1720 en nadien poorter
van Ieper te Sint-Nicolays van 1721 tot 1724. Als toemaatje is ook geweten
dat Petrus de zoon is van Antonius CAPPELLE en dat maakt van hem een
“stamvader” die zou moeten geboren zijn rond 1630 of misschien vroeger.
Etienne CAPPELLE ‘De naam Cappelle in de entiteit Izegem’,
FV-Tielt vzw, 2015.
Formaat A4, 520 blz., digitale zwart-wit print,
afgewerkt met een zwarte band als rugzijde.
Uit zijn
verzameling Cappelles (en de vele varianten) die de auteur Etienne Cappelle
bijeen zocht sinds 1977 nam hij zich dit jaar voor de entiteit Izegem
(namelijk Izegem, Kachtem en Emelgem) aan bod te laten komen. Alle
naamgenoten en hun varianten werden systematisch opgezocht in de
parochieregisters en burgerstand tijdens de periode van ongeveer 1600 tot
WOII. Vanaf 1860 werden de varianten beginnende met ‘vande’ meestal
achtergelaten daar ze niet langer meer konden worden verward met de naam
‘Cappelle’ of ‘Capelle’ of nog ‘Cappelleman’. Vanaf de Moderne Tijden bleef
de schrijfwijze van de namen meestal onveranderd door de opeenvolgende
generaties heen, wat zeker niet het geval was tijdens het Oud Regime.
De aanleiding van deze opzoekingen in Groot-Izegem was het feit dat een
collega van de auteur, namelijk Roger Cappelle, een Vlaams-Brabander, wel
wist dat zijn overgrootvader uit ‘de Vlaanders’ kwam. Meer was er niet nodig
om een mens nieuwsgierig te maken. Dan maar zich aan het werk zetten om twee
voorouderreeksen samen te stellen op basis van opzoekingen in Lubbeek op
zo’n tien kilometer van Leuven. En inderdaad, in 1849 bleek een zekere
Augustinus Cappelle (1821-1883) uit Izegem getrouwd te zijn met Anna
Elisabeth Bosmans (1818-1900) uit Lubbeek.
Dan maar alle Cappelles
met twee of slechts één ‘p’ systematisch opzoeken op het Algemeen
Rijksarchief te Brussel of gewoon ter plaatse in Izegem. Algauw bleek dat
tijdens het Oud Regime, de pastoors die de parochieregisters bijhielden er
een “potje” van maakten door de naam de ene keer als ‘Vandecappelle’ (en
varianten) in te schrijven en de andere keer als ‘Cappelle’ of ‘Capelle’.
Een link met de Cappelles van het Roeselaarse kon echter niet worden
gelegd, althans niet na 1600. Misschien een uitdaging voor andere kandidaten
om in toekomst nieuwe bronnen te zoeken
Luc Neyt, ‘Penningkohieren van Vinderhoute 1571-1572 en 1574-1577’,
FV regio Tielt, 2017, Formaat A4, 83 blz. recto-verso, digitale zwart-wit
print, afgewerkt met een gekleurde doorlopen.
Niettegenstaande de belasting in 1572 niet meer werd geïnd, treffen we voor
verschillende parochies van Vlaanderen nog lijsten aan tot ver na dit
jaartal.1 In het stadsarchief te Gent bevinden zich vier penningkohieren van
Vinderhoute2: de kohieren van 1571 en 1572 hebben betrekking op de 20ste
penning, het kohier van 1574 wordt gebruikt voor het innen van de 10de en
20ste penning en het kohier 1574 behandelt de 5de penning. Elk kohier start
met een overzicht van de pachters. Hierin vernemen we ook wie de eigenaar is
van de pachtgrond, over welk bodemgebruik het gaat, de oppervlakte van elk
perceel en de pachtprijs. Dan volgen de eigenaars die hun gronden zelf
gebruikten. Ook hier vernemen we het soort grondgebruik, de oppervlakte en
de geschatte pachtprijs. Als derde en laatste overzicht krijgen we de
aangeslagen eigendommen die in het bezit kwamen van de Koninklijke Majesteit
en die eveneens verpacht werden. Enkel in het kohier van 1571 en 1572 sluit
elk artikel af met wat de huurder of eigenaar gebruiker als 20ste penning
moest betalen. Deze vier kohieren werden gefotografeerd. Bij de transcriptie
kreeg elke pachter en eigenaar-gebruiker een volgnummer, gevolgd door een
beschrijving van wat werd gebruikt. Ook de pagina van het kohier werd
vermeld evenals, tussen haakjes, het nummer van de foto. Met een tweetal
voorbeelden willen we dit duidelijk maken: f. 1r. (7679): wil zeggen folio 1
recto krijgt het fotonummer 7679. f. 12v. (03957): wil zeggen folio 12 verso
krijgt het fotonummer 03957. Paul Callens maakte een index op trefwoorden,
plaatsnamen, begrippen, familie- en plaatsnamen. Uit deze index blijkt dat
er voor een bepaald begrip, woord of naam verschillende schrijfwijzen
bestaan. Hou daar rekening mee bij het raadplegen van deze index.
Paul Callens, 'Amerikaanse Zantingen', FV regio Tielt, 2017
DE
MENSEN
deel IX A-D 238 bladzijden
deel X E-Q 207 bladzijden
deel XI R-Z 263 bladzijden
deel XII index 371 bladzijden
DE BRONNEN
deel VIII 192
bladzijden
deel IX 230 bladzijden
deel X
194 bladzijden
Deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun familie.
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in
Amerika: ‘De mensen’, in 2011 in drie boeken de ‘Afbeeldingen’ en in 2013
stelde de auteur zeven delen met ‘Bronnen’ ter beschikking over onze
uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken. Deze 18
uitgaven tellen samen iets meer dan 3.900 bladzijden informatie over de
Belgen in Amerika en hun families en zijn nog te verkrijgen tegen 15,00 €
per deel te verhogen met de verzendingskosten van 3,50 € per deel. Door
deze uitgaven kan de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men
mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zicht tot de
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien van een verder
uitleg gefilterd uit een uitgebreide informatielijst. Het is dan ook een
meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden waar vooral
oog was voor kleine details. Veel aandacht wordt besteed aan de invloed van
de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat
een detail soms het familie onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Deze werken zijn een must in elke bibliotheek van om het even welke familie-
of heemkundige die interesse heeft in de uitwijking naar Amerika en zeker
voor hen die opzoek zijn naar uitgeweken familieleden.
Chris FOLENS, Wakken: (E)migranten. Een onderzoek naar de
migratiestromen van en naar het buitenland. Registratie in de Wakkense
bevolkingsregisters van 1816 tot 1970’, FV regio Tielt vzw, 2017, formaat
A4, 418 blz., digitale zwart-wit print met doorlopende kleurenkaft.
Was de initiële opzet het louter inventariseren van de emigraties in de
Wakkense bevolkingsregister, dan werd deze werkwijze na korte tijd verlaten.
Want de auteur raadpleegde en verwerkte in zijn werk de Vernesoenrapporten,
de studie van Yolande Lammerant en deze van Dora De Wilde-Kennivé en alle
werken van Paul Callens van de Death Memorial Cards, de Amerikaanse
Zantingen tot Amerika in de pers “Gazette van Thielt”.
Renaat LOBBESTAEL, “Woordenlijst Latijn-Nederlands voor genealogen”,
FV regio Tielt vzw, 2017, formaat A4, 169 blz., digitale zwart-wit print met
doorlopende kleurenkaft.
In 2004 verscheen van de hand van Renaat Lobbestael een “woordenlijst Latijn
Nederlands voor genealogen” van 136 bladzijden. De Latijnse woorden werden
gesprokkeld uit de parochie-registers van het ancien régime. Na de
publicatie van dit zeer bruikbaar werk, bleef Renaat typische Latijnse
woorden verzamelen die in doop-, huwelijks- en overlijdensakten voorkomen en
hun betekenis verklaren.Na jaren heeft hij het bestaande werk kunnen
aanvullen met niet minder dan 33 bladzijden. De nieuwe woorden zijn
alfabetisch genoteerd tussen de reeds opgenomen woorden. Dit zeer praktisch
en degelijk werk is vast en zeker een onmisbaar hulpmiddel bij het lezen en
ontleden van de Latijnse woorden en teksten, die soms genoteerd werden in
pastoors-latijn.
Paul Callens, “De graven van Beveren-Roeselare”, 387 blz.
“De graven van
Sint-Maria-Aalter”, 143 blz.
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden.
Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook
“kerkhof” genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een
grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente. Naast de
traditionele zerken werden op de begraafplaatsen ook nissen, een strooiweide
en urnencolumbaria aangebracht. Gezien regelmatig grafzerken worden
weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de
huidige begraafplaats een momentopname die voor de toekomst heel waardevol
is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Familiekunde Vlaanderen regio Tielt nam het initiatief de kerkhoven gelegen
in haar werkgebied te inventariseren. Zo verscheen tussen 2009 en 2016 de
inventaris van de 33 begraafplaatsen van het werkgebied van FV regio Tielt.
In 2016 inventariseert auteur Paul Callens ook bedreigde begraafplaatsen van
buiten ons werkgebied: Gits, Grammene, Meigem, Zeveren, Poesel, Hertsberge
en Hulste.
Het project wordt in 2017 verder gezet want op veel
begraafplaatsen worden heel wat zerken weggenomen wegens plaatsgebrek. Dit
resulteert in twee nieuwe uitgaven: de inventaris van de begraafplaats in
Beveren-Roeselare en Sint-Maria-Aalter.
Elk boek bevat een plan van de
begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de
zerk wordt vermeld, foto’s van heel wat interessante zerken en een
alfabetische lijst van alle familienamen die op de zerken worden vermeld. De
boeken zijn digitaal zwart-wit geprint op formaat A4 en afgewerkt met een
gekleurde doorlopende kaft
Etienne Cappelle: “De naam CAPPELLE in
Langemark-Poelkapelle-Bikschote”: 488 bladzijden, inleiding, verklaring van
de naam en Cappelle, index aangetrouwden, Cappelle A-Z, doop- en/of
geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten. Formaat A4, digitale zwart-wit
print, afgewerkt met een doorlopende kaft in kleur.
Zoals in talrijke gemeenten in Zuid-West-Vlaanderen zijn in Langemark vele
parochieregisters vernietigd tijdens WOI. Toen werden deze documenten immers
nog in de plaatselijke kerken bewaard en als hoog gebouw waren ze een ideaal
wachtpost om troepenbewegingen waar te nemen. Ze waren bijgevolg in de
meeste parochies een eerste mikpunt voor de vijandige artillerie. Zo
gebeurde dit ook in Langemark, Poelkapelle en Bikschote. Wat overbleef van
de archieven bleek meestal onvoldoende om de Cappelles uit de XVIe, XVIIe en
de eerste helft van de XVIIIe eeuw te identificeren. Dubbele van akten van
parochieregisters en burgerstand brachten nadien de nodige informatie over
de Cappelles en eventuele varianten.
Na de Beeldenstorm van 1566, de
Hage prekers die het nieuwe geloof kwamen verkondigen, de geuzen, de
malcontenten, de repressie door het Spaanse leger onder het bevel van de
Hertog van Alva, de plunderingen en moorden door vrijbuiters, kenden onze
contreien een periode van grote onveiligheid voor heel de bevolking. De
mensen sloegen massaal op de vlucht ofwel naar de Noordelijke Nederlandse
provincies ofwel naar Engeland. Deze exodus begon in 1572 en bereikte een
hoogtepunt op het einde van de XVIe eeuw. Langemark was voor een groot stuk
helemaal verlaten, zoals Roeselare, Zonnebeke, Moorslede en Beselare. In
andere dorpen zoals Staden, Gits, Oostnieuwkerke, Westrozebeke was geen ziel
meer te bespeuren.
Het herbevolken van heel de streek begon pas rond
of na de eeuwwisseling, met nieuwkomers vooral uit Noord-Frankrijk (toen nog
Vlaanderen), Artesië, Rijsel en Picardië, streken die toen nog bij het
Graafschap Vlaanderen hoorden. De meeste Cappelles van het arrondissement
Roeselare stammen af van (katholieke) voorouders die zich toen in onze
contreien vestigden. Deze grote volksverhuizing werd toen aangemoedigd door
jaren van vrede (het Twaalfjarig bestand van 1609 tot 1621 onder het bewind
van de Aartshertog Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje, dochter
van Filips II).
Dit boek verzamelt alle fiches van Cappelles en
aanverwanten (van ±1600 tot na WOII) die ofwel in Langemark, Poelkapelle of
Bikschote, geboren, getrouwd en/of overleden zijn ofwel waar er minstens één
van hun kinderen geboren is of in het huwelijk trad. Naamgenoten die zich in
de entiteit Langemark-Poelkapelle kwamen vestigen waren van oorsprong uit
Oostnieuwkerke, Staden, Westrozebeke, Passendale, Beveren, Zonnebeke,
Moorslede, Reningelst, Merkem, Esen, Tielt, Elverdinge, Roeselare, Dikkebus,
…
De auteur kon rekenen op de medewerking van wijlen André Cappelle
uit Bikschote, Gabriël en Maria Cappelle uit Langemark, de familie van
wijlen Frans Cappelle uit Zonnebeke en Mariette Wemaere-Huyghe uit Tielt.
Luc Neyt, Vinderhoute, Wettelijke Passeringen, deel I, 1607-1643,
telt 250 blz., A4-formaat, digitaal zwart-wit geprint en afgewerkt met een
doorlopende kaft in kleurendruk
Als medewerker aan de geschiedenis van Vinderhoute was het maar normaal dat
zoveel mogelijk archiefstukken geraadpleegd werden. Geraadpleegd slaat terug
op lezen en/of transcriberen en/of samenvatten om dan de gevonden informatie
te verwerken in een doorlopende tekst. Het zou jammer zijn mochten al de
getranscribeerde teksten in de kast blijven liggen. Ze bevatten heel wat
interessante informatie voor een familiegeschiedenis.
De staten van goed
van Vinderhoute werden uitgegeven in twee delen. Deel I bevat de staten van
goed verleden voor de wethouders van Vinderhoute van 1583 tot 1733 en deel
II behandelt de periode 1734-1795.
Onder de naam
wettelijke passeringen werden heel wat soorten akten, overeenkomsten
geregistreerd: verkoopakten, leningen, huwelijkscontract, testamenten,
borgstellingen, voogdijstelling, “donatie intervivos” of schenkingen onder
levenden, renunciaties en emancipaties.
Dit deel bevat de transcriptie
van drie registers van de wettelijke passeringen van de parochie en
heerlijkheid Vinderhoute, Merendree en Belzele (Lovendegem-Evergem).
Register 98 (1607–1610), register 99 (1610–1623) en register 100
(1632–1643). Het werk sluit af met een namenlijst opgemaakt door Paul Callens.
Deze namenlijst is niet enkel beperkt tot de persoonsnamen, maar inventariseert
ook alle toponiemen, voorwerpen, plaatsnamen, oude termen en uitspraken die
in het werk voorkomen.
Luc Neyt, “Kwartierstaat De Gryse Arsène Jean Prudent (1902-1989) en
De Lodder Antoinette Emilie Pelagie (1908-1996)”, telt 136 bladzijden, rijk
geïllustreerd met ruim 140 illustraties en een Namenlijst op de familie- en
plaatsnamen. Dit werk is zwart-wit geprint op formaat A4 en afgewerkt met
een doorlopende kaft in kleurendruk.
Het is Léopold De Gryse uit Sint-Eloois-Winkel die als vlashandelaar zich in
1899 in Tielt in de Hoogstraat komt vestigen en er start met een groothandel
in textiel. Zijn voorouders zowel van vaders als moederszijde zijn afkomstig
van Sint-Eloois-Winkel, Gullegem en Wevelgem en behoren tot de familie:
Vanneste, Maes, Gheijsen, Van de Moortel, Moens en Planckaert (Verplancke)
In 1895 wenst Oostrozebekenaar Henri Maes, een weef- en breifabrikant van
linnen, wol en katoen en groothandelaar in koloniale waren of voedingswaren
zijn bedrijf uit te breiden, maar vindt in Oostrozebeke geen geschikt
terrein en bouwt dicht bij het Tieltse station, in de Stationstraat, een
weverij en huis. Hij komt er samen met zijn vrouw Prudence Sap en zijn gezin
wonen. De voorouders van Henri Maes en zijn vrouw behoren tot de familie
Vanherpe, Huyghe, Vermeulen, Vanoverschelde, Anseeuw en Seynaeve en zijn
afkomstig van Wielsbeke, Heestert, Harelbeke, Bavikhove, Moen, Zwevezele en
Torhout en hebben als voorouders
De familie De Gryse en Maes hebben
elkaar heel vlug gevonden, want Léopold De Gryse huwt met Emilie Maes
dochter van fabrikant Henri Maes.
De ouders en grootouders van Antoinette
De Lodder zijn rasechte Tieltenaren. Ze oefenen het beroep uit van fabrikant
in stoffen, winkelier in gleiswerk, goudsmid, horlogemaker, ja zelfs
muzikant en organist in de decanale Sint-Pieterskerk. Haar overgrootvader is
geboren in Hulste en is aldaar winkelier en koster. De stamvader De Lodder
is geboren in Sint-Eloois-Vijve. De aangetrouwde familieleden Vandekerkhove,
Verschoore, Néerman, Lammertyn, Janssens en Vandermeersch vinden we vooral
terug in Tielt maar ook in Gent en Roeselare.
De grootvader aan
moederszijde van Antoinette De Lodder is Evarist Neirinck. Hij neemt, na het
overlijdens van zijn vader, de familiezaak en winkel in ellegoederen in de
Nieuwstraat in Tielt over. Zijn vrouw, ouders en grootouders behoren tot de
families: Bossuyt, Van Oyen, Demeuninck, Van Tomme, Vande Voorde, Perneel en
Ketele en zijn afkomstig van Ruiselede, Vinkt, Poeke, Wingene, Lichtervelde,
Oudenburg, Beerst en Gistel. Onder hen vinden we kooplui, winkeliers,
handelaars en herbergiers.
Frans Neirinck, De doopregisters van Aarsele 1609-1795
De heer Frans Neirinck, geboren in Aarsele, begon halfweg 2015 de digitale
beelden van de 2.300 huwelijksakten en ongeveer 1.500 ondertrouwen te lezen
en nauwkeurig alle informatie te noteren. Dit resulteerde in 2016 tot de
publicatie “PAROCHIEREGISTERS VAN AARSELE” Huwelijken 1627-1795.
Vol enthousiasme start Frans in september 2016 met het
lezen, overschrijven en intikken in een Excelbestand van de 10.618 doopakten
over de periode 1609-1795. Dit resulteert in een boek van 857 bladzijden
alfabetisch gerangschikt op de familienaam van de dopeling. Dit alles
publiceren in één boek is niet mogelijk gezien de omvang van het werk en de
onmogelijkheid dit op een degelijke en gebruiksvriendelijke manier in te
binden. Het resulteert in drie delen.
Deel I omvat de letters A tot D,
315 bladzijden,
Deel II vermeldt de letter E tot U, 266
bladzijden,
Deel III start bij de letter V tot Z, 276 bladzijden,
Van elke
doopakte wordt de familienaam, de voornaam van het kind, de datum van
geboorte en doop, de naam van de vader en de moeder en de doopouders of
peter en meter vermeld. Om de doopakte gemakkelijk terug te vinden in het
originele doopregister wordt van elke akte de bladzijde vermeld. Opmerkelijk
is dat de boeken doorlopend genummerd zijn. In de laatste kolom
‘Bemerkingen’ staan heel wat bruikbare gegevens die iets meer vertellen over
o.a. de herkomst van de vader en/of de moeder, onwettig kind, gedoopt sub
conditione, naam van de vroedvrouw, enz.
Deze publicatie is een bijdrage
aan de ontsluiting van ons familiekundig patrimonium. Dit werk mag dan ook
niet ontbreken in de documentatiecentra van Familiekunde Vlaanderen.
Het nationaal hulp- en voedselcomiteit in het Tieltse
Het werk over “Het nationaal hulp- en voedselcomiteit in het Tieltse” was bijna afgewerkt toen de auteur,
Fons Das, na een strijd tegen een slepende ziekte rustig, in zijn vertrouwde omgeving, van ons heenging. Het onvoltooide manuscript werd ons door de familie ter beschikking gesteld en dit volgens de wens van Fons. Het werk in een persklare vorm gieten, met bijhorende plaats- en namenindex gebeurde door
Paul Callens en Luc Neyt.
De publicatie over de voedselcomités start met een overzicht van verschenen artikelen en boeken over dit onderwerp. Daarbij aansluitend worden de verslagen van de gemeentelijke comiteiten in de regio Tielt in het daglicht gebracht.
Aanvullende informatie werd gevonden in het Rijksarchief in Gent onder de toegang PV42 Provinciaal hulp- en voedingscomité Oost-Vlaanderen waarvan de regionale comités Tielt-Roeselare-Torhout afhankelijk waren.
Tot slot vonden we nog heel wat Tieltse documenten in het decanaal archief Tielt die als bijlage aan dit werk worden toegevoegd.
Deze publicatie is een digitale zwart-wit print op A4-formaat, telt 400 blz., is afgewerkt met een doorlopende kaft in kleurenprint,
De bevoorrading van de burger tijdens WO I
Het wordt
bij het begin van de Eerste Wereldoorlog zeer moeilijk om levensmiddelen in
België in te voeren door de Britse handelsblokkade. Volgens de Amerikaanse
gezant, Brand Whitlock, bezit België op 26 oktober 1914 nog slechts voor
vier dagen meel. In september 1914 nemen Ernest Solvay, scheikundige en
grootindustrieel, samen met Emile Francqui, directeur van de Société
Générale, het initiatief om in Brussel een hulporganisatie op te richten met
het doel om voor de Brusselse bevolking voldoende voedsel te voorzien.
Gemeentebesturen nemen dit initiatief als voorbeeld en sluiten zich hierbij
aan. Eind september is de organisatie verspreid over geheel België. In de
loop van oktober wordt het Brusselse comité omgevormd tot ‘Het Nationaal
Hulp- en Voedingscomité’ (N.H.V.C.). Het grootschalige Amerikaanse
hulpprogramma, opgericht door Herbert Hoover, de latere Amerikaanse
president, krijgt de naam ‘Commission for Relief in Belgium’ (C.R.B.). Hoe
complex de relatie tussen beide organisaties ook is, elk heeft zijn
specifieke opdracht. De C.R.B. is verantwoordelijk voor de aankoop en het
transport van levensmiddelen via neutrale schepen voor België en
Noord-Frankrijk. Het N.H.V.C. is bevoegd voor de verdeling van de
levensmiddelen in België. Het gebied waarvoor het Provinciaal Hulp- en
Voedingscomité Oost-Vlaanderen verantwoordelijk was, kwam niet overeen met
de huidige provincie Oost-Vlaanderen. Een deel van de provincie behoorde tot
het Provinciaal Comité Antwerpen. Daarentegen behoorden grote delen van de
provincie West-Vlaanderen tot het Provinciaal Comité Oost-Vlaanderen. Het
bestond uit 24 regionale en 389 lokale comités. Om het werk vlot te laten
verlopen worden regionale afdelingen opgericht, meestal per arrondissement,
die afhankelijk zijn van het provinciale comité. Zo worden Tielt, Roeselare
en Torhout een regionale afdeling onder het provinciale comité
Oost-Vlaanderen. Dit comité regelt de distributie van de voedingsmiddelen
voor de verschillende groepen van gemeenten, de lokale comités. De regio
Tielt is opgericht in juni 1915(1).
Onder Tielt ressorteren de
gemeenten: Aarsele, Dentergem, Egem, Kanegem, Markegem, Meulebeke, Oeselgem,
Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Schuiferskapelle, Sint-Baafs-Vijve, Tielt,
Torhout, Wakken en Zwevezele(2).
Aan de werking van de Commission for
Relief in Belgium wordt een einde gesteld toen op 7 april 1917 de Verenigde
Staten de oorlog verklaren aan Duitsland. Het Spaans-Nederlands Comité
(S.N.C.) neemt de voornaamste taken over van de C.R.B.
Het Nationaal
Hulp- en Voedingscomité blijft na de wapenstilstand nog enkele maanden
actief. Het voedseltransport vanuit de Verenigde Staten loopt voort tot in
1919.
Om de plaatselijke bevolking tijdens WO I te voorzien van voedsel,
kleren, schoeisel en ander levensnoodzakelijke behoeften worden plaatselijke
comités opgericht. We spreken dan over hulpcomités van voeding, kleding,
hulp aan krijgsgevangenen, steun aan vrouwen en kinderen van de soldaten die
onder de wapens zijn en in nood verkeren, volkssoepen, kantencomiteit, hulp
en bescherming aan de noodlijdende werklozen, schoolsoep, kosteloze
eetmalen, volkskeuken enz.
Het zijn vooral de plaatselijke geestelijkheid
en de hogere burgerij die zich inzetten om de noodlijdende bevolking te
helpen. Dat de Amerikaanse bevolking en vooral de kinderen uit
Cleveland-Ohio, Piqua, Elyria en Toledo de Tieltse kinderen zeer genegen
waren en heel wat hulp aanboden, bewijzen de klasfoto’s die gemaakt werden
“As a gift of their gratitude from the Belgian children of Thielt tot the
little American of …”.
(1) RAG, toegang PV42, bundel 120. Provinciaal
hulp- en voedingscomité, bundel 120. Jaarlijks overzicht van leveringen van
goederen aan de gewestelijke en lokale comités, vanaf het begin tot 31
december 1916.
(2) RAG, toegang PV42, bundel 120. Andere gemeenten kunnen
voor een korte periode tot de regio Tielt behoren. Het plaatselijk comité
Zarren dat tot de regio Diksmuide behoort, ontvangt in juli 1915 zijn
levering voedingswaren van de regio Tielt. Handzame ontvangt eveneens in
juli 1915 zijn levering van de regio Tielt omdat de regio Torhout, waartoe
Handzame behoort, ook zijn leveringen ontvangt van de regio Tielt.
Fons Das, Theophiel Buyse in de Eerste Wereldoorlog
Het werk over “Theophiel Buyse in de Eerste Wereldoorlog” was bijna
afgewerkt toen de auteur, Fons Das, na een strijd tegen een
slepende ziekte rustig, in zijn vertrouwde omgeving, van ons heenging. Het
onvoltooide manuscript werd ons door de familie ter beschikking gesteld en
dit volgens de wens van Fons. Het werk in een persklare vorm gieten, met
bijhorende plaats- en namenindex gebeurde door Paul Callens en Luc
Neyt.
Met deze publicatie wilde Fons wat aandacht schenken aan
een vergeten groep mensen tijdens de Eerste Wereldoorlog, de
krijgsgevangenen. Theophiel Buyse is maar één van de velen, maar slaagde
erin contact te houden met familie en vrienden op het thuisfront. Niet enkel
Theophiel zag af van zijn gevangenschap, zijn vriendin bleef hem al die tijd
trouw schrijven en hopen dat alles wel zou goed komen. Alle brieven
verzonden vanuit Theophiels verblijfplaatsen: Munster(lager), Soltau,
Göttingen en de boerderij in Rustenfeld, naar zijn familie en vrienden in
Meulebeke zijn opgenomen in dit werk evenals de briefwisseling van het
thuisfront aan Theophiel. Ook zijn dagboek wordt integraal opgenomen in deze
uitgave.
De bijdrage van Carlos Heytens plaatst Theophiel in een stukje
militaire geschiedenis waarin hij een klein onderdeeltje was.
Na zijn
vrijlating kwam Theophiel naar zijn geboortedorp Meulebeke terug en woonde
later met zijn gezin in de Kazendstraat in Pittem. Deze publicatie is een
digitale zwart-wit print op A4-formaat, telt 198 blz., is afgewerkt met een
doorlopende kaft in kleurenprint,
Te verkrijgen door storting op rekening BE 75 9731 3326 0351
van FV regio Tielt vzw, Luxemburglaan 21, 8700 Tielt van het bedrag van het
boek te verhogen met de portkosten of gratis af te halen elke eerste en
derde zaterdag van de maand tussen 9 en 12 uur in het Documentatiecentrum
van FV regio Tielt, Beernegemstraat 5, 8700 Tielt.
De oorlogsjaren van Theophiel Buyse
Gezien de sterk
toegenomen internationale spanningen werd op 28 juli 1914 besloten om het
leger op versterkte vredesvoet te brengen door de militieklasse 1913 en de
cavaleristen en artilleristen van de militieklasse 1912, die in actieve
dienst waren, te versterken door de resterenden van de militieklasse 1912 en de
militieklassen 1911, 1910 en 1909 terug te roepen uit onbepaald verlof. Ook
Theophiel Buyse werd dus opgeroepen. Moeder Buyse, die nog maar het jaar
voordien definitief afscheid had moeten nemen van haar man, had het nu erg
moeilijk om haar zoon te zien vertrekken naar een erg onzekere toekomst.
Theophiel was op 28 juni aanwezig in de Leopoldskazerne. Hij kreeg daar zijn
gevechtsuitrusting, wapens (geweer en bajonet) en munitie want de soldaten
kregen alleen hun uniform mee naar huis bij het einde van hun effectieve
dienst.
Theophiel en Vander Mersch Nestor, een Tieltse soldaat, van de
klassen 1910 en 1912, werden ingedeeld bij het 22e Linie, onder het bevel
van kolonel Guffens en vertrokken in de nacht van 3 op 4 augustus vanuit
Gent per trein naar Tienen en Grimde waar ze tijdelijke gekantonneerd
werden. Van hieruit vertrokken ze naar Houthem-Sint-Margariet en zo verder
naar Oplinter. De vijandelijke infanterie naderde en dit had nefaste
gevolgen voor de Belgen. De Duitse kanonnen namen hun mikpunt op onze
loopgraven. Een groot deel van de vier compagnieën sneuvelde en de meeste
overlevende, zoals Theophiel, werden krijgsgevangen genomen. In zijn dagboek
beschrijft hij de omstandigheden waarin hij en zijn kameraden zich
overgaven. Op 19 augustus verbleven ze de ganse dag in de kerk, van waaruit
hij de volgende dag samen met zijn medegevangenen via Neerlinter naar
Zoutleeuw marcheerden. Ze verbleven aldaar in de kerk waar de inwoners voor
mondvoorraad zorgden. ’s Anderendaags marcheerden ze naar Tongeren om op 22
augustus met de trein richting Duitsland vertrokken. Pas op 23 augustus 1914
’s avonds kwamen ze aan in het krijgsgevangenkamp bij Munster ook wel
“Munsterlager” genoemd.
Theophiel werd eerst opgesloten in het kamp van
Munster, gevolgd door het kamp Soltau en het kamp Göttingen. Op 2 augustus
1916 verbleef hij in het krijgsgevangenkamp te Göttingen. Volgens zijn
verklaring werd hij vanuit dit kamp tewerkgesteld op een boerderij in
Rustenfelde, op zo’n 20 km van het kamp.
Vermoedelijk werd hij einde 1918
of begin 1919 gerepatrieerd vanuit het kamp Göttingen.
Hij werd
opgevangen in het C.T.A.M. (Centre de triage des anciens militaires of het
sorteercentrum voor oud-militairen) te Gent. Normaal werden de soldaten die
medisch geschikt waren, na een repatriëringsverlof, ingezet in logistieke
eenheden tot ze samen met de soldaten van hun klasse gedemobiliseerd werden.
Theophiel werd echter voorgesteld voor reform wegens een ziekte opgelopen
tijdens zijn gevangenschap en verder administratief beheerd door het “Depôt
des invalides” tot er een definitieve beslissing genomen werd over zijn
geschiktheid. Uiteindelijk werd hij ontslagen met een invaliditeit van 10%.
In 1934 schreef hij een brief aan de minister van Landsverdediging voor het
bekomen van een frontstreep waarin hij in het kort nogmaals zijn verhaal
deed.
De frontstreep werd hem toegekend alsmede zeven
krijgsgevangenschapstrepen.
Fons Das, Pastoors, Onderpastoors en Hulppriesters van de Onze-Lieve-Vrouw
Bezoeking en Sint-Leokerk Marialoop 1835-2000
Het 11de deel
over de Religieuzen “Pastoors, Onderpastoors en Hulppriesters van de
Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en Sint-Leokerk Marialoop 1835-2000” was bijna
afgewerkt toen de auteur, Fons Das, na een strijd tegen een
slepende ziekte rustig, in zijn vertrouwde omgeving, van ons heenging. Het
onvoltooide manuscript werd ons door de familie ter beschikking gesteld en
dit volgens de wens van Fons. Het werk in een persklare vorm gieten, met
bijhorende plaats- en namenindex gebeurde door Paul Callens en Luc
Neyt.
De publicatie over Marialoop begint met een
geschiedkundige schets van de kapel, kerk en parochie. Aan de stichter van
de parochie, Mgr. Boussen bisschop van Brugge, wordt heel wat aandacht
besteed. Daarop volgt de informatie over de pastoors, onderpastoors en
hulppriesters van de Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en Sint-Leokerk. Wij weten
dat Fons Das veel informatie heeft opgezocht over de geestelijkheid in het
werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt. Deze verzamelde
informatie over de religieuzen zal stapsgewijs geklasseerd worden in het
Fonds De Somviele van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt.
Deze
publicatie is een digitale zwart-wit print op A4-formaat, telt 314 blz., is
afgewerkt met een doorlopende kaft in kleurenprint.
Te verkrijgen op het secretariaat van de
parochie Marialoop elke dinsdag- en zaterdagvoormiddag van 9.00 tot 10.30
uur of door storting op rekening BE 75 9731 3326 0351 van FV regio Tielt
vzw, Luxemburglaan 21, 8700 Tielt van het bedrag van het boek te verhogen
met de portkosten of gratis af te halen elke eerste en derde zaterdag van de
maand tussen 9 en 12 uur in het Documentatiecentrum van FV regio Tielt,
Beernegemstraat 5, 8700 Tielt.
Frans Neirinck, Parochieregisters Aarsele, overlijdens 1627-1796
In 2016 wordt door de heer Frans Neirinck gestart met de publicatie
van de parochieregisters van het Ancien Regime van Aarsele. Belangrijke
informatie uit de 2.300 huwelijken en ongeveer de 1.500 ondertrouwen van de
periode 1627-1795 wordt ter beschikking gesteld aan de genealoog. Halfweg
2018 worden de 10.618 dopen periode 1609-1795 uitgegeven en nu wordt deze
reeks publicaties afgesloten met de alfabetische inventaris van de
overlijdens periode 1627-1796.
De publicatie van de overlijdens van
Aarsele start halfweg oktober 1627 om te eindigen eind december 1796. In die
periode overlijden in Aarsele 6.859 kinderen en volwassenen. De enige
overlijdens die ontbreken zijn die van de kinderen (niet-communicanten)
tussen 8 juni 1768 en 5 januari 1776. De overlijdens van de kinderen worden
tot januari 1796 en deze van de volwassenen tot augustus 1796 nauwkeurig
door de pastoor bijgehouden.
Naast de familienaam, die in deze
publicatie alfabetisch wordt opgenomen, wordt ook de voornaam, de
overlijdens- en de begrafenisdatum vermeld. Als de naam van de vader en de
moeder van de overledene gekend zijn, worden deze vermeld. In de kolom “naam
echtgeno(o)t(e)” wordt de naam van de persoon genoteerd. Belangrijk is ook
de leeftijd bij het overlijden en de bladzijde waar de akte kan
teruggevonden worden in het origineel register.
De kolom opmerkingen
bevat allerlei interessante informatie over de overledene zoals de plaats
van begraving in de kerk, als het hier gaat over een weduwe of weduwnaar,
als het kind overlijdt direct na het dopen, de afkomst of geboorteplaats en
de oorzaak van overlijden. Bij enkele staat vermeld ‘verdronken’ en van
december 1647 tot mei 1648 overlijden 33 personen waarvan 17 of 51,5% aan de
pest. In 1794 sterven 21 personen van de 54 of 38,9% aan de dysenterie of
besmettelijke darmontsteking (buikloop). Iemand die in Aarsele overlijdt en
er niet woont, wordt genoteerd als zwerver en wie niet over de financiële
middelen beschikt wordt als arm bestempeld. Sommige tweelingen sterven kort
na hun geboorte en in bepaalde gevallen wordt de moeder bijgestaan door een
vroedvrouw.
Het bestuur van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt is de
heer Frans Neirinck heel dankbaar voor zijn prachtig werk in dienst van de
genealogen die met hun opzoekingen naar hun familie voor een stamboom,
kwartierstaat of stamreeks in de parochieregisters van Aarsele terecht
komen. Niet iedereen van de beginnende genealogen heeft de kennis om de
Latijnse pastoorsakten te lezen, laat staan ze ten volle te begrijpen. Met
zo’n werk wordt ons familiekundig patrimonium ontsloten voor iedereen.
Daarom mogen zo’n publicatie in geen enkel documentatiecentrum van
Familiekunde Vlaanderen ontbreken.
Deze publicatie is een
digitale zwart-wit print op A4-formaat, telt 365 blz., is afgewerkt met een
doorlopende kaft in kleurenprint.
Etienne Cappelle, De naam Cappelle in Rumbeke
Met het doel de naam Cappelle en varianten op te zoeken in heel het
arrondissement Roeselare en aangrenzende gemeenten (opzet die in 1977 is
gestart), is de auteur Etienne Cappelle voor dit jaar 2018 in Rumbeke
beland. In de meer dan 500 bladzijden van het boek heeft hij alle
naamgenoten genoteerd die ofwel geboren, gehuwd, gewoond en/of overleden
zijn in Rumbeke tijdens de periode van 1600 tot zeker na 1900.
De
voornaamste bronnen zijn hier telkens geweest de parochieregisters en de
burgerstand. Waar mogelijk heeft de auteur andere bronnen aangeboord zoals
Vlaamse Stam, heemkundige tijdschriften van West-Vlaamse verenigingen,
andere genealogische naslagwerken, meer speciaal de uitgaven van
Familiekunde Vlaanderen Regio Mandel-Leie, Brugge en Tielt. Enkele
interviews van naamgenoten gaven bovendien een bijzonder persoonlijk cachet
aan de verhalen die door overlevering tot bij ons bekend zijn geraakt.
Rumbeke is sedert 1977 een deelgemeente van Roeselare, samen met Oekene
en Beveren. De gemeente telt tegenwoordig zo’n 12.000 inwoners. Auteur
Cappelle hoopt de drie andere deelgemeenten te behandelen in de eerstkomende
jaren.
Tijdens de vroegere eeuwen was Rumbeke, althans een deel
ervan, eerder gericht naar Izegem en Menen, en behoorde tot de kasselrij
Kortrijk. Het is pas na 1517 dat Rumbeke volledig werd overgeheveld naar de
kasselrij Ieper.
De meeste Cappelles (en varianten) van Rumbeke waren
arm, met beroepen voor man en vrouw als wever, spinner, dagloner,
fabrieksarbeider, landman, klompenmaker, steenovenarbeider, boeren- of
bakkersknecht maar ook aardewerker, vlasbewerker, zwingelaar. De welgestelde
Rumbekenaren waren boeren of landbouwers op grotere hofsteden, wagenmakers
of vlassers, maar dan vooral na 1800. Om te ontsnappen aan de armoede
besloot een aantal onder hen, begin van de jaren 1900, te emigreren naar
Amerika, en dan vooral naar Canada.
De auteur volgde in het bijzonder
het avontuur in 1910 van Camiel Cappelle (1878-1948) die een betere toekomst
zocht in Saskatchewan. Hij was er succesvol maar de voorspoedige dood van
zijn echtgenote Ida Vangheluwe in 1921, zette hem ertoe aan in 1927 naar
België terug te keren, samen met drie van zijn vijf kinderen.
“Pour
la petite histoire”, de bekendste Rumbekenaar is ongetwijfeld de wielrenner
Odiel Defraeye (°Rumbeke 14-07-1888, +Bierges 20-08-1965). Hij was
borstelmaker in Izegem maar meer bekend als eerste Belgische winnaar (in
1912) van de “Tour de France”.
De publicatie van Etienne Cappelle “De
naam Cappelle in Rumbeke” van 1622 tot na 1900, is een digitale zwart-wit
print op A4-formaat, telt 508 blz. en is afgewerkt met een doorlopende kaft
in kleurenprint.
Na de inleiding volgt de verklaring van de naam Cappelle, een namenlijst van de
aangetrouwden, de Cappelles van A tot Z, de geboorte-, huwelijks- en
overlijdensakten.
Dit werk is te verkrijgen door storting op rekening BE
75 9731 3326 0351 van FV regio Tielt vzw, Luxemburglaan 21, 8700 Tielt of
gratis af te halen elke eerste en derde zaterdag van de maand tussen 9 en 12
uur in het Documentatiecentrum van FV regio Tielt, Beernegemstraat 5, 8700
Tielt.
Fons DAS, Paul CALLENS,Luc NEYT, Klapper op de dopen van Aarsele, 1900-1915, 2019, 114 blz., 11,00 €
Klapper op de huwelijken van Aarsele, 1900-1915, Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT 2019, 76 blz., 9,00 €
Klapper op de overlijdens van Aarsele, 1900-1915
Fons DAS, Paul CALLENS, Luc NEYT 2019, 208 blz., 16,00 €, Familiekunde Vlaanderen regio Tielt (FV-Tielt) streeft ernaar om de moderne
parochieregisters van alle parochies van hun werkgebied in kopie of digitaal
aan hun bezoekers te kunnen aanbieden. Ten behoeve van de familiekundige
klapperde de heer Fons Das de moderne parochieregisters van Aarsele: dopen,
huwelijken en overlijdens van 1900 tot 1915 in gezinsfiches. Door een
slepende ziekte kon Fons dit werk niet afwerken. Paul Callens en Luc Neyt
hebben dan maar aan de hand van zijn computerfiles dit afgewerkt. Onze dank
gaat uit naar de familie die de computerfiles van Fons ter beschikking
stelde voor verder verwerking.
Deze alfabetische index is een vervolg op
het prachtige werk van de heer Frans Neirinck die de parochieregisters van
Aarsele: dopen 1609-1795, huwelijken 1627-1795 en overlijdens
1627-1796 nauwkeurig bewerkte in een Excelbestand op naam van de man en de
vrouw.
We beschikken ook over de Moderne Parochie Registers (MPR)
Aarsele: dopen, huwelijken en overlijdens van 1796 tot 1899. Mocht iemand
interesse hebben om de korte inhoud van de akten van deze registers te
noteren in een Excelbestand, neem dan contact met
lneyt@skynet.be
Luc Neyt, Vinderhoute Gaerinckbouck 1730, FV - Tielt, 2019, 256 blz.
Het “Gaerinckbouck” begint op kerstavond 1730 en wordt gebruikt tot het
einde van de 18de eeuw. Het wordt opgemaakt met de bedoeling de jaarlijkse
grondlasten, per gebruiker, vast te leggen. Elke verandering van gebruiker
wordt heel nauwkeurig bijgehouden.
Hierbij een voorbeeld hoe je de
gebruiker van een perceel grond kan volgen vanaf
1730 tot het einde
van de 18de eeuw.
Zo lezen we dat mijnheer Marie Charles Burghgrave
de Vooght in 1730 belast wordt op twee percelen. Het eerste perceel is “van
hem selven” en omvat twee partijen waar een dreef doorloopt naar de
“weeaghe” en aan de noordzijde aan het Poekstraatje grenst. Deze twee
partijen staan gekend in het landboek van Vinderhoute van 1688 onder het
eerste beloop nummer vier met een oppervlakte van 197 roe en is in 1730
getaxeerd op 87 deniers. Hij pacht van Adriaen Allijn een derde van de
“langhe meersch” gelegen aan de Gavergracht en in het landboek van 1680
gekend onder het eerste beloop nummer 2 met een oppervlakte van 3 gemet 22
roe en staat in 1730 getaxeerd op 176 deniers. Op kerstavond 1730 staat
Marie Charles Burghgrave de Vooght getaxeerd op 263 groten voor een gebruik
van 3 gemet 219 roe of een hectare 66 are 23 ca. In 1751 wordt de eigendom
van Adriaan Allijn verpacht aan Jacques Slock en blijft alleen nog de
taxatie over van de twee partijen. Marie Charles Brughgrave de Vooght laat
in 1756 zijn pacht over aan Jan Casar zoon van Jacques. Deze aanvaardt in
1764 een partij “dhulst” van Jan Standaert, gelegen aan het Poekstraatje en
gekend onder het eerste beloop nummer 103 en staat getaxeerd op 240 groten
voor 599 roe. We zien dan ook dat de gebruiker met kerstdag 1764 getaxeerd
staat op 327 groten. Maar de partij “dhulst” wordt in 1782 in gebruik
genomen door Augustiaan Dhaenens zoon van Jan, zodat Jan Casar met kerstdag
enkel nog getaxeerd wordt op 197 roe.
Deze publicatie is een digitale zwart-wit print op A4-formaat. Is afgewerkt met een
doorlopende kaft in kleurenprint. Te verkrijgen door storting op rekening BE 75 9731 3326 0351 van
FV regio Tielt vzw, Luxemburglaan 21, 8700 Tielt of gratis af te halen elke
eerste en derde zaterdag van de maand tussen 9 en 12 uur in het
Documentatiecentrum van FV regio Tielt, Beernegemstraat 5, 8700 Tielt.
Paul Callens, De graven van de gemeentelijke begraafplaats Sleidinge, FV - Tielt, 2019
Het maken van een fotografisch werk over de graven van Sleidinge
kwam er na een tip dat er een groot aantal graven zouden weggenomen worden
in de loop van het najaar van 2019. Sleidinge is eveneens het dorp waar onze
voorzitter, Luc Neyt, het grootste deel van zijn jeugd sleet. Naast de
informatie van de begraafplaats heb ik ook, samen met Luc Neyt, een poging
gedaan de grafplaten te ontcijferen die ingewerkt zijn in de gevel van de
Sint-Joriskerk waar oorspronkelijk het kerkhof lag.
De huidige
begraafplaats bestaat uit een oud en een nieuw deel telkens voorzien van een
strooiweide en urnenmuren. Op het nieuwe deel zijn er eveneens urnengraven.
Momenteel hebben we ruim 60 begraafplaatsen gefotografeerd waaronder alle
begraafplaatsen van de 25 gemeenten van het werkgebied van Familiekunde
Vlaanderen regio Tielt evenals deze van een aantal aanpalende parochies. Het
is opmerkelijk dat een aantal familienamen enkel in Sleidinge voorkomen en
niet op de andere tot nu toe gefotografeerde begraafplaatsen.
Op het
oude deel van de begraafplaats is een ere perk voor de oud-strijders van
1914-1918 en 1940-1945. Daarnaast vonden we ook nog enkele graven terug die
niet op het ere perk liggen, maar ermee in verband kunnen gebracht worden.
Door de omvang van het werk, in totaal 622 bladzijden, zien we ons
genoodzaakt dit te publiceren in twee delen. De publicatie bevat: een plan
van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst
die op de zerk wordt vermeld, evenals deze die op de gedenk- of
huldeplaatjes staat, foto’s van heel wat interessante zerken en een
alfabetische lijst van alle familie- en plaatsnamen vermeld op de zerken.
Beide publicaties zijn digitaal zwart-wit geprint op formaat A4 en afgewerkt
met een doorlopende kaft in kleurenprint.
Paul Callens, De huwelijken van Proven 1804-1834
Deze publicatie is een vergelijking tussen de informatie die de pastoor neerschreef in zijn huwelijksregister van 1804-1834 en de Burgerlijke Stand van dezelfde periode. Als grensgemeente ziet men duidelijk dat de grens niet zo gesloten was als men soms zou denken. Mensen huwden met mensen van net, of iets verder, over de grens. Tijdens de Franse overheersing van 1804 tot 1815 lijkt dat nogal logisch. De informatie die de afkomst geeft van de ouders van de partners geeft eveneens aan dat families langs weerszijden van de huidige grens soms meer contacten onderhielden met elkaar dan met mensen wat verderop in het Vlaamse binnenland. Frans-Vlaanderen leverde daar meer voorouders op bij West-Vlaamse families dan bijvoorbeeld Antwerpen en Limburg.
Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Ruiselede
Frans transcribeerde de buitenpoorters van Ruiselede en is gestart met van
elk rechtsgebied of gemeente van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen
regio Tielt de buitenpoorters van Kortrijk op te zoeken.
De auteur hoopt heel wat vorsers van dienst te zijn met deze nieuwe bron die
de periode 1398-1792 duidelijk in de kijker stelt.
Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Poeke
Frans transcribeerde de buitenpoorters van Poeke en is gestart met van elk rechtsgebied of gemeente van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt de buitenpoorters van Kortrijk op te zoeken.De auteur hoopt heel wat vorsers van dienst te zijn met deze nieuwe bron die de periode 1398-1792 duidelijk in de kijker stelt.
Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Kanegem
Frans transcribeerde de buitenpoorters van Kanegem en is gestart met van elk rechtsgebied of gemeente van het werkgebied van Familiekunde Vlaanderen regio Tielt de buitenpoorters van Kortrijk op te zoeken.De auteur hoopt heel wat vorsers van dienst te zijn met deze nieuwe bron die de periode 1398-1792 duidelijk in de kijker stelt.
Paul CALLENS, De graven van het gemeentelijk kerkhof Beernem
In 2009 beseft Paul Callens dat er binnen het werkgebied van FV regio Tielt her en der zerken op kerkhoven en begraafplaatsen verdwijnen. Dit is de aanleiding om de 25 begraafplaatsen van ons werkgebied in kaart te brengen en elk graf met bijhorende zerk een uniek nummer te geven dat op elke kaart en bij de bespreking van het graf wordt vermeld. Intussen werd dit uitgebreid naar de kerkhoven en begraafplaatsen buiten ons werkgebied. Door ook deze begraafplaatsen op te nemen in onze inventaris krijgen we een beter zicht op de familienamen in de streek en de plaatselijke gebruiken.
Paul CALLENS Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika, de mensen
In 2000 start Paul Callens met de eerste publicatie over bidprentjes van Belgen die emigreerden naar Amerika. Vijf jaar later publiceert Paul heet XIVe deel in de reeks Death Memorial Cards. In de periode 2006-2016 houdt Paul zich vooral bezig met opzoeken van informatie die op een of andere manier iets te maken heeft met de emigratie naar Amerika. Sinds 2017 wordt op regelmatige basis de infor-matie samengevat om verwanten en streekgenoten terug te vinden in Amerika. Dank aan Mary De Cloet-Spriet die ons heel wat krantenknipsels heeft bezorgd en Valentijn Mariman die op regelmatige basis scans bezorgt van mensen die in Amerika geboren zijn en in ons land overleden.
Jan CALLENS, De geschiedenis van de familie Callin tot Callens van 1300 tot 1650
Het doel van deze studie is een vervolg brengen aan eerdere werken, die
allemaal aan elkaar gelinkt worden in één grote stam (!), van diverse
auteurs, alsook een uitgebreid overzicht te geven van alle families Callens
voor 1650.
Quasi alle Callens blijken hun roots te hebben in de parochies Bellegem,
Zwevegem en Kortrijk buiten. Vermoedelijk is de familienaam, een metroniem
van Calle, de vleivorm van Catharina, het eerst gebruikt in Kortrijk zelf,
maar de hoogste concentratie naamdragers is einde 14de en begin 15de eeuw in
Bellegem te vinden. De familienaam verspreidde zich pas echt van
Zuid-West-Vlaanderen in noordelijke richting vanaf het begin van de 17de
eeuw. Zeven eeuwen na de eerste naamdragers is de regio rond Kortrijk nog
altijd de grootste pool van de familienaam. De familienaam is geëvolueerd
van Callin en zijn genitief Callins naar Callen en het huidige Callens
gedurende de periode 1300 tot 1650.
Eén echte stamvader is er niet aan te duiden want er was in de 14de eeuw al
een zekere verspreiding van de familienaam en de verbanden tussen hen zijn
niet te leggen. Vanaf het begin van de 15de eeuw konden wel vele gezinnen
gekoppeld worden tot uitgebreide genealogieën in de kasselrijen Kortrijk en
Oudenaarde. In deze studie wordt aangetoond dat zeker twee derden van de
Callens uit de bestudeerde periode van één en dezelfde stamvader afstammen.
Van de 15de tot begin 17de eeuw behoorden vele Callens tot de sociale
middenklasse en hebben in die hoedanigheid mee hun stempel gedrukt op de
lokale geschiedenis. Hun beroep was voornamelijk landbouwer of een
aanverwante activiteit.
Zoals in alle families waren er uitblinkers, avonturiers en personen die, al
dan niet door hun eigen toedoen, aan lager wal geraakten. Die diversiteit
maakt nu net een familiegeschiedenis boeiend. De personen die zich het best
konden aanpassen in de soms erg moeilijke en woelige tijden hebben intussen
voor een groot nageslacht gezorgd dat zich heeft verspreid over de hele
wereld.
Het werk is een echte familiegeschiedenis geworden, die op basis van een
breder perspectief en meer diepgang, een stamboom, met voornamelijk namen en
data, kwalitatief overstijgt. Een stamboom met enkel namen en data is niet
verkeerd, maar het geeft de genealoog bij het zoeken en de lezer naderhand
zoveel meer plezier en inzichten over de ware voorgeschiedenis van zijn
voorzaten, als er wat vlees aan het skelet hangt. Dan pas kan je je inleven
in de levensomstandigheden van vroeger: de gezondheid, het geloof en
bijgeloof, de beroepsactiviteiten, hoe de mensen rampen ondergingen, zoals
een mislukte oogst, natuurgeweld, besmettelijke ziektes, verblijvende of
doortrekkende legers, armoede… In dit werk werd gekozen om een zo objectief
mogelijke kijk te geven op het familiaal, sociaal en economisch leven van
onze voorouders gedurende enkele eeuwen door interessante delen van
originele teksten in de taal van toen op te nemen. Het bijwijlen sappige
taalgebruik maakt immers ook deel uit van onze voorhistorie en erfgoed. De
bronvermelding is opgenomen in voetnoten en kan voor collega’s genealogen
een leidraad zijn waar en welke gegevens nog kunnen gevonden worden in hun
eigen zoektocht naar verwanten. Een namenregister op Callens en de partners
sluit het werk af.
DNA-onderzoek, kunnen in de toekomst wellicht nog aantonen of verschillende
takken al of niet verwant zijn. Dat de veruit grootste tak Callens behoort
tot de in België zeer zeldzame haplogroep Q biedt daarin zeker perspectieven
en heeft nu al gezorgd dat links konden worden gereconstrueerd die anders
niet te achterhalen waren gepassioneerde genealogen.
De erfgoeddag in 2006 stond in het teken van het roerend erfgoed met als deelaspect kleur in de didactische schoolwandplaten. FV regio Tielt bezit een prachtige reeks wand- en rolplaten die ze verkregen van de vzw Vrije Basisschool ’t Nieuwland. Al deze platen zijn digitaal gefotografeerd, bewerkt en opgenomen in een PowerPoint. Het thema van de erfgoeddag in 2022 luidt “ERFGOEDDAG MAAKT SCHOOL”. Dit is een moment om de wand- en rolplaten in de kijker te plaatsen. De publicatie bevat niet minder dan 500 kleurfoto’s van diverse onderwerpen: Oud en Nieuw testament, Vaderlandse en Bijbelse geschiedenis, kerkelijk jaar, beroepen, nijverheid, dieren, vruchten, wiskunde, taal, vertelplaten voor kleuters en linnen rolkaarten.
Paul CALLENS,
De graven van Lovendegem, FV-Tielt 2022, 308 blz
Voor de begraafplaats in Lovendegem gebeurde de opname van de informatie
tussen oktober 2021 en maart 2022. Bij het eerste bezoek blijkt dat er een
groot aantal graven op het punt staan te verdwijnen. Deze zijn nog wel in
dit werk opgenomen.
De begraafplaats bestaat uit een relatief oud gedeelte (zones A & B) met
merkwaardige zerken die toch zouden moeten kunnen behouden blijven. Toen
eeuwige vergunningen nog bestonden staken families soms veel geld in een
grafmonument van dierbaren en deze getuigen van het verleden verdienen
eeuwige aandacht. Naast de informatie van de begraafplaats werd ook een
poging gedaan de grafplaten die zich in de kerkmuren bevinden te
transcriberen. De publicatie sluit af met een namenindex.
Paul CALLENS, De graven van Sint-Joris-ten-Distel, FV-Tielt 2022, 92 blz.
Voor Sint-Joris-ten-Distel brachten wij in 2018 een publicatie uit van de
huidige begraafplaats. Het oude kerkhof rond de kerk bewerkten wij nu voor
de volledigheid. Kerkhoven blijven een waardevol element in het erfgoed van
onze streek.
Zoals in de vorige publicaties in deze reeks is de informatie van op de
zerken beschreven, samen met de teksten die voorkomen op de plaatjes die
familieleden soms laten aanbrengen.
In de uitgave van Sint-Joris-ten-Distel zijn ook de grafplaten die ingewerkt
zijn in de muren van de kerk opgenomen. In Hansbeke aan de kerk werden
eveneens wat graf- en herdenkingsplaten vermeld en opgenomen in de
publicatie.
Frans NEIRINCK, Buitenpoorters van Kortrijk in Aarsele,
FV-Tielt 2021, 100 blz.
Frans Neirinck heeft de BUITENPOORTERS VAN AARSELE alfabetisch genoteerd.
Hoe werd men POORTER of BUITENPOORTER? Om een antwoord op deze vraag te
lezen, moet men de costumen of het gewoonterecht kennen van de stad of
gemeente. Het poorterschap was erfelijk, je was poorter of buitenpoorter
omdat je ouders, één of beiden, poorter of buiten-poorter was. Je kon ook
poorter worden door huwelijk en men kon het poorterschap kopen.
Wat was nu de reden om POORTER of BUITENPOORTER te worden. Poorters bezaten
allerlei voorrechten: ze konden bepaalde ambten uitoefenen, werden
vrijgesteld van bepaalde belastingen of tollen en bezaten op rechtsgebied
een bijzondere bescherming. Zowel een poorter als buitenpoorter was
vrijgesteld van “het beste hoofd”. Dit betekende dat de heer van zijn
cijnshouder het beste stuk uit de nalatenschap niet kon opeisen. Dit zette
veel plattelandslieden ertoe aan om het buitenpoorterschap te verwerven.
Buitenpoorters waren ook vrijgesteld van de issuwe of de belasting geheven
als een vreemdeling huizen en erven verkocht
Jules Blondeel, Op zoek naar goud in Canada en de Verenigde Staten,
2 delen, FV-Tielt 2021, 206 + 254 blz.
In 2000 publiceerde Paul Callens een kort artikel in Onze Voorouders met
informatie die bevestigt dat Jules Blondeel naar goud zocht in Yukon,
Canada.
In 2019 komt Paul op het spoor van het graf van Jules Blondeel. Uiteindelijk
komt hij in contact met een zekere Janet Richardson, die onderzoek doet naar
de personen die begraven liggen op dezelfde begraafplaats als Jules. Bij de
begraafplaats staat een gedenkplaat voor goudzoekers die in de omgeving
overleden. Jules is een van de personen op deze gedenkplaat.
De vader van Janet Richardson en andere familieleden krijgen uit het erfdeel
van Jules Blondeel een bepaalde som geld. We vinden twee bronnen die
bevestigen dat de moeder, de broers en zussen van Jules geld krijgen uit de
erfenis. Het dossier is deels opgemaakt in Alaska, waar Jules stierf, en
deels in Manitoba waar hij een tijdje woonde. Jules stierf ten gevolge van
een arbeidsongeval.
Plaatsen als Dawson, Yukon en Fairbanks, Alaska groeiden tijdens de
goudvondsten explosief, maar eens men geen goud meer kon vinden, trokken de
meeste goudzoekers terug weg en bleef maar een kleine groep over. Soms was
er meer geld te verdienen met verkoop van levensmiddelen en plezier dan met
het vinden van goud…
Naast de informatie die Paul in deze publicatie over Jules samenbrengt,
heeft hij ook aandacht voor de locaties waar Jules voorbijkwam en voor
inwijkelingen die eveneens uit onze streek komen en die naar de goudvelden
trokken.
Enkele namen van mensen en plaatsen die voor komen in dit werk: Demarcke
(Geluwe), Van Haverbeke (Passendale), Verscheure (Quesnoy-sur-Deule), Boone
(Zwevezele), Bossuyt (Moorslede, Passendale, Rumbeke), Buydens (Everbeek),
De Buck (Merendree), De Craene (Heule), Defoort (Moorslede), Nuyten
(Moorslede), Taillieu (Wingene), Vandecaveye (Wervik), Vanwalleghem
(Wingene), Anseeuw (Ruiselede), Verhaeghe (Moorslede), Wynant (Mere),
Demeurisse (Marke met voorouders in Egem, Ardooie & Wakken), Van Raes
(Kortemark), Leenknecht (Lendelede), Van Hooland (Nederbrakel), De Wilde
(Zarren), Gistelinck (Moorsele), Lamote (Staden), Minne (Schuiferskapelle),
Robinson (= Robbesijn, Heule), Verhaeghe (Heule)….
Paul CALLENS, De graven van Bachte-Maria-Leerne, FV-Tielt 2022, 86
blz.
Een aantal kleinere parochies komen in dit geheel aan bod. Het feit dat in
oktober 2021 terug een aantal zerken van vervallen concessies werden
weggenomen, maakt dat deze publicaties net op tijd nog de situatie
zomer-herfst 2021 konden vastleggen. Zerken die verdwijnen na vijftien jaar
maken dat elk jaar een aantal historische items verdwijnen waarvoor er
meestal niet te veel aandacht is.
Delen aantal blz.
De graven van Bachte 100 blz.
De graven van Sint-Martens-Leerne 50 blz.
De graven van Bachte-Maria-Leerne 86 blz.
De graven van Vosselare 56 blz.
De graven van Landegem 180 blz.
De graven van Nevele (begraafplaats) 188 blz.
De graven van Merendree 132 blz.
Zoals in de vorige publicaties in deze reeks is de informatie vanop de
zerken genoteerd samen met de teksten die voorkomen op de plaatjes die
familieleden soms laten aanbrengen.
Met heel wat afbeeldingen, ruwweg een per bladzijde, krijgt men een
overzicht van de verschillende types zerken. Alle foto’s zijn raadpleegbaar
op de computer in ons documentatiecentrum familiekunde Vlaanderen regio
Tielt, tijdens de normale bezoekuren of na afspraak.
Elke publicatie sluit af met een namenlijst
op de familienamen.
Chris FOLENS, Markegemse emigranten, FV-Tielt 2021, 251 blz.
In de publicatie over de Markegemse emigranten wordt het emigratieverhaal
per familie
samengebracht. Tientallen Markegemse families verlieten tussen
ca 1850 en 1950 hun dorp om te emigreren. Voor sommigen was dit een
definitief afscheid,
anderen keerden terug. Vele Markegemnaren schreven in hun nieuw thuisland
een succesverhaal, maar bij enkelen liep het zelfs fataal af. Er werd heel
veel zorg besteed aan het controleren en aftoetsen van de informatie die
niet uit een primaire bron kwam. Tot slot krijg je in bijlage overzichten
van de emigratie in volgorde van chronologie van vertrek en
alfabetisch per familie en per eerste bestemming in het buitenland, wat aan
deze publicatie een meerwaarde bezorgt.
Denise LATRÉMOUILLE, Edouard Simays (1826-1897) Succès et Misère d’un immigré Belge,
FV-Tielt 2021, 147 blz.
Dit boek doet terugdenken aan die talrijke Vlamingen die in de 19de en 20ste
eeuw de grote plas zijn overgestoken om in Noord-Amerika een betere toekomst
op te bouwen. Dit emigratiegebeuren is voor Vlaanderen historisch en
sociologisch zeer belangrijk. .
Deze biografie toont ook aan dat een eenvoudig iemand van gewone komaf het
ver kan schoppen. Dit boeiende levensverhaal van Edouard Simays leest zeer
vlot en het valt daarbij op dat hij een zeer veelzijdig persoon was, van
vele markten thuis, wat zich dan ook uit in zijn vele carrièrewendingen.
Maar het illustreert ook dat in een mensenleven niet alles op wieltjes
loopt. Zoals voor hem het geval was, kan het levenspad immers gekruist
worden door vele hindernissen en tegenslagen. Het doorzettingsvermogen
waarvan Simays blijk gaf, was nodig om na iedere beproeving en tegenslag
weer recht te staan en onvermoeid door te gaan om nieuwe paden te
bewandelen.
Deze uitgeweken Wakkense zoon heeft carrière gemaakt o.a als immigratieagent
en ook als lokale politicus, burgemeester en schepen.
Denise Latrémouille leert ons het hoofdpersonage beter kennen in al zijn
diverse aspecten.
Paul CALLENS,
Pittem Kiezers 1932-1988, deel I: Wie waren zij? Waar woonden zij?
Statistieken, woonplaatsen, FV-Tielt 2020,460 blz.
Naast de informatie over de overleden kiezers 1932 1946 1969 van
bestudeerde periode bevat de uitgave een poging tot samenstelling van de
kaart van de gemeente Pittem door de jaren heen. Vanaf 1960 ging men over op
het gebruik van straatnamen in plaats van de indeling: centrum en de vier
secties. Bepaalde huizen kregen in de loop der jaren een andere straatnaam
wegens aanpassingen, vooral door aanleg van de ringweg of door het afsluiten
van spoorwegovergangen. Nieuwe straten kwamen er bij, maar deze zijn niet
opgenomen in deze publicatie tenzij deze delen van een vroegere straat
opslorpten. Door de fusie met Egem kregen een aantal straten een nieuwe naam
of ging men ook over tot een aangepaste spelling van de oude straatnaam.
Er is eveneens een analyse gemaakt van de informatie over familienamen,
voornamen, beroepen, geboorteplaatsen etc. voor de lijst van de kiezers van
1932 1946 1969 en 1988.
Bij de kiezers is telkens, voor zover als mogelijk, de naam van de ouders
opgezocht, de overlijdensplaats en datum, de partner of andere informatie.
De publicatie geeft een beeld van de relativiteit van de informatie.
Verschillende schrijfwijzen van de namen en fouten zijn duidelijk terug te
vinden. We stelden vast dat mensen die al jaren in het buitenland vertoefden
of al overleden waren nog in de lijst van de kiezers voor kwamen. Enkel de
overleden kiezers uit de lijst tot 1969 komen in detail voor.
Het geheel is voorzien van fotomateriaal uit het eigen archief. De fotos
van huizen zijn gemaakt vanaf het openbaar domein en op verschillende
tijdstippen. Door het feit dat we in het verleden, voor het opruimen van
begraafplaatsen, in de streek heel wat foto’s maakten, konden we deze
gebruiken van gewone mensen wiens graf met foto verdwenen is. Fotos op
doodsprentjes uit eigen collectie en uit deze van Familiekunde Vlaanderen
regio Tielt waren eveneens een bron. Zo een 1000 fotos komen in dit werk
voor.
Frans NEIRINCK,
Aarsele, Status Animarum 1629-1640-1642-1650-1669, VF-Tielt 2021,
104 blz.
Auteur Frans Neirinck, geboren Aarselenaar en zoon van
heemkundige-onderwijzer Joseph Neirinck (1915-2003), werd de interesse voor
de geschiedenis van Aarsele en de Aarselenaars met de paplepel ingegeven. In
1988 publiceerde vader en zoon “Het dialect van Aarsele”. Na een rustperiode
transcribeerde Frans in 2016 de huwelijksregisters en in 2018 sloot hij het
prachtige werk af eerst met de doopregisters (1609-1795) alfabetisch
opgemaakt in drie delen en tot slot de overlijdensregisters 1627-1796.
Nu komt er nog een bron van informatie bij, nl. de Status Animarum. Dit zijn
lijsten opgemaakt door de pastoor, waarin de wijken van de parochie worden
opgesomd, met de vermelding van de gezinnen en huishoudens die er woonden.
Per gezinslid of andere bewoner (knecht, meid, …) van elk huis werden er
gegevens zoals leeftijd en burgerlijke stand vermeld, alsook de vermelding
als die mensen communicant en/of gevormd waren. De bedoeling van de
verplichting die de kerkelijke overheden aan de pastoors oplegden, om een
Status Animarum op te maken, was duidelijk: de controle op de katholieke
bevolking verhogen en de aard van het geloof van de parochianen beter
kennen. Zo konden via de Status Animarum eventuele ketters of
gereformeerden opgespoord worden. De opmaak van zo een Status Animarum vroeg
van de pastoors heel wat werk en vele pastoors zagen dit niet zitten. De
pastoors van Aarsele zijn hierop een uitzondering: in 1629 maakte pastoor
Alexander Schoorman de eerste Status Animarum op, in 1640-1642 en 1650 was
dit het werk van pastoor Adrianus Van Symay en in 1669 nam pastoor
Guillelmus Stapel het werk van zijn voorgangers over.
SILVERSMET Theo, Rita VAN HERREWEGE, Wie woonde waar in Ruiselede 15e - 18e eeuw,
FVTielt 2020, 356 blz - DIGITAAL
Theo Silversmet publiceert tussen 1988 en 1992 niet minder dan 17 werken
over Ruiselede onder de titel “Verzameld archief Ruiselede”. In 1982 is dit
in samenwerking met de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde Afdeling Brugge
en vanaf 1988 met het West-Vlaams Genootschap voor Familie en Wapenkunde
i.s.m. de Heemkundige Kring “Oud Ruysselede”. De laatste publicatie
inventariseert de “Wezerij van Ruiselede van 1402 tot 1702”.
Mevrouw Rita Van Herreweghe heeft een bewerking gemaakt, aan de hand van de
notities op kettingpapier die ze van Theo heeft gekregen en de boeken van
het “Verzameld archief Ruiselede”. Dit degelijk en zeer eenvoudig te
raadplegen werk telt 356 bladzijden in een pdf bestand en is doorzoekbaar.
Het hoofddoel van deze nieuwe digitale publicatie is te weten “Wie waar
woonde in Ruiselede tijdens de 15e tot 18e eeuw”.
Luc NEYT,
Denombrementen heerlijkheid Vinderhoute: 1469-1481, 1548-1552 en 1615-1725,
FV-Tielt 2020, 264 blz.
De inhoud van deze publicatie sluit aan bij het werk van Willy Stevens die
in 2013 verscheen “Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw”.
Hij baseert zich op de toegang op het archief van de Rekenkamer, delen en
banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, Leenhof van Dendermonde
tot 1473. “Vinderhoute denombrementen” beschrijft in drie documenten het
verdere verloop van de leenverheffingen en de denombrementen uitgaande van
de heerlijkheid Vinderhoute-Merendree-Belseke. We starten met de
leenverheffingen te Vinderhoute van 1469 en 1481. Aansluitend
transcribeerden we het leenhof van Vinderhoute-Merendree in de periode
1548-1552 en tot slot geven we aanvullende informatie over de denombrementen
van het leenhof van Vinderhoute in de periode 1615-1725.
Vinderhoute kent vanaf zijn eerste vermelding in 966 verschillende
opeenvolgende gezagdragers van de heerlijkheid. Zo kennen we
achtereenvolgens: Willem de Venderhod, Raas V van Gaver, de familie Laval,
Jean de Poissy, Jean de Laval, Jacques van Luxemburg die het verkocht aan
Lieven van Pottelsberghe.
Vier van zijn vijf kinderen overlijden voor hun vader. Zijn zoon Frans wordt
in 1544 Hoogbaljuw van het leenhof van Dendermonde, maar overlijdt, in
datzelfde jaar, kinderloos en wordt Jan Wouters, licentiaat in de rechten en
raadsheer van de keizer in de Raad van Vlaanderen, als erfopvolger
aangeduid. Zo komen de 16 lenen, gelegen te Vinderhoute, onder zijn beheer.
Tot de heerlijkheid Vinderhoute - Merendree Belsele behoort een “notable
hof van mannen van leen” het leenhof van Vinderhoute. Zij beheren 35 lenen
“te vullen relieve” en twee lenen “ten halfven relieve”. Daarnaast beheert
dit leenhof 44 lenen “ter beste vrome van drien”. Deze lenen stonden te koop
tegen de waarde van de beste opbrengst van één van de drie volgende jaren.
Al deze lenen zijn gelegen in het Graafschap Belzele en 14 te Merendree.
Maar ook liggen er 5 lenen in Landegem, 14 in Vlaanderen met in de prochie
Vinderhoute 16 achterlenen, 11 te Evergem in Hansbeke, 6 in Zomergem, 5 in
Oostwinkel, drie in Tielt en telkens één in Assenede, Drongen, Ertvelde,
Heusden, Mariakerke, Pittem, Ruiselede, Waarschoot, Wachtebeke, Winkel,
Wontergem en Zaffelare. In Ertvelde bezit de heer van Vinderhoute het
leenhof “Immentuin” met 14 lenen gelegen in Ertvelde, Assenede, Winkele,
Bassevelde, Zomergem en Zelzate. Elk “immenthinne” is 200 roe groot en
betaalt jaarlijks aan de heer vier schellingen parisis.
Luc NEYT,
Vinderhoute Landboek 1629-1688, FV-Tielt 2020, 155 blz.
In 1629 krijgt Jan Vande Velde, gheswooren landtmeter” van burgemeester en
schepenen van Vinderhoute de opdracht het grondgebied Vinderhoute met de
landen, bossen, meersen, boomgaarden, waterlopen, straten, huizen enz.
grondig te beschrijven.
Vande Velde verdeelt Vinderhoute in zes wijken of belopen en binnen elk
beloop krijgt ieder perceel een vast nummer dat later zal dienen voor de
opmaak van de Popp kaart en het kadaster. Van elk perceel, binnen een
beloop, wordt de grootte, de belastbare oppervlakte en het bodemgebruik
vastgelegd. Ook wordt de eigenaar, de eigenaar-gebruiker of de pachter
genoteerd. In 1688 wordt dit landboek aangepast met dien verstande dat de
grootte en de prijs van elk perceel behouden blijft en de verandering enkel
bestaat in de beschrijving van de “nieuwe canten en abouten” en de
tegenwoordige eigenaars en gebruikers. Dit alles komt tot stand met de
nodige mondelinge overleving van de “auderlijnghen” die op elk beloop wonen.
Alle veranderingen worden in maart en april nauwkeurig genoteerd onder het
toeziend oog van baljuw Jacques de Broux, burgemeester Lieven Dobbelare en
schepenen Lieven Bundervoet en Joos de Grave.
Na 1688 wordt, bij verkoop
of erfenis van een perceel, boven de beschrijving van het perceel de nieuwe
eigenaar en in de kantlijn de nieuw gebruiker (pachter) vermeld. Vanaf 1730
worden de grondlasten bijgehouden in het “Gaerinckbouck” of prijsboek, dat
steunt op het nummer van het beloop met het bijhorend perceel nummer. Met
kerstdag 1742 noteert de griffier de nieuwe grondgebruiker (eigenaar of
pachter). In 1797 wordt, enkel bij de percelen van het zesde beloop, de
toenmalige gebruiker vermeld. De publicatie sluit af met een doorlopende
lijst op familienamen, toponiemen, gemeenten, bodemgebruik en trefwoorden.
Claude MOORS,
Liber Manualis I (1627-1639) van Tieltse deken Jan De Mol, FV-Tielt
2020, 518 blz.
Op 26 november 1657 overleed Jan de Mol, deken van Tielt sedert september
1616. In het stadsarchief van Tielt (SAT) en in het decanaal archief van
Tielt (DAT) bevinden zich heel wat documenten van zijn hand. Zijn handboek
in twee volumes (DAT 114 en DAT 115) wordt bewaard in het archief van de
Tieltse dekenij. Voor de familiekundige en heemkundige is dit een ware bron
voor opzoekingen. Zoals blijkt uit het
handboek, hield de Mol zich ook bezig met zaken buiten het strikt
kerkelijke. Het boek vormt een mooie aanwinst naast andere reeds
gepubliceerde historische bronnen uit deze periode voor Tielt:
Stadsrekeningen, poortersboeken, wezerij 17e eeuw en het landboek uit 1635.
Op aandringen van deken de Mol vestigden de paters recollecten zich in 1624
in Tielt. De pest en de Tachtig- en Dertigjarige oorlogen laten in Tielt
veel sporen na. Komen verder o.a. aan bod: een groot deel over de
verpachting van de tienden, de grauwzusters, het hospitaal, heel wat
begrafenissen, kapelrijen, distributie, pointingen, huwelijkscontracten,
dispensaties, regelingen van sterfhuizen, uitgaven voor herstellingen,
aankoop van levensmiddelen, beursstudenten, aanstelling van nieuwe pastoors,
aanstelling van zijn meiden en knechten, uitgaven voor de kerk, heropbouw
van kerken, onderhandelingen met militairen, enz.
Persoonlijke aangelegenheden van deken de Mol komen geregeld aan bod zoals
zijn huizen en erven, zijn brouwerij, zijn inboedel, zijn
familie, uitgaven voor eigen kledij, schoeisel en medicamenten, aankoop van
zijn achtereenvolgende paarden.
Paul CALLENS,
Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika de mensen, FV-Tielt 2020, 318
blz.
In 2005 gaven wij het XIVe deel uit in de reeks “Death Memorial Cards”. In
de periode 2006 tot 2016 hielden we ons vooral bezig met opzoeken van
informatie die op een of andere manier iets te maken had met de emigratie
naar Amerika. Ondertussen kregen wij van onze contactpersonen in Amerika en
België regelmatig bijkomende informatie van overleden landgenoten en hun
nakomelingen. Stilaan begonnen de krantenknipsels de overhand te halen op de
bidprentjes en dekte de titel Death Memorial Cards niet volledig meer de
lading. We kozen dan voor de titel van de vervolgreeks “Amerikaanse
Zantingen, Belgen in Amerika, de Mensen”.
Paul CALLENS, De graven van Vinderhoute
Voor de begraafplaats van Vinderhoute zijn in deze publicatie fotos
opgenomen met een symbolische waarde. De selectie gebeurde willekeurig,
behalve voor enkele unieke zerken. Wat opvalt op deze begraafplaats is het
groot aantal graven van geestelijken, ook van buiten de gemeente. Heel wat
van deze zerken hebben dan ook bijna identieke kruisen.
De namenlijst maakt het mogelijk personen, plaatsen, functies en dergelijke terug
te vinden voor zover de informatie aanwezig is op de zerk. We hebben ons
vooral gericht op de informatie die van belang is voor de familiekundige.
De publicatie bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de
grafzerken en een alfabetische lijst van alle familie- en plaatsnamen
vermeld op de zerken.
Etienne CAPPELLE, De naam Cappelle in Rumbeke
Met het doel de naam Cappelle en varianten op te zoeken in heel het arrondissement Roeselare en aangrenzende gemeenten, opzet dat in 1977 is
gestart, is de auteur Etienne Cappelle in Rumbeke beland. In de meer dan 500 bladzijden van het boek heeft hij alle naamgenoten genoteerd die ofwel
geboren, gehuwd, gewoond en/of overleden zijn in Rumbeke tijdens de periode van 1600 tot zeker na 1900.
De voornaamste bronnen zijn geweest de parochieregisters en de burgerstand. Waar mogelijk heeft de auteur andere bronnen aangeboord zoals Vlaamse Stam,
heemkundige tijdschriften van West-Vlaamse verenigingen, andere genealogische naslagwerken, meer speciaal de uitgaven van Familiekunde
Vlaanderen Regio Mandel-Leie, Brugge en Tielt. Enkele interviews van naamgenoten gaven bovendien een bijzonder persoonlijk cachet aan de verhalen
die door overlevering tot bij ons bekend zijn geraakt.
De meeste Cappelles (en varianten) van Rumbeke waren arm, met beroepen voor man en vrouw als wever, spinner, dagloner, fabrieksarbeider, landman,
klompenmaker, steenovenarbeider, boeren- of bakkersknecht maar ook aardewerker, vlasbewerker, zwingelaar. De welgestelde Rumbekenaren waren
boeren of landbouwers op grotere hofsteden, wagenmakers of vlassers, maar dan vooral na 1800. Om te ontsnappen aan de armoede besloot een aantal onder
hen, begin van de jaren 1900, te emigreren naar Amerika, en dan vooral naar Canada.
De auteur volgde in het bijzonder het avontuur in 1910 van Camiel Cappelle (1878-1948) die een betere toekomst zocht in Saskatchewan. Hij was er
succesvol maar de voorspoedige dood van zijn echtgenote Ida Vangheluwe in 1921, zette hem ertoe aan in 1927 naar België terug te keren, samen met drie van zijn vijf kinderen.
Frans NEIRINCK, Parochieregisters Aarsele overlijdens 1627-1796
De publicatie van de overlijdens van Aarsele start halfweg oktober 1627 om te eindigen eind december 1796. In die periode overlijden in Aarsele 6.859
kinderen en volwassenen. De enige overlijdens die ontbreken zijn die van de kinderen (niet-communicanten) tussen 8 juni 1768 en 5 januari 1776. De
overlijdens van de kinderen worden tot januari 1796 en deze van de volwassenen tot augustus 1796 nauwkeurig door de pastoor bijgehouden.
Naast de familienaam, die in deze publicatie alfabetisch wordt opgenomen, wordt ook de voornaam, de overlijdens- en de begrafenisdatum vermeld. Als de
naam van de vader en de moeder van de overledene gekend zijn, worden deze vermeld. In de kolom “naam echtgeno(o)t(e)” wordt de naam van de persoon
genoteerd. Belangrijk is ook de leeftijd bij het overlijden en de bladzijde waar de akte kan teruggevonden worden in het origineel register.
De kolom opmerkingen bevat allerlei interessante informatie over de overledene zoals de plaats van begraving in de kerk, als het hier gaat over
een weduwe of weduwnaar, als het kind overlijdt direct na het dopen, de afkomst of geboorteplaats en de oorzaak van overlijden. Bij enkele staat
vermeld verdronken en van december 1647 tot mei 1648 overlijden 33 personen waarvan 17 of 51,5% aan de pest. In 1794 sterven 21 personen van de
54 of 38,9% aan de dysenterie of besmettelijke darmontsteking (buikloop). Iemand die in Aarsele overlijdt en er niet woont, wordt genoteerd als
zwerver en wie niet over de financiële middelen beschikt wordt als arm
bestempeld. Sommige tweelingen sterven kort na hun geboorte en in bepaalde
gevallen wordt de moeder bijgestaan door een vroedvrouw.
André BRAET, Penningcohieren Wakken
In de reeks Penningkohieren zijn nu de lijsten van WAKKEN integraal getranscribeerd door André Braet. Deze uitgave telt 84 paginas en behandelt
ook het dagelijks leven aldaar in de 16de eeuw met de voorname heren van Wakken en andere personen met aanzien. Ook de landbouwexploitatie en
machtsverhoudingen aldaar worden toegelicht. Het werk wordt afgesloten met een alfabetische lijst van personen en toponiemen.
Een onmisbaar instrument voor familiekundigen met plaatselijks roots, in het bijzonder voor de families Biebuuck, De Haevelooze, De Hondt, De Smet, De
Volder(e), van Aelst, Vanderbeke(n), Vanderbrugghe, Vandenheede en Vanhee die er goed ingeburgerd waren.
Frans NEYRINCK, Parochieregisters huwelijken Aarsele
Slechts ongeveer één jaar had Frans nodig om de 2.300 huwelijksakten en de zowat 1.500 ondertrouwakten te ontcijferen, te transcriberen en samen te vatten in een Excelbestand waarin alle gegevens van de akten in vermeld worden. Om naderhand geen afzonderlijke alfabetische lijst op naam van de vrouw aan het bestand toe te voegen, werden alle akten tweemaal ingevoerd eens op naam van de man en eens op naam van de vrouw. In de eerste kolom van het Excelbestand staat Partner 1 en in de tweede kolom Partner 2. In de daaropvolgende kolom wordt de huwelijksdatum vermeld, te beginnen met het jaar, gevolgd door het cijfer van de maand en het cijfer van de dag. Daarbij aansluitend wordt de datum van de ondertrouw genoteerd gevolgd door de namen van de getuigen. Een (x) vóór de naam van de getuigen betekent dat dit de getuigen zijn van de ondertrouw. Om de huwelijksakte terug te vinden in het origineel huwelijksregister wordt van elke akte de bladzijde vermeld. Opmerkelijk is dat alle bladzijden van de tien boeken doorlopend genummerd zijn. De laatste kolom ‘bemerkingen’ bevat heel interessante gegevens die iets meer vertellen over de bruid en/of de bruidegom en de getuigen. Dat dit werk voor elke familiekundige die met zijn roots in Aarsele belandt zeer bruikbaar en interessant is, mag hier nog wel een heel sterk benadrukt worden. De auteur levert hier een enorme efficiënte, praktische en vlug raadpleegbare bijdrage, want zowel de bruiden als de bruidegoms staan door elkaar alfabetisch.
Paul CALLENS, De graven van Hertsberge
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke
vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering.
Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.
We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het
zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit
waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger
grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was
er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de
toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde
aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende
personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat
volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Paul CALLENS, De graven van Hulste
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke
vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering.
Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.
We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het
zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit
waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger
grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was
er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de
toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde
aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende
personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat
volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel IX: A-D
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met ‘Bronnen’ ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel X: E-Q
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel XI: R-Z
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen. Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika De Mensen deel XII, zoekboek
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika Bronnen deel VIII
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen Belgen in Amerika Bronnen deel IX
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen, Belgen in Amerika Bronnen deel X
Paul Callens liet u in 2007 in acht boeken kennis maken met de Belgen in Amerika: De mensen, in 2011 in drie boeken de Afbeeldingen en in 2013
stelde de auteur zeven delen met Bronnen ter beschikking over onze uitgeweken landgenoten en het continent waar ze naar toe trokken.
Door deze uitgaven kon de familiekundige een beter inzicht krijgen in wat men mogelijks kan terugvinden. Soms beperkt de samensteller zich tot
basisinformatie en worden afzonderlijke bronnen voorzien. Het is dan ook een meer persoonlijke dan een wetenschappelijke benadering geworden. Veel
aandacht wordt besteed aan de invloed van de pers en hoe zij “Amerika” bij ons aanbrengen. Uit ervaring weten we dat een detail soms het familie
onderzoek in een nieuwe richting kan sturen.
Als vervolg op deze reeks kunnen we u volgende nieuwe uitgaven aanbieden:
De mensen, deel IX-XII: deze werken geven een overzicht van de verzamelde informatie over de Belgen vertrokken naar Amerika en er wonen samen met hun
familie. De Bronnen, deel VIII-X: deze delen geven u meer informatie over de Amerikaanse bronnen en vermeldingen van Amerika in de pers.
Paul CALLENS, De graven van Knesselare
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Met deze willen we de inventaris van de begraafplaats in KNESSELARE aanbieden.
Het boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de zerk wordt vermeld, fotos van heel
wat interessante zerken en een alfabetische lijst van alle familienamen die op de zerken worden vermeld. Uitgegeven op formaat A4 in digitale zwart-wit
print en afgewerkt met een doorlopende kaft in kleurenprint.
Paul CALLENS, De graven van Sint-Maria-Aalter
Een gemeentelijke begraafplaats is een herinnering aan het verleden. Op heel wat gemeenten lag de begraafplaats rond de kerk en werd dan ook “kerkhof”
genoemd. In de loop van de jaren verhuisde het kerkhof naar een grotere locatie iets buiten het centrum van de gemeente. Gezien regelmatig
grafzerken worden weggenomen, om plaats te maken voor nieuwe, is de inventarisatie van de huidige begraafplaats een momentopname die voor de
toekomst heel waardevol is, want het respecteren van ons toekomstig erfgoed begint vandaag.
Dit resulteert in twee nieuwe uitgaven: de inventaris van de begraafplaats in Beveren-Roeselare en Sint-Maria-Aalter.
Elk boek bevat een plan van de begraafplaats met de ligging van de grafzerken, de volledige tekst die op de zerk wordt vermeld, fotos van heel
wat interessante zerken en een alfabetische lijst van alle familienamen die op de zerken worden vermeld. De boeken zijn digitaal zwart-wit geprint op
formaat A4 en afgewerkt met een gekleurde doorlopende kaft.
Paul CALLENS, De graven van Olsene Nieuw Hamstraat
Als vervolg op onze eerdere uitgaven dit jaar kunnen we U volgende twee nieuwe uitgaven aankondigen. De graven Olsene oud en De graven van Olsene
nieuw.
De oude begraafplaats heeft een paar opmerkelijke graven van belangrijke families en een aantal graven van Fransen die gestorven zijn voor het
vaderland. Tevens is er een graf van een soldaat van het Britse Gemenebest en een aandenken voor de oorlogsslachtoffers van Olsene. De oude
begraafplaats is nog volledig in steenslag en heeft geen strooiweide, urnenmuren en urnengraven.
De nieuwe begraafplaats is een oase van groen en oogt modern. Hier is er wel een strooiweide en zijn er urnenmuren en urnengraven.
Bij het opmaken van de inventaris waren er nogal
wat aanduidingen van graven die binnenkort zullen weggenomen worden. Het fotoarchief is dus een momentopname die zeker op tijd komt.
Paul CALLENS, De graven van Olsene Oud Kerkstraat
Als vervolg op onze eerdere uitgaven dit jaar kunnen we U volgende twee nieuwe uitgaven aankondigen. De graven Olsene oud en De graven van Olsene nieuw.
De oude begraafplaats heeft een paar opmerkelijke graven van belangrijke families en een aantal graven van Fransen die gestorven zijn voor het
vaderland. Tevens is er een graf van een soldaat van het Britse Gemenebest en een aandenken voor de oorlogsslachtoffers van Olsene. De oude
begraafplaats is nog volledig in steenslag en heeft geen strooiweide, urnenmuren en urnengraven.
De nieuwe begraafplaats is een oase van groen en oogt modern. Hier is er wel een strooiweide en zijn er urnenmuren en urnengraven.
Bij het opmaken van de inventaris waren er nogal wat aanduidingen van graven die binnenkort zullen weggenomen worden. Het fotoarchief is dus een momentopname die zeker op tijd komt.
Paul CALLENS, De graven van Zeveren
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke
vaststellingen die we ook willen toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering.
Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.
We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het
zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit
waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger
grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was
er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de
toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde
aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende
personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat
volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Paul CALLENS, De graven van Poesele
Met deze werken treedt Familiekunde Vlaanderen regio Tielt buiten zijn werkgebied om een beter zicht te krijgen op enkele belangrijke vaststellingen die we ook willen
toetsen aan de begraafplaatsen van de ons omringende parochies. Gits, Hertsberge en Hulste vormen een uitzondering.
Zij kwamen in aanmerking omdat daar heel wat aanpassings- en slopingswerken van graven op til stonden.
We komen in de rand van ons werkgebied eveneens tot de vaststelling dat de extra herdenkingsplaatjes op de graven het meeste voorkomen in het
zuidelijke deel van de gefotografeerde kerkhoven. We stellen ook vast dat in het noordelijk deel hier en daar al een inhaalbeweging gebeurt. Dit
waarschijnlijk omdat het aanbod aan herdenkingsplaatjes voor alle begrafenisondernemers hetzelfde begint te worden.
We stellen ook vast dat in het Oost-Vlaamse deel van de fotografisch geïnventariseerde begraafplaatsen de gemeentebesturen al veel vroeger
grafstenen van vervallen concessies heeft weggenomen. De laatste jaren is op talrijke plaatsen een inhaalbeweging gaande of afgewerkt. Paul Callens was
er steeds bij om voor het wegnemen van grafstenen alles fotografisch vast te leggen. Op die manier zijn deze uitgaven van onschatbare waarde voor de
toekomst, want ze leggen het hedendaags erfgoed vast voor de toekomst. Gits is daarvan een prachtig voorbeeld. Een paar weken voor aangekondigde
aanpassingen konden we nog net de info vastleggen.
Momenteel is men ook her en der bezig met het omvormen van de begraafplaatsen tot een groen geheel. Niet overal heeft men voldoende
personeel en middelen om de groene zones goed te onderhouden. Op een begraafplaats Hulste stelden we vast dat op een zaterdagnamiddag nogal wat
volk aanwezig was voor een grafbezoek daags voor Vaderdag 2016. Sommige andere begraafplaatsen liggen er verlaten bij alhoewel deze soms nog rond de dorpskerk te vinden zijn.
Luc Neyt, 300 jaar Engels & aanverwante families in het Meetjesland 1645-1950
Deze publicatie, in kleur, omvat een aantal delen. In het eerste deel wordt dieper ingegaan op de schrijfwijze, de verspreiding, de betekenis en de oudste vermeldingen van de naam Engels en wordt getracht een antwoord te geven op de vraag “Bezit de familie een familiewapen?” Hierbij aansluitend werd een beroep gedaan op de website van Geneanet op zoek naar de familie Engels. Zes genealogen vonden dezelfde stamvader Petrus Engels of Ingels overleden in Watervliet op 15 mei 1682 in de leeftijd van 56 jaar, dus geboren anno 1625. Hierbij sluiten acht generaties Engels aan die geboren zijn in Lembeke. Van elke persoon wordt de doop- of geboorteakte als scan genoteerd evenals de huwelijks- en overlijdensakte. Generatie VIII, August Engels, verhuist naar Sleidinge want hij huwt Melanie Martens en vestigt zich in de Vierhuizen op de hofstede, waar Melanie het levenslicht zag. Ze hadden samen acht kinderen allen in Sleidinge geboren en gedoopt. Van deze acht kinderen is een voorouderlijst van zes generaties opgemaakt. Verder zijn we erin geslaagd van elk van de acht kinderen en hun echtgenoot of echtgenote de geboorte- en huwelijksakte te publiceren. Bij elk van de kinderen Engels zijn foto’s opgenomen in het boek en sluit de info over de persoon af met een bidprentje.
Paul CALLENS, Amerikaanse Zantingen De Mensen Deel XV
Jaren geleden besloten wij een uitgave te maken over bidprentjes van Belgen die emigreerden naar Amerika.In 2005 gaven wij het XIVe deel uit in de reeks Death Memorial Cards, telkens met zo een duizend infoblokken. Sinds 2016 hebben we op regelmatige basis de informatie samengevat zodat er een mogelijkheid is verwanten en streekgenoten terug te vinden. Deze uitgave bevat vooral informatie uit overlijdensberichten, soms met aanvulling hoe de link met ons land te maken. Als de namen niet meer Vlaams zijn kan het zijn dat namen van de moeder of grootouders dit wel zijn. Zoals in vorige uitgaven is in veel gevallen de overleden vrouw te vinden onder haar naam als getrouwde vrouw en onder haar meisjesnaam. Op die manier komen familieverbanden duidelijker naar voor. Met de uitgebreide index kan men snel aan de slag.
Elisabeth BLANCKE & Chris FOLENS, Landboek van Dentergem anno 1652
In 2020 werd gestart met de restauratie van het landboek van Dentergem uit de 1652. Elisabeth Blancke (archivaris) en Chris Folens (archiefvrijwilliger) van het gemeentearchief van Dentergem zorgden voor een transcriptie. Een huzarenstukje dat 4 jaar later resulteerde in 288 bladzijden die nu als boek te koop zijn. INFO OVER GRONDBEZIT In de 16e tot 18e eeuw worden landboeken opgemaakt als basis voor belastingheffing in plattelandsgemeenten. Een landboek bevat een overzicht van alle percelen grond met de vermelding van ligging, bebouwing, oppervlakte, grondgebruik (akkerland, weide, bos, enz.), eigenaars, pachters en eventueel de fiscale waarde. Het geeft dus een volledig beeld van grondbezit en gebruik van een gemeenschap en is daardoor een uitermate interessante bron voor de lokale geschiedenis. TEKST EN TAFELS ZORGVULDIG GETRANSCRIBEERD In 2020 werd opdracht gegeven tot de restauratie van het landboek van Dentergem dat zich tot op dat moment in een niet hanteerbare slechte staat bevond. Daarom werd beslist het te ontsluiten en te transcriberen, een intensief werk. De transcriptie werd gemaakt door Elisabeth Blancke en Chris Folens, respectievelijk archivaris en archiefvrijwilliger van het gemeentearchief van Dentergem. Het resultaat is een verzorgde transcriptie van zowel de tekst als de tafels. De tafels werden in twee overzichtelijke tabellen verwerkt, zowel per beluik als per eigenaar met toevoeging van de oppervlakten in onze moderne maten. PROJECTIES BELUIKEN & RESTAURATIEVERSLAG ALS TOEMAATJE Aangezien het landboek van Dentergem geen kaarten bevat, maakte Dentergemnaar Geert Desmet mooie projecties van de beluiken op hedendaagse kaarten. Zo kunnen de gronden en straten heel duidelijk gesitueerd worden. Tot slot bevat de uitgave het uitgebreide verslag van de restauratie door boekrestauratrice Monique Rappé uit Ramskapelle.